OPEL ANTARA 2014.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 61 of 225

Opbergen59OpbergenOpbergruimten............................. 59
Bagageruimte .............................. 71
Dakdragersysteem ....................... 74
Beladingsinformatie .....................75Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kunnen de inzittenden bij
krachtig remmen, plotseling af‐
slaan of een ongeval letsel door
rondslingerende voorwerpen op‐
lopen.
Handschoenenkastje
Het handschoenenkastje licht op bij
het openen.
De scheidingswand in het hand‐ schoenenkastje kan uit de gleuf wor‐den getrokken. De scheidingswand in de gleuf uiterst links in het hand‐
schoenenkastje bewaren.
Het handschoenenkastje tijdens het rijden gesloten houden.
Afsluitbaar
handschoenenkastje
Handschoenenkastje met de sleutel
vergrendelen en ontgrendelen.
Bekerhouders Er bevinden zich bekerhouders voor‐
aan in de middenconsole.
De bekerhouder is flexibel en kan
drankverpakkingen van verschillende
afmetingen bevatten.
In de armsteun midden achter bevin‐
den zich nog meer bekerhouders.
Armsteun voor toegang tot de beker‐
houder neerklappen.

Page 62 of 225

60OpbergenOpbergruimte voor
Consolenet
In de voetenruimte passagier voor.
Munthouder
Aan hendel opentrekken. Klep stevig
dichtdrukken.
Kaarthouder
Boven het munthoudervak. In de
sleuf kunt u handig een kaart bij de
hand houden.
Zonnebrilhouder
Openen: op het achterste gedeelte
van de afdekking drukken.
Sluiten: afdekking omhooghalen en
erop duwen totdat deze vergrendelt.
Geen zware voorwerpen in het op‐
bergvakje leggen.

Page 63 of 225

Opbergen61Opbergvak onder
passagiersstoel
Opbergvak onder
passagiersstoel voorin
Vak vooraan omhoog trekken, dan
naar voren trekken. Vak terugschui‐
ven door het in de richting van de
stoel te drukken.
Armsteun met
opbergruimte
Opbergvak in armsteun voorin
Openen: hefboom omhoog trekken
en het deksel optillen.
Sluiten: het deksel laten zakken en
het naar beneden drukken totdat het
vergrendelt.
Opbergvak
middenconsole Schuif het bekerhouderbakje naar
achteren voor toegang tot het opberg‐ vak, de 12 V-aansluiting en de AUX-
ingang.
12 V-aansluitingen 3 82.
AUX-ingang - zie de handleiding van het Infotainmentsysteem voor nadere
informatie.
Draagsysteem achterzijde

Page 64 of 225

62Opbergen
Het draagsysteem achteraan (Flex-
Fix-systeem) biedt de mogelijkheid
om fietsen op een in de bodemplaat
geïntegreerde, uitschuifbare houder
te bevestigen. Vervoer van andere
zaken is niet toegestaan.
De maximale belading van het draag‐
systeem achterzijde is 40 kg. De
maximale belasting per fiets is 20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet meer dan 1,15 meter zijn. Anders kan
de betreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem
moet in de bodemplaat worden terug‐
geschoven.
Als extra wordt een multifunctionele
box aangeboden, die op het draag‐
systeem kan worden geplaatst.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐ werpen bevinden die tijdens het ver‐
voer los kunnen raken.Voorzichtig
Plaats geen fietsen met carbon
pedaalkrukken op fietsendragers.
De fietsen zouden beschadigd
kunnen raken.
Uitschuiven
Open de achterklep.
9 Waarschuwing
Het is niet toegestaan zich binnen
het bereik van de achterdrager tebegeven, kans op letsel.
Ontgrendelhefboom omhoog zetten.
Het systeem wordt geactiveerd en
schuift vlot uit de bumper.
Het draagsysteem er volledig uittrek‐
ken totdat het hoorbaar vastklikt.
Controleren of het draagsysteem niet naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshendel te trekken.
9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op

Page 65 of 225

Opbergen63de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
De kentekenplaathouder omhoog‐
trekken en de houdersteunen goed in
de bevestigingen aanbrengen.
Achterlichten monteren
Neem eerst het achterste ( 1), en
daarna het voorste ( 2) achterlicht uit
hun uitsparingen.
Open de lamphouder aan de achter‐
zijde van het achterlicht volledig.
Druk op de pal en druk de lamphou‐
der in de houder tot tegen de aanslag.

