OPEL ADAM 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 181 of 241
Verzorging van de auto179
3. Klik de lampfitting los door dezelinksom eruit te draaien.
4.Verwijder de gloeilamp door deze
iets linksom draaiend los te trek‐ ken. Vervang de gloeilamp.
5. Draai de lampfitting rechtsom in de onderdeelgroep vast.
6. Bevestig de lichtmodule in de bumper en bevestig deze met
beide schroeven.
7. Afdekking in de bumper steken en
vastklikken.
Zijrichtingaanwijzers Verwijder het lamphuis om de gloei‐
lamp te vervangen:1. Schuif de lamp naar de linkerkant
ervan en haal deze aan de rech‐
terkant ervan los.
2. Draai de lamphouder linksom uit het huis.
Page 182 of 241
180Verzorging van de auto
3. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
4. Breng de lamphouder aan en draai deze rechtsom.
5. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en
steek de rechterkant erin.
Kentekenverlichting
1. Plaats een schroevendraaier in de uitsparing van de afdekking,
duw naar de zijkant en maak de
veer los.
2. Lamp naar beneden toe verwijde‐
ren, hierbij niet aan de kabel trek‐ ken.
Page 183 of 241
Verzorging van de auto181
3. Draai de lamphouder linksom uithet lamphuis.
4. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang deze.
5. Steek de lamphouder in het lamp‐
huis en draai deze rechtsom.
6. Steek de lamp in de bumper en laat deze vastklikken.
Binnenverlichting
Interieurverlichting, leeslampjes Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Bagageruimteverlichting Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Plafondverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Sfeerverlichting Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Sterrenhemel
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Elektrisch systeem
Zekeringen
Controleren of het opschrift op de ver‐
vangende zekering overeenkomt met dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
■ linksvoor in de motorruimte,
■ bij auto's met stuurwiel links achter de lichtschakelaar, of bij auto's met
stuurwiel rechts achter het hand‐
schoenenkastje.
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Page 184 of 241
182Verzorging van de auto
Er zitten verschillende soorten zeke‐
ringen in de auto.
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herken‐
baar aan de gesmolten draad. Zeke‐
ring pas vervangen wanneer de oor‐
zaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.Zekeringtrekker van bovenaf op de
verschillende typen zekering zetten
en zekering lostrekken.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Klik de klep los en klap deze geheel
omhoog. Haal de klep recht omhoog
eraf.
Page 185 of 241
Verzorging van de auto183
Nr.Stroomkring1–2Schakelaar buitenspiegel3Carrosserieregelmodule4Inklapbaar zonnedak/chassisre‐
gelmodule5ABS6Dagrijlicht links7–8Carrosserieregelmodule9Accusensor10Koplamphoogteregeling/TPMS/
inklapbaar zonnedak11Achterruitenwisser12Ruitverwarming13Dagrijlicht rechts14Spiegelverwarming15–16Chassisregelmodule/LPG-
systeem17BinnenspiegelNr.Stroomkring18Motorregelmodule19Brandstofpomp20–21Bobine22–23Inspuitsysteem24Ruitensproeier25Verlichtingsysteem26Motorregelmodule27–28Motorregelmodule29Motorregelmodule30–31Koplamp links32Koplamp rechts33Motorregelmodule34Claxon35Koppeling36–
Page 186 of 241
184Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring1ABS-pomp2Ruitenwisser voor3Aanjager4Instrumentenpaneel5–6–7Elektrische vacuümpomp8Koelventilator laag9Koelventilator hoog10Koelventilator/elektrische vacu‐
ümpomp11Startmotor
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van het
zekeringenkastje weer vast.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
De zekeringenkast zit achter de licht‐ schakelaar in het instrumentenpa‐
neel.
Pak de handgreep vast en trek de
lichtschakelaar omlaag.
