OPEL INSIGNIA BREAK 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 11 of 329
Kort en bondig9Buitenspiegels
Selecteer de desbetreffende buiten‐
spiegel door op de toets voor de spie‐ gel links of rechts te drukken. Het led-
lampje in de toets geeft de selectie
aan.
Beweeg daarna de knop om de spie‐
gel te verstellen.
Bolronde buitenspiegels 3 38.
Elektrisch verstellen 3 38.
Inklapbare buitenspiegels 3 39.
Verwarmbare buitenspiegels 3 40.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij
stilstaande auto en ontgrendeld
stuurslot verstellen.
Airbagsysteem 3 60.
Page 12 of 329
10Kort en bondigOverzicht instrumentenpaneel
Page 13 of 329
Kort en bondig111Elektrische ruitbediening .......41
2 Buitenspiegels ......................38
3 Centrale vergrendeling .........25
4 Zijdelingse luchtroosters .....154
5 Cruisecontrol ......................185
Snelheidsbegrenzer ............187
Adaptieve cruisecontrol ......188
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 197
6 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht/groot
licht, grootlichtassistentie ....140
Omgevingsverlichting ......... 143
Parkeerlichten .....................141
Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
7 Instrumenten ...................... 103
Driver Information Center .... 114
8 Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
9 Head-updisplay ...................12210Wis-/wasinstallatie
voorruit,
koplampsproeiers, wis-/
wasinstallatie achter ............. 92
11 Middelste luchtroosters ......154
12 Alarmknipperlichten ...........139
13 Info-Display ......................... 120
14 Status-led alarmsysteem .....35
15 Elektronische
stabiliteitsregeling ...............182
Traction Control-systeem ...181
16 Handschoenenkastje ...........75
17 Bedieningselementen
voor display ......................... 120
18 Verwarming en ventilatie ....145
19 Stroomaansluiting .................96
20 Bedieningsorganen
Flexride ............................... 183
Parkeerhulp /
geavanceerde parkeerhulp 207
Lane Keep Assist ...............227
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 16321 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................176
Automatische
versnellingsbak ..................171
22 Elektrische parkeerrem .......178
23 Aan/uit-schakelaar ..............159
24 Stuurwiel instellen ................91
25 Claxon .................................. 92
26 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 241
27 Zekeringenkast ..................262
28 Lichtschakelaar ..................134
Koplampverstelling ............137
Mistlampen /
mistachterlichten ................140
Instrumentenverlichting ......141
29 Bediening head-updisplay ..122
Page 14 of 329
12Kort en bondigRijverlichtingAutomatisch dimlichtAUTO:Automatische verlichting
schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en
koplamp8:Zijmarkeringslichten9:Dimlicht of groot licht
Automatische verlichting 3 135.
Mistlampen voor 3 140.
Mistachterlicht 3 140.
Lichtsignaal, groot licht en
dimlichtLichtsignaal:Hendel naar u toe
trekkenGroot licht:Hendel van u af
duwenDimlicht:Hendel van u af
duwen of naar u
toe trekken
Groot licht 3 135.
Lichtsignaal 3 137.
Led-koplampen 3 138.
Grootlichtassistentie 3 138.
RichtingaanwijzersHendel
omhoog:richtingaanwijzer
rechtsHendel omlaag:richtingaanwijzer
rechts
Richtingaanwijzers 3 140.
Parkeerlichten 3 141.
Page 15 of 329
Kort en bondig13Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 139.
Claxon
j indrukken.
Wis-/wasinstallatie
VoorruitwissersHI:snelLO:langzaamINT:intervalwissen of automatisch
wissen met regensensorOFF:uit
Hendel omlaag in de stand 1x duwen
om wissers één slag te laten maken
wanneer de voorruitwisser uitgescha‐
keld is.
Voorruitwissers 3 92.
Wisserblad vervangen 3 248.
Page 16 of 329
14Kort en bondigVoorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
Wis-/wasinstallatie voor 3 92.
Sproeiervloeistof 3 244.
AchterruitwisserOFF:uitINT:onderbroken werkingON:continue werkingAchterruitsproeier
Hendel van u af duwen.
Er wordt sproeiervloeistof op de
achterruit gespoten en de ruitenwis‐
ser maakt enkele slagen.
