OPEL ASTRA K 2017.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 201 of 503

Infotainmentsysteem199Een tekstbestand met POI-data
creëren
Maak een tekstbestand aan (bijv. met
behulp van eenvoudige tekstverwer‐
kingssoftware) en geef dit een arbi‐
traire naam en de bestandsexten‐
sie .poi , bijv. "TomsPOIs.poi".
Let op
Bij het opslaan van het tekstbestand
moet tekencodering UTF-8
(Unicode) worden geselecteerd. Anders worden de POI-gegevens
wellicht niet goed in het systeem
geïmporteerd.
Voor de POI-data in het volgende
format in het tekstbestand in:
Lengtecoördinaat,
breedtecoördinaat, "Naam van POI",
"Extra informatie", "Telefoonnummer"
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "Bonn, Hellweg 6",
"02379234567" , zie de bovenstaande
afbeelding.
De GPS-coördinaten moeten in deci‐
male graden worden weergegeven. U kunt deze b.v. van een topografische
kaart overnemen.
De extra informatie en telefoonnum‐ mers zijn optioneel. Als er bijv. geen
aanvullende informatie nodig is, moet
"" op de betreffende positie worden
ingevoerd.
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "", "02379234567" .
De POI-naam en de extra informatie‐
reeks mogen elk niet langer dan 60
lettertekens zijn. De telefoonnummer‐ reeks mag niet langer dan 30 cijfers
zijn.De POI-gegevens van elke bestem‐
ming moeten op afzonderlijke regels
worden ingevoerd; zie de boven‐
staande afbeelding.
POI-data op een USB-apparaat
opslaan
In de hoofddirectory van een USB-
apparaat: maak een map aan met de naam " myPOIs ", bijv. "F:\myPOIs",
waarbij "F:\" de hoofddirectory van
het USB-apparaat is.
Sla in de map " myPOIs": het tekstbe‐
stand met uw POI's op, bijv.
"F:\myPOIs\TomsPOIs.poi".POI-gegevens rangschikken in meer‐ dere submappen
Naar keuze kunt u de tekstbestanden
rangschikken in diverse submappen
met willekeurige namen (max. diepte
van submapstructuur: 2).
Voorbeelden: F:\myPOIs\AnnsPOIs
of F:\myPOIs\MyJourney\London,
waarbij F:\ de hoofddirectory is van
het USB-apparaat.

Page 202 of 503

200InfotainmentsysteemLet op
In een map mogen alleen submap‐
pen of alleen POI-bestanden
worden opgeslagen. Een combina‐
tie van beide wordt niet goed in het
systeem geïmporteerd.
Na het downloaden van op die manier gerangschikte persoonlijke POI-
gegevens in het infotainmentsysteem
(zie beschrijving van downloaden
hieronder), ziet u in het Mijn POI's-
menu een lijst met submenu's die u
kunt selecteren.
Na het selecteren van een submenu
en eventuele verdere submenu's
verschijnt de betreffende lijst met
geïmporteerde POI-categorieën.
POI-gegevens downloaden in het
infotainmentsysteem
Sluit het USB-apparaat met uw
gebruikerspecifieke POI-gegevens
aan op de USB-poort 3 187 van het
infotainmentsysteem.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.Na het bevestigen worden de POI- gegevens naar het infotainmentsys‐
teem gedownload.
De gedownloade POI's zijn vervol‐
gens selecteerbaar als bestemmin‐
gen in het menu Mijn POI's, zie
"Invoer POI's" in het hoofdstuk
"Bestemmingsinvoer" 3 200.
Invoer van de bestemming
De navigatietoepassing biedt diverse
opties voor het instellen van een
bestemming met routebegeleiding.
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens NAV om de navigatiekaart weer
te geven.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk en selecteer een
van de verschillende opties voor
adresinvoer.
Directe invoer bestemming
Druk op het invoerveld op de boven‐
ste menuregel. Er verschijnt een toet‐
senbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 165.
Voer een adres of zoekterm in en
bevestig uw invoer.
Er worden twee lijsten met mogelijke
bestemmingen aangemaakt. Druk op
de bovenste schermregel op het
tabblad Adres of POI om tussen de
lijsten te wisselen.
Adreslijst:

Page 203 of 503

Infotainmentsysteem201
POI-lijst:
Ga voor een uitgebreide beschrijving
van de POI's naar "Invoer POI's" hier‐
onder.
Selecteer een van de bestemmingen.
Het scherm met de bestemmingsde‐
tails wordt weergegeven.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.
Invoerscherm voor adres
Selecteer ADRES. Het scherm
Adres-invoer verschijnt.
Druk op een van de invoervelden
naast de adreslabels. Er verschijnt
een toetsenbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 165.
Voer de gewenste bestemmingsge‐
gevens in.
Let op
U hoeft het scherm niet volledig in te
vullen.
Selecteer 9 rechtsboven in het
scherm om uw invoer te bevestigen.

