USB OPEL KARL 2017.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 35 of 101

Externe apparaten35BringGoBringGo is een navigatieapp voor het
zoeken naar locaties, kaartweergave
en routebegeleiding.
De app downloaden
Voordat een BringGo met de bedie‐
ningsorganen en menu's van het Info‐ tainmentsysteem kan worden
gebruikt, moet de betreffende appli‐
catie op de smartphone worden geïn‐
stalleerd.
Download de app van App Store ®
of
Google Play Store.
Telefoonweergave activeren in het
instellingenmenu
Druk op ; om het startscherm weer
te geven en selecteer vervolgens Instellingen .
Blader door de lijst tot BringGo.
Zorg ervoor dat de applicatie is geac‐ tiveerd.
Mobiele telefoon verbinden
Sluit de smartphone aan op de USB-
poort 3 28.BringGo starten
Druk op ; om de app te starten en
selecteer het pictogram Nav.
Het hoofdmenu van de applicatie
verschijnt op het display van het Info‐
tainmentsysteem.
Raadpleeg voor nadere informatie
over het bedienen van de app de
instructies op de website van de fabri‐ kant.

Page 37 of 101

Navigatie37Na het invoeren van het bestem‐
mingsadres of een markant punt of
POI (dichtstbijzijnde tankstation,
hotel, enz.) wordt de route vanaf de
huidige locatie tot de geselecteerde
bestemming berekend.
De routebegeleiding vindt plaats door spraakmeldingen, een richtingspijl en
een meerkleurig kaartscherm.
Opmerkingen
TMC-verkeersinformatiesysteem en
dynamische routebegeleiding
Het TMC-verkeersinformatiesysteem
ontvangt van de TMC-radiozenders
alle actuele verkeersinformatie. Deze informatie wordt gebruikt bij het bere‐kenen van de volledige route. Daarbij
wordt de route zo gepland dat
verkeersknelpunten volgens de
vooraf ingestelde criteria worden
omzeild.
Is er een actueel knelpunt aanwezig
tijdens een actieve routebegeleiding,
dan vraagt het systeem - afhankelijk
van de vooraf gemaakte instellingen - of de route veranderd moet worden.De TMC-verkeersinformatie wordt op
het kaartscherm met symbolen weer‐ gegeven of verschijnt als gedetail‐
leerde tekst in het TMC-meldingen‐
menu.
Om de TMC-verkeersinformatie te
kunnen gebruiken moet het systeem
TMC-zenders in de relevante regio
ontvangen.
De TMC-stations kunnen in het navi‐
gatiemenu 3 37 worden geselec‐
teerd.
Kaartgegevens
Alle vereiste kaartgegevens zijn in het
infotainmentsysteem opgeslagen.
Voor updaten van de navigatiekaart‐
gegevens koopt u nieuwe gegevens
bij de Opel Dealer of op onze website
http://opel.navigation.com/. U
ontvangt een USB-apparaat met
daarop de update.
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort en volg de instructies op
het scherm. Tijdens de update moet
de auto ingeschakeld zijn.Let op
Tijdens de update blijft de auto
werken. Als de auto wordt uitge‐
schakeld, kan de update worden
onderbroken. De navigatietoepas‐
sing, Bluetooth en andere externe
apparaten werken niet totdat de
update voltooid is.
Gebruik
Druk op ; om de navigatiekaart weer
te geven en selecteer vervolgens het
pictogram Navigatie.

Page 52 of 101

52SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................52
Gebruik ........................................ 52Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om te
controleren of uw smartphone deze
functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken, moet de
smartphone op het infotainmentsys‐
teem zijn aangesloten via een USB-
kabel 3 28 of via Bluetooth 3 54.
Gebruik
Spraakherkenning activeren Houd g op het bedieningspaneel of
7w op het stuurwiel ingedrukt om een
spraakherkenningssessie te starten.
Er verschijnt een spraakbesturings‐
bericht op het scherm.
Zodra er een pieptoon heeft geklon‐
ken kunt u een commando uitspre‐
ken. Raadpleeg voor informatie overondersteunde commando's de
gebruiksaanwijzing van uw smart‐
phone.
Volume van gesproken commando's
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk op + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken
instructies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op xn op het stuurwiel. Het
spraakbesturingsbericht verdwijnt en de spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.

