205 OPEL CORSA F 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 3 of 237

Inleiding......................................... 2
Kort en bondig ............................... 6
Sleutels, portieren en ruiten ...........8
Stoelen, veiligheidssystemen ......26
Opbergen ..................................... 47
Instrumenten en
bedieningsorganen ......................54
Verlichting .................................... 81
Klimaatregeling ............................ 91
Rijden en bediening ...................101
Verzorging van de auto ..............167
Service en onderhoud ................205
Technische gegevens ................210
Klantinformatie ........................... 218
Trefwoordenlijst ......................... 230Inhoud

Page 67 of 237

Instrumenten en bedieningsorganen65Controlelampje 2 gaat branden als
de koelvloeistoftemperatuur te hoog
is. Zet de motor onmiddellijk uit.Voorzichtig
Stop en zet de motor af wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is. Kans op motorschade.
Controleer het koelvloeistofpeil
meteen.
Peilsensor motorolie
Volgens de service-informatie
verschijnt het motoroliepeil op het
Driver Information Center gedurende
enkele seconden na het inschakelen
van het contact.
Een correct motoroliepeil wordt
aangegeven via een melding.
Als het oliepeil laag is, knippert T
en verschijnt er een melding, in
combinatie met het lampje C. Meet
het motoroliepeil met behulp van de
peilstaaf en vul zo nodig motorolie bij.
Motorolie 3 170.
Een meetfout wordt aangegeven via
een melding. Meet het motoroliepeil
handmatig met behulp van de peil‐
staaf.
Service-display
Het servicesysteem geeft aan
wanneer verversing/vervanging van
de motorolie en het oliefilter vereist is of als de auto toe is aan een service‐
beurt. Afhankelijk van de rijomstan‐
digheden, kan het vereiste verver‐
sings-/vervangingsinterval van de
motorolie en het oliefilter aanzienlijk
variëren.
Service-informatie 3 205.
Het bericht voor geplande service
blijft bij inschakeling van het contact
enkele seconden op het Driver Infor‐
mation Center staan.
Als er de komende 3000 km of meer
geen onderhoud vereist is, verschijnt
er geen service-informatie op het
display.
Als er binnen de komende 3000 km
onderhoud vereist is, verschijnt de resterende afstand tot de volgende
beurt, de afgelegde afstand sinds delaatste beurt of de resterende tijd tot
de volgende beurt gedurende enkele
seconden. Als geheugensteuntje licht
het symbool C even op.
Als er binnen 1000 km onderhoud
vereist is, verschijnt de resterende
afstand tot de volgende beurt, de
afgelegde afstand sinds de laatste
beurt of de resterende tijd tot de
volgende beurt gedurende enkele
seconden. Als geheugensteuntje licht C continu op.
Achterstallige service wordt aange‐
duid met een bericht op het Driver
Information Center dat de overschre‐
den afstand aangeeft. C knippert
eerst en blijft vervolgens continu
branden totdat de service is verricht.
Service-interval resetten Na iedere servicebeurt moet de
service-indicator voor de beste
werking worden gereset. Het wordt
geadviseerd daarvoor de hulp van
een werkplaats in te roepen.
Doe het volgende, als u de service
zelf verricht:
● schakel het contact uit

Page 68 of 237

66Instrumenten en bedieningsorganen
● houd SET / CLR ingedrukt
● schakel het contact in, de afstandsaanduiding telt af
● laat wanneer het display =0
aangeeft SET / CLR los
Het symbool C verdwijnt.
Service-informatie oproepen De status van de service-informatie
kan te allen tijde worden opgevraagd
via het Info-Display. Druk op
Controleren in het menu Boordinstel‐
lingen. De service-informatie blijft
enkele seconden op het display
staan.
Info-Display 3 75.
Service-informatie 3 205.
Controlelampen
De beschreven controlelampjes zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze
beschrijving geldt voor alle instru‐ mentuitvoeringen. Afhankelijk van de
uitrusting kan de positie van de
controlelampjes verschillen. Bij het
inschakelen van de ontsteking lichten de meeste controlelampjes korte tijd
op bij wijze van functietest.
Betekenis kleuren controlelampjes:Rood:gevaar, belangrijke herinne‐ ringGeel:waarschuwing, aanwijzing,
storingGroen:inschakelbevestigingBlauw:inschakelbevestigingWit:inschakelbevestiging
Kijk naar alle controlelampjes op de
verschillende instrumentengroepen
3 62.
Richtingaanwijzers 1 brandt of knippert groen.
Brandt kort
De parkeerlichten worden ingescha‐
keld.
Knippert
De richtingaanwijzers of alarmknip‐
perlichten worden geactiveerd.
Snel knipperen: richtingaanwijzer of
bijbehorende zekering defect, rich‐
tingaanwijzer aanhanger defect.
Vervangen van lampen 3 176.
Richtingaanwijzers 3 86.
Gordelverklikker Gordelverklikker voor alle stoelen
a brandt of knippert rood op de
instrumentengroep samen met de
aanduiding op de dakconsole voor
elke veiligheidsgordel.

Page 207 of 237

Service en onderhoud205Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................205
Service-informatie ...................205
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............208
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................208Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, frequent stoppen en optrekken zoals bij taxi's en politie‐
voertuigen, ritten met een aanhanger, ritten in de bergen, ritten op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
lucht, ritten op grote hoogte en grote
temperatuurschommelingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden wellicht vaker dan met
het reguliere service-interval dat op
het service-display verschijnt wordenverricht. Raadpleeg een werkplaats voor aangepaste onderhoudssche‐
ma's.
Servicedisplay 3 65.

