OPEL CORSA 2017 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 51 of 277
Stoelen, veiligheidssystemen49
U deactiveert het airbagsysteem van
de voorpassagier met een slot aan de passagierszijde van het instrumen‐
tenpaneel.
Gebruik de contactsleutel om de
schakelaarstand te kiezen:
*
OFF:airbag van voorpassagier is
gedeactiveerd en gaat niet
af bij een aanrijding. Contro‐
lelampje *OFF brandt
voortdurend in de midden‐
consoleV
ON:airbag van voorpassagier is
actief9 Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een
kinderveiligheidssystemen,
volgens de instructies en beper‐
kingen in de tabellen 3 52.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Als controlelamp V ongeveer
60 seconden brandt nadat het contact ingeschakeld is, gaat het airbagsys‐
teem voor de voorpassagier af bij een
aanrijding.
Indien beide controlelampen tegelij‐
kertijd branden zit er een storing in het
systeem. De systeemstatus wordt
niet aangeduid; er mag niemand op
de stoel van de voorpassagier
vervoerd worden. Roep onmiddellijk
de hulp van een werkplaats in.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl het contact is uitgescha‐
keld.
Status blijft actief tot de volgende
verandering.
Controlelamp airbag-deactivering
3 93.
Page 52 of 277
50Stoelen, veiligheidssystemenKinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen Opel-kinderveiligheids‐
systemen aan die specifiek voor
montage in uw auto geschikt zijn.
De volgende kinderveiligheidssyste‐
men worden aanbevolen voor de
volgende gewichtsklassen:
● Groep 0, groep 0+
Maxi Cosi Cabriofix plus Easyfix,
voor kinderen tot 13 kg
● Groep I
OPEL Duo, voor kinderen van
13 kg tot 18 kg in deze groep
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐ ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Raadpleeg de plaatselijke wetgeving en richtlijnen voor het verplichte
gebruik van kinderveiligheidssyste‐
men. In sommige landen is het
gebruik van kinderveiligheidssyste‐
men op bepaalde zitplaatsen verbo‐
den.9 Gevaar
Bij gebruik van een achterwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem
op de passagiersstoel voor moet
het airbagsysteem voor de passa‐ giersstoel voor gedeactiveerd zijn.
Dit geldt ook voor bepaalde voor‐ waarts gerichte kinderveiligheids‐
systemen zoals aangegeven in de
tabellen 3 52.
Airbag deactiveren 3 48.
Airbaglabel 3 43.
De achterbank is de beste plaats om een kinderzitje vast te maken.
Kinderen zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in vervoeren. Hierdoor
wordt de nog erg zwakke ruggengraat
van het kind bij een ongeval minder belast.
Juiste systeem selecteren Gebruik uitsluitend geschikte veilig‐heidssystemen, bijv. die systemen
die voldoen aan geldige UN ECE-
voorschriften.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype. Raadpleeg de
tabellen op de volgende pagina's, de
instructies die bij het kinderveilig‐
heidssysteem worden geleverd en de voertuigtypelijst van niet-universele
kinderveiligheidssystemen.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto
worden gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐
zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden bevestigd met ISOFIX-
bevestigingsbeugels, Top-tether,
indien beschikbaar, en/of een drie‐
puntsgordel. Raadpleeg de volgende tabellen.
Page 53 of 277
Stoelen, veiligheidssystemen51Let op
Kinderveiligheidssystemen niet
beplakken of met andere materialen
afdekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 54 of 277
52Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane opties voor het bevestigen van een kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel
Gewichtsklasse
Op passagiersstoel
Op buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde
airbagGroep 0: tot 10 kgXU 1,2U/L 3XGroep 0+: tot 13 kgXU1,2U/L 3XGroep I: 9 tot 18 kgXU1,2U/L 3,4XGroep II: 15 tot 25 kgU1,2XU/L 3,4XGroep III: 22 tot 36 kgU1,2XU/L 3,4XU:universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsgordelL:geschikt voor bepaalde ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-
universeel'. Het kinderveiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg de
voertuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem)X:kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan1:zo ver als nodig de stoel naar voren brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen om te
verzekeren dat de gordel naar voren loopt vanaf het bovenste verankeringspunt2:zo ver als nodig de stoelhoogte omhoog brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen om te verzekeren dat de gordel strak zit aan de slotzijde3:de betreffende voorstoel vóór het kinderveiligheidssysteem zo ver als nodig naar voren brengen4:de betreffende rugleuning zo ver mogelijk naar achteren 3 68 brengen, de betreffende hoofdsteun zo nodig bijstellen
of zo nodig verwijderen 3 35
Page 55 of 277
Stoelen, veiligheidssystemen53Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaatklasseBevestiging
Op passagiersstoel voor5Op buitenste
zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats
achteringeactiveerde airbaggedeacti‐
veerde airbagGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XILIL 3XGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XILIL3XDISO/R2XILIL3XCISO/R3XILIL3XGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XILIL3,4XCISO/R3XILIL 3,4XBISO/F2XIL/IUFIL, IUF 3,4XB1ISO/F2XXIL/IUFIL, IUF3,4XAISO/F3XIL/IUFIL, IUF3,4XGroep II: 15 tot 25 kgIL1,2XIL3,4XGroep III: 22 tot 36 kgIL 1,2XIL3,4XIL:geschikt voor bepaalde ISOFIX-veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐
seel'. (ISOFIX/Top-tether bevestigingspunten optioneel voor de passagiersstoel voor maar niet leverbaar voor
sportstoelen). Het ISOFIX-veiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg
de voertuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem)IUF:geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
gebruik in deze gewichtsklasse (ISOFIX/Top-tether bevestigingspunten optioneel voor de passagiersstoel voor maar niet leverbaar voor sportstoelen)X:geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse
Page 56 of 277
54Stoelen, veiligheidssystemen1:zo ver als nodig de stoel naar voren brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen omte verzekeren dat de gordel naar voren loopt vanaf het bovenste verankeringspunt2:zo ver als nodig de stoelhoogte omhoog brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengenom te verzekeren dat de gordel strak zit aan de slotzijde3:de betreffende voorstoel vóór het kinderveiligheidssysteem zo ver als nodig naar voren brengen4:de betreffende rugleuning zo ver mogelijk naar achteren 3 68 brengen, de betreffende hoofdsteun zo nodig
bijstellen of zo nodig verwijderen 3 355:ISOFIX/Top-tether bevestigingspunten optioneel voor de passagiersstoel voor (niet leverbaar voor sportstoelen)
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg
Page 57 of 277
Stoelen, veiligheidssystemen55ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
De auto is uitgevoerd met geleiders in
de rugleuning ter ondersteuning van
de inbouw van het kinderveiligheids‐
systeem.
ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen op
achterbankISOFIX-bevestigingsbeugels op de
achterbank worden aangeduid door
het ISOFIX-logo op de rugleuning.
Open de kleppen van de geleiders
alvorens een kinderveiligheidssys‐
teem te monteren. Sluit de kleppen
nadat het kinderveiligheidssysteem is verwijderd.
ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen op de
passagiersstoel voor
Plaats het kinderveiligheidssysteem
in het midden van de stoel en duw het naar achteren. Zorg dat het kinder‐
veiligheidssysteem goed vastzit.
Top-Tether-
bevestigingsogen
Aanvullend op de ISOFIX bevestiging
zet u de Top-tether -band vast aan de
Top-tether-bevestigingsogen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Top-Tether-bevestigingsogen op
achterbank
De auto heeft twee bevestigingsogen
op de rugleuning van de achterbank.
Top-Tether-bevestigingsogen
worden aangeduid met het
symbool : van een kinderzitje.
Page 58 of 277
56Stoelen, veiligheidssystemen
Top-Tether-bevestigingsoog op
de passagiersstoel voor
Er bevindt zich een extra bevesti‐
gingspunt op de passagiersstoelrail in de beenruimte achter.
Page 59 of 277
Opbergen57OpbergenOpbergruimten............................. 57
Opbergvakken ........................... 57
Handschoenenkastje .................57
Bekerhouders ............................ 57
Opbergruimte voor ....................58
Opbergvak onder passagiersstoel ........................59
Draagsysteem achterzijde .........59
Bagageruimte .............................. 68
Bagageruimte-afdekking ...........69
Vloerafdekking bagageruimte ....71
Sjorogen .................................... 72
Gevarendriehoek .......................73
Verbanddoos ............................. 73
Dakdragersysteem .......................73
Dakdrager .................................. 73
Beladingsinformatie .....................74Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kan de klep van de
opbergruimte open gaan en
kunnen de inzittenden bij krachtig
remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslinge‐
rende voorwerpen oplopen.
Handschoenenkastje
Open de klep van het handschoenen‐
kastje door aan de hendel te trekken.
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een muntenbakje en een
adapter voor de wielborgbouten.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.
Page 60 of 277
58Opbergen
In de portiervakken in de portieren
kunt u flessen opbergen.
In de zijpanelen achter zitten extra
fleshouders.
Flexibele bekerhouderband
In het opbergvak vóór de keuzehen‐
del bevindt zich een beweegbare
rubberen band. Trek de band eruit om een beker of asbak vast te zetten.
Opbergruimte voor
Opbergruimten bevinden zich onder
de lichtschakelaar, in de middencon‐
sole, in de portiervakken en in de
zijpanelen bij de achterbank.