OPEL CROSSLAND X 2019.75 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 191 of 255
Verzorging van de auto1892.Til de pal omhoog en trek de stek‐
ker daarna naar achteren.
3. Klap de pal omlaag en neem de lamp uit het reflectorhuis.
4. Vervang de lamp en duw deze inhet reflectorhuis door het lipje in
positie te brengen.
5. Klap de pal omhoog en houd deze
in deze stand vast.
6. Bevestig de stekker aan de lamp en borg deze met de pal.
7. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslicht / dagrijlicht
Laat defecte led-lampen door een
werkplaats vervangen.
Led-koplampen
Koplampen voor groot licht en
dimlicht, zijmarkeringslichten, dagrij‐
lichten en richtingaanwijzers zijn
uitgevoerd met led-lampen en
kunnen niet worden vervangen.
Laat lichten bij eventuele storingen
door een werkplaats vervangen.
Mistlampen voor U kunt de lampen bereiken langs de
onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder naar links en verwijder deze uit het reflector‐huis.
Page 192 of 255
190Verzorging van de auto2. Klik de lamphouder los van destekker door op de borgnok te
drukken.
3. Vervang de lamp in de lamphou‐ der en klik deze weer vast aan destekker.
4. Plaats de lamphouder in het reflectorhuis door deze rechtsom
te draaien en zet deze vast.
Achterlichten
Afhankelijk van de versie zijn de
achterlichten en remlichten uitge‐
voerd als led's. Laat eventueel
defecte led's in een werkplaats
vervangen.Lichtmodule in de carrosserie
Lamphuis losnemen
1. Draai de twee bouten los waar‐ mee het lamphuis vastzit.
2.Demonteer het lamphuis door het
recht naar achteren te trekken.
3. Verwijder de lamphouder. a) Versie zonder led:
Draai de drie bouten los en eruit.
b) Versie met led:
Page 193 of 255
Verzorging van de auto191
Draai linksom uit het lamphuis los.
4. Verwijder de gloeilamp. a) Versie zonder led:
Eruit trekken en vervangen.
1 : achterlicht / remlicht
2 : richtingaanwijzer
b) Versie met led:
Recht uit de houder trekken en
vervangen.
Lamphuis bevestigen 1. Bevestig de lamphouder afhanke‐
lijk van de versie in de lichtmodule
en zet deze vast met de drie
bouten of bevestig de lamphouder van de richtingaanwijzer.
2. Bevestig de lichtmodule aan de carrosserie en zet deze vast met
de twee bouten.
Page 194 of 255
192Verzorging van de autoLichteenheid in de achterklepLamphuis losnemen
1. Til de afdekking in de achterklep op en neem deze weg.
2.Schroef de kunststof moer met de
hand los.
3. Trek de achterlichtmodule voor‐ zichtig uit de uitsparingen en
neem de module eruit.
4. Verwijder de lamphouder. a) Versie zonder led:
Druk de pal in om de lamphouder
te ontgrendelen en te verwijderen.
b) Versie met led:
Page 195 of 255
Verzorging van de auto193Draai de lamphouder achteruitrij‐
licht linksom uit de lichtmodule
los.
5. Lamp verwijderen. a) Versie zonder led:
Verwijderen en vervangen.
1 : achterlicht
2 : mistachterlicht of achteruitrij‐
licht
b) Versie met led:
Recht eruit trekken en vervangen.
Lamphuis bevestigen 1. Bevestig de lamphouder afhanke‐
lijk van de versie in de lichtmodule
of bevestig de lamphouder van
het achteruitrijlicht.2. Bevestig het lamphuis in de achterklep.
3. Zet het lamphuis vast met de kunststof moer.
4. Bevestig de afdekking op de achterklep.
Page 196 of 255
194Verzorging van de autoZijrichtingaanwijzers
Demonteer voor het vervangen van
de gloeilamp het lamphuis:
1. Schuif het lamphuis naar voren en
neem het aan de achterzijde los.
2. Draai de lamphouder linksom uit de behuizing.
3. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang deze.