Page 54 of 101

54Telefoonmobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
De telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com vinden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Via het menu Bluetooth worden Blue‐
tooth-apparaten met het infotain‐ mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en infotainmentsysteem) en
verbonden.
Menu Bluetooth
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Bluetooth om het Blue‐
tooth-menu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Opmerkingen ● U kunt maximaal tien apparaten met het systeem koppelen.
● Er kan slechts één gekoppeld apparaat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is slechts één keer noodzakelijk, tenzij het apparaat
van de lijst met gekoppelde
apparaten wordt gewist. Als het
apparaat eerder verbonden was,
brengt het infotainmentsysteem
de verbinding automatisch tot
stand.
● Door de bediening van Bluetooth
wordt de accu van het apparaat
aanzienlijk belast. Sluit het appa‐ raat daarom aan op een USB-
poort, zodat het wordt opgela‐
den.
Een nieuw apparaat koppelen 1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor
nadere informatie verwijzen wij u
naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
2. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens Instellingen op het infodis‐
play.
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het betref‐
fende menu weer te geven.

Page 60 of 101

60TelefoonSelecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon .
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het betreffende menu weer te
geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het
display.
Handsfree-modus tijdelijk
deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.

Page 64 of 101

64TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............31
Afbeeldingsbestanden ..................28
Afbeelding via USB activeren .......31
Algemene aanwijzingen .....6, 36, 53
Algemene informatie ..............28, 52
Bluetooth ................................... 28
DAB ........................................... 26
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 36
Smartphone-applicaties ............28
Telefoon .................................... 53
USB ........................................... 28
Antidiefstalfunctie ..........................7
Audio afspelen .............................. 30
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel ...................................... 8
Audiobestanden ........................... 28
Audio via USB activeren ...............30
Automatisch volume .....................17
B Basisbediening ............................. 14
Bediening...................................... 57 Externe apparaten ....................28
Menu ......................................... 14
Navigatiesysteem ......................37
Radio ......................................... 22
Telefoon .................................... 57Bedieningselementen
Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Begeleiding .................................. 48
Beginmenu ................................... 14
Bel Beltoon ...................................... 57
Functies tijdens het gesprek .....57
Inkomend gesprek ....................57
Telefoongesprek initiëren ..........57
Beltoon Beltoon wijzigen ........................57
Beltoonvolume .......................... 17
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ..............28
Audiobestanden ........................28
Filmbestanden........................... 28
Bluetooth Algemene informatie .................28
Apparaat aansluiten ..................28
Bluetooth-verbinding .................54
Koppelen ................................... 54
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 30
Telefoon .................................... 57
Bluetooth-verbinding ....................54
BringGo ........................................ 34

Page 65 of 101

65CContacten ..................................... 42
D DAB .............................................. 26
Digital Audio Broadcasting ...........26
Display-instellingen................. 31, 33
F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................24
Zenders opslaan .......................24
Favorieten..................................... 42
Favorietenlijst ............................... 24
Filmbestanden .............................. 28
Films afspelen .............................. 33
Film via USB activeren .................33
G
Gebruik ....................... 11, 22, 37, 52
Bluetooth ................................... 28
Menu ......................................... 14
Navigatiesysteem ......................37
Radio ......................................... 22
Telefoon .................................... 57
USB ........................................... 28
Geluidsinstellingen .......................17
Gesproken begeleiding ................37
H Het navigatiesysteem activeren ...37I
Infotainmentsysteem inschakelen 11
Intellitext ....................................... 26
Invoer van de bestemming ..........42
K Kaarten ......................................... 37
Koppelen ...................................... 54
L Lijst met afslagen.......................... 48
M
Maximaal opstartvolume............... 17
Menubediening ............................. 14
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................61
Mute.............................................. 11
N
Navigatie Bestemmingsinvoer................... 42
Contacten .................................. 42
Favorieten ................................. 42
Huidige locatie........................... 37 Kaart manipuleren .....................37
Kaartupdate .............................. 36
Kaartvenster .............................. 37
Lijst met afslagen ......................48
Recente bestemmingen ............42
Routebegeleiding ......................48TMC-zenders...................... 36, 48
Verkeersincidenten ...................48
Noodoproep .................................. 56
Nuttige plaatsen............................ 42
O
Oproepenhistorie ..........................57
Overzicht bedieningselementen .....8
R Radio Afstemmen op zender ...............22
DAB configureren ......................26
DAB-berichten ........................... 26
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 26
Favoriete lijsten ......................... 24
Frequentiebereik selecteren .....22
Gebruik...................................... 22
Inschakelen ............................... 22
Intellitext .................................... 26
Radio Data System (RDS) ........25
RDS configureren...................... 25
Regio-instelling.......................... 25
Regionaal .................................. 25
Zender zoeken .......................... 22
Zenders ophalen .......................24
Zenders opslaan .......................24
Radio activeren............................. 22
Radio Data System (RDS) ........... 25
RDS .............................................. 25

