ESP OPEL AMPERA 2015 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Page 36 of 83
36Externe apparatenAudio afspelen
USB-speler
Terwijl de USB-bron actief is, gebruikt u het volgende om de USB-functie te
bedienen:
TUNE/MENU -knop: Draai hieraan
om door de lijst te bladeren. Draai er
snel aan om snel alfabetisch door
grote lijsten te scrollen.
r (Afspelen/pauzeren): druk op
deze knop om de huidige mediabron
te starten, pauzeren of te hervatten.
] SEEK (Vorige/terugspoelen):
■ Druk op deze knop om het begin van de huidige of vorige titel te zoe‐
ken. Als de titel minder dan
vijf seconden werd afgespeeld,
wordt de vorige titel afgespeeld. Bij meer dan vijf seconden herstart de
huidige titel.
■ Houd de knop ingedrukt om het af‐ spelen snel terug te spoelen. Laat
los om de afspeelsnelheid te her‐
vatten. De verstreken tijd ver‐
schijnt.SEEK [ (Volgende/doorspoelen):
■ Druk op deze knop om de volgende
titel te zoeken.
■ Houd ingedrukt om het afspelen snel door te spoelen. Laat los om
de afspeelsnelheid te hervatten. De verstreken tijd wordt weergegeven.
USB-menu
De volgende opties zijn beschikbaar
via het USB-menu :
Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐
ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Aanmaken afspeellijst mislukt kan
verschijnen als een song niet in de
Gracenote database voorkomt.Afspeellijst verwijderen : druk hierop
om een nieuw aangemaakte afspeel‐
lijst te wissen.
Afspeellijsten/Mappen : druk hierop
om een lijst met mappen te openen om zo toegang tot bestanden in de
mappenstructuur te hebben.
Afspeellijsten :
1. Druk op deze toets om de opge‐ slagen afspeellijsten op het USB-
apparaat te bekijken.
2. Selecteer een afspeellijst om de lijst met alle muzieknummers uit
die afspeellijst te bekijken.
3. Selecteer een muzieknummer uit de lijst om het afspelen te begin‐
nen.
Page 38 of 83
38Externe apparaten
Verbind een iPod als volgt:1. Verbind één uiteinde van de stan‐
daard iPod USB-kabel met de
dockconnector van de iPod.
2. Sluit het andere uiteinde aan op de USB-poort in de middencon‐
sole.
Informatie over de muziek op de iPod
verschijnt op het display van het Info‐ tainmentsysteem en de muziek wordt
afgespeeld via het audiosysteem van
de auto.
De batterij van de iPod herlaadt auto‐
matisch wanneer het voertuig is inge‐
schakeld. De iPod sluit af en stopt met opladen wanneer de auto wordt afge‐ sloten.
Als uw iPod niet wordt ondersteund,
kunt u de muziek erop nog steeds be‐
luisteren door de iPod aan te sluiten
op de AUX-ingang met een standaard
stereokabel van 3,5 mm.iPod-menu
Gebruik iPod-menu voor selecteren
van:
Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
Hiermee kan het Infotainmentsys‐
teem afspeellijsten aanmaken met
songs/tracks die op de nu beluisterde
lijken. Het Infotainmentsysteem
creëert een afspeellijst met maximaal 30 gelijksoortige songs. De afspeel‐
lijst verschijnt in de Afspeellijsten-ca‐
tegorie van het menu voor later be‐
luisteren.
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐
ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Afspeellijst verwijderen : druk hierop
om een nieuw aangemaakte afspeel‐
lijst te wissen.
Afspeellijsten :
1. Druk op deze toets om de afspeel‐
lijsten op het apparaat te bekijken.
2. Selecteer de naam van een af‐ speellijst om een lijst met alle mu‐
zieknummers uit de afspeellijst te
bekijken.
3. Selecteer een muzieknummer uit de lijst om het afspelen te begin‐
nen.
Page 40 of 83
40Externe apparaten
Spreek voor het gebruiken van stem‐
herkenning of het afspelen van mu‐
ziek een mediacommando en dan
" Artiest afspelen. ", "Album afspelen ",
" Liedje afspelen. " of "Genre
afspelen. " uit.
