display OPEL ADAM 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 164 of 251
162Rijden en bediening
Het blindehoeksysteem werkt bij
snelheden van 10 km/u tot 140 km/u. Bij snelheden hoger dan 140 km/u
wordt het systeem inactief, aangege‐
ven door de verlichte waarschuwings‐ symbolen B in beide buitenspiegels.
Als de snelheid weer wordt verlaagd,
verdwijnen de waarschuwingssym‐
bolen. Als een auto dan in de blinde
zone wordt waargenomen, worden de
waarschuwingssymbolen B als
normaal verlicht aan de betreffende
zijde.
Als de auto wordt gestart, lichten beide displays in de buitenspiegels
kort op om aan te geven dat het
systeem operationeel is.
U kunt het systeem activeren of deac‐ tiveren op het Info-Display, Persoon‐
lijke instellingen 3 105.
De deactivering wordt aangegeven
met een tekst op het Driver Informa‐
tion Centre.
Detectiezones
De detectiezones beginnen bij de
achterbumper en strekken zich ong.
drie meter naar achteren en naar de
zijkanten uit. De zone is tussen onge‐
veer 0,5 meter en twee meter hoog,
vanaf de grond.
Het systeem wordt geactiveerd als er een aanhangwagen aangekoppeld is.
Het blindehoeksysteem is ontworpen
om stilstaande voorwerpen, zoals
vangrails, lantaarnpalen, stoepran‐
den, muren en balken te negeren.
Geparkeerde voertuigen of tege‐
moetkomende voertuigen worden
niet gedetecteerd.Storing
Het kan soms voorkomen dat het systeem geen signaal afgeeft, bij
natte weersomstandigheden zal dit
vaker optreden.
Het blindehoeksysteem werkt niet als de bumper aan de linker- of rechter‐zijde vervuild is met modder, vuil,
sneeuw, ijs, slijk, of tijdens hevige
regenval. Instructies voor reinigen
3 214.
Bij een storing in het systeem of als het systeem door tijdelijke omstan‐ digheden niet operationeel is, dan
verschijnt er een melding in het Driver
Information Centre. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Page 191 of 251
Verzorging van de auto189Nr.Stroomkring1–2–3Elektrische ruitbedieningNr.Stroomkring4Spanningsomvormer5Carrosserieregelmodule 16Carrosserieregelmodule 27Carrosserieregelmodule 38Carrosserieregelmodule 49Carrosserieregelmodule 510Carrosserieregelmodule 611Carrosserieregelmodule 712Carrosserieregelmodule 813–14Achterklep15Diagnosestekker16Datalinkverbinding17Ontsteking18Airconditioning19Audioversterker20Parkeerhulp21Remschakelaar22Audiosysteem23DisplayNr.Stroomkring24–25Onstar26Instrumentenpaneel27Stoelverwarming, bestuurder28–29–30Instrumentenpaneel31Claxon32Stoelverwarming, passagier33Verwarmd stuurwiel34–35–36–37Achterruitenwisser38Aansteker39–40–
Page 219 of 251
Verzorging van de auto217Instrumentengroep en de displays
alleen met een zachte, vochtige doek
reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op
lichtgekleurde bekleding. Reinig
verwijderbare vlekken en verkleurin‐
gen zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten
omdat geopende klittenbandslui‐
tingen schade aan de stoelbekle‐
ding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen
worden gereinigd als de carrosserie.
Zo nodig een interieurreiniger gebrui‐ ken. Geen andere middelen gebrui‐ken. Vooral geen oplosmiddelen of
brandstof. Niet schoonmaken met
hogedrukreinigers.
Page 220 of 251
218Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................218
Service-informatie ...................218
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............219
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................219Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay 3 86.
Europese service-intervallen
Aan het voertuig moet om de
30.000 km onderhoud gepleegd
worden, of na 1 jaar, wat het eerst
voorkomt, tenzij anders vermeld op
het service-display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐ vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay 3 86.
