OPEL INSIGNIA 2017 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Page 91 of 129
Inleiding....................................... 92
Basisbediening ............................ 99
Radio ......................................... 104
Cd-speler ................................... 111
Externe apparaten .....................114
Telefoon ..................................... 117
Trefwoordenlijst ......................... 126R300 Color / R400 Color
Page 92 of 129
92InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............92
Antidiefstalfunctie ......................... 93
Overzicht bedieningselementen ..94
Gebruik ........................................ 97Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders
opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten; via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Het digitale geluidssysteem heeft
diverse vooraf ingestelde equaliser-
modi, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een Telefoonportaal
waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel in de auto kunt gebrui‐
ken.
Daarnaast kan het Infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van het bedieningspaneel of de knoppenop het stuur.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het info‐
tainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u
het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
Page 93 of 129
Inleiding93kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐
systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet
worden. Hier moet u in het bijzon‐
der letten op eenrichtingsstraten,
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 94 of 129
94InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 95 of 129
Inleiding951X........................................... 97
Indien uitgeschakeld: druk
kort op: inschakelen
Indien ingeschakeld: druk
kort op: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 N
Druk op: naar de vorige
favorietenpagina bladeren
3 Beeldscherm
4 Softkeys
Favorieten: druk op:
selecteer favorieten;
indrukken en vasthouden:
zenders als favoriet
opslaan ............................... 105
Interactieve selectiebalk:
druk op: selecteer
corresponderende
schermtoets .......................... 995O
Druk op: naar de volgende
favorietenpagina bladeren
6 MENU
Centraal
bedieningselement voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 99
7 ;
Druk op: Startscherm
weergeven ............................ 99
8 BACK
Menu: een niveau terug ........99
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 99
9 v
Radio: druk kort op: naar
volgende station;
indrukken en vasthouden:
omhoog zoeken ..................104
Externe apparaten: druk
kort op: naar volgende
nummer; indrukken en
vasthouden: snel vooruit .....11510 d (indien uitgerust met cd-
speler)
Druk op: schijf uitwerpen
TONE (indien niet
uitgerust met cd-speler)
Druk op: geluidsinstellin‐
genmenu weergeven ..........111
11 t
Radio: druk kort op: naar
vorige station; druk lang
op: omlaag zoeken ............104
Externe apparaten: druk
kort op: naar vorige
nummer; indrukken en
vasthouden: snel achteruit ..115
12 MEDIA
Media activeren of naar
andere mediabron gaan ......115
13 RADIO
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...104
14 Cd-sleuf (indien uitgerust
met cd-speler)
Page 96 of 129
96InleidingAfstandsbediening op stuurwiel
1s
Druk op: telefoongesprek
aannemen ........................... 121
2 n
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........121
of mutefunctie activeren/
deactiveren ......................... 121
Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor een beschrijving van alle overige
knoppen.
1 N
Drukken: menu voor
selectie toepassing
weergeven; terugkeren
naar bovenliggend
menuniveau op het Driver
Information Center (zie
afbeelding hieronder)
2 P / Q
Kort indrukken:
menuopties op het Driver
Information Center selecteren
Lang indrukken: snel door
een lange contactenlijst
bladeren op het Driver
Information Center
3 9
Drukken: selectie op het
Driver Information Center
bevestigen
4 j
Drukken: toepassingsspe‐
cifiek hoofdmenu op het
Driver Information Center
weergeven
5 ! / # ..................................... 97
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
Page 97 of 129
Inleiding976k / l
Radio: volgende/vorige
favoriet selecteren op het
Driver Information Center .... 105
Media: volgende/vorige
track selecteren op het
Driver Information Center .... 112Bestuurdersinformatiecentrum:
Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 94
● audioknoppen op het stuurwiel 3 94
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai aan m. De actuele instelling
wordt weergegeven op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 101.
Page 98 of 129
98InleidingAutomatische volumeregeling
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 101
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.
Bedieningsmodi
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende golfbereiken.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 104.
CD-speler
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
cd-speler te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 111.Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 114.
Telefoon
Druk op ; om het Startscherm weer
te geven.
Selecteer TEL. om een Bluetooth-
verbinding tussen het Infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een
verbinding verschijnt het hoofdmenu
van de telefoonmodus.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 121.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Voor een
gedetailleerde beschrijving van het
opzetten en het tot stand brengen vaneen Bluetooth-verbinding tussen het
Infotainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 118.
Page 99 of 129
Basisbediening99BasisbedieningBasisbediening............................ 99
Geluidsinstellingen ....................100
Volume-instellingen ...................101
Systeeminstellingen ...................101Basisbediening
Instrumentenpaneel
MENU-knop
De knop MENU is een van de centrale
bedieningselementen voor de
menu's.Draaien: ● knop op het scherm of menuoptie
selecteren
● om door een lijst met menuopties
te bladeren
● om een instelwaarde te wijzigen
Let op
De geselecteerde optie is gemar‐
keerd.Indrukken: ● geselecteerde knop op het scherm of menuoptie activeren
● een gewijzigde instelwaarde bevestigen
● naar een andere insteloptie over‐
schakelen
● het toepassingsspecifieke submenu weergeven
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het selec‐
teren en activeren van een knop op
het scherm of een menuoptie
beschreven als "...selecteer <naam
van knop>/<naam van item>".
Home-toets
Druk op ; op het instrumentenpa‐
neel om het Startscherm te openen.
BACK-toets
Druk bij het navigeren door de menu's
op BACK om naar het naasthogere
menu terug te gaan.
Page 100 of 129
100BasisbedieningSoftkeys
Druk op een van de softkeys om de
favoriet of functieschermtoets direct
boven de betreffende softkey te acti‐
veren.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het selec‐
teren en activeren van een knop op
het scherm of een menuoptie
beschreven als "...selecteer <naam
van knop>/<naam van item>".
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu
kunnen de toonkarakteristieken
worden ingesteld. Stelt u deze in een van de menu's in, dan wordt dit auto‐
matisch ook voor alle overige bron‐
modi overgenomen. Het menu is
toegankelijk vanuit elk specifiek
hoofdmenu audio.
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Tooninstellingen .
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en druk op
MENU om Laag , Mid. of Hoog te acti‐
veren.
Draai aan MENU om de instelling te
regelen.
Druk op MENU om de instelling te
bevestigen.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en druk op
MENU om fade te activeren.
Draai aan MENU om de instelling te
regelen.
Druk op MENU om de instelling te
bevestigen.
Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en druk op
MENU om Bal. te activeren.
Draai aan MENU om de instelling te
regelen.
Druk op MENU om de instelling te
bevestigen.
Een geluidsstijl selecteren Blader door de lijst en druk op
MENU om EQ (Equalizer) te active‐
ren.
Deze opties bieden voor de muziek‐ stijl geoptimaliseerde voorkeurinstel‐
lingen voor lage, midden en hoge
tonen.
Draai aan MENU om door de verschil‐
lende opties te bladeren.
Druk op MENU om de geselecteerde
optie te bevestigen.