OPEL CASCADA 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 71 of 263
Stoelen, veiligheidssystemen69
IL=Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of
'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF=Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasse.X=Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.*=Zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen.**=Verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze maatklasse de betreffende hoofdsteun achter 3 46.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kg.B - ISO/F2=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot 18 kg.D - ISO/R2=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 72 of 263
70Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX kinderveiligheids‐
systemen voor specifieke auto's wor‐
den in de tabel aangeduid met IL
3 67.
Verwijder de windgeleider 3 43 alvo‐
rens u een kinderveiligheidssysteem
monteert en verwijder zo nodig de
hoofdsteun achter 3 67.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met een logo ISOFIX op
de rugleuning.
Top-Tether-
bevestigingsogen De auto heeft twee bevestigingsogen
op de achterkant van de achterbank‐
rugleuningen.
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.
Bevestig behalve de ISOFIX bevesti‐
ging ook de Top-Tether-riem aan de
Top-Tether -bevestigingsogen aan de
achterkant van de achterbank. Ach‐
terbankrugleuningen neerklappen
3 74.
Verwijder de windgeleider 3 43 alvo‐
rens u een kinderveiligheidssysteem
monteert en verwijder zo nodig de
hoofdsteun achter 3 67.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF 3 67.
Page 73 of 263
Opbergen71OpbergenOpbergruimten............................. 71
Bagageruimte .............................. 74
Beladingsinformatie .....................78Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Handschoenenkastje
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een pennenhouder, een creditcardhouder, een muntenbakjeen een adapter voor de wielborgmoe‐ ren.
Sluit het handschoenenkastje tijdens
het rijden. U kunt hiervoor de auto‐
sleutel gebruiken.
Page 74 of 263
72OpbergenBekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.
Afhankelijk van de versie zijn er be‐
kerhouders aanwezig onder de af‐
dekking in de middenconsole.
Schuif de afdekking naar achteren.
Na het opklappen van de tussenplank
is er ruimte voor het bewaren van fles‐ sen 3 73.
Tussen de zitplaatsen achterin bevin‐
den zich nog meer bekerhouders.
Opbergruimte voor
Naast het stuurwiel bevindt zich een
opbergvak.
Page 75 of 263
Opbergen73Armsteun met
opbergruimte
Opbergruimte onder voorstearmsteun
Druk op de toets om de armsteun om‐ hoog te klappen. De armsteun moet
in de achterste stand staan.
Opbergvak
middenconsole
Voorste console
Afhankelijk van de versie bevindt er
zich een bergruimte onder een afdek‐
king.
Schuif de afdekking naar achteren.
Druk de knop in om het frame van de
bekerhouder weg te halen. Het frame kan in het handschoenenkastje wor‐
den geplaatst.
Onder de tussenplank bevindt zich
nog een opbergvak. Klap de tussen‐
plank onhoog en zet deze vast in de
verticale stand. Het frame van de be‐
kerhouder kan weer als fleshouder
worden geplaatst.
Page 76 of 263
74Opbergen
Achterste console
Trek de lade eruit.
Voorzichtig
Niet gebruiken voor as of andere
gloeiende dingen.
Bagageruimte
Bagageruimte vergroten
Afscheiding bagageruimte inklappen
Voor een grotere bagageruimte wan‐
neer de softtop gesloten is kunt u de
afscheiding bagageruimte inklappen.
■ Sluit de softtop 3 35.
■ Open het kofferdeksel 3 26.
■ Klap de afscheiding bagageruimte
in door deze bij de lus omhoog naar
binnen te drukken.
■ Klap de afscheiding bagageruimte uit door de riem omlaag naar ach‐
teren te trekken. Het doorgangsluik moet met de klittenbandbevestigin‐
gen in de verticale stand worden
gesloten.
Bij het bewegen van de softtop of als deze wordt geopend moet de afschei‐ ding bagageruimte uitgeklapt zijn.
Page 77 of 263
Opbergen75
Bij het indrukken van de schakelaar
voor het openen van de softtop klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het Driver InformationCenter als de afscheiding bagage‐ruimte, inclusief het doorgangsluik
achter de achterbank, niet volledig uitgeklapt is.
Achterbankrugleuningen
neerklappen
Voor een nog grotere bagageruimte
of voor toegang tot de zak met de
windgeleider kunt u beide achter‐
bankrugleuningen neerklappen.
