OPEL COMBO E 2019 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 1 of 93

Handleiding Infotainment

Page 2 of 93

Page 3 of 93

Colour-Info-Display........................5
Graphic-Info-Display ....................59Inhoud

Page 4 of 93

Page 5 of 93

Inleiding......................................... 6
Basisbediening ............................ 14
Radio ........................................... 22
Cd-speler ..................................... 27
Externe apparaten .......................28
Navigatie ...................................... 32
Spraakherkenning ........................44
Telefoon ....................................... 47
Trefwoordenlijst ........................... 56Colour-Info-Display

Page 6 of 93

6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 10Algemene aanwijzingen
De Infotainmentsystemen Multimedia Navi Pro en Multimedia bieden u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 15 zenders
opslaan.
Met de cd-speler kunt u genieten van
audio- en mp3 / wma-cd's.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten: via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem met dynami‐
sche viaplanning brengt u veilig naar uw bestemming en kan, desgewenst,
files of andere knelpunten omzeilen.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐ foon comfortabel en veilig in de auto
te gebruiken.
Met de telefoonweergavefunctie kunt
u specifieke applicaties op uw smart‐
phone via het Infotainmentsysteem bedienen.Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐ ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.
Door het goed doordachte design van de bedieningselementen, het
aanraakscherm en de heldere
displays kunt u het systeem gemak‐
kelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Let op
Het Infotainmentsysteem bevat ook
bepaalde externe software. Raad‐
pleeg voor de betreffende kennisge‐
vingen, licenties en andere informa‐
tie met betrekking tot deze software
http://www.psa-peugeot-
citroen.com/oss.

Page 7 of 93

Inleiding7Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig. Bedien het Info‐
tainmentsysteem alleen als de
verkeerssituatie een veilig gebruik ervan toelaat.
Met het oog op de veiligheid moet u mogelijk de rit onderbreken voor‐dat u het Infotainmentsysteem
bedient (bijv. voor het invoeren van adressen).
9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid
correct en oplettend aan het
verkeer deel te nemen. Houd u altijd aan de geldende verkeersre‐ gels.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐ systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet
worden. Hier moet u in het bijzon‐
der letten op eenrichtingsstraten,
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels

Page 8 of 93

8InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel

Page 9 of 93

Inleiding91X........................................... 10
Indien uitgeschakeld:
stroom in- / uitschakelen
Indien ingeschakeld: stiltefunctie
Draaien: volume aanpassen
2 c
Multimedia Navi Pro:
Geïntegreerde
navigatiekaart weergeven .....33
Multimedia: Navigatieapp
weergeven wanneer
telefoonweergave actief is ....31
3 _
Menu auto-instellingen
openen, zie Gebruikers‐
handleiding
4 b
Audiomenu openen:
Radio ..................................... 22
CD-speler .............................. 27
Externe apparaten (USB,
Bluetooth) .............................. 285 d
Appmenu openen .................31
6 :
Instellingenmenu openen ......14
7 a
Telefoonmenu openen ..........50
8 Info-Display /
aanraakscherm met
startmenu (startmenu
alleen zichtbaar door het
scherm met drie vingers
tegelijk aan te raken) ............14
9 USB-poort ............................. 28Afstandsbediening op stuurwiel
1 SRC (bron)
Audiobron selecteren,
keuze bevestigen met G...... 10
Lang indrukken: stiltefunctie
2 ä / å
Volgende/vorige
voorkeurszender
selecteren bij actieve radio ...22
of volgend(e) / vorig(e)
track / afbeelding
selecteren bij actieve
externe apparaten .................28

Page 10 of 93

10Inleidingof volgende / voorgaande
vermelding selecteren in
zenderlijst, medialijst,
gesprekslijst /
contactenlijst indien
geactiveerd via stuurbe‐
dieningsknoppen
Selectie bevestigen met G
3 G
Geselecteerd item bevestigen
of zenderlijst, medialijst openen
4 x
Stiltefunctie activeren /
deactiveren ........................... 10
5 À / Á
Omhoog-/omlaagdraaien:
volume verhogen/verlagen
6 v
Kort indrukken: oproep
aannemen
Lang indrukken: oproep
weigeren, gesprek
beëindigen ............................ 50of gesprekslijst/
contactenlijst openen ............50
Indien telefoongesprek
actief: menu actief
gesprek openen
7 w
Kort indrukken:
geïntegreerde
spraakherkenning activeren
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren van Apple
CarPlay™ of Android™
Auto bij telefoonverbinding met USB-poort ......................45Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem is te bedie‐
nen met functietoetsen, een aanraak‐
scherm en op het display weergege‐
ven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 8
● het aanraakscherm 3 14
● audioknoppen op het stuurwiel 3 8
● de spraakherkenning 3 44
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk op X. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 100 next >