bluetooth OPEL KARL 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 42 of 85

42TelefoonTelefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .
Voer een telefoonnummer in met het
toetsenblok in het telefoonhoofd‐
menu.
Druk op ⇦ of houd deze toets inge‐
drukt om een of meerdere ingevoerde
tekens te wissen.
Druk op v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel om het kiezen te
starten.
Het telefoonboek gebruiken Let op
Bij het koppelen van een mobiele te‐
lefoon aan het infotainmentsysteem
via Bluetooth wordt het telefoonboek van de mobiele telefoon automa‐
tisch gedownload 3 38.
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .
Selecteer Contacten in het telefoon‐
hoofdmenu.Snelzoeken 1. Selecteer u om een lijst met alle
contactpersonen weer te geven.
2. Blader door de lijst met contact‐ personen.
3. Druk op de contactpersoon die u wilt bellen. Er verschijnt een menumet alle telefoonnummers die
voor het geselecteerde contact
zijn opgeslagen.
4. Selecteer het gewenste telefoon‐ nummer om de oproep te starten.Zoekmenu
Als het telefoonboek veel contactper‐ sonen bevat, kunt u via het zoekmenu
de gewenste contactpersoon zoeken.Selecteer o in het menu Contacten
om het zoektabblad weer te geven.
De letters zijn alfabetisch gegroe‐
peerd op de schermtoetsen: abc, def ,
ghi , jkl , mno , pqrs , tuv en wxyz .
Gebruik ⇦ om een ingevoerde letters
te wissen.
1. Selecteer de knop met de eerste letter van de contactpersoon
waarnaar u wilt zoeken.
Bijvoorbeeld: Als de contactper‐
soon die u wilt zoeken met een 'g'
begint, selecteert u de knop ghi op
het scherm.
Alle contactpersonen verschijnen
die een van de letters op deze

Page 43 of 85

Telefoon43toets bevatten, in dit geval 'g', 'h'
en 'i'.
2. Selecteer de knop met de tweede
letter van de contactpersoon
waarnaar u wilt zoeken.
3. Blijf meer letters van de contact‐ persoon die u wilt zoeken invoe‐
ren totdat de gewenste contact‐
persoon verschijnt.
4. Druk op de contactpersoon die u wilt bellen. Er verschijnt een menu
met alle telefoonnummers die
voor het geselecteerde contact
zijn opgeslagen.
5. Selecteer het gewenste telefoon‐ nummer om de oproep te starten.Het volgende display verschijnt.Contactinstellingen
U kunt de contactenlijst op voor- of
achternaam sorteren.
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN om het betreffende
menu weer te geven.
Selecteer Bluetooth en vervolgens
Sorteervolgorde . Activeer de gewen‐
ste optie.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste
oproepen worden vastgelegd.
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .
Selecteer Oproephistorie in het tele‐
foonhoofdmenu.
Selecteer q voor uitgaande oproe‐
pen, r voor gemiste oproepen, s
voor binnenkomende oproepen en
p voor alle oproepen. De betreffende
oproeplijst wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste vermelding
om de oproep te starten.
Een nummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .

Page 44 of 85

44TelefoonSelecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het te‐
lefoonnummer of de naam van de bel‐
ler (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het betreffende menu weer te ge‐
ven. Er verschijnt een lijst met alle ge‐ koppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt
een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek ver‐
schijnt het hoofdmenu op het display.
Handsfree-modus tijdelijk
deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.