Page 204 of 503

202InfotainmentsysteemZijn er bij de ingevoerde informatie
meerdere bestemmingen mogelijk, dan wordt er een lijst met mogelijke
bestemmingen getoond. Selecteer
het gewenste adres.
Het scherm met de bestemmingsde‐
tails wordt weergegeven.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.
Invoerscherm voor kruispunt Selecteer KRUISING . Het scherm
Kruising-invoer verschijnt.
Druk op een van de invoervelden
naast de adreslabels. Er verschijnt
een toetsenbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 165.
Voer de gewenste bestemmingsge‐
gevens in.
Selecteer 9 rechtsboven in het
scherm om uw invoer te bevestigen.
Zijn er bij de ingevoerde informatie
meerdere bestemmingen mogelijk,
dan wordt er een lijst met mogelijke
bestemmingen getoond. Selecteer
het gewenste adres.
Het scherm met de bestemmingsde‐
tails wordt weergegeven.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.
Invoer POI's
Een markant punt (POI) is een speci‐
ale bestemming, bijv. een tankstation,
een parkeerplaats of een restaurant.
Het navigatiesysteem bevat een
groot aantal voorgedefinieerde POI's, die op de kaart staan aangeduid
(indien geactiveerd, 3 193).
U kunt ook individuele POI's in het
systeem opslaan, zie "Door de
gebruiker bepaalde POI's (Mijn POI's)
aanmaken en downloaden" in hethoofdstuk "Bediening" 3 193. Deze
POI's kunnen worden geselecteerd
als bestemmingen via de POI-hoofd‐
categorie Mijn POI's .
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk en vervolgens
POI's om een POI als bestemming
voor routebegeleiding te selecteren.
Er verschijnt een lijst voor het gese‐
lecteerde zoekgebied.
Een zoeklocatie instellen
Seleerteer een van de opties.

Page 205 of 503

Infotainmentsysteem203Let op
De opties POI's langs route en POI's
vlakbij bestemming zijn alleen
beschikbaar wanneer de routebege‐ leiding actief is.
Als POI's op andere locatie is gese‐
lecteerd, verschijnt er een toet‐
senbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 165.
Voer de gewenste locatie in en
bevestig uw invoer.
Er verschijnt een lijst met POI-cate‐
gorieën.
POI's zoeken op categorie
Selecteer een van de hoofdcatego‐
rieën in de lijst. Er wordt een lijst met
subcategorieën weergegeven.
Selecteer Alles tonen om alle
beschikbare POI's in de betreffende
hoofdcategorie weer te geven. Blader
door de lijst en selecteer de gewenste
POI.
Selecteer de betreffende subcatego‐
rie om alle POI's binnen een subca‐
tegorie weer te geven. Blader door de lijst en selecteer de gewenste POI.Het scherm met de bestemmingsde‐tails wordt weergegeven.
Druk voor meer informatie over de
geselecteerde POI op Info in de rech‐
terbovenhoek van het scherm.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.
POI's zoeken op naam
Selecteer om naar een specifieke
POI, categorie of locatie te zoeken
Naam spellen in de POI-hoofdcate‐
gorielijst of zoek in een van de subca‐
tegorielijsten. Er verschijnt een toet‐
senbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 165.
Voer de gewenste naam of categorie in.
Selecteer 9 om uw invoer te beves‐
tigen. Het scherm met de bestem‐
mingsdetails wordt weergegeven.
Druk voor meer informatie over de
geselecteerde POI op Info in de rech‐
terbovenhoek van het scherm.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.Lijst met recente bestemmingen
Selecteer RECENT.
Er verschijnt een lijst met alle recent
ingevoerde bestemmingen.
Kies een van de bestemmingen. Het
scherm met de bestemmingsdetails
wordt weergegeven.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.
Contactenlijst
Selecteer CONTACTEN . De contac‐
tenlijst wordt getoond.