4. Breng de lamphouder aan en draai deze rechtsom.
5. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en
steek de rechterkant erin.
Kentekenverlichting De kentekenverlichting is uitgevoerd
met LED-lampen en kan niet worden
vervangen. Laat defecte leds door
een werkplaats vervangen.
Interieurverlichting Laat de volgende lampjes vervangenin een werkplaats:
● interieurverlichting, leeslampjes
● bagageruimteverlichting
● instrumentenverlichting
Page 197 of 255
Verzorging van de auto195Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
De drie zekeringenkasten zitten in: ● motorruimte
● instrumentenpaneel
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.Voorzichtig
Vervang de zekering niet totdat de oorzaak van de storing is verhol‐
pen.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker. De trekker heeft twee zijden; elke
zijde is bestemd voor een bepaald
type zekeringen.
Plaats de zekeringtrekker op de zeke‐ ring en verwijder de zekering.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Maak het deksel los en verwijder het.
Page 198 of 255
196Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Ventilator klimaatregeling2–3Zekeringhouder carrosserie4–5Zekeringendoos onder het
instrumentenpaneel6Motorkoeling7Carrosserieregelmodule8Motorregeling brandstofpomp9Motormanagement10MotormanagementNr.Stroomkring11Motormanagement12Motorkoeling13Carrosserieregelmodule14Intelligente accusensor15–16Mistlampen17–18Groot licht rechts19Groot licht links20Motorregeling brandstofpomp21Startmotor22–23Startmotor24Trekhaak25Zekeringendoos onder het
instrumentenpaneel26Transmissieregelmodule27Carrosserieregelmodule28MotorregelmoduleNr.Stroomkring29Ruitenwisser voor30Carrosserieregelmodule
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Zekeringenkastinstrumentenpaneel
Zekeringenkast aan de linkerzijdevan het instrumentenpaneel
Page 199 of 255
Verzorging van de auto197Bij auto's met het stuurwiel links zit de
zekeringhouder achter een afdekking
in het instrumentenpaneel. Klik de
afdekking aan de zijkant los en verwij‐ der deze.Nr.Stroomkring1Binnenspiegel, uitlaatsysteem,
elektrische stuurbekrachtiging,
koppelingssensor, LPG, verstel‐
ling buitenspiegels, inductief
opladen2–3Trekhaak4ClaxonNr.Stroomkring5Ruitensproeierpomp voor /
achter6Ruitensproeierpomp voor /
achter7Verwarmd stuurwiel8Achterruitenwisser9–10Centrale vergrendeling11Centrale vergrendeling12Instrumentengroep13Klimaatregelsysteem, USB14OnStar15Instrumentengroep, klimaatre‐
gelsysteem16Rem, startmotor, vertraagde
uitschakeling stroom17Instrumentengroep18Geavanceerde parkeerhulp19Stuurkolommodule, regelmo‐
dule aanhanger20–Nr.Stroomkring21Diefstalalarmsysteem, startknop22Regensensor, frontcamera23Portiermodule24Geavanceerde parkeerhulp,
camera, Infotainment25Airbag26Stuurkolommodule27Diefstalalarmsysteem28–29Infotainment30–31Infotainment32Elektrische aansluiting voorin33–34Buitenspiegelverwarming,
portiermodule
Page 200 of 255
198Verzorging van de autoNr.Stroomkring35Instrumentengroep, lichtschake‐laar, geavanceerde parkeer‐
hulp, regelmodule transmissie36Instapverlichting, verlichting
zonneklep, verlichting hand‐
schoenenkastje
Zekeringenkast aan de
rechterzijde van het
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit de
zekeringenkast achter een afdekking
in het handschoenenkastje. Open het handschoenenkastje en verwijder het deksel. Verwijder de steun.
Nr.Stroomkring1Achterruitverwarming2Verwarmbare buitenspiegels3Elektrische ruitbediening voorin4Regelmodule bestuurderspor‐
tier5Elektrische ruitbediening
achterin6Stoelverwarming7–8Infotainment9–Nr.Stroomkring10Elektrische aansluiting achterin11–12–