boot MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 302 of 663

4–142
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  In de volgende gevallen kan de vooruitrijcamera (FSC) doelobjecten niet correct
bespeuren, waardoor de systemen niet normaal kunnen functioneren.
 


 De hoogte van het voorliggende voertuig is laag.



 U rijdt met dezelfde snelheid als het voorliggende voertuig.



 De koplampen zijn bij avond of tijdens het rijden door een tunnel niet ingeschakeld. 

 In de volgende gevallen bestaat de kans dat de vooruitrijcamera (FSC) doelobjecten
niet correct kan bespeuren.
 


 Bij het rijden langs muren zonder patronen (zoals hekwerken en in de lengte
gestreepte muren).
 


 De achterlichten van het voorliggende voertuig branden niet.



 Er bevindt zich een voertuig buiten het verlichtingsbereik van de koplampen.



 Bij het maken van een scherpe bocht of het beklimmen of afdalen van een steile
helling.
 


 In- of uitrijden van een tunnel.



 De auto is zwaar beladen zodat deze achterover helt.



 Er schijnt fel licht aan de voorzijde van de auto (achteruitrijlicht of grootlicht van
tegemoetkomende voertuigen).
 


 Het voorliggende voertuig heeft veel lichtbronnen.



 Wanneer het voorliggende voertuig niet uitgerust is met achterlichten of de
achterlichten bij donker niet branden.
 


 Het voorliggende voertuig heeft een speciale vorm. Bijvoorbeeld een voertuig
dat een caravan of bootaanhanger trekt, of een autotransporter welke een voertuig
achterstevoren vervoert.