OPEL ADAM 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 51 of 229

Stoelen, veiligheidssystemen49
1=bij de bevestiging van het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel moet de stoelzitting in de hoogste standworden gezet. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat de gordel bij de gesp gespannen is2=verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze groep de hoofdsteun achter 3 33*=zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen**=zet de passagiersstoel in de achterste stand. Zet de stoelzitting in hoogste stand en de hoofdsteun in de laagste stand.
Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop om te verzekeren dat de veiligheidsgordel van de auto van het bovenste verankeringspunt vandaan naar voren looptU=universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsgordelX=kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp zitplaatsen achterinGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenEISO/R1XIL*Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarEISO/R1XIL*DISO/R2XXCISO/R3XXGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XXCISO/R3XXBISO/F2XIL, IUF**B1ISO/F2XXIL, IUF**AISO/F3XIL, IUF**

Page 52 of 229

50Stoelen, veiligheidssystemen
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp zitplaatsen achterinGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXILGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXILIL=geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐
seel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotypeIUF=geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasseX=geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse*=zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen**=verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze maatklasse de betreffende hoofdsteun achter 3 33
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3=voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2=voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X=voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3=achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2=achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1=achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg

Page 53 of 229

Stoelen, veiligheidssystemen51ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
ISOFIX bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met het ISOFIX logo op de
rugleuning.
De auto is uitgevoerd met geleiders in
de rugleuning ter ondersteuning van
de inbouw van het kinderveiligheids‐
systeem. Open de kleppen van de ge‐ leiders om een kinderveiligheidssys‐
teem te monteren.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 48.
Top-Tether-
bevestigingsogen De auto heeft twee bevestigingsogen
op de achterkant van de achterbank.
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.
Aanvullend op de ISOFIX bevestiging
zet u de Top-tether -band vast aan de
Top-tether-bevestigingsogen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 48.

Page 54 of 229

52OpbergenOpbergenOpbergruimten............................. 52
Bagageruimte .............................. 64
Dakdragersysteem ....................... 69
Beladingsinformatie .....................70Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Handschoenenkastje
Open de klep van het handschoenen‐
kastje door aan de hendel te trekken.
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een muntenbakje en een
adapter voor de wielborgbouten.
De tussenplank is uitneembaar.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders bevinden zich in deconsole tussen de voorstoelen. Zezijn geschikt voor koppen van ver‐
schillende maten.

Page 55 of 229

Opbergen53
In de portierholtes in beide portieren
kunt u flessen opbergen.
In de zijpanelen achter zitten extra
bekerhouders of fleshouders.
Flexibele bekerhouderband
In het opbergvak vóór de keuzehen‐
del bevindt zich een beweegbare rub‐ beren band. Trek de band eruit om
een beker of asbak vast te zetten.
Opbergruimte voor
Opbergruimten bevinden zich onder
de lichtschakelaar, in de middencon‐
sole vóór de keuzehendel, in de por‐
tierholtes en in de zijpanelen bij de
zitplaatsen achterin.

Page 56 of 229

54OpbergenDraagsysteem achterzijde
Draagsysteem achterzijde voor twee fietsen
Met het draagsysteem aan de achter‐
zijde (Flex-Fix-systeem) kan één fiets
worden vastgezet op een uitschuif‐
bare drager die geïntegreerd is in de
vloer van de auto. Er kan nog een an‐ dere fiets op een adapter worden ge‐plaatst. Het transporteren van andere
voorwerpen is niet toegestaan.
De maximale belading van het draag‐ systeem achterzijde is 50 kg bij ge‐
bruik van de adapter en 30 kg zonder
adapter. Er kan met andere woorden
een elektrische fiets op de uitschuif‐
bare houder worden gemonteerd. Het maximale gewicht op de adapter is
20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet meer dan 1,15 m zijn. Anders kan de
betreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem
moet in de bodemplaat worden terug‐
geschoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐
werpen bevinden die tijdens het
transport kunnen loskomen.Voorzichtig
Bij verlenging van het draagsys‐
teem achterzijde en maximale be‐ lading van de auto geldt een la‐
gere bodemspeling.
Rijd voorzichtig op steile hellingen, oprijlanen en over verkeerdrem‐
pels e.d.
Voorzichtig
Neem contact uw fietshandelaar
alvorens fietsen met koolfiberfra‐
mes te bevestigen. De fietsen kun‐ nen beschadigd raken.
Uitschuiven
Achterklep openen.
9 Waarschuwing
Het is niet toegestaan zich binnen
het bereik van de achterdrager tebegeven, kans op letsel.

Page 57 of 229

Opbergen55
Ontgrendelingshefboom naar boven
trekken. Het systeem komt los en ver‐
plaatst zich snel uit de bumper.
Het draagsysteem er volledig uittrek‐
ken totdat het hoorbaar vastklikt.
Controleren of het draagsysteem niet naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshendel te trekken.
9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op
de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Kentekenverlichting uitklappen
Til de kentekenverlichting op en klap
deze naar achteren toe.
Achterlichten uitklappen
Zwenk de scharnieren van beide ach‐
terlichten zo ver mogelijk naar ach‐
teren.

Page 58 of 229

56Opbergen
Zwenk beide achterlichten zo ver mo‐gelijk naar achteren.
Wielhouder uitklappen
Verwijder de spanband en klap de
wielhouder uit.
Draagsysteem achteraan
vergrendelen
Verwijder de spanband en draai
beide spanhefbomen zover mogelijk
opzij.
Anders kan een veilige werking niet worden gegarandeerd.
Fietsendrager ineenzetten
Til de drager aan de achterzijde (1) op
en trek hem naar achteren.
Klap de drager omhoog (2).

Page 59 of 229

Opbergen57
Duw de drager omlaag (1) en draai dedraaihandgreep (2) naar achteren,zodat deze ingrijpt.
Druk knop (1) in en neem het linker‐
gedeelte van de drager (2) eraf.
Druk knop (1) in en steek het linker‐
gedeelte van de drager in het rech‐
tergedeelte (2).
Adapter bevestigen
Bij het vervoeren van twee fietsen moet de adapter vóór het bevestigen
van de eerste fiets worden vastgezet.
1. Adapter zoals in illustratie op het draagsysteem achterzijde plaat‐
sen.

Page 60 of 229

58Opbergen
2. Hendel (1) naar voren draaien envasthouden. Vervolgens de adap‐ter (2) aan de achterzijde omlaag
halen.
3. Hendel losmaken en controleren of de adapter goed vastzit.
4. Band aan de adapter onder dehendel voor het terugklappen van
het draagsysteem achterzijde
door halen. Spanband vastzetten.
Eerste fiets bevestigen
1. Pedalen in positie draaien zoals in
de illustratie en de fiets in de wiel‐ houder plaatsen.
Erop letten dat de fiets in het mid‐ den van de wielhouders staat.
2. De korte bevestigingsbeugel aan het fietsframe bevestigen. De
knop rechtsom vastdraaien.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 230 next >