Stemherkenning 3 61.
Problemen oplossen met
iPhone, iPod Touch en iPad
Wanneer een iPhone, iPod Touch of
iPad via USB en Bluetooth verbonden
is, klinkt er bij het selecteren van de
iPod-bron op het Infotainmentsys‐
teem wellicht geen audio. Als er tij‐
dens het beluisteren van de iPod-
bron een gesprek binnenkomt en er
geen audio voor de iPod achter de
bron is, ga dan naar het Airplay-pic‐
togram op het apparaat en selecteer
de dockconnector of ontkoppel de
dockconnector en sluit deze weer aan op het apparaat. Afhankelijk van de
versie van het besturingssysteem op
het apparaat kan sommige functiona‐
liteit verschillen.AUX-ingang
Ga als volgt te werk als er al een rand‐
apparaat aangesloten is, maar er mo‐ menteel een andere bron actief is:
■ Druk op SOURCE om door alle be‐
schikbare schermen met audio‐
bronnen te bladeren totdat het
bronscherm AUX is geselecteerd.
■ Gebruik stemherkenning en zeg "Front aux afspelen | Spelen AUX |
Spelen Voorkant AUX " om het
randapparaat te beluisteren.
Stemherkenning 3 61.
■ Druk op de Homepage op de
schermtoets AUX.
Audio via Bluetooth
Indien aanwezig, kan er muziek van
een gekoppeld Bluetooth-apparaat
worden afgespeeld.
"Een telefoon/apparaat koppelen" on‐ der Bluetooth 3 68.Muziek via een Bluetooth-apparaat
afspelen:
1. Schakel het apparaat in en koppel
en verbind het.
2. U kunt muziek op een van de vol‐
gende manieren starten:
◆ Druk op de Homepage op de
schermtoets Bluetooth Audio .
◆ Druk op SOURCE totdat
Bluetooth Audio wordt geselec‐
teerd.
◆ Druk op de knop SRC op de stuurbedieningsknoppen totdat
Bluetooth Audio geselecteerd
is. Stuurbedieningsknoppen
3 5.
◆ Gebruik stemherkenning 3 68.
De muziek kan worden bediend met
de Infotainment-bedieningsorganen
of bedieningsorganen op het appa‐
raat. Wanneer een telefoon door au‐
dio via Bluetooth met het systeem
verbonden is, zijn de telefoonsignalen en -geluiden wellicht niet hoorbaar op
de telefoon totdat Bluetooth wordt
ontkoppeld. Signaalfuncties kunnen
Page 41 of 83
Externe apparaten41
per telefoon variëren. Controleer de
informatie van de fabrikant van de te‐
lefoon voor ondersteuning van signa‐ len.
Menu Bluetooth Audio
Druk op de schermtoets Menu en het
volgende kan verschijnen:
Door elkaar : Druk op de knop
TUNE/MENU om de willekeurige
volgorde in of uit te schakelen. Niet alle apparaten ondersteunen de func‐ tie Willekeurige volgorde.
Bij het selecteren van Bluetooth
Audio werkt de interne muziekspeler
van het Bluetooth-apparaat afhanke‐
lijk van de status van het apparaat
wellicht niet. Bij alle apparaten werkt
het starten en afspelen van audio an‐ ders. Controleer bij het afspelen van
audio via Bluetooth op het Infotain‐
mentsysteem of de juiste audiobron
op het apparaat wordt afgespeeld.
Wanneer de auto stil staat, gebruik
dan het apparaat om het afspelen te
starten.Wanneer u Bluetooth Audio als bron
selecteert, kan het Infotainmentsys‐
teem omschakelen naar het scherm
Onderbroken zonder dat er audio
klinkt. Druk op het apparaat op Afspe‐
len of druk op r om het afspelen te
starten. Dit kan gebeuren afhankelijk van hoe het apparaat via Bluetooth
communiceert.
Sommige telefoons ondersteunen het
verzenden van informatie over strea‐
ming audio via Bluetooth voor weer‐
gave op het Infotainmentsysteem.
Wanneer het Infotainmentsysteem
deze informatie ontvangt, controleert
het of er album art beschikbaar is en
geeft de radio deze weer.
