OPEL MERIVA 2015.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 11 of 145

Inleiding11
CD 600

Page 12 of 145

12Inleiding
1;
Ga naar startpagina ..............17
2 SRCE (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
Cd/mp3-speler ......................32
USB ....................................... 35
AUX ....................................... 35
Bluetooth ............................... 35
AM ......................................... 25
FM ......................................... 25
DAB ....................................... 25
3