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig wanneer u de
elektrisch inklapbare zitplaatsen achterin bedient. De rugleuning
wordt met aanzienlijke kracht in‐
geklapt. Er bestaat verwondings‐
gevaar, met name voor kinderen.
Zorg ervoor dat er niets aan de zit‐ plaatsen achterin is vastgemaakt
of dat er niets op het stoelkussen
ligt.
■ Verwijder de eventueel aanwezige grote windgeleider 3 43.
■ Borgveren indrukken en de hoofd‐ steunen omlaag drukken 3 46.
■ Trek aan één kant of beide kanten
van de bagageruimte aan de ont‐
grendelingsschakelaar p en klap
de rugleuningen neer op de zitting.
■ U klapt de rugleuning weer omhoog
door deze zover rechtop te zetten
dat deze hoorbaar vastklikt.
9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
Page 78 of 263
76Opbergennalaten hiervan kan lichamelijk let‐sel of schade aan de bagage of de
auto tot gevolg hebben bij krachtig remmen of een botsing.
Doorgangsluik achter achterbank
Voor het vervoer van lange voorwer‐
pen in de bagageruimte kunt u een
doorgangsluik tussen de bagage‐
ruimte en het interieur openen:
■ Verwijder de aangebrachte grote windgeleider of de zak met de op‐
geborgen windgeleiders achter de
achterbank 3 43.
■ Sluit de softtop 3 35.
■ Druk de afscheiding bagageruimte
bij de lus omhoog naar binnen
3 74.
■ Open de doorgang door het luik ho‐
rizontaal omhoog te zwenken. Het
luik wordt met klittenband in de
geopende en gesloten stand ge‐
houden.
■ Klap de achterbankrugleuningen neer door aan de ontgrendelings‐
schakelaars p in de bagageruimte
te trekken.
■ Sluit de doorgang door het luik om‐
laag te zwenken en het in de verti‐cale stand met klittenband vast te
zetten.
Klap de afscheiding bagageruimte uit door de lus omlaag naar achteren te
trekken om de softtop te openen. Het
doorgangsluik moet in de verticale
stand gesloten zijn.
Opbergruimte achter Haken voor draagtassen
Gebruik de haken op de bovenrand
van de bagageruimte voor het ophan‐
gen van draagtassen. Maximale be‐
lasting: 5 kg.
Page 79 of 263
Opbergen77Vloerafdekking
bagageruimte
Afdekking laadruimte
De afdekking laadruimte kan worden
opgetild en verwijderd. Onder de af‐
dekking bevindt zich het reservewiel,
het boordgereedschap of de banden‐ reparatieset.
Sjorogen
De sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
Gevarendriehoek
De gevarendriehoek is opgeborgen in
de ruimte aan de binnenkant van het
kofferdeksel achter de riemen.
Page 80 of 263
78OpbergenVerbanddoos
De verbanddoos zit rechts in de ba‐
gageruimte achter een riem.
Beladingsinformatie
■ Zware voorwerpen zo ver mogelijk vooraan in de laadruimte plaatsen.
Controleren of de rugleuningen
naar behoren zijn vergrendeld. Bij
stapelbare voorwerpen de zwaar‐
ste voorwerpen onderop leggen.
■ Voorwerpen met spanbanden aan de sjorogen vastzetten 3 77.
■ Gebruik de haken in de bagage‐ ruimte voor het ophangen van
draagtassen 3 76 . Maximale belas‐
ting: 5 kg per haak.
■ Losse voorwerpen in de bagage‐ ruimte vastzetten om glijden tegen
te gaan.
■ Bij het vervoeren van voorwerpen in de bagageruimte mogen de rug‐
leuningen van de achterbank niet
schuin naar voren geklapt zijn.
■ Leg niets op het instrumentenbord en dek de sensor boven op het in‐
strumentenbord niet af.
■ De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakelhef‐
boom en de bewegingsvrijheid vande bestuurder niet belemmeren. Geen losse voorwerpen in het inte‐ rieur leggen.
■ Leg geen voorwerpen op de afdek‐
kingen van de rolbeugels achter de hoofdsteunen.
■ Niet met een geopende achterklep rijden.9 Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen er voor‐
werpen in het voertuig rondslinge‐
ren en letsel of schade aan de la‐
ding of de auto veroorzaken.
■ Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal toe‐laatbare totaalgewicht van de auto
(zie typeplaatje 3 239) en het EU-
leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttig draagvermo‐
gen door de gegevens van uw auto
in de tabel Gewichten voorin deze
handleiding in te voeren.