OPEL INSIGNIA 2016.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 251 of 335
Verzorging van de auto2492. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Ontgrendel en trek de lamp uit de
stekker.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen van
het reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Richtingaanwijzers vooraan
1. Draai de kap naar links en verwij‐der deze.
2. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Ontgrendel en trek de lamphou‐ der uit de stekker.
4. Vervang de lamp en sluit de lamp‐
houder aan met de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom vastdraaien.
Page 252 of 335
250Verzorging van de autoZijmarkeringslicht/dagrijlichtHet zijmarkeringslicht/dagrijlicht be‐
staan uit LED's. Laat de LED's bij een
eventuele storing vervangen door
een werkplaats.
Mistlampen
U kunt de lampen bereiken langs de onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.
2.Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
3. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor en draai deze rechtsom vast.
Achterlichten
5-deurs hatchback/4-deurs sedan
1. Kap van binnenkant van bagage‐ ruimte halen.
Page 253 of 335
Verzorging van de auto2512. Drie kunststof bevestigingsmoe‐ren van binnen met de hand los‐
draaien.
3. Trek het achterlicht compleet voorzichtig uit de uitsparingen en
neem het eruit.
4. Draai de lamphouder linksom er‐ uit. Gloeilamp vervangen door er‐uit te trekken of te draaien:
Richtingaanwijzer 1
Mistachterlicht 2, alleen aan be‐
stuurderszijde
Achteruitrijlicht 3
Het achterlicht en het remlicht be‐
staan uit LED's. Laat de LED's bij
een eventuele storing vervangen
door een werkplaats.
5. Steek de gloeilamphouder in het achterlicht compleet en draai
deze rechtsom vast. Breng de
lichtmodule met de borgpennen in
de uitsparingen van de carrosse‐
rie aan en draai de kunststof be‐
vestigingsmoeren vanuit de bin‐
nenkant van de bagageruimte
vast. Afdekking sluiten.
Sports Tourer/Country Tourer
1. Maak de kap in de achterklep los en open deze.
Page 254 of 335
252Verzorging van de auto
2. Draai de drie kunststof moerenmet de hand los.
3. Trek het achterlicht compleetvoorzichtig uit de uitsparingen en
neem het eruit.
4. Draai de lamphouder linksom er‐ uit. Vervang de gloeilamp door
lostrekken:
Achteruitrijlicht 1
Richtingaanwijzer 2
Het achterlicht, het remlicht en het mistachterlicht bestaan uit LED's.
Laat de LED's bij een eventuele
storing vervangen door een werk‐
plaats.
5. Steek de gloeilamphouder in het achterlicht compleet en draai
deze rechtsom vast. Breng de
lichtmodule met de borgpennen in de uitsparingen van de achterklep
aan en draai de kunststof beves‐
tigingsmoeren vanuit de binnen‐ kant van de achterklep vast. Af‐
dekking sluiten.
Extra achterlichten in
achterklepframe
1. Open de achterklep.
2. Maak de kap in het zijbekledings‐ paneel los en verwijder deze.
Page 255 of 335
Verzorging van de auto253
3. Duw de lamphuis van binnen uitde zijbekledingspaneel.
4. Draai de kunststof moer linksomen verwijder deze van de lamp‐
houder.
5. Gloeilamp iets in lamphouder du‐ wen, linksom draaien, verwijderen
en nieuwe gloeilamp plaatsen.
Steek de kunststof moer in de
lamphouder door deze rechtsom
te draaien.
Achterlicht ( 1)
Richtingaanwijzer ( 2)
6. Steek de lamphouder in het ach‐ terklepframe. Sluit de kap in het
zijbekledingspaneel.
Zijrichtingaanwijzers Demonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:1. Schuif de lamp naar de linkerkant
ervan en haal deze aan de rech‐
terkant ervan los.
2. Draai de lamphouder linksom uit de behuizing.
Page 256 of 335
254Verzorging van de auto3. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
4. Breng de lamphouder aan en draai deze rechtsom.
5. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en
steek de rechterkant erin.
Kentekenverlichting
1. Schroevendraaier in lamphuis steken, opzij duwen en veer ont‐
grendelen.
2. Lamp naar beneden toe verwijde‐
ren, hierbij niet aan de kabel trek‐ ken.
