TPMS MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 586 of 663

7–48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem (Brandt) *
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Voertuigen met conventionele banden
Waarschuwing Te nemen maatregel
Wanneer het waarschuwingslampje brandt en de
waarschuwingszoemer klinkt (ongeveer 3 seconden), is
de bandenspanning in één of meerdere van de banden
te laag.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat branden of
knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid
verminderen en plotseling manoeuvreren en remmen
vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat branden of
knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, is het gevaarlijk met hoge
snelheden te rijden of plotseling te manoeuvreren of te
remmen. De kans bestaat dat u de macht over het stuur
verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende band of een
lekke band heeft, de auto op een veilige plaats parkeren
waar u visueel de toestand van de band kunt controleren
en bepalen of de band voldoende lucht heeft om verder te
gaan naar een plaats waar lucht bijgevuld kan worden en
het systeem opnieuw gecontroleerd kan worden door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur of een bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit genegeerd
worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is gevaarlijk,
ook als u de reden weet waarom het brandt. Laat het
probleem zo spoedig mogelijk verhelpen alvorens dit tot een
ernstigere situatie leidt, zoals het plotseling lek raken van
een band met een gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg.
Inspecteer de banden en stel deze af op de
voorgeschreven bandenspanning (pagina 6-36 ).
OPMERKING
Stel de bandenspanning af wanneer de banden koud zijn. De
bandenspanning varieert naargelang de bandentemperatuur,
laat daarom de auto gedurende ongeveer 1 uur staan of rijd
er enkel 1,6 km of minder mee alvorens de bandenspanning
af te stellen. Wanneer de bandenspanning bij warme banden
wordt afgesteld op de koude bandendruk, bestaat de kans
dat het TPMS waarschuwingslampje/zoemer aan gaat nadat
de banden zijn afgekoeld en dat de druk tot beneden de
speci¿ catie terugvalt.
Ook is het mogelijk dat een TPMS waarschuwingslampje
dat brandt doordat de bandenspanning bij een lage
omgevingstemperatuur is teruggevallen blijft branden als
de omgevingstemperatuur omhoog gaat. In dit geval zal
het eveneens noodzakelijk zijn de bandenspanning af te
stellen. Als het TPMS waarschuwingslampje gaat branden
als gevolg van een terugval in de bandenspanning, de
bandenspanning controleren en afstellen.
Banden verliezen na verloop van tijd vanzelf lucht en
het TPMS systeem kan niet het verschil aantonen of de
banden na verloop van tijd vanzelf zacht geworden zijn of
dat er sprake is van een lekke band. Wanneer u echter één
zachte band in een set van vier aantreft, wijst dit op een
probleem; iemand anders dient dan langzaam met de auto
vooruit te rijden zodat u de zachte band kunt inspecteren op
inkervingen en metalen voorwerpen die vanuit het pro¿ el
of de zijwand naar buiten steken. Breng enkele druppels
water aan op het ventiel om te zien of er luchtbelletjes
verschijnen die wijzen op een defect ventiel. Lekkages
moeten grondiger aangepakt worden dan het enkel opnieuw
oppompen van de defecte band aangezien lekkages
gevaarlijk zijn - breng de auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.


Page 587 of 663

7–49
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Voertuigen met runÀ at banden
Waarschuwing Te nemen maatregel
Wanneer het waarschuwingslampje brandt en de
waarschuwingszoemer klinkt, is de bandenspanning in
één of meerdere van de banden te laag.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat branden of
knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor
lage bandenspanning wordt gegeven, onmiddellijk
de rijsnelheid verminderen en plotseling
manoeuvreren en remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat branden
of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon
voor lage bandenspanning wordt gegeven, is
het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of
plotseling te manoeuvreren of te remmen. De kans
bestaat dat u de macht over het stuur verliest en
een ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende
band of een lekke band heeft, de auto op een
veilige plaats parkeren waar u visueel de toestand
van de band kunt controleren en bepalen of
de band voldoende lucht heeft om verder te
gaan naar een plaats waar lucht bijgevuld kan
worden en het systeem opnieuw gecontroleerd
kan worden door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur of een
bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit
genegeerd worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is
gevaarlijk, ook als u de reden weet waarom het
brandt. Laat het probleem zo spoedig mogelijk
verhelpen alvorens dit tot een ernstigere situatie
leidt, zoals het plotseling lek raken van een band
met een gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg. Inspecteer de banden en stel deze af op de
voorgeschreven bandenspanning (pagina 6-36 ).
OPGELET
Bij het vervangen/repareren van banden of velgen of
beide, het werk door een of¿ ciële Mazda reparateur
laten uitvoeren, omdat anders de kans bestaat dat de
bandenspanningsensoren beschadigd worden.
OPMERKING
Stel de bandenspanning af wanneer de banden koud zijn. De bandenspanning
varieert naargelang de bandentemperatuur, laat daarom de auto gedurende
ongeveer 1 uur staan of rijd er enkel 1,6 km of minder mee alvorens de
bandenspanning af te stellen. Wanneer de bandenspanning bij warme banden
wordt afgesteld op de koude bandendruk, bestaat de kans dat het TPMS
waarschuwingslampje/zoemer aan gaat nadat de banden zijn afgekoeld en dat
de druk tot beneden de speci¿ catie terugvalt.
Ook is het mogelijk dat een TPMS waarschuwingslampje dat brandt doordat
de bandenspanning bij een lage omgevingstemperatuur is teruggevallen
uit gaat als de omgevingstemperatuur omhoog gaat. In dit geval zal het
eveneens noodzakelijk zijn de bandenspanning af te stellen. Als het TPMS
waarschuwingslampje gaat branden als gevolg van een terugval in de
bandenspanning, de bandenspanning controleren en afstellen.
Nadat de bandenspanning is afgesteld, kan het enige tijd duren voordat het
TPMS waarschuwingslampje uit gaat. Als het TPMS waarschuwingslampje
blijft branden, gedurende 10 minuten met een snelheid van tenminste 25 km/h
blijven rijden en vervolgens controleren of het lampje uit gaat.
Banden verliezen na verloop van tijd vanzelf lucht en het TPMS systeem
kan niet het verschil aantonen of de banden na verloop van tijd vanzelf zacht
geworden zijn of dat er sprake is van een lekke band. Wanneer u echter één
zachte band in een set van vier aantreft, wijst dit op een probleem; iemand
anders dient dan langzaam met de auto vooruit te rijden zodat u de zachte
band kunt inspecteren op inkervingen en metalen voorwerpen die vanuit het
pro¿ el of de zijwand naar buiten steken. Breng enkele druppels water aan
op het ventiel om te zien of er luchtbelletjes verschijnen die wijzen op een
defect ventiel. Lekkages moeten grondiger aangepakt worden dan het enkel
op spanning brengen van de defecte band aangezien lekkages gevaarlijk zijn
— breng de auto naar een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur die over alle apparatuur beschikt voor het repareren van
banden, TPMS systemen en de meest geschikte nieuwe band voor uw auto
kan bestellen.
Als het waarschuwingslampje opnieuw gaat branden nadat de bandenspanning
is afgesteld, is er mogelijk sprake van een lekke band.
Zie Voertuigen met runÀ at banden op pagina 7-4 .


Page:   < prev 1-10 11-20