Page 206 of 503

204Infotainmentsysteem
Snelkoppelingspictogram
Is er slechts één adres voor een contactpersoon opgeslagen, dan
staat er naast de betreffende gege‐
vens in de contactenlijst een snelkop‐
peling.
Selecteer 1 om het scherm met
bestemmingsdetails direct weer te
geven.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.
Scherm met bestemmingsdetails
Zijn er voor de contactpersoon meer‐ dere adressen opgeslagen, kies dan
het gewenste adres. Het scherm met
de contactdetails wordt weergege‐
ven.
Selecteer een van de voor de contact‐
persoon opgeslagen adressen. Het
scherm met de bestemmingsdetails
wordt weergegeven.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.
Een adres op de kaart aanwijzen Tik op de gewenste locatie op de
kaart. De kaart wordt rondom deze
locatie gecentreerd.
Bij de betreffende locatie verschijnt
v in rood en het bijbehorende adres
wordt op een label weergegeven.
Tik op het label. Het scherm met de
bestemmingsdetails wordt weerge‐
geven.
Om routebegeleiding te starten selec‐
teert u Gaan.
Trips met routepunten
Een routepunt is een tussenbestem‐
ming die bij het berekenen van een
route tot de eindbestemming moet
worden meegenomen. Om een trip
met routepunten te creëren, kunt u
één of meerdere routepunten toevoe‐ gen.

Page 207 of 503

Infotainmentsysteem205Selecteer of voer de eindbestemming
van uw trip met routepunten in en
start de routebegeleiding.
Selecteer terwijl de routebegeleiding
actief is BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van de kaartweer‐
gave.
U kunt ook rechts op het scherm op
het pijlpictogram voor de volgende afslag of bocht drukken om het route‐
begeleidingsmenu weer te geven.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van het routebege‐
leidingsmenu.
Selecteer of voer een nieuw adres in.
Selecteer Gaan. Er verschijnt een
bericht dat u moet beantwoorden.
Selecteer Als tussenstop toev. . De
route wordt opnieuw berekend en de
nieuwe bestemming wordt als een
routepunt aan de huidige route toege‐
voegd.
Voer desgewenst nog meer route‐
punten zoals bovenstaand beschre‐
ven in.
Selecteer voor het opslaan van de
gehele route met routepunten
Opslaan .
De trip met routepunten wordt opge‐ slagen in de contactenlijst in de map
Opgeslagen routes onder de naam
van de eindbestemming.

Page 208 of 503

206InfotainmentsysteemU kunt de opgeslagen trip met route‐
punten opvragen via de contacten‐
lijst.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het bewerken van een trip met
routepunten 3 206.
Nieuwe bestemming
Om een nieuwe bestemming in te
voeren, kunt u de routebegeleiding
naar de huidige bestemming annule‐ ren en vervolgens een nieuwe
bestemming invoeren. U kunt ook
direct een nieuwe bestemming invoe‐ ren.
Selecteer terwijl de routebegeleiding
actief is BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van de kaartweer‐
gave.
U kunt ook rechts op het scherm op
het pijlpictogram voor de volgende afslag of bocht drukken om het route‐
begeleidingsmenu weer te geven.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van het routebege‐ leidingsmenu.
Selecteer of voer een nieuw adres in.Selecteer Gaan. Er verschijnt een
bericht dat u moet beantwoorden.
Selecteer Nieuwe bestem. instellen .
De route wordt dan opnieuw bere‐
kend en de nieuwe bestemming
wordt ingesteld.
Een bestemming bellen
Na het invoeren van een bestemming
en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.
Selecteer Bellen om de geselec‐
teerde locatie te bellen.
Let op
De schermtoets Bellen is alleen
beschikbaar als er voor de betref‐
fende locatie een telefoonnummer is
opgeslagen.
Bestemmingen opslaan
Invoeren van contacten
Na het invoeren van een bestemming
en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.Selecteer Opslaan om de bestem‐
ming in de contactenlijst op te slaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opslaan van een adres in de
contactenlijst 3 171.
Let op
De schermtoets Opslaan is alleen
beschikbaar als het adres nog niet in
het systeem is opgeslagen.
Favoriet
Favorieten kunnen vanuit bijna elk
scherm worden opgeslagen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opslaan van favoriete
bestemmingen 3 167.
Begeleiding
Het navigatiesysteem begeleidt de
route via visuele en gesproken
instructies (spraakbegeleiding).Visuele instructies
De visuele instructies worden op de
displays weergegeven.