3. Draai de lamphouder linksom uit de lampbehuizing.
4. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
5. Steek de lamphouder in de lamp‐ behuizing en draai deze
rechtsom.
6. Steek de lamp in de bumper en laat deze vastklikken.
Binnenverlichting
Interieurverlichting, leeslampjes
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Bagageruimteverlichting
Page 257 of 335
Verzorging van de auto2551. Lampelement met schroeven‐draaier loswerken.
2. Gloeilamp voorzichtig in de rich‐ting van de veerklem drukken en
verwijderen.
3. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lampelement aanbrengen.
Instrumentenverlichting Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Er kunnen zich wel drie zekeringhou‐
ders in de auto bevinden:
● linksvoor in de motorruimte
● aan de linkerzijde van het instru‐ mentenpaneel
● achter een deksel aan de linker‐ kant van de bagageruimte
Afhankelijk van de uitrusting van de
auto zijn de zekeringen in de zeke‐
ringhouders anders geplaatst, aange‐ geven door type A en type B in de ta‐bellen.
Type A betekent alle varianten 5-
deurs hatchback en 4-deurs sedan en
ook Sports Tourer of Country Tourer
met elektrisch bediende achterklep of
trekhaak of elektrische aansluitingen
achter.Type B betekent Sports Tourer of
Country Tourer zonder elektrisch be‐
diende achterklep, zonder trekhaak
en zonder elektrische aansluitingen
achter.
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Er zitten verschillende soorten zeke‐
ringen in de auto.
Page 258 of 335
256Verzorging van de auto
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herken‐
baar aan de gesmolten draad. Zeke‐
ring pas vervangen wanneer de oor‐
zaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Maak het deksel los, til het op en ver‐
wijder het.
Page 259 of 335
Verzorging van de auto257Nr.Stroomkring1Transmissieregelmodule2Motorregelmodule3–4–5Ontsteking/transmissieregelmo‐
dule/motorregelmodule6Voorruitwissers7–8Brandstofinspuiting/ontste‐
kingssysteem9Brandstofinspuiting/ontste‐
kingssysteem10Motorregelmodule11Lambdasonde12Startmotor13Sensor gasklepverwarming14Verlichting15Achterruitwisser16Vacuümpomp/luchtmassa‐
meter/water-in-brandstof‐
sensor/gelijkstroomomvormerNr.Stroomkring17Extra achterlichten (type B)18Adaptief rijlicht (AFL)19Adaptief rijlicht (AFL)20Brandstofpomp21Elektrische ruitbediening
achterin22ABS23Variabele stuurbekrachtiging24Elektrische ruitbediening voorin25Elektrische aansluitingen
(type A)
Extra achterlichten (type B)26ABS27Elektrische handrem28Verwarmbare achterruit29Elektr. stoelverstelling links30Elektr. stoelverstelling rechts31Airconditioning32Carrosserieregelmodule33Verwarmde voorstoelen
Page 260 of 335
258Verzorging van de autoNr.Stroomkring34Zonnedak (type A)
Achterklepvergrendeling
(type B)35Infotainmentsysteem (type A)
Achterklepvergrendeling
(type B)36–37Grootlicht rechts38Grootlicht links39–40–41Vacuümpomp42Koelventilator43Accu/gelijkstroomomvormer
(alleen bij auto's met een Stop/
Start-systeem)44Koplampsproeiers45Koelventilator46Klem 87/hoofdrelais47Lambdasonde48MistlampenNr.Stroomkring49Dimlicht rechts50Dimlicht links51Claxon52Ontsteking53Ontsteking/geventileerde voor‐
stoelen54Ontsteking55Elektrisch bediende ruiten/
inklapbare spiegels56Voorruitsproeiers57–58–59Dieselverwarming/emissiere‐
gelsysteem60Spiegelverwarming61Spiegelverwarming62Verwarmd stuurwiel (alleen
auto's zonder zekeringhouder in
bagageruimte)63Achterruitsensor64Adaptief rijlicht (AFL)Nr.Stroomkring65Extra pomp (alleen bij auto's met
Stop/Start-systeem)66Achterruitsproeier67Regelmodule brandstofsysteem68–69Accusensor70Regensensor71Accusensor
Sluit de klep van de zekeringhouder
na het vervangen van doorgebrande
zekeringen en klik deze dicht.
Wanneer u de klep van de zekering‐
houder niet goed sluit, kunnen er sto‐ ringen optreden.