Page 45 of 85

Telefoon45Microfoon tijdelijk deactiveren
Activeer n om de microfoon uit te
schakelen.
Deactiveer n om de microfoon weer
te activeren.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer J om het gesprek te be‐
eindigen.
Voicemailbox U kunt uw voicemailbox via het info‐
tainmentsysteem bedienen.
Voicemailnummer
Druk op ; en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth. Blader door de
lijst en selecteer Voicemailnummers .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Kies de desbetreffende telefoon. Er
verschijnt een toetsenblok.
Voer het voicemailnummer van de
desbetreffende telefoon in.Voicemailbox bellen
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .
Selecteer t op het scherm. De voi‐
cemailbox wordt gebeld.
U kunt het voicemailnummer ook met
de telefoontoetsen invoeren.
Mobiele telefoons enCB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de mo‐
delspecifieke montagehandleiding en de gebruiksvoorschriften van de fa‐
brikant van de telefoon en de hands‐
free-carkit in acht genomen worden.
Anders kan de typegoedkeuring van
de auto vervallen (EU-richtlijn
95/54/EG).Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● Professioneel geïnstalleerde bui‐
tenantenne om het grootst mo‐
gelijke bereik te verkrijgen
● Maximaal zendvermogen 10 watt
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de Ge‐
bruikershandleiding, hoofdstuk
Airbagsysteem , in aanmerking.
Informatie inwinnen over de voor‐
ziene montageposities voor de bui‐
tenantenne of de toestelhouder en de mogelijkheden tot het gebruik van
toestellen met een zendvermogen
van meer dan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan wan‐
neer het maximale zendvermogen
van de mobiele telefoon niet groter is
dan 2 watt bij GSM 900 en niet groter
is dan 1 watt bij de andere types.

Page 48 of 85

48TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............32
Afbeeldingsbestanden ..................28
Afbeelding via USB activeren .......32
Algemene aanwijzingen ...........6, 37
Algemene informatie ..............28, 36
AUX ........................................... 28
Bluetooth ................................... 28
DAB ........................................... 25
Infotainmentsysteem ...................6
Smartphone-applicaties ............28
Telefoon .................................... 37
USB ........................................... 28
Antidiefstalfunctie ..........................7
Audio afspelen .............................. 30
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel ...................................... 8
Audiobestanden ........................... 28
Audio via AUX activeren ...............30
Audio via iPod activeren ...............30
Audio via USB activeren ...............30
Automatisch volume .....................17
AUX Algemene informatie .................28
Apparaat aansluiten ..................28
Audiomenu AUX........................ 30
B Basisbediening ............................. 14
Bediening...................................... 41Externe apparaten ....................28
Menu ......................................... 14
Radio ......................................... 21
Telefoon .................................... 41
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beginmenu ................................... 14
Bel Beltoon ...................................... 41
Functies tijdens het gesprek .....41
Inkomend gesprek ....................41
Telefoongesprek initiëren ..........41
Beltoon Beltoon wijzigen ........................41
Beltoonvolume .......................... 17
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ..............28
Audiobestanden ........................28
Filmbestanden........................... 28
Bluetooth Algemene informatie .................28
Apparaat aansluiten ..................28
Bluetooth-verbinding .................38
Koppelen ................................... 38
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 30
Telefoon .................................... 41
Bluetooth-verbinding ....................38

Page 49 of 85

49DDAB .............................................. 25
Digital Audio Broadcasting ...........25
Display-instellingen................. 32, 33
F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................23
Zenders opslaan .......................23
Favorietenlijst ............................... 23
Filmbestanden .............................. 28
Films afspelen .............................. 33
Film via USB activeren .................33
G
Gebruik ............................. 11, 21, 36
AUX ........................................... 28
Bluetooth ................................... 28
iPod ........................................... 28
Menu ......................................... 14
Radio ......................................... 21
Telefoon .................................... 41
USB ........................................... 28
Geluidsinstellingen .......................16
I
Infotainmentsysteem inschakelen 11
Intellitext ....................................... 25
iPod .............................................. 28
Apparaat aansluiten ..................28
iPod-audiomenu ........................30K
Koppelen ...................................... 38
M
Maximaal opstartvolume............... 17 Menubediening ............................. 14
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................45
Mute.............................................. 11
N Noodoproep .................................. 40
O Oproepenhistorie ..........................41
Overzicht bedieningselementen .....8
R
Radio Afstemmen op zender ...............21
DAB configureren ......................25
DAB-berichten ........................... 25
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 25
Favoriete lijsten ......................... 23
Frequentiebereik selecteren .....21
Gebruik...................................... 21
Inschakelen ............................... 21
Intellitext .................................... 25
Radio Data System (RDS) ........24
RDS configureren...................... 24Regio-instelling.......................... 24
Regionaal .................................. 24
Zender zoeken .......................... 21
Zenders ophalen .......................23
Zenders opslaan .......................23
Radio activeren............................. 21
Radio Data System (RDS) ........... 24
RDS .............................................. 24
Regio-instelling ............................. 24
Regionaal ..................................... 24
S Selectie van frequentiebereik .......21
Smartphone .................................. 28
Telefoonweergave ....................34
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 34
Snelkiesnummers .........................41
Spraakherkenning ........................36
Stemherkenning ........................... 36
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 30
Systeeminstellingen...................... 18
T
Telefoon Algemene informatie .................37
Beltoon selecteren ....................41
Bluetooth ................................... 37
Bluetooth-verbinding .................38
Een nummer invoeren ...............41