Page 214 of 237

212Technische gegevensAutogegevensAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Vereiste motoroliekwaliteit
Landengroepen 3 205
Landen in de landengroepen 1 t/m 3EB2FA
EB2ADT
EB2ADTD
EB2ADTS
EP6FADTXD
DV5RC
DV5RD
DV5RE
EP6FDTM
EB2DT
EC5F
DW10FC
DV6D
DV6FD
DV6FE
Originele Opel motorolieB71 2010 / B71 2312B71 2312
Motor EC5F: B71 2290, B71 2296 of B71 300 mogen ook worden gebruikt.
Landen behorend tot landengroep 4
alle motorenOriginele Opel motorolieB71 2302 / B71 2297
Motor EC5F: B71 2296 of B71 300 mogen ook worden gebruikt.

Page 215 of 237

Technische gegevens213Landen behorend tot landengroep 5alle motorenOriginele Opel motorolieB71 2297
MotorolieviscositeitswaardenLandengroepen 3 205
B71 2010B71 2312B71 2302B71 2297MotorolieviscositeitswaardeSAE 0W-20SAE 0W-30SAE 0W-30SAE 5W-30

Page 216 of 237

214Technische gegevensMotorgegevensMotoraanduidingEB2FAEB2ADTDEB2ADTSDV5RDVerkoopaanduiding1.21.2 T1.2 T1.5 DCilinderinhoud [cm3
]1199119911991499Motorvermogen [kW]55749675bij 1/min5750550055003500Koppel [Nm]118205230250bij 1/min2750175017501750BrandstofsoortBenzineBenzineBenzineDieselOctaangetal RON 1)2)aanbevolen959595–mogelijk989898–mogelijk919191–Bijkomende brandstofsoort––––1)
Eventuele andere informatie op een label op de tankvulklep heeft altijd prioriteit boven de motorspecifieke vereisten.
2) In sommige landen moet mogelijk een bepaalde brandstofkwaliteit (zoals brandstof met een bepaald octaangetal) worden gebruikt
voor de juiste werking van de motor.

Page 219 of 237

Technische gegevens217BrandstoftankBenzine, tankinhoud [I]44Diesel, tankinhoud [l]41
AdBlue-tank
AdBlue, tankinhoud [I]13
Bandenspanningswaarden
Auto met max. 3 inzittendenBij maximale beladingMotorBandenvoorachtervoorachter[kPa/bar] ([psi])[kPa/bar] ([psi])[kPa/bar] ([psi])[kPa/bar] ([psi])EB2FA185/65 R15,
195/55 R16,
205/45 R17
195/55 R16220/2,2 (32)210/2,1 (30)270/2,7 (39)290/2,9 (42)EB2ADTD,
EB2ADTS
DV5RD195/55 R16,
205/45 R17220/2,2 (32)210/2,1 (30)270/2,7 (39)290/2,9 (42)AlleCompact reservewiel 115/70 R15420/4,2 (60)420/4,2 (60)420/4,2 (60)420/4,2 (60)

Page 235 of 237

233QQuickheat ..................................... 98
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 228
REACH ....................................... 220
Regelbare instrumentenverlichting .............88
Regensensor ................................ 72
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 225
Remassistentie .......................... 122
Rem- en koppelingssysteem .......68
Rem- en koppelingsvloeistof ......208
Remmen ..................................... 172
Remvloeistof .............................. 172
Reservewiel ............................... 194
Richtingaanwijzers ................. 66, 86
Richtingaanwijzers voor ............. 178
Rolschermen ............................... 25
Ruiten ........................................... 22
Rijgedrag en aanhangertips ......165
Rijregelsystemen ........................122
Rijverlichting ................................ 72
S Schakelen ............................. 69, 115
Schakel motor uit ..........................68
Selectieve katalysatorreductie ....111
Service ............................... 100, 205Service-display ............................ 65
Service-indicatie ..........................68
Service-informatie ...................... 205
Sjorogen ...................................... 51
Sleutels .......................................... 8
Sleutels, sloten ............................... 8
Slimme toegang ...................11, 103
Sneeuwkettingen .......................189
Snelheidsbegrenzer ...................126
Snelheidsmeter ............................ 63
Software-update .........................223
SOS .............................................. 79
Sproeiervloeistof ........................172
Startbeveiliging ............................ 20
Starten en bedienen ...................102
Starthulp gebruiken ...................197
Stoelpositie .................................. 27
Stoelverwarming ........................... 30
Stop/Start-systeem .....................106
Storing ....................................... 117
Storingsindicatielamp ..................68
Stroomonderbreking ..................117
Sturen ......................................... 102
Stuurbedieningsknoppen .............55
Stuurwielverstelling ...................... 55
Symbolen ....................................... 4
Systeemcontrole ........................... 68T
Tanken ....................................... 164
Te laag brandstofpeil ...................71
Toerenteller ................................. 64
Trekken............................... 165, 199
Trekstang.................................... 165
Typeplaatje ................................ 210
U
Uitlaatfilter............................. 70, 110
Uitlaatgassen ............................. 110
Uitrol-brandstofafsluiter .............106
Uitstapverlichting .........................89
USB-poort ..................................... 59
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 188
Vaste luchtroosters ......................99
Veiligheidsgordels .......................31
Velgen en banden .....................185
Ventilatie ....................................... 91
Ventilatieopeningen ......................99
Vergrendelingssysteem ...............18
Verkeersbordherkenning ............158
Verlichting zonneklep ..................89
Vermoeidheidsdetectie ...............161
Versnellingsbakdisplay ..............114
Verstelbare luchtroosters ............. 99
Verwarmde spiegels ....................21