OPEL GRANDLAND X 2018.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 1 of 283

Gebruikershandleiding

Page 2 of 283

Page 3 of 283

Inleiding......................................... 2
Kort en bondig ............................... 6
Sleutels, portieren en ruiten .........21
Stoelen, veiligheidssystemen ......46
Opbergen ..................................... 71
Instrumenten en
bedieningselementen ...................81
Verlichting .................................. 117
Klimaatregeling .......................... 127
Rijden en bediening ...................139
Verzorging van de auto ..............211
Service en onderhoud ................249
Technische gegevens ................253
Klantinformatie ........................... 264
Trefwoordenlijst ......................... 276Inhoud

Page 4 of 283

2InleidingInleiding

Page 5 of 283

Inleiding3Uw autogegevens
Voer hier de gegevens van de auto in
zodat ze gemakkelijk te vinden zijn.
Deze informatie is beschikbaar in de
hoofdstukken "Service en onder‐ houd" en "Technische gegevens",
alsmede op het typeplaatje.
Inleiding Uw auto is de intelligente combinatievan vernieuwende techniek, overtui‐
gende veiligheid, milieuvriendelijk‐
heid en zuinigheid.
In deze gebruikershandleiding vindt u alle informatie die u nodig hebt om uw
auto veilig en efficiënt te kunnen
bedienen.
Zorg ervoor dat uw passagiers ervan
op de hoogte zijn dat onjuist gebruik
van de auto een ongeval tot gevolg
kan hebben en dat er risico bestaat
voor persoonlijk letsel.
Houd u altijd aan de specifieke wetge‐ ving van het land waarin u zich
bevindt. Deze wetgeving kan afwijken
van de informatie in deze gebruikers‐
handleiding.Als u de beschrijving in deze handlei‐ ding negeert, kan dit van invloed zijn
op de garantie.
Wanneer we u in deze gebruikers‐
handleiding adviseren de hulp van
een werkplaats in te roepen, advise‐
ren we uw Opel Service Partner.
Elke Opel Service Partner biedt u
eersteklas service tegen redelijke prij‐ zen. Ervaren, door Opel geschoolde
specialisten werken volgens speciale
richtlijnen van Opel.
Houd het informatiepakket voor de
gebruiker altijd onder handbereik in
de auto.
Gebruik van deze handleiding
● Deze handleiding geeft een omschrijving van alle voor dit
model beschikbare opties en
functies. Mogelijk zijn bepaalde
omschrijvingen, waaronder die voor display- en menufuncties,niet op uw auto van toepassing
wanneer er sprake is van eenmodelvariant, afwijkende
landenspecificaties of speciale
uitrustingen of accessoires.
● In het hoofdstuk "Kort en bondig"
krijgt u een beknopt overzicht.
● De inhoudsopgave aan het begin
van de handleiding en in de
afzonderlijke paragrafen geeft
aan waar u de informatie die u
zoekt, kunt vinden.
● Met behulp van het trefwoorden‐ register kunt u specifieke infor‐
matie zoeken.
● In deze gebruikershandleiding worden linksgestuurde auto's
getoond. De bediening van
rechtsgestuurde auto's is verge‐ lijkbaar.
● In de gebruikershandleiding wordt de motoraanduiding
gehanteerd. De bijbehorende
marktaanduiding en productie‐
code vindt u in de paragraaf
"Technische gegevens".

Page 6 of 283

4Inleiding● Richtingaanduidingen in debeschrijvingen, zoals links,
rechts, voor of achter moeten
altijd met de blik in de rijrichting
worden gezien.
● Displays ondersteunen mogelijk uw specifieke taal niet.
● Displayteksten en opschriften in het interieur zijn vet gedrukt.
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig9 Gevaar
Teksten met de vermelding
9 Gevaar wijzen op een mogelijk
levensgevaar. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan levensge‐ vaar inhouden.
9 Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot
verwondingen leiden.Voorzichtig
Teksten met de vermelding
Voorzichtig wijzen erop dat de
auto mogelijk beschadigd kan
raken. Het niet naleven van deze
richtlijnen kan tot beschadiging
van de auto leiden.
Symbolen
Verwijzingen naar andere pagina's
worden aangeduid met 3. 3 betekent
"zie pagina".
Paginaverwijzingen en lemma's in de
index verwijzen naar de ingespron‐
gen koppen in de inhoudsopgave.
We wensen u vele uren autorijplezier. Uw Opel-team

Page 7 of 283

Inleiding5

Page 8 of 283

6Kort en bondigKort en bondigBasisinformatieAuto ontgrendelen
c indrukken om de auto te ontgren‐
delen. Open de portieren door aan de
handgrepen te trekken.
Druk op P om alleen de achterklep
te ontgrendelen.
Achterklep
Druk, na ontgrendeling, op de achter‐
klepknop en open de achterklep.
Handzender 3 22.
Centrale vergrendeling 3 24.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Achterklep 3 31.

Page 9 of 283

Kort en bondig7Stoelverstelling
Verstelling in de lengterichting
Aan handgreep trekken, stoel
verschuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te
schuiven om er zeker van te zijn dat de stoel vergrendeld is.
Stoelpositie 3 48.
Handmatige stoelverstelling 3 49.
Hoek van rugleuningen
Aan handwiel draaien. Bij het verstel‐
len de rugleuning niet belasten.
Stoelpositie 3 48.
Handmatige stoelverstelling 3 49.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog:stoel omhoogomlaag:stoel omlaag
Stoelpositie 3 48.
Handmatige stoelverstelling 3 49.

Page 10 of 283

8Kort en bondigZithoek
Druk op de schakelaar
boven:voorkant omhoogonder:voorkant omlaag
Stoelpositie 3 48.
Handmatige stoelverstelling 3 49.
Hoofdsteunverstelling
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen, vastklikken.
Hoofdsteunen 3 46.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in
gordelslot vastmaken. De veiligheids‐ gordel mag niet gedraaid zitten en
moet strak tegen het lichaam aanlig‐
gen. De rugleuningen mogen niet te
ver naar achteren hellen (maximaal
ca. 25°).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 48.
Veiligheidsgordels 3 54.
Airbagsysteem 3 58.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 290 next >