Page 209 of 503

Infotainmentsysteem207Gesproken navigatie-instructies
Gesproken navigatie-instructies
geven bij het naderen van een krui‐
sing aan welke richting u moet
volgen.
Zie "Navigatie-spraakinstellingen"
onderstaand voor het activeren van
de gesproken instructies en het rege‐ len van het volume.Routebegeleiding starten en
annuleren
Routebegeleiding starten
Selecteer in het venster bestem‐
mingsdetails Gaan om de routebege‐
leiding met een nieuwe bestemming
te starten.
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer Navigatie
herv. om de routebegeleiding naar de
laatst gekozen bestemming te hervat‐ ten.
De routebegeleiding naar de laatst gekozen bestemming wordt hervat.
Routebegeleiding annuleren
U hebt de volgende mogelijkheden
om de routebegeleiding te annuleren:
● Druk op x op het navigatiekaart‐
scherm.
● Selecteer MENU op de interac‐
tieve selectiebalk en selecteer
vervolgens Annuleer route .
● U kunt rechts op het scherm op het pijlpictogram voor de
volgende afslag of bocht drukken om het routebegeleidingsmenu
weer te geven.Selecteer EINDE op de interac‐
tieve selectiebalk.
Navigatie-spraakinstellingen
Mute
Selecteer y links op het kaartscherm
om de gesproken navigatie-instruc‐
ties tijdelijk te onderdrukken. Het
pictogram verandert in z.
Selecteer z opnieuw om het geluid
weer aan te zetten.
Gesproken instructies
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Instelling navigatiestem om het
betreffende submenu weer te geven.
Als Gesproken meldingen - Aan is
ingesteld, worden de navigatie-
instructies gesproken wanneer de
routebegeleiding is geactiveerd.
Selecteer Gesproken meldingen -
Aan of Gesproken meldingen - Uit .
Indien ingesteld op Uit, geeft het
systeem geen gesproken navigatie-
instructies.

Page 210 of 503

208InfotainmentsysteemGesproken instructies tijdens
telefoongesprekken
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Instelling navigatiestem om het
betreffende submenu weer te geven.
Selecteer Waarsch. tijdens tel.
gespr. .
Als Aan is geselecteerd, blijven de
navigatie-instructies ook tijdens tele‐
foongesprekken hoorbaar.
Als Uit is geselecteerd, worden er
geen gesproken instructies gegeven.
Als Pieptonen is geselecteerd, is een
pieptoon hoorbaar in plaats van de
instructie.
Volume
Selecteer ─ of w om het volume van
de gesproken instructies te regelen.
Informatie over
verkeersincidenten
Verkeersinformatie
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens VERKEER voor een lijst met de
verkeersincidenten in de buurt van de
huidige voertuiglocatie.Of selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Verkeer om het betreffende submenu
weer te geven. Selecteer Verkeers‐
problemen in de buurt tonen .
Als de routebegeleiding niet actief is, verschijnt de lijst als volgt:
Als de routebegeleiding actief is,
verschijnen er twee extra schermtoet‐
sen: Alles voor een lijst met alle
verkeersincidenten en Op de route
voor een lijst met verkeersincidenten op de route.
Standaard is de lijst gesorteerd op
afstand vanaf de voertuiglocatie.
Selecteer Sorteer op de bovenste
schermregel om de lijst alfabetisch te sorteren.
Druk op een van de elementen in de
lijst voor gedetailleerde informatie
over het betreffende verkeersinci‐
dent.
Let op
Als de verkeersinformatie met de schermtoets VERKEER op het start‐
scherm is opgeroepen, druk dan op
w in de linkerbovenhoek van het
scherm om naar het menu voor de
verkeersinstellingen te gaan.
Verkeerspictogrammen op de kaart
Als Iconen tonen op plattegrond -
Aan is ingesteld, verschijnen er op de
kaart pictogrammen voor de
verkeersincidenten rondom de
huidige locatie en op de route.
Selecteer Iconen tonen op
plattegrond - Aan of Iconen tonen op
plattegrond - Uit .

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 510 next >