Internationale service-intervallen
Aan het voertuig moet om de
15.000 km onderhoud gepleegd
worden, of na 1 jaar, wat het eerst
voorkomt, tenzij anders vermeld op
het service-display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger,
rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
Page 221 of 251
Service en onderhoud219lucht, rijden op grote hoogtes en
aanzienlijke temperatuurwisselingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden wellicht vaker dan met
het reguliere service-interval worden
verricht.
De internationale service-intervallen gelden voor de landen die niet tot de
groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden
opgesteld.
Servicedisplay 3 86.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het Service- en
garantieboekje correct wordt inge‐
vuld, omdat een sluitend bewijs van
service essentieel is bij aanspraken
op garantie of goodwill en tevens een pluspunt is bij verkoop van de auto.Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
De service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de
motorolie moet worden ververst.
Servicedisplay 3 86.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik uitsluitend producten die aan
de aanbevolen specificaties voldoen.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van de kwaliteit en de viscositeit. Bij
de keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De
Page 247 of 251
245Brandstof.................................... 163
Brandstofkeuzeschakelaar ..........84
Brandstofmeter ............................ 84
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 168
Brandstof voor benzinemotoren 163
Brandstof voor rijden op LPG .....164
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................78
Buitenverlichting .........................113
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................22
Claxon ................................... 13, 76
Code ........................................... 102
Colour-Info-Display .....................100
Conformiteitsverklaring ...............234
Contactslotstanden ....................132
Controlelampen ......................83, 87
Controle over de auto ................131
Controles .................................... 171
Cruise control ...................... 94, 148
D Dagrijlicht ................................... 115
Dagteller ...................................... 83
Dakbelasting ................................. 72
Dakdrager .................................... 71
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dimlicht of grootlicht ...................113
Draagsysteem achterzijde ............56Driepuntsgordel ........................... 40
Driver Information Center .............94
E Eerste hulp ................................... 71
Elektrisch bediende ruiten ...........30
Elektrische aansluitingen .............80
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 185
Elektronische rijprogramma's ....142
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....92
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 146
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............92
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............124
Erkenning van software ..............237
Event Data Recorders (EDR) .....241
F
Fietsendrager ............................... 56
Flex-Fix-systeem .......................... 56
Frontaal airbagsysteem ...............45
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .......................139
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..241Geluidssignalen .........................104
Gereedschap ............................. 190
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................70
Gloeilamp vervangen ................176
Gordels ......................................... 39
Gordelverklikker ........................... 89
Gordijnairbagsysteem .................. 46
Graphic-Info-Display ...................101
Grootlicht ............................. 94, 114
H
Halogeenkoplampen .................176
Handgeschakelde modus ..........142
Handgeschakelde versnellingsbak ......................138
Handmatige dimfunctie ................29
Handrem ............................. 143, 144
Handschoenenkastje ...................54
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 144
Hoofdsteunen .............................. 34
Hoofdsteunverstelling ....................8
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 51
Inductief opladen ..........................81
Info-Displays ................................. 94
Inhouden ................................... 231
Page 248 of 251
246Inklapbare spiegels .....................28
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 119
Instrumentengroep ......................83
Instrumentenverlichting .............185
Interieurverlichting ......................117
K Katalysator ................................. 137Kentekenverlichting ...................184
Keuzehendel ............................. 140
Kilometerteller .............................. 83
Kinderveiligheids-systemen ..........48
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................121
Klok .............................................. 79
Koelvloeistof .............................. 173
Koelvloeistof en antivries ............219
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...86
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 115
Koplampverstelling ....................115
L
Laadsysteem ............................... 90
Lekke band ................................. 202
Lichtschakelaar .......................... 113 Lichtsignaal ................................ 114