Page 66 of 225

64Opbergen
Voer deze procedure voor beide ach‐
terlampen uit.
Controleer de positie van kabel en
lamp en zorg ervoor dat ze correct
gemonteerd zijn en goed vast zitten.
Vergrendelen draagsysteem
achterzijde
Zwenk eerst de linker pal ( 1) terug en
vervolgens de rechter pal ( 2) totdat ze
niet verder kunnen. Beide pallen
moeten achterwaarts wijzen, anders
is een veilige werking niet gegaran‐
deerd.
Let op
Achterklep sluiten.
Uitklappen crankuitsparingen
Klap een of beide crankuitsparingen
omhoog totdat de diagonale steun in
positie komt.

Page 67 of 225

Opbergen65
Verwijder de cranksteunen uit de
crankuitsparingen.
Aanpassen van het
draagsysteem aan de fiets
Stel met de draaiknop op de cran‐
kuitsparing de verstelbare crankeen‐ heid ruwweg in op de uitstekende
crank.
Als de fiets rechte cranks heeft, de
crankunit volledig uitdraaien
(stand 5).
Als de fiets gebogen cranks heeft, de
crankunit volledig indraaien (stand 1).

Page 68 of 225

66Opbergen
Druk op de ontgrendelingspal en trek
de wieluitsparingen uit.
Druk de ontgrendelingspal op de
spanbandhouder in en verwijder de
houder.
Fiets gereedmaken voor
bevestiging
Let op
De maximale breedte voor het pe‐
daal is 38,3 mm en de maximale
diepte is 14,4 mm.
Draai het linker pedaal (zonder ket‐
tingtandwiel) verticaal omlaag. Het
pedaal op de linker crank moet hori‐
zontaal staan.
Het voorwiel van de voorste fiets
moet naar links wijzen.
Het voorwiel van de achterste fiets
moet naar rechts wijzen.
Vastmaken fiets aan
draagsysteem
Plaats de fiets erop. De crank moet nu in de opening van de crankuitsparing
geplaatst worden zoals weergegeven in de illustratie.
Voorzichtig
Zorg ervoor dat het pedaal het op‐ pervlak van het fietsenrek niet
raakt. Anders zou het crankstel
van de fiets tijdens vervoer be‐
schadigd kunnen raken.

Page 69 of 225

Opbergen67
Crankbevestiging van boven af in de
buitenste rail van de crankhouder ste‐
ken en zo ver mogelijk omlaagschui‐
ven.
Bevestig de crank door aan de be‐
vestigingsschroef op de cranksteun
te draaien.
Plaats de wieluitsparingen zodanig
dat de fiets ongeveer horizontaal
staat. De afstand tussen pedalen en
achterklep moet nu minimaal 5 cm
bedragen.
Beide fietsbanden moeten in de wie‐
luitsparingen staan.
Voorzichtig
Zorg dat u de wielhouders zo ver
als nodig is naar buiten trekt zodat beide fietsbanden in de houders
kunnen worden geplaatst. Anders
wordt horizontaal monteren van
de fiets niet verzekerd. Het nege‐
ren hiervan kan leiden tot schade
aan de fietswielen als gevolg van
hete uitlaatgassen.
Lijn de fiets in lengterichting uit ten
opzichte van het voertuig: Draai de
pedaalsteun enigszins los.

Page 70 of 225

68Opbergen
Plaats de fiets rechtop met behulp
van de draaiknop op de cran‐
kuitsparing.
Wanneer de twee fietsen elkaar in de weg staan, kan de onderlinge plaat‐
sing van de fietsen worden aange‐
past door de wielhouders en de draai‐
greep op de crankhouder bij te stellen totdat de fietsen elkaar niet meer ra‐
ken. Zorg voor voldoende vrije ruimte tot de auto.
Draai de bevestigingsschroef voor de
pedaallagersteun met de hand vast
tot de maximale stand.
Beide fietswielen met spanbanden aan de wielhouders vastmaken.
Controleer of de fiets goed vast staat.Voorzichtig
Zorg dat de ruimte tussen de fiets
en de auto minstens 5 cm is.
Stuurstang zo nodig losdraaien en opzij zwenken.
De instellingen van de wieluitsparin‐
gen en op de draaiknop op de cran‐kuitsparing moeten voor elke fiets
worden genoteerd en bewaard. Een
juiste afstelling vooraf zal het op‐
nieuw bevestigen van de fiets verge‐
makkelijken.
Let op
Er wordt aangeraden om een waar‐
schuwing bij de achterste fiets te be‐ vestigen voor beter zicht.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 230 next >