Page 66 of 101

66Regio-instelling............................. 25
Regionaal ..................................... 25
Routebegeleiding .........................48
S Selectie van frequentiebereik .......22
Smartphone .................................. 28
Telefoonweergave ....................34
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 34
Snelkiesnummers .........................57
Spraakherkenning ........................52
Stemherkenning ........................... 52
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 30
Systeeminstellingen...................... 18
T
Telefoon Algemene informatie .................53
Beltoon selecteren ....................57
Bluetooth ................................... 53
Bluetooth-verbinding .................54
Een nummer invoeren ...............57
Functies tijdens het gesprek .....57
Hoofdmenu Telefoon ................57
Inkomend gesprek ....................57
Noodoproepen .......................... 56
Oproepenhistorie ......................57
Snelkiesnummer .......................57
Telefoonboek ............................ 57Telefoon activeren ........................57
Telefoonboek ................................ 57
Telefoonweergave ........................34
TMC-zenders ................................ 36
U
USB Afbeeldingenmenu USB ............31
Algemene informatie .................28
Apparaat aansluiten ..................28
Audiomenu USB........................ 30
Filmmenu USB .......................... 33
V Verkeersincidenten .......................48
Volume Automatisch volume ..................17
Beltoonvolume .......................... 17
Maximaal opstartvolume ...........17
Stiltefunctie................................ 11
Volume aanraakpiep .................17
Volume instellen ........................11
Volume TP ................................ 17
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ............................. 11
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............17
Volume aanraakpiep ....................17
Volume-instellingen ......................17
Volume TP .................................... 17Z
Zenders ophalen .......................... 24
Zenders opslaan ........................... 24
Zender zoeken.............................. 22

Page 86 of 101

86Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................86
Audio afspelen ............................. 88Algemene informatie
Er zit een USB-poort voor het aanslui‐ ten van externe apparaten op de
middenconsole.
Let op
U moet de USB-poort altijd schoon
en droog houden.
AUX-ingang
U kunt op de AUX-ingang extra appa‐
raten aansluiten.
Na het aansluiten op de AUX-ingang
wordt het audiosignaal van het rand‐
apparaat via de luidsprekers van het
infotainmentsysteem verzonden.
Het volume en de geluidsinstellingen
kunnen via het infotainmentsysteem
worden aangepast. Alle andere
bedieningsfuncties werken via het
randapparaat zelf.
Het Infotainmentsysteem kan muziekbestanden op randapparatuur weergeven.Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Gebruik de volgende kabel om hetrandapparaat op de AUX-ingang van
het infotainmentsysteem aan te slui‐
ten:
3-polig voor audiobron.
Ontkoppel het AUX-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het AUX-apparaat te verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3- speler, USB-opslagstation of smart‐
phone aansluiten.
Na het aansluiten op de USB-poort
werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het
infotainmentsysteem.

Page 87 of 101

Externe apparaten87Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Het Infotainmentsysteem kan
muziekbestanden op USB-opslagap‐ paratuur weergeven.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
MTP-apparaatinstellingen
In het instellingenmenu kunt u
aanvullende instellingen aanpassen
voor apparaten die via het MTP zijn
aangesloten.
Druk in een actieve audiobron op
MENU , blader door de lijst en selec‐
teer Indstillinger (Settings) . Selecteer
Telefoonverbinding (alleen MTP) .
Als u wilt dat het apparaat alleen via de USB-poort wordt opgeladen, moet u Alleen opladen activeren. Als u naar
de USB-audiobron omschakelt terwijl
deze instelling is geactiveerd, wordt u
gewaarschuwd met een oplaadbe‐
richt.
Als u muziekbestanden wilt afspelen
die op het apparaat zijn opgeslagen,
moet u Alleen mappen met muziek
scannen of Alle mappen scannen
activeren.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen PBAP,HFP, A2DP en AVRCP ondersteu‐
nen, werken draadloos op het info‐
tainmentsysteem.
Het Infotainmentsysteem kan
muziekbestanden op Bluetooth-
apparatuur weergeven.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 92.
Bluetooth-apparatenlijst
Activeer de Bluetooth-audiobron,
druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Bluetooth-apparaten beheren
om naar de Bluetooth-apparatenlijst
te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-apparatenlijst
3 92.
Bestandsindelingen
Er worden alleen apparaten onder‐
steund die zijn geformatteerd in de
FAT16/32 bestandssystemen.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 next >