LPG .............................. 84, 164, 224
Luchtinlaat ................................. 130M
Meters........................................... 83
Midlevel-display ............................ 94
Mistachterlicht .............................. 94
Mistachterlichten ........................ 116
Motorgegevens .......................... 227
Motor-ID...................................... 223
Motorkap .................................... 171
Motorolie .................... 172, 219, 224
Motoroliedruk ............................... 93
Motor starten ..................... 133, 139
N Nieuwe auto inrijden ..................132
O Obstakeldetectiesystemen .........151
Olie, motor .......................... 219, 224
OnStar ........................................ 108
Ontlaadbeveiliging accu ............120
Opbergruimte................................ 54
Opbergruimte achter..................... 67
Opbergruimte voor........................ 55
Opbergvakken .............................. 54
Opgeslagen instellingen ...............22
Opschakelen................................. 92
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 211
Panoramadak .............................. 32Parkeerhulp ............................... 151
Parkeerlichten ............................ 116 Parkeren .............................. 18, 136
Park pilot met ultrasoonsensoren 151
Pedaal intrappen .......................... 91
Persoonlijke instellingen ............105
Pollenfilter .................................. 130
Portieren ....................................... 25
Portier open ................................. 94
Prestaties ................................... 229
Profieldiepte ............................... 197
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 242
REACH ....................................... 237
Regelbare instrumentenverlichting ...........117
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 241
Remassistentie .......................... 144
Rem- en koppelingssysteem .......91
Rem- en koppelingsvloeistof ......219
Remmen ............................ 143, 174
Remvloeistof .............................. 174
Reparatie ongevalschade ...........237
Reservewiel ............................... 205
Richtingaanwijzer ........................89
Richtingaanwijzers ..................... 116
Richtingaanwijzers vooraan ......178
Page 249 of 251
247Rugleuning neerklappen .............37
Ruiten ........................................... 30
Rijregelsystemen ........................145
Rijverlichting .......................... 12, 94
S Service ....................................... 130
Service-display ............................ 86
Service-indicatie ..........................91
Service-informatie ...................... 218
Sjorogen ...................................... 70
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................198
Snelheidsbegrenzer ...................150
Snelheidsmeter ............................ 83
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................173
Stadsmodus................................ 147
Startbeveiliging ......................27, 94
Starten en bedienen ...................132
Starthulp gebruiken ...................209
Stoelpositie .................................. 35
Stoelverstelling ........................7, 36
Stoelverwarming ........................... 39
Stop/Start-systeem .....................134
Storing ....................................... 142
Storingsindicatielamp ..................91
Sturen ......................................... 132Stuurbedieningsknoppen .............75
Stuurbekrachtiging........................ 92 Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 75
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 164
Te laag brandstofpeil ...................93
Toerenteller ................................. 83
Traction Control .........................145
Trekken....................................... 211
Typeplaatje ................................ 223
U
Uitlaatgassen ............................. 137
Uitrol-brandstofafsluiter .............133
Uitstapverlichting .......................119
Ultrasoonparkeerhulp ..................92
Uplevel-display ............................. 94
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 197
Vaste luchtroosters ....................129
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................39
Velgen en banden .....................191
Ventilatie ..................................... 121
Ventilatieopeningen ....................129Verbanddoos ............................... 71
Vergrendelingssysteem ...............26
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............139
Verstelbare luchtroosters ........... 129
Vertraagde uitschakeling stroom 132
Verwarmde spiegels ....................29
Verwarmd stuurwiel .....................75
Verwarming ................................. 39
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 121
Verwerking van sloopauto .........170
Verzorging .................................. 214
Verzorging exterieur ..................214
Verzorging interieur ...................216
Vloerafdekking bagageruimte ......68
Voertuiggewicht .........................230
Voertuigidentificatienummer ......222
Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorruit ......................................... 30
Voorstoelen .................................. 35
W
Waarschuwingslichten ..................83
Werkzaamheden uitvoeren .......171
Wieldoppen ................................ 198
Wiel verwisselen ........................202
Winterbanden ............................ 191
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis-/wasinstallatie achterruit .......77