audio MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 354 of 663

5–26
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Markeringen op disc
Op discs of verpakkingen worden de
volgende markeringen aangegeven:
Mark Betekenis
NTSC PAL Geeft een kleuren-TV
systeem aan (zendsysteem
is afhankelijk van
bestemmingsgebied).
Geeft het aantal
audiosporen aan.
Het getal geeft het aantal
audio-opnamen aan.
Geeft het aantal
ondertitelde talen aan.
Het getal geeft het aantal
opgenomen talen aan.
Aantal hoeken.
Het getal geeft het aantal
opgenomen hoeken aan.
Geeft de schermmodi
aan die kunnen worden
geselecteerd.
“16:9” geeft een breed
scherm aan en “4:3” geeft
een standaard scherm aan.
Geeft de regiocode aan
voor waar een disc kan
worden afgespeeld.
ALL geeft wereldwijd
gebruik aan en een getal
geeft gebruik op basis van
regio aan.
Woordenlijst
DVD-Video
DVD-Video is een
videobeeldopslagstandaard zoals bepaald
door het DVD forum.
Er wordt gebruik gemaakt van “MPEG2”,
een wereldwijde standaard in digitale
compressietechnologie, die gemiddeld
ongeveer 1/40-ste van de beeldgegevens
comprimeert en deze opslaat. Verder wordt
er gebruik gemaakt van een variabele-
snelheid coderingstechnologie, welke
de toegewezen hoeveelheid informatie
verandert overeenkomstig de vorm van
het schermbeeld. Audio-informatie
kan worden opgeslagen met behulp
van Dolby digitaal in plaats van PCM
(Pulscodemodulatie) waarmee een meer
werkelijkheidsgetrouw audiogeluid wordt
verkregen.
Verder zijn ter uitbreiding van de
mogelijkheden diverse aanvullende
functies aanwezig, zoals de
beschikbaarheid van meerdere talen.
DVD-VR
DVD-VR is een afkorting van
DVD Video Recording Format
(DVD Video Opnameformaat); een
videobeeldopslagstandaard zoals bepaald
door het DVD forum.
Multi-hoek
Een van de functies van de DVD speler.
Aangezien scènes kunnen worden
opgenomen onder meerdere hoeken
(camerapositie), kunnen gebruikers een
gewenste hoek kiezen.


Page 355 of 663

5–27
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Meerdere talen
Als functie van de DVD speler kan
audio of ondertiteling voor dezelfde
videobeelden opgeslagen worden in
meerdere talen en kunnen de talen vrij
worden gekozen.
Regiocode
Aan DVD spelers en discs zijn voor elk
bestemmingsgebied codes toegewezen
en alleen discs die gefabriceerd zijn
voor die speci¿ eke regio kunnen worden
afgespeeld.
Een disc kan niet worden afgespeeld als de
regiocode die aan de speler is toegewezen
niet op de disc staat aangegeven.
Ook als op de disc geen regiocode
staat aangegeven, bestaat de kans dat
afhankelijk van de regio afspelen van de
disc verboden is. In dat geval kan een disc
mogelijk niet op deze DVD speler worden
afgespeeld. Bedieningstips voor OGG
OGG is het audiocompressieformaat voor
Xiph. Org Foundation.
Audiogegevens kunnen gecreëerd en
opgeslagen worden met een hogere
compressieverhouding dan MP3.
Dit apparaat geeft bestanden met de
extensie (.ogg) weer als OGG bestanden.
OPGELET
Gebruik geen audiobestandsextensie
voor andere bestanden dan
audiobestanden. Ook de
audiobestandsextensie niet veranderen.
Anders zal het apparaat het bestand niet
correct herkennen wat ruis of een defect
kan veroorzaken.
 


 OGG bestanden die geschreven zijn
onder andere dan de aangegeven
speci¿ caties worden mogelijk
niet normaal weergegeven of de
bestandsnamen of mapnamen worden
mogelijk niet correct getoond.
 


 De bestandsextensie is mogelijk
niet aanwezig, afhankelijk van het
besturingssysteem van de computer,
versie, software of instellingen. Voeg
in dit geval de bestandsextensie “.ogg”
toe aan het einde van de bestandsnaam
en schrijf deze vervolgens op de disc/
geheugen.


