sensor OPEL INSIGNIA 2014 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 66 of 151

66NavigatieNavigatieAlgemene aanwijzingen...............66
Gebruik ........................................ 68
Invoer van de bestemming ..........75
Begeleiding .................................. 79Algemene aanwijzingen
Het navigatiesysteem zal u betrouw‐
baar naar uw bestemming leiden.
Kaartlezen is niet nodig, ook als u he‐ lemaal niet bekend bent met de be‐
stemming.
Bij de routeberekening wordt de hui‐
dige verkeerssituatie in beschouwing
genomen. Hiervoor ontvangt het Info‐ tainmentsysteem via RDS-TMC ver‐
keersberichten in het betreffende ont‐
vangstgebied.
Het navigatiesysteem kan echter
geen rekening houden met de actuele verkeerssituatie, recentelijk veran‐
derde verkeersregels en plotseling
optredende gevaren of knelpunten
(bijv. wegwerkzaamheden).Voorzichtig
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid cor‐
rect en oplettend aan het verkeer
deel te nemen. De relevante ver‐
keersregels moeten zonder uit‐
zondering in acht worden geno‐
men. Wanneer de routebegelei‐
ding tegen de verkeersregels in‐
gaat, moet u altijd de verkeersre‐
gels volgen.
Werking van het
navigatiesysteem
De positie en beweging van de auto
worden door het navigatiesysteem
met behulp van sensors gedetec‐
teerd. De afgelegde afstand wordt be‐ paald door het signaal van de snel‐
heidsmeter van de auto, de draaibe‐
wegingen in de bochten door een gy‐
rosensor. De positiebepaling vindt
plaats m.b.v. satellieten van het GPS (Global Positioning System).
Door vergelijking van de sensorsig‐ nalen met de digitale kaarten op de
kaart op de SD Card is het mogelijk
om de positie met een nauwkeurig‐
heid van ca. 10 meter te bepalen.
Het systeem werkt ook bij een slechte
GPS-ontvangst. Dit kan echter wel de nauwkeurigheid van de positiebepa‐
ling beïnvloeden.