Page 52 of 85

52InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............52
Antidiefstalfunctie ......................... 53
Overzicht bedieningselementen ..54
Gebruik ........................................ 59Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de functies van de radiotuner
kunt u op verschillende favorietenpa‐
gina's een groot aantal zenders op‐
slaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. een iPod, USB-apparaten of an‐ dere externe apparaten; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Het digitale geluidssysteem heeft di‐
verse vooraf ingestelde equalizer‐
modi, waarmee u het geluid kunt op‐
timaliseren.
Ook is het infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐ bel in de auto kunt gebruiken.
Daarnaast kan het infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van
het bedieningspaneel of de knoppen
op het stuur.Indien uw mobiele telefoon dit onder‐ steunt, kan het systeem ook door
middel van spraakherkenning worden
bediend.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.

Page 59 of 85

Inleiding59GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU en menu's op het
display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het in‐ fotainmentsysteem 3 54
● audioknoppen op het stuurwiel 3 54
● de spraakherkenning 3 74
Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt in‐
geschakeld met X terwijl het contact
is uitgeschakeld, schakelt het na
10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen
Draai aan m; de actuele instelling ver‐
schijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 62.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 62
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van
het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen
de verschillende golfbereiken.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 65.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden extern apparaat te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 70.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een ver‐
binding verschijnt het hoofdmenu van de telefoonmodus.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 78.

Page 60 of 85

60InleidingAls er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bijbehorend menu. Voor een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het info‐
tainmentsysteem en een mobiele te‐
lefoon 3 76.

Page 71 of 85

Externe apparaten71Na het aansluiten op de USB-poortwerken de bovenvermelde apparaten
via de knoppen en menu's van het in‐ fotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers, USB-drives, iPods of smartphones
worden door het infotainmentsys‐
teem ondersteund.
Het infotainmentsysteem kan mu‐
ziekbestanden op USB-opslagmedia
of iPod/iPhone-producties afspelen.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat of IPod aan
op de USB-poort. Gebruik voor de
iPod de juiste aansluitkabel.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat of een iPod ver‐ schijnt er een bijbehorende foutmel‐ ding en schakelt het Infotainment‐
systeem automatisch terug naar de
vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat of de
IPod door een andere functie te se‐
lecteren en daarna het USB-opslag‐
medium te verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af‐
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
MTP-apparaatinstellingen
In het instellingenmenu kunt u aan‐ vullende instellingen aanpassen voor apparaten die via het MTP zijn aan‐
gesloten.
Druk in een actieve audiobron op
MENU , blader door de lijst en selec‐
teer Indstillinger (Settings) . Selecteer
Telefoonverbinding (alleen MTP) .
Als u wilt dat het apparaat alleen via
de USB-poort wordt opgeladen, moet u Alleen opladen activeren. Als u naar
de USB-audiobron omschakelt terwijl deze instelling is geactiveerd, wordt u
gewaarschuwd met een oplaadbe‐
richt.
Als u muziekbestanden wilt afspelen
die op het apparaat zijn opgeslagen,
moet u Alleen mappen met muziek
scannen of Alle mappen scannen ac‐
tiveren.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen PBAP,
HFP, A2DP en AVRCP ondersteu‐
nen, werken draadloos op het info‐
tainmentsysteem.
Het infotainmentsysteem kan de mu‐ ziekbestanden afspelen die op Blue‐
tooth-apparaten staan, zoals een
iPod of smartphone.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 76.
Bluetooth-apparatenlijst
Activeer de Bluetooth-audiobron,
druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Bluetooth-apparaten beheren
om naar de Bluetooth-apparatenlijst
te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-apparatenlijst
3 76.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 next >