Controleer bij het afspelen van mu‐
ziek op het Infotainmentsysteem
vanaf een Bluetooth-apparaat of het
Bluetooth-apparaat gedeblokkeerd is en of de gewenste muziek-app op het startscherm verschijnt.
Bij iPhone/iPod touch en iPad appa‐
raten werkt audio via Bluetooth niet
als het apparaat tegelijkertijd via USB
en Bluetooth verbonden is.Afbeeldingen weergeven
U kunt afbeeldingen van een USB-
apparaat bekijken.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werken
sommige functies onderweg niet.
Afbeeldingen kunnen alleen met
USB-apparaten worden bekeken. Zet afbeeldingen op een SD card over op
een USB-apparaat of gebruik een
USB-SD-adapter.
Een niet-gecomprimeerd fotoformaat
van maximaal 5 MB wordt onder‐
steund, maar gebruik hiervoor een cameraresolutie van maximaal
4 Megapixel.
Alleen jpeg-, bmp-, gif- en png-be‐ standen worden ondersteund.
1. Druk op de Homepage op de
schermtoets Afbeeldingen .
2. Het systeem zoekt naar de map‐ pen met afbeeldingen. Het bericht" Een ogenblik geduld " verschijnt
totdat het zoeken voltooid is.
Page 57 of 83
Navigatie57
Lijst met afslagen
Selecteer Lijst met afslagen om een
lijst met manoeuvres voor de gehele
route te bekijken.
Druk op de schermtoets Vermijden
naast een van de afslagmanoeuvres
om een wegsegment te vermijden.
Maximaal acht vermeden segmenten
zijn toegestaan.
Vermijdingslijst
Selecteer Vermijdingslijst voor een
lijst met vermeden wegsegmenten
met de optie om de vermeden delen
uit de lijst te verwijderen.
Omleiding
Druk op Omleiding om de wegomlei‐
dingsopties weer te geven. Selecteer
een omleiding voor de gehele route of een specifiek gedeelte ervan.
Route-opties
Deze functie werkt vanuit het pop-up‐
scherm Bestemming bevestigen en
het menu Bestemming met actieve
routebegeleiding. Zie Bestemming
bevestigen hierboven.
Gesproken instructie
Selecteer Gesproken instructie om
opties voor het uitschakelen en behe‐
ren van gesproken navigatieaanwij‐
zingen en gesproken verkeersberich‐ ten te bekijken.
Viapunten
U kunt maximaal drie viapunten aan de huidige route toevoegen. De via‐
punten kunnen worden gesorteerd
(verplaatst) of verwijderd.
Een viapunt toevoegen:
1. Druk vanuit het menu Bestem.lijst op Routepunt
toevoegen .
2. Voer het viapunt in met een van de methoden om een bestem‐
ming toe te voegen. Het systeem
berekent en accentueert de route,
waarna de route kan worden ge‐
start.
3. Voeg meer viapunten toe met Routepunt toevoegen om het via‐
punt in de gewenste volgorde op
de route toe te voegen.
Een viapunt verwijderen: 1. Druk vanuit het menu Bestemming op Bestem.lijst .
2. Routepunt verwijderen indrukken.
Page 61 of 83
Stemherkenning61StemherkenningStemherkenning ........................... 61Stemherkenning
Door stemherkenning kunt u de func‐ ties van het Infotainmentsysteem
handenvrij bedienen.
Stemherkenning kan worden gebruikt
wanneer het Infotainmentsysteem is
ingeschakeld of wanneer vertraagde
uitschakeling stroom actief is. Zie
"Vertraagde uitschakeling stroom" in
het Instructieboekje. Het systeem
heeft een minimumvolume.
Stemherkenning gebruiken 1. Druk de knop 3 op het stuur
even in. Het audiosysteem wordt
gedempt en u hoort een pieptoon. Een gesproken aanwijzing zegt
" Geef een commando. ". U kunt
het commando na de pieptoon uit‐
spreken.
Als er geen pieptoon is, zorg dan
dat het volume hoog staat.
Wanneer stemherkenning actief
is, verschijnt er rechtsboven ophet scherm van het systeem een
symbool w.