Achterruitwisser en -sproeier 3 94.
Page 17 of 329
Kort en bondig15KlimaatregelingVerwarmbare achterruit
Om in te schakelen b indrukken.
Verwarmbare achterruit 3 43.
Verwarmde voorruit
Om in te schakelen , indrukken.
Verwarmde voorruit 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels
Met b bedient u ook de verwarmbare
buitenspiegels.
Verwarmbare buitenspiegels 3 40.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien, airconditioning
● á indrukken: aanjager schakelt
automatisch over op hogere snel‐
heid, de luchtstroom wordt op de voorruit gericht.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Schakel zo nodig de airco A/C in.
● Verwarming achterruit b inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen naar wens en op de zijruiten rich‐ten.
Airconditioning 3 145.
Page 18 of 329
16Kort en bondigRuiten ontwasemen en
ontdooien, elektronische
klimaatregeling
● Druk op à. Temperatuur en
luchtverdeling worden automa‐
tisch ingesteld, de aanjager
draait met een hoge snelheid.
● Airconditioning inschakelen: Druk op CLIMATE om het menu
klimaatregeling op het Info-
Display te openen en selecteer daarna A/C.
● Verwarming achterruit b inscha‐
kelen.
Elektronisch klimaatregelsysteem 3 149.
Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Achteruit: breng de auto tot stilstand,
trap het koppelingspedaal in, druk op
de knop op de schakelhendel en
schakel de versnelling in.
Handgeschakelde versnellingsbak
3 176.
Automatische versnellingsbakP:parkeerstandR:achteruitversnellingN:vrij (neutraal)D:Automatische modusM:handgeschakelde modus<:opschakelen]:terugschakelen
U kunt de keuzehendel uit P zetten
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en u het rempedaal intrapt. Druk op de ontgrendelknop om P of R in te
schakelen.
Automatische versnellingsbak
3 171.
Page 19 of 329
Kort en bondig17Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● Bandenspanning 3 266 en -staat
3 304.
● Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 242.
● Ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil,
sneeuw of ijs en gebruiksklaar.
● Juiste positie van spiegels 3 38, stoelen 3 48 en veilig‐
heidsgordels 3 58.
● Werking van remsysteem (bij lage snelheid), vooral bij vochtige
remmen.Motor starten
Contactslot
● Draai de sleutel naar stand 2.
● Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
● Handgeschakelde versnellings‐ bak: koppelings- en rempedaalintrappen.
Automatische versnellingsbak:
trap het rempedaal in en zet de
schakelhendel op P of N.
● Trap het gaspedaal niet in.
● Dieselmotoren: wacht tot het controlelampje ! voor voorver‐
warming dooft.
● Draai de sleutel in de stand 3 en
laat deze na het starten van de motor los.
Motor starten 3 161.
Om de sleutel vanuit stand 2 naar
stand 1 of 0 te draaien moet u de
sleutel zover mogelijk in de richting
van de stuurkolom insteken.
Page 20 of 329
18Kort en bondigAan/Uit-knop
● Handgeschakelde versnellings‐bak: koppelings- en rempedaalintrappen.
● Automatische versnellingsbak: trap het rempedaal in en zet de
schakelhendel op P of N.
● Trap het gaspedaal niet in.
● Toets Engine Start/Stop indruk‐
ken.
● Laat de toets los nadat de motor gestart is.
Motor starten 3 161.
Stop-startsysteem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en er aan bepaalde voorwaarden is
voldaan, wordt een autostop geacti‐
veerd.
Een Autostop wordt door de naald
aangegeven bij de AUTOSTOP-
stand in de toerenteller.
Stop/Start-systeem 3 163.
Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Trek altijd de handrem aan. Trek gedurende ongeveer
één seconde aan schakelaar
m en ga na of controlelamp
m oplicht.
De elektrische handrem is
aangetrokken wanneer contro‐
lelamp m oplicht 3 109.
● Zet de motor af.
● Als de auto op een vlakke ondergrond of een helling
(omhoog) staat, schakel dan de
eerste versnelling in of zet de
keuzehendel in stand P, voor‐
dat u de contactsleutel verwij‐
dert of bij auto's met een aan/
uit-knop het contact af zet. Op