Page 356 of 663

5–28
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Bedieningstips voor USB apparaat
Dit apparaat geeft audiobestanden als
volgt weer:
Extensie Afspelen met dit
apparaat
.mp3 MP3
.wma WMA
.aac
*1 AAC
.m4a
.wav
*1 W A V
.ogg *1 OGG
OPGELET
Gebruik geen audiobestandsextensie
voor andere bestanden dan
audiobestanden. Ook de
audiobestandsextensie niet veranderen.
Anders zal het apparaat het bestand niet
correct herkennen wat ruis of een defect
kan veroorzaken.
OPMERKING
  Ook al voldoet het audiobestand
aan de norm, bestaat de kans
dat weergave niet mogelijk is,
afhankelijk van het type en de
toestand van het USB À ash-
geheugen.
  Een door auteursrecht beschermd
WMA/AAC bestand kan in deze
installatie niet worden afgespeeld.
  (Type B/Type C) Als een bestandsnaam in het
USB geheugen te lang is, kan dit
bedieningsproblemen veroorzaken
zoals bijvoorbeeld dat nummers niet
kunnen worden afgespeeld.
 (Aanbevolen: Minder dan 80 tekens)   De volgorde van de muziekgegevens
die zijn opgeslagen in het apparaat
kunnen verschillen van de
weergavevolgorde.
  Om verlies of beschadiging van
opgeslagen gegevens te voorkomen
wordt het aangeraden altijd een
reservekopie van uw gegevens te
maken.
  Als een apparaat de maximale
waarde voor elektrische
stroomverbruik van 1.000 mA
overschrijdt, bestaat de kans dat
het apparaat niet werkt of oplaadt
wanneer dit wordt aangesloten.
  In de USB modus het USB apparaat
niet uittrekken (trek dit enkel uit in
de FM/AM radio of CD modus).
  Het apparaat zal niet functioneren als
de gegevens door een wachtwoord
beveiligd zijn.


Page 357 of 663

5–29
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
MP3/WMA/AAC/OGG *1 bestanden die
geschreven zijn onder andere dan de
aangegeven speci¿ caties worden mogelijk
niet normaal weergegeven of de bestands-/
mapnamen worden mogelijk niet correct
getoond.
*1 Type B/Type C
Bedieningstips voor iPod
Dit apparaat ondersteunt weergave van
muziekbestanden die zijn opgenomen op
een iPod.
* iPod is een handelsmerk van Apple
Inc., gedeponeerd in de VS en overige
landen.
Het is mogelijk dat de iPod niet
compatibel is afhankelijk van het model of
de versie van het besturingssysteem. In dit
geval verschijnt een foutmelding.
OPGELET
  Verwijder de iPod wanneer deze
niet wordt gebruikt. Aangezien
de iPod niet bestand is tegen
grote temperatuurswisselingen
in de cabine, bestaat de kans dat
deze als gevolg van de extreme
temperaturen of vochtigheid in de
cabine beschadigd raakt of dat de
batterijprestaties verminderen als de
iPod in de auto wordt achtergelaten.
  Als gegevens in de iPod verloren
gaan terwijl deze op de installatie is
aangesloten, kan Mazda voor herstel
van verloren gegevens geen garantie
bieden.
  Als de iPod batterijprestaties
verminderd zijn, bestaat de kans dat
de iPod niet oplaadt en dat afspelen
niet mogelijk is wanneer deze op de
installatie wordt aangesloten.
  Zie de gebruikershandleiding
van de iPod voor bijzonderheden
betreffende het gebruik van de iPod.
  Wanneer de iPod op een USB
poort wordt aangesloten, vindt
alle bediening plaats via de audio-
installatie. Bediening van de iPod is
niet mogelijk.
OPMERKING
De audio-installatie kan de beelden of
video's die op een iPod zijn opgeslagen
niet weergeven.


Page 358 of 663

5–30
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
Aan/uit/Volume/Geluidsregelaars ...................................................................... pagina 5-32

Klok .................................................................................................................... pagina 5-34

Bediening van de radio ...................................................................................... pagina 5-36

Bediening van de compact disc (CD) speler ...................................................... pagina 5-40

Gebruik van de ingang voor extra apparatuur/USB poort ................................. pagina 5-44

Foutaanduidingen ............................................................................................... pagina 5-44