Page 187 of 241
Verzorging van de auto185
Nr.Stroomkring1–2–3Elektrische ruitbediening4Spanningsomvormer5Carrosserieregelmodule 16Carrosserieregelmodule 27Carrosserieregelmodule 38Carrosserieregelmodule 49Carrosserieregelmodule 510Carrosserieregelmodule 611Carrosserieregelmodule 712Carrosserieregelmodule 813–14Achterklep15Diagnosestekker16Datalinkverbinding17Ontsteking18Airconditioning19AudioversterkerNr.Stroomkring20Parkeerhulp21Remschakelaar22Audiosysteem23Display24–25Onstar26Instrumentenpaneel27Stoelverwarming, bestuurder28–29–30Instrumentenpaneel31Claxon32Stoelverwarming, passagier33Verwarmd stuurwiel34–35–36–37Achterruitenwisser38Aansteker
Page 188 of 241
186Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring39–40–Boordgereedschap
Gereedschap Auto's met bandenreparatieset
Sommige gereedschappen en het
sleepoog bevinden zich samen met
de bandenreparatieset in een gereed‐ schapskist onder de vloerafdekplaat
in de bagageruimte. Verwijder bij ver‐ sies met opbergvak eerst het vak3 68.
Bij versies met draagsysteem achter‐
zijde of LPG-motor zit het gereed‐
schap samen met het sleepoog en de bandenreparatieset in een kist die
met een band aan de zijwand links in
de bagageruimte bevestigd is.
Page 189 of 241
Verzorging van de auto187
Bij versies met opbergvak bevindt de
kist met het gereedschap, het sleep‐
oog en de bandenreparatieset zich in een compartiment van het vak in de
bagageruimte 3 68.Bij versies met subwooferbox zitten
het gereedschap en het sleepoog sa‐
men met de bandenreparatieset en
de gevarendriehoek in de kist onder
de vloerafdekplaat. Erbij komen: ver‐
wijder eerst de vloerafdekplaat: klap
het achtergedeelte naar voren en trek de afdekplaat naar achteren eruit
3 69.
Auto's met reservewiel
De krik, de wielboutsleutel, het ge‐
reedschap en twee banden voor het
vastzetten van een beschadigd wiel
zitten in de gereedschapskist onder de vloerafdekplaat van de bagage‐
ruimte 3 69.
Page 190 of 241
188Verzorging van de autoVelgen en bandenConditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben. Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een werkplaats inroepen.
Wij raden aan de voorwielen niet om te wisselen met de achterwielen en
vice versa, om de rijstabiliteit te be‐
houden. Gebruik altijd minder versle‐
ten banden op de achteras.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid
bij temperaturen onder 7 °C en moe‐
ten daarom op alle wielen worden ge‐ monteerd.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als winterbanden 3 229.Bandenmaat 185/60 R 15 is alleen
toegestaan als winterband.
De sticker met de maximumsnelheid in overeenstemming met de geldende
wetgeving in uw land in het gezichts‐
veld van de bestuurder aanbrengen.
Aanduidingen op banden Bijv. 195/55 R 16 95 H195=bandbreedte in mm55=hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. band‐
breedte) in %R=type koordlagen: RadiaalRF=type: RunFlat16=velgdiameter in inch95=kengetal voor draagvermogen, 95 komt bijv. overeen met
690 kgH=kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q=Maximaal 160 km/uS=Maximaal 180 km/uT=Maximaal 190 km/uH=Maximaal 210 km/uV=Maximaal 240 km/uW=Maximaal 270 km/uDraairichtingsgebonden
banden
Draairichtingsgebonden banden
moeten zo worden gemonteerd dat ze in de juiste richting draaien. De
juiste draairichting is herkenbaar aan
een symbool (bijv. een pijl) op de zij‐
wand van de band.
Bandenspanning
De bandenspanning minstens om de 14 dagen en vóór elke lange rit bij
koude banden controleren. Het reser‐ vewiel niet vergeten.
Dit geldt ook voor auto's met een ban‐
denspanningscontrolesysteem.
Draai het ventieldopje los.