2. Spreek één van de commando's, die later in dit hoofdstuk worden
vermeld, duidelijk uit.
Druk twee keer op q/w op het
stuurwiel om de gesproken
promptberichten over te slaan.
Stemherkenning annuleren 1. Druk de bedieningsknop 4 op
het stuur even in om een com‐ mando te annuleren, als de res‐
pons van het systeem niet over‐
eenstemt met het gesproken
commando of zeg " Tot ziens | Dag
| Doeg | Doei " of "Annul. ".
2. Het systeem antwoordt " Tot ziens
| Dag | Doeg | Doei ".
Nuttige hints voor gesproken
commando's ■ Wanneer meerdere commando's beschikbaar zijn, kiest u het com‐
mando dat u het gemakkelijkst
vindt.
Page 62 of 83
62Stemherkenning
■Woorden tussen haakjes zijn optio‐
neel. Zo kunt u voor het commando " FM … instellen " zowel "Stem af op
" FM 87,7 " als "FM instellen " zeg‐
gen.
■ Bij herkenning van het commando voert het systeem de functie uit of
vraagt het u de keuze te bevesti‐
gen.
■ Wanneer het systeem het com‐ mando niet herkent, zegt het sys‐
teem " Pardon? ".
■ Als het systeem problemen heeft met het herkennen van een com‐
mando, bevestig dan dat het com‐
mando juist is. Probeer het com‐
mando duidelijk te uit te spreken of wacht even na de pieptoon.
■ Achtergrondlawaai bijv. een kli‐ maatregelingventilator die op hoog
staat, open ruiten en zeer hard la‐ waai buiten, zelfs als de ruiten ge‐
sloten zijn, kan ertoe leiden dat
spraakcommando's verkeerd wor‐
den begrepen.
■ Het systeem kan commando's her‐ kennen in verschillende talen, bijv.
Engels, Canadees Frans enSpaans. Het systeem herkent al‐
leen commando's op basis van de
geselecteerde taal.
Als u het stemvolume tijdens een
sessie voor stemherkenning wilt
verhogen of verlagen, draait u de
volumeknop van het Infotainment‐
systeem of drukt u op de volumes‐
tuurbedieningsknop. Als het vo‐
lume wordt aangepast tijdens een
sessie voor stemherkenning, ver‐
schijnt een balk voor het volume op het scherm dat het niveau van hetstemvolume toont naarmate het
wordt aangepast. Dit wijzigt ook het
volume van de gesproken begelei‐
ding.
■ Neem bij het gebruik van navigatie‐
commando's de tijd om het adres
uit uw hoofd te leren. Bij lang wach‐ ten vóór het geven van het adresherkent het systeem wellicht het re‐ sultaat niet of wordt u onbedoeld
naar een andere locatie begeleid.
■ Bij het vermelden van het huisnum‐
mer herkent het systeem zowel de
achtereenvolgende cijfers als ge‐sproken tekst. U kunt bijvoorbeeld
"3-0-0-0-1" of "Dertig duizend één"
zeggen.
■ Spreek als het systeem na diverse pogingen een bestemming in een
ander land aanbiedt het commando
" Land veranderen " uit en spreek
het gewenste land uit.
Hulp voor stemherkenning Als u de hulpsessie wilt starten,
spreekt u één van de hulpcomman‐
do's duidelijk uit.
Help : Het systeem speelt meer spe‐
cifieke helpcommando's af, bijv.
Radio-instellingen waaruit de gebrui‐
ker kan kiezen.
Radio : Gebruik dit commando om
meer te vernemen over hoe u een
band (AM of FM) selecteert en hoe u
van radiozender wijzigt door frequen‐
tienummers te zeggen.
Telefoon : Gebruik dit commando om
meer te vernemen over hoe u moet
kiezen, een apparaat koppelt of een
apparaat wist.
Page 63 of 83
Stemherkenning63
Mijn media: Gebruik dit commando
om meer te vernemen over hoe u spe‐
cifieke tracks, artiesten, albums, met
de USB-poort verbonden apparaten
afspeelt of hoe u van bron verandert.