Page 360 of 663

5–32
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Aan/uit/Volume/Geluidsregelaars
Aan/uit/volume/audioregelknopMenutoets Audiodisplay
Installatie AAN/UIT
Zet het contact op ACC of ON. Druk
op de aan/uit/volumeknop om de audio-
installatie in te schakelen. Druk nogmaals
op de aan/uit/volumeknop om de audio-
installatie uit te schakelen.
Afstelling van het volume
Draai de aan/uit/volumeknop om het
volume af te stellen. Draai de aan/uit/
volumeknop rechtsom om het volume te
verhogen en linksom om het volume te
verlagen.
Afstelling van het audiogeluid
1. Druk op de menutoets (
) voor het
kiezen van de functie. De gekozen
functie zal op de display worden
aangegeven. 2. Draai de audioregelknop om de
gekozen functies als volgt af te stellen:
Aanduiding Instelwaarde
Linksom
draaien Rechtsom
draaien
A F
(Instellen van
de alternatieve
frequentie (AF)) Uit Aan
R E G
(Instellen van het
regionaal programma
(REG)) Uit Aan
A L C
(Automatische
afstelling van het
volume) Niveau
verlagen Niveau
verhogen
BASS
(Lage tonen) Afname van
de lage tonen Toename
van de lage
tonen
T R E B
(Hoge tonen) Afname
van de hoge
tonen Toename
van de hoge
tonen
FADE
(Volumebalans voor/
achter) —
Vermindert het
volume van de
voorluidsprekers
B A L
(Volumebalans links/
rechts) Verplaatsing
van het
geluid naar
links Verplaatsing
van het
geluid naar
rechts
BEEP

(Audiobedieningsgeluid) Uit Aan


Page 361 of 663

5–33
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Aanduiding Instelwaarde
Linksom
draaien Rechtsom
draaien
12Hr
24Hr
(12-uur/24-uur
tijdsinstelling) 12Hr
(Knippert) 24Hr
(Knippert)
OPMERKING
Als de display gedurende enkele
seconden niet wordt bediend, keert deze
terug naar de vorige display. Voor het
terugstellen van de lage tonen, hoge
tonen, fade en balans, de menutoets
(
) gedurende 2 seconden
ingedrukt houden. Het apparaat geeft
een pieptoon en “ CLEAR ” wordt
getoond.
AF (Instellen van de alternatieve
frequentie (AF))
De AF functie van het Radio Data Systeem
(RDS) kan op aan of uit worden ingesteld.
Zie Bediening van de radio op pagina
5-36 .
REG (Instellen van het regionaal
programma (REG))
De REG functie van het Radio Data
Systeem (RDS) kan op aan of uit worden
ingesteld.
Zie Bediening van de radio op pagina
5-36 . ALC (Automatische afstelling van het
volume)
De automatische niveauregeling (ALC)
regelt automatisch het audiovolume
overeenkomstig de rijsnelheid. Naarmate
de rijsnelheid hoger wordt, neemt het
volume toe. ALC heeft ALC OFF en modi
ALC LEVEL 1 tot 7. ALC LEVEL 7 is het
maximale niveau tot waarbij het volume
kan toenemen. Selecteer de modus al
naargelang de rijomstandigheden.
BEEP (Audiobedieningsgeluid)
De instelling voor het werkingsgeluid
bij het indrukken en vasthouden van
een toets kan gewijzigd worden. De
begininstelling is ON. Stel in op OFF om
het werkingsgeluid uit te schakelen.
1 2 H r
24Hr (12-uur/24-uur
tijdsinstelling)
Door het draaien van de audioregelknop
wordt de display overgeschakeld tussen 12
en 24-uur kloktijd (pagina 5-34).


Page 362 of 663

5–34
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Klok
Audiodisplay Audioregelknop
Uren/minuten instelschakelaar:00 toets
Menutoets
Kloktoets
Instellen van de tijd
De klok kan op elk tijdstip worden
ingesteld wanneer het contact op ACC of
ON gezet wordt.
1. Voor het instellen van de tijd, de
kloktoets (
) gedurende ongeveer
2 seconden indrukken totdat u een
pieptoon hoort.
2. De huidige tijd van de klok gaat
knipperen.
Instellen van de tijd



 
 Druk voor het afstellen van de tijd op
de uren/minuten insteltoets (
, )
terwijl de huidige tijd op de klok
knippert.
 

 
 Door het indrukken van de urentoets
(
) gaan de uren vooruit. Door het
indrukken van de minutentoets (
)
gaan de minuten vooruit.
3. Druk de kloktoets (
) nogmaals in
om de klok te starten.
Terugstellen van de tijd
1. Houd de kloktoets (
) gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt, totdat
u een pieptoon hoort.
2. Druk op de :00 toets ( 1 ).
3. Wanneer u de toets indrukt, zal de tijd
als volgt teruggesteld worden:
(Voorbeeld)
12:01—12:29:12:00
12:30—12:59:1:00
OPMERKING

 Wanneer u de :00 toets ( 1 ) indrukt,
zullen de seconden bij “ 00 ”
beginnen.
  Overschakelen tussen 12 en 24-uur
kloktijd:
 Druk de menutoets ( )
herhaalde malen in totdat de 12 en
24-uur kloktijd getoond wordt. Draai
de audioregelknop in een van beide
richtingen en kies de gewenste
klokinstelling terwijl de verkozen
kloktijd knippert.


Page 364 of 663

5–36
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Bediening van de radio
Bandkeuzetoetsen Verkeersinformatietoets Voorkeuzezendertoetsen
Scan-toets
Afstemtoets Programmatype informatietoets Audiodisplay
Radio AAN
Druk voor het inschakelen van de radio op
een bandkeuzetoets (
).
Bandkeuze
Door de bandkeuzetoets (
) herhaalde
malen in te drukken worden de golfbanden
als volgt overgeschakeld:
FM1:FM2:MW/LW.
De geselecteerde modus wordt
aangegeven.
OPMERKING
Als het FM-zendsignaal zwak wordt,
verandert de ontvangst automatisch van
STEREO naar MONO om storing te
verminderen.
Afstemmen
De radio beschikt over de volgende
afstemmingsmethoden: Afstemming
door middel van handbediening,
zenderaftasting, scan, voorkeuzekanalen
en automatische geheugenopslag.
De gemakkelijkste manier voor het
afstemmen op zenders is om deze op de
voorkeuzekanalen te programmeren.
Handbediende afstemming
Kies de zender door de afstemtoets ( , )
licht in te drukken.
Afstemming door middel van
zenderaftasting
Het automatisch afzoeken van
radiozenders begint wanneer de
afstemtoets (
, ) wordt ingedrukt totdat
een pieptoon gehoord wordt. Het zoeken
stopt zodra een zender wordt gevonden.
OPMERKING
Als u de toets ingedrukt blijft houden,
zal de frequentie continu blijven
veranderen.


Page 365 of 663

5–37
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Afstemming via scan
Houd de scan-toets (
) ingedrukt om
automatisch de sterke zenders af te tasten.
Het aftasten stopt bij elke zender
gedurende ongeveer 5 seconden. Houd
voor het vasthouden van een zender de
scan-toets (
) tijdens dit interval
nogmaals ingedrukt.
Afstemmen op voorkeuzezenders
De zes voorkeuzekanalen kunnen worden
gebruikt voor het opslaan van 6 MW/LW
en 12 FM zenders.
1. Voor het instellen van een kanaal, eerst
MW/LW, FM1 of FM2 kiezen. Stem af
op de gewenste zender.
2. Houd een van de
voorkeuzezendertoetsen gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt,
totdat u een pieptoon hoort. Het
voorkeuzezendernummer of de
zenderfrequentie wordt getoond.
De zender is nu in het geheugen
opgeslagen.
3. Herhaal deze procedure voor de
overige zenders en golfbanden die
u wilt opslaan. Voor het afstemmen
op een zender die in het geheugen
is opgeslagen, MW/LW, FM1
of FM2 kiezen en vervolgens de
bijbehorende voorkeuzezendertoets
indrukken. De zenderfrequentie of
het voorkeuzezendernummer wordt
getoond.
Radio data systeem (RDS)
OPMERKING
Het radio data systeem (RDS) werkt niet
als dit zich buiten het servicegebied van
het systeem bevindt.
Alternatieve frequentie (AF)
AF functioneert voor de FM zenders. Druk
op de menutoets (
) en kies de AF
modus om deze in te schakelen en “ AF ”
zal op de display verschijnen. Als de
radio-ontvangst van de huidige zender
zwakker wordt, schakelt het systeem
automatisch over naar een andere zender.
Wanneer u verder naar een regionaal
programma wilt luisteren, op de menutoets
(
) drukken en kies de REG modus
om deze in te schakelen. “ REG ON ” wordt
op de display getoond. Druk voor het
annuleren op de audioregelknop en kies de
REG modus om deze uit te schakelen.
“ REG OFF ” wordt op de display getoond.
Verkeersinformatie (TA)
Als u op de verkeersinformatietoets (
)
drukt, zal de installatie naar de TA modus
overschakelen en wordt “ TA ” getoond.
Als in de TA modus een TA uitzending
wordt ontvangen, krijgt de TA uitzending
voorrang, ook wanneer andere functies
(FM, CD, USB apparaat, AUX of BT
audio) worden gebruikt, en wordt “ Traf¿ c
Info” getoond.
Druk tijdens een TA uitzending op de
verkeersinformatietoets (
) om de
uitzending te beëindigen en naar de
voorheen ingestelde modus terug te keren.


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 110 next >