OPEL KARL 2017 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Page 51 of 85
Inleiding....................................... 52
Basisbediening ............................ 61
Radio ........................................... 65
Externe apparaten .......................70
Spraakherkenning ........................74
Telefoon ....................................... 75
Trefwoordenlijst ........................... 82R300 BT
Page 52 of 85
52InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............52
Antidiefstalfunctie ......................... 53
Overzicht bedieningselementen ..54
Gebruik ........................................ 59Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de functies van de radiotuner
kunt u op verschillende favorietenpa‐
gina's een groot aantal zenders
opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten; via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Het digitale geluidssysteem heeft
diverse vooraf ingestelde equalizer‐
modi, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Ook is het infotainmentsysteem uitge‐ voerd met een telefoonportal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐
bel in de auto kunt gebruiken.
Daarnaast kan het infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van het bedieningspaneel of de knoppen
op het stuur.
Indien uw mobiele telefoon dit onder‐
steunt, kan het systeem ook door
middel van spraakherkenning worden
bediend.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het info‐
tainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u
het infotainment-systeem bedient.
Page 53 of 85
Inleiding53Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 54 of 85
54InleidingOverzicht bedieningselementenR300 BT
Page 55 of 85
Inleiding551X........................................... 59
Indien uitgeschakeld: druk
kort op: inschakelen
Indien ingeschakeld: kort
indrukken: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 RADIO
Activeren radio of wijzigen
golfband ................................ 65
3 MEDIA
Media activeren of naar
andere mediabron gaan ........72
4 t v
Radio: kort indrukken:
naar vorige of volgende
station; indrukken en
vasthouden: omlaag of
omhoog zoeken ....................65
Externe apparaten: kort
indrukken: naar vorige of
volgende nummer;
indrukken en vasthouden:
snel terug of vooruit ..............725PHONE
Kort indrukken:
telefoonmenu openen ...........75
6 BACK
Menu: één niveau terug ........61
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........61
7 MENU ................................... 61
Draaien: schermtoetsen of
menuopties markeren;
numerieke waarden instellen
Druk op: een gemarkeerde
schermtoets of menu-item
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; schakel naar
andere insteloptie; open
toepassingspecifiek menu
(indien beschikbaar)8 Softkeys
Favorieten: druk op:
selecteer favorieten;
indrukken en vasthouden:
zenders als favoriet
opslaan ................................. 66
Menu: indrukken:
desbetreffende
schermtoets selecteren .........61
9 FAV
Indrukken: favorietenbalk
weergeven ............................ 66
Page 56 of 85
56InleidingR300
Page 57 of 85
Inleiding571X........................................... 59
Indien uitgeschakeld: druk
kort op: inschakelen
Indien ingeschakeld: kort
indrukken: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 RADIO
Activeren radio of wijzigen
golfband ................................ 65
3 MEDIA
Media activeren of naar
andere mediabron gaan ........72
4 t v
Radio: kort indrukken:
naar vorige of volgende
station; indrukken en
vasthouden: omlaag of
omhoog zoeken ....................65
Externe apparaten: kort
indrukken: naar vorige of
volgende nummer;
indrukken en vasthouden:
snel terug of vooruit ..............725TONE
Geluidsinstellingenmenu
weergeven
6 BACK
Menu: één niveau terug ........61
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........61
7 MENU ................................... 61
Draaien: schermtoetsen of menuopties markeren;
numerieke waarden instellen
Druk op: een gemarkeerde
schermtoets of menu-item
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; schakel naar
andere insteloptie; open
toepassingspecifiek menu
(indien beschikbaar)
8 AUX-ingang9Softkeys
Favorieten: druk op:
selecteer favorieten;
indrukken en vasthouden:
zenders als favoriet
opslaan ................................. 66
Menu: indrukken:
desbetreffende
schermtoets selecteren .........61
10 FAV
Indrukken: favorietenbalk
weergeven ............................ 66
Page 58 of 85
58InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..75
of nummer bellen in
oproeplijst .............................. 78
of wissel tussen
gesprekken wanneer de
telefoonportal actief is en
er gesprekken in de wacht
staan: .................................... 78
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................... 74
2 SRC (bron)............................ 59
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 59
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 65
Bij actieve telefoonportal
en geopende oproeplijst:
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige
vermelding in oproeplijst te
selecteren ............................. 78
3 w
Volume verhogen ..................594─
Volume verlagen ...................59
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren .............78
of oproeplijst sluiten ..............78
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 74
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............59
Page 59 of 85
Inleiding59GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het info‐
tainmentsysteem 3 54
● audioknoppen op het stuurwiel 3 54
● de spraakherkenning 3 74
Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai aan m; de actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 62.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 62
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende golfbereiken.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 65.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden extern apparaat te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 70.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een
verbinding verschijnt het hoofdmenu
van de telefoonmodus.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 78.
Page 60 of 85
60InleidingAls er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bijbehorend menu. Voor een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het info‐
tainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 76.