Instellingen : Gebruik dit commando
om meer te vernemen over hoe u ge‐ sproken prompts in- of uitschakelt of
hoe u de taal instelt
Commando's voor
stemherkenning
De volgende lijst toont de beschik‐ bare gesproken commando's voor
het Infotainmentsysteem en een bij‐
horende korte beschrijving. De com‐
mando's worden vermeld met de op‐
tionele woorden tussen haakjes. Zie
de eerdere instructies voor het ge‐
bruik van de gesproken commando's.
Commando's voor radio
AM instellen , FM instellen : instrueert
het systeem om naar het specifieke golfbereik en de laatste zender te gaan.
AM … instellen (frequentie), FM …
instellen : instrueert het systeem om
naar de specifieke zender te gaan.Telefooncommando's
Bellen | Kiezen (telefoonnummer of
contactpersoon): Instrueert het sys‐
teem om iemand te bellen. Zeg bij‐
voorbeeld "Kies 1 248 123 4567". Bel
een contactpersoon uit het telefoon‐
boek met Bellen | Kiezen , zeg de
naam en locatie en zeg Bellen |
Kiezen . Zeg bijvoorbeeld Bel Jan
thuis" of "Bel Jan op het werk". Als
een nummer niet wordt herkend,
wordt het eerste nummer uit de lijst
gebeld.
Verbinding maken | Verbinden |
Koppelen : Instrueert het systeem om
een apparaat te koppelen.
Nummer bellen : Instrueert het sys‐
teem om een telefoonnummer cijfer
voor cijfer te kiezen. Spreek de cijfers
uit en zeg Bellen | Kiezen .
Opnieuw bellen | Laatste nummer
opnieuw kiezen | Nogmaals kiezen |
Laatste nummer opnieuw bellen |
Opnieuw kiezen | Nogmaals bellen |
Nog een keer bellen | Bel opnieuw :
Instrueert het systeem om het laatst
gebelde telefoonnummer te kiezen.Toestel kiezen | Toestel selecteren |
Apparaat kiezen | Apparaat
selecteren : Instrueert het systeem om
naar een ander gekoppeld apparaat
over te schakelen. Het apparaat moet
van het scherm of met de knop
TUNE/MENU worden geselecteerd.
Apparaat wissen : Instrueert het sys‐
teem om een gekoppeld apparaat te
wissen.
S M S lezen | SMS-berichten lezen |
S M S-bericht lezen : instrueert het
systeem om tekstberichten van een
gekoppeld apparaat te lezen. Niet alle apparaten ondersteunen tekstberich‐
ten. Van toepassing indien aanwezig.
Mijn mediacommando's CD , AUX , USB of Bluetooth Audio :
Instrueert het systeem om te veran‐
deren van bron.
C D-track … afspelen : Instrueert het
systeem om een cd af te spelen. Zeg bijvoorbeeld " C D-track … afspelen ".
De volgende commando's gelden al‐
leen voor USB-, iPod- en iPhone-
bronnen. Ze worden ondersteund na‐
dat het apparaat geïndexeerd is.
Page 65 of 83
Stemherkenning65
Hoofdmenu: Instrueert het systeem
om naar het hoofdmenu te gaan.
Ja | Jazeker | Zeker | Absoluut |
Natuurlijk : Deze kunnen worden ge‐
bruikt om "Ja" te zeggen.
Nee | Echt niet | Niet | Zeker niet :
Deze kunnen worden gebruikt om
"Nee" te zeggen. Volgende pagina |
Pagina naar beneden | Naar beneden scrollen : instrueert het systeem om
één pagina in een lijst vooruit te bla‐
deren.
Vorige pagina | Pagina naar boven |
Naar boven scrollen : Instrueert het
systeem om één pagina in een lijst te‐ rug te bladeren.
Navigatiecommando's U activeert de stemherkenning van
de navigatie als volgt:
1. Druk op de stuurbedieningsknop 3 . Het audiosysteem wordt ge‐
dempt en u hoort een pieptoon.
Een gesproken aanwijzing zegt
" Geef een commando. " U kunt het
commando na de pieptoon uit‐ spreken.Als er geen pieptoon is, zorg dan
dat het volume hoog staat.
Wanneer stemherkenning actief
is, verschijnt er rechtsboven op
het scherm van het systeem een
symbool w.
2. Geef duidelijk het commando "Navigatie ".
3. Spreek één van de commando's in dit hoofdstuk duidelijk uit.
De volgende commando's gelden na
het geven van het commando Navi‐
gatie maar één keer.
Land veranderen : Land wijzigen om
een bestemming uit die regio in te
voeren.
Bestemming | Adres invoer | invoeren | ga naar | navigeer naar Bestemming
Adres : Hierbij kunt u een adres in één
keer achter elkaar uitspreken. Het
systeem herkent het adres na het
achter elkaar uitspreken ervan of
noemt een stadscentrum.
Opgegeven adres : Hierbij kunt u een
adres stap voor stap uitspreken. De
indeling is Land, Plaats , Straat en
Huisnummer .Kruising | Knooppunt : Hierbij kunt u
een kruising als bestemming uitspre‐
ken. De indeling is Land, Plaats ,
Straat en Knooppunt .
Navigeer naar Contact : Bij het kop‐
pelen van een telefoon aan het sys‐ teem waarop adresgegevens voor
contactpersonen opgeslagen zijn,
kan het adres bij die contactpersoon
een route worden. Als het systeem
het adres niet begrijpt, verschijnt er
een foutmelding.
Start : instrueert het systeem begelei‐
ding te starten naar het adres dat als
My Home opgeslagen is.
POI | Place of Interest : markant punt
als een bestemming vastleggen.
Spreek de naam of het nummer van
het item in de lijst van de categorie en subcategorie uit voor een lijst met
POI's. Spreek het itemnummer uit om
een POI uit de lijst te selecteren.
Er zijn POI-commando's voor
Dichtbij , Op de route en In de buurt
van bestemming beschikbaar als de
routebegeleiding actief is.
Page 66 of 83
66Stemherkenning
Routepunt toevoegen: Hiermee kunt
u specifieke viapunten of de bestem‐ ming toevoegen. Het systeem vraagt
naar de gewenste invoermethode om
door te gaan. U kunt bijvoorbeeld
" (POI | (plaats | point) of interest) op
de route " of "Knooppunt " zeggen.
Routepunt verwijderen : Wanneer be‐
geleiding actief is, kunt u met dit com‐
mando specifieke viapunten of de be‐ stemming wissen. Als begeleiding
niet actief is, geeft het systeem aan
dat de lijst met bestemmingen leeg is.
Waar ben ik | Mijn Huidige locatie : In‐
strueert het systeem om de huidige
positie van het systeem te melden.
Help : Het systeem laat meer speci‐
fieke helpcommando's bij de naviga‐
tie of een navigatiesubfunctie horen.
Begeleiding annuleren : Instrueert het
systeem om de begeleiding te annu‐
leren.Een bestemming in andere landen invoeren
Voor respons van de stemherkenning
op een lokaal adres moet het betref‐
fende land in het navigatiesysteem in‐ gesteld zijn.
Het land kan ook via gesproken com‐
mando's worden ingesteld. Echter, na het uitschakelen van het auto gaat het systeem weer terug naar het stan‐
daardland.
1. Druk op de stuurbedieningsknop 3 .
2. Zeg " Navigatie ".
3. Zeg " Land veranderen ".
4. Spreek de naam van het land uit.
Hulpcommando's ■ Help
■ Handenvrij bellen (indien beschik‐
baar)
Na elke lijst met hulpcommando's zijn
de volgende beschikbaar:
■ Ga terug | Terug | Naar vorige |
Naar vorige gaan | Ga terug |
Teruggaan
■ Herhalen■Annul.
■ Help
■ Tot ziens | Dag | Doeg | Doei
Handenvrij bellen (indien
beschikbaar)
■ Call
■ Store
■ Commands
◆ Call
◆ Store
◆ My Number
◆ Minutes
◆ Store Last Number
◆ Digit Dial
◆ Redial
◆ Dial
◆ Number Recall
◆ Directory
◆ Digit Store
Toegang via stem
Met toegang via stem hebt u toegang
tot de stemherkenningscommando's
op de mobiele telefoon, bijv. Siri of