MPG OPEL INSIGNIA BREAK 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 138 of 361

136VerlichtingVerlichtingRijverlichting.............................. 136
Lichtschakelaar .......................136
Automatische verlichting .........137
Grootlicht ................................. 137
Grootlichtassistentie ................137
Lichtsignaal ............................. 138
Koplampverstelling ..................139
Koplampinstelling in het buitenland ............................... 139
Dagrijlicht ................................. 139
LED-koplampen .......................139
Alarmknipperlichten .................143
Richtingaanwijzers ..................143
Mistlampen voor ......................144
Mistachterlicht ......................... 144
Parkeerlichten ......................... 144
Achteruitrijlichten .....................145
Beslagen lampglazen ..............145
Binnenverlichting .......................145
Regelbare instrumentenverlichting .........145
Leeslampen ............................. 146
Verlichting zonneklep ..............147
Verlichtingsfuncties ....................147
Verlichting middenconsole ......147Instapverlichting ......................147
Uitstapverlichting .....................148
Ontlaadbeveiliging accu ..........148Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
AUTO:Automatische verlichting
schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en
koplamp8:Zijmarkeringslichten9:Dimlicht of grootlicht
Wanneer u de ontsteking inschakelt,
is de automatische verlichting actief.
Controlelamp 8 3 113.

Page 147 of 361

Verlichting145Bevestiging door een geluidssignaal
en de bijbehorende controlelamp van
de richtingaanwijzer.
Achteruitrijlichten Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact aanstaat en de
auto in de achteruitversnelling staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt na korte tijd vanzelf, om dit
te versnellen de verlichting inschake‐ len.Binnenverlichting
Regelbare
instrumentenverlichting
De helderheid van onderstaande
verlichting kan in de stand AUTO
worden afgesteld wanneer de licht‐ sensor merkt dat het donker is, of in
de stand 8 of 9.
● instrumentenverlichting
● Info-Display
● verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Druk op en draai aan A totdat de
gewenste helderheid is bereikt.
Binnenverlichting
De voorste en achterste interieurver‐
lichting worden bij het in- en uitstap‐
pen vanzelf ingeschakeld en doven
met enige vertraging.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags
geactiveerd worden gaat de vloer‐
verlichting automatisch aan.

Page 355 of 361

353BBagageruimte ........................ 28, 76
Bagageruimte-afdekking .............79
Bandenreparatieset ...................296
Bandenspanning .......................291
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 112, 292
Bandenspanningswaarden ........332
Baselevel-display........................ 114
Basisbediening ........................... 154
Batterijspanning .........................127
Bediening met display ................154
Bedieningselementen .................150
Bedieningsorganen ......................90
Bekerhouders .............................. 74
Bekleding .................................... 312
Beladingsinformatie .....................87
Beslagen lampglazen ................145
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 210
Beveiliging van de auto ................33
Binnenspiegels ............................. 39
Binnenverlichting ...............145, 283
Blindehoeksysteem ....................240
BlueInjection ............................... 193
Bluetooth-verbinding ..................168
Bochtverlichting .......................... 139
Bolle vorm .................................... 37
Boordgereedschap .....................289
Boordinformatie .........................126Brandstof.................................... 256
Brandstofmeter .......................... 105
Brandstof voor benzinemotoren 256
Brandstof voor dieselmotoren ...257
Buitenspiegels .............................. 37
Buitentemperatuur .......................94
Buitenverlichting .........................136
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 91
Conformiteitsverklaring ...............338
Connected Navigation ................163
Controlelampen ..................103, 107
Controle over de auto ................184
Controles .................................... 267
Cruise control ....................113, 210
D
DAB-berichten ............................ 159
Dagrijlicht ................................... 139
Dagteller .................................... 104
Dak ............................................... 43
Dakbelasting ................................. 87
Dakdrager .................................... 86
DEF ............................................ 193
Diefstalalarmsysteem ..................34
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 272
Dieseluitlaatvloeistof ...................193
Dimlicht of grootlicht ...................136Driepuntsgordel ........................... 57
Driver Information Center ...........114
E Een telefoon koppelen ................168
Een telefoon verbinden ..............168
Elektrisch bediende ruiten ...........40
Elektrische aansluitingen .............95
Elektrische handrem ...........109, 203
Elektrische handrem defect ........110
Elektrische stoelverstelling ..........50
Elektrische verstelling ..................37
Elektrisch systeem...................... 284
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...111
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 206
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............111
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............175
Elektronisch sleutelsysteem .........21
Erkenning van software ..............343
Event Data Recorders (EDR) .....347
F
FlexOrganizer .............................. 82
Frontaal airbagsysteem ...............62
Frontaanrijdingswaarschuwing ...223