MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)
Page 461 of 663
5–133
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
 Opbergvakken
 WAARSCHUWING
 Houd tijdens het rijden de 
opbergvakken gesloten: 
 Rijden met geopende opbergvakken 
is gevaarlijk. Ter vermindering van 
de kans op letsel tijdens ongevallen of 
een plotselinge stop, de opbergvakken 
tijdens het rijden gesloten houden. 
 Plaats geen voorwerpen in 
opbergruimten die geen deksel hebben:  
 Het plaatsen van voorwerpen in 
opbergruimten die geen deksel 
hebben is gevaarlijk aangezien deze 
tijdens plotseling accelereren door 
het interieur geslingerd kunnen 
worden. Dit kan afhankelijk van hoe 
het voorwerp is opgeborgen letsel 
veroorzaken.
 OPGELET
 Laat wanneer u in de zon parkeert geen 
brillen of aanstekers in de opbergvakken 
liggen. Door de hoge temperaturen kan 
een aansteker tot ontplof ¿ ng komen of 
kan het plastic materiaal van een bril 
vervormen of barsten. 
 Consolevak
              Voor  gebruik  het  deksel  openen.
 Zijopbergvak van zitting
 OPGELET
 Bij gebruik van de bekerhouders 
van de achterste console, alle bekers 
verwijderen alvorens het zijopbergvak 
van de zitting te openen. 
 Als het zijopbergvak van de zitting 
wordt geopend terwijl er zich nog bekers 
in bevinden, zal het deksel tegen de 
bekers stoten waardoor de inhoud wordt 
gemorst.
  Druk voor het openen van het 
zijopbergvak van de zitting de 
vergrendeling omlaag.
                      
Page 462 of 663
5–134
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
  Steek de hulpsleutel in het slot, draai deze 
rechtsom om te vergrendelen en linksom 
om te ontgrendelen.
Vergrendelen
Ontgrendelen
 Opbergvak van achterbekleding
              Kleine  voorwerpen  kunnen  bewaard 
worden in het opbergvak van de 
achterbekleding.
(Canvasdak model)
(Inklapbare fastback model)
  Gebruik van het opbergvak van de 
achterbekleding
     1.   Schuif  de  zitting  geheel  naar  voren  en 
klap de rugleuning voorover.
    Zie Gebruik van de zittingen op pagina 
 2-5 .
   2.   Verwijder  de  deksels.
  Wanneer u gereed bent, de zitting in de 
oorspronkelijke stand terugplaatsen en 
vastzetten. Controleer of de zitting in de 
uitgangspositie is teruggekeerd en of de 
zitting op zijn plaats vergrendeld is door 
te proberen deze even naar voren en naar 
achteren te duwen.
 OPGELET
 Niet door forceren voorwerpen in het 
opbergvak van de achterbekleding 
duwen. Anders bestaat de kans op 
beschadiging van het opbergvak. 
                      
Page 463 of 663
5–135
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
*Bepaalde modellen.
 Uitneembare  asbak *
            De  uitneembare  asbak  kan  vastgezet 
en gebruikt worden in een van beide 
bekerhouders.
 WAARSCHUWING
 Gebruik de uitneembare asbak 
uitsluitend in zijn vaste positie en zorg 
ervoor dat deze volledig is ingestoken: 
 Gebruik van een asbak die uit zijn 
vaste positie verwijderd is of niet 
volledig is ingestoken is gevaarlijk. 
Sigaretten kunnen gaan rollen of uit 
de asbak in het interieur vallen en 
brand veroorzaken. Bovendien zullen 
sigarettenpeuken niet vanzelf volledig 
doven, ook niet als het deksel van de 
asbak gesloten is. 
 OPGELET
 De asbakken niet als prullenbak 
gebruiken. Dit kan brandgevaar 
opleveren.  Voor gebruik van de asbak, deze recht in 
de bekerhouder steken.
  Voor het verwijderen van de asbak, deze 
omhoog trekken.
                      
Page 464 of 663
5–136
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
 Windvanger
            Deze  windvanger  vermindert  de  sterke 
stroom van de wind die van achteren in 
het interieur blaast tijdens het rijden met 
neergelaten vouwdak.
(Canvasdak model)
Windvanger
(Inklapbare fastback model)
Windvanger
                      
Page 465 of 663
6–1 6–1
6Onderhoud en verzorging
  Hoe u uw Mazda in topconditie kunt houden.
   Essentiële  informatie ..........................................................................  6-2 
  Inleiding  ........................................................................................  6-2 
  Periodieke  onderhoudsbeurten  .........................................................  6-3 
  Periodieke  onderhoudsbeurten  ......................................................  6-3 
  Onderhoudsmonitor  ....................................................................  6-11 
  Zelf uit te voeren onderhoud ...........................................................  6-13 
  Voorzorgsmaatregelen  betreffende 
onderhoudswerkzaamheden ........................................................  6-13 
  Motorkap  .....................................................................................  6-15 
  Overzicht van de motorruimte ....................................................  6-17 
  Motorolie .....................................................................................  6-18 
  Motorkoelvloeistof ......................................................................  6-21 
  Rem/koppelingsvloeistof  ............................................................  6-23 
  Ruitensproeier-  en  koplampsproeiervloeistof  .............................  6-24 
  Smering van de carrosserie .........................................................  6-25 
  Ruitenwisserbladen  .....................................................................  6-25 
  Accu  ............................................................................................  6-30 
  Vernieuwen van de sleutelbatterij ...............................................  6-33 
  Banden  ........................................................................................  6-36 
  Gloeilampen  ................................................................................  6-42 
  Zekeringen  ..................................................................................  6-52 
  Verzorging van het uiterlijk ............................................................  6-58 
  Verzorging van de carrosserie .....................................................  6-58 
  Verzorging van het interieur ........................................................  6-70 
                      
Page 466 of 663
6–2
Onderhoud en verzorging
Essentiële informatie
                Inleiding
    Wees voorzichtig dat u geen verwondingen oploopt bij het inspecteren van uw auto, het 
verwisselen van een band of bij de uitvoering van enigerlei onderhoud, zoals het wassen van 
de auto.
  Draag bij het inspecteren of werken aan uw auto dikke werkhandschoenen, zoals katoenen 
handschoenen, vooral bij het aanraken van delen die moeilijk zichtbaar zijn. Het uitvoeren 
van inspecties met uw blote handen kan letsel veroorzaken.
  Indien u niet zeker bent van de handelwijze betreffende onderhoud of inspectie van uw 
auto, is het ten zeerste aan te raden de werkzaamheden door een deskundige reparateur, bij 
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur te laten uitvoeren.
  Deskundige Mazda technici en originele Mazda onderdelen zijn steeds paraat voor het juiste 
onderhoud aan uw auto. Zonder deze deskundigheid en zonder de onderdelen die speciaal voor uw 
Mazda ontworpen en gefabriceerd zijn, kan niet doelmatig, onvoldoende of gebrekkig onderhoud 
problemen veroorzaken. Deze kunnen leiden tot beschadiging van de auto, een ongeval of letsel.
  Raadpleeg voor deskundig advies en service van hoge kwaliteit een deskundige reparateur, 
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
  Het laten uitvoeren van onderhoudsbeurten en de registratie daarvan behoren tot de 
verantwoordelijkheid van de eigenaar.
  Eventuele aanspraken op garantie zijn niet geldig, indien de defecten het gevolg zijn van 
onvoldoende onderhoud en niet veroorzaakt blijken te zijn door materiaaldefecten of 
fabricagefouten van de Mazda fabrikant.
  De storingsdiagnosestekker is uitsluitend bestemd voor het aansluiten van de speciale 
apparatuur voor het uitvoeren van storingsdiagnose aan het voertuig.
  Sluit geen andere apparatuur aan dan de speciale storingsdiagnoseapparatuur voor onderhoud. 
Als andere apparatuur dan de storingsdiagnoseapparatuur wordt aangesloten, kan dit de 
elektrische apparatuur van het voertuig beschadigen of uitputting van de accu veroorzaken.
Storingsdiagnosestekker
                      
Page 467 of 663
6–3
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
                Periodieke  onderhoudsbeurten
 OPMERKING
 Blijf na de aangegeven periode doorgaan met het volgen van het periodieke onderhoud 
overeenkomstig de voorgeschreven intervallen. 
Uitlaatgasreiniging en hiermee verband houdende systemen
  Het ontstekingssysteem en het brandstofsysteem zijn van groot belang voor de 
uitlaatgasreiniging alsmede voor een ef ¿ ciënte werking van de motor. Breng niet zelf aan 
deze systemen veranderingen aan.
  Alle inspecties en afstellingen dienen door een deskundige reparateur, bij voorkeur een 
of ¿ ciële Mazda reparateur te worden uitgevoerd.
 Europa
 Onderhoudsfrequentie  Aantal maande of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst 
voordoet.
 Maanden   12   24   36   48   60   72   84   96   108 
 ×1000  km   20   40   60   80   100   120   140   160   180 
 Bougies 
*1    Elke 120.000 km vernieuwen. 
 Lucht ¿ lter 
*2     R      R      R   
 Dampafzuigsysteem  (indien  voorzien)    I     I     I  
 Aandrijfriemen 
*3     I      I      I   
 Motorolie & Olie ¿ lter  Flexibel 
*4 Vervangen wanneer de indicator AAN is. (Max. interval: 12 
maanden/20.000 km) 
 Anders  dan 
 À exibel 
*5  R     R     R     R     R     R     R     R     R  
 Koelsysteem    I     I     I     I  
 Motorkoelvloeistof 
*6 Verversen na de eerste 10 jaar of 200.000 km; 
daarna elke 100.000 km of 5 jaar. 
 Brandsto À  eidingen  en  slangen    I     I     I     I  
 Accu 
*7     I      I      I      I      I      I      I      I      I   
 Remleidingen,  slangen  en  verbindingen    I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Remvloeistof 
*8     R      R      R      R   
 Handrem    I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Schijfremmen    I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Werking  van  stuurinrichting  en  stuurstangen    I     I     I     I  
 Handgeschakelde  versnellingsbakolie    R  
 Achterdifferentieelolie    
*9
                      
Page 468 of 663
6–4
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
 Onderhoudsfrequentie  Aantal maande of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst 
voordoet.
 Maanden   12   24   36   48   60   72   84   96   108 
 ×1000  km   20   40   60   80   100   120   140   160   180 
 Voor- en achterwielophanging, fuseekogels en 
axiale speling van wiellager   I     I     I     I  
 Stofhoezen  van  aandrijfas    I     I     I     I  
 Uitlaatsysteem hitteschilden   Elke 80.000 km of 5 jaar inspecteren. 
 Bouten  en  moeren  op  chassis  en  carrosserie    T     T     T     T  
 Toestand van carrosserie (op roest, corrosie en 
perforatie) Jaarlijks  inspecteren. 
 Banden (inclusief reservewiel) (met afstelling 
van de bandenspanning) 
*10*11  I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Lekke band noodreparatieset (indien voorzien) 
*12    Jaarlijks  inspecteren. 
Tabelsymbolen:
 I :  Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
 R :   Vernieuwen
 C :   Reinigen
 T :   Vastdraaien
 D :   Aftappen
Opmerkingen:
     *1   Inspecteer in onderstaande landen de bougies elke 10.000 km of 12 maanden alvorens deze bij de genoemde 
interval te vernieuwen.
    Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Letland, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Roemenië, 
Servië, Oekraïne
   *2   Indien de auto gebruikt wordt in gebieden met veel zand of stof, dient het lucht ¿ lter vaker gereinigd en indien 
nodig vernieuwd te worden dan bij de normaal aanbevolen intervallen.
   *3   De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
    Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de aandrijfriemen elke 20.000 
km of 12 maanden inspecteren.
   a)   Gebruik  in  bijzonder  stof ¿ ge gebieden
   b)   Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
   c)   Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte 
afstanden
   d)   Rijden  bij  extreme  hitte
   e)   Voortdurend  rijden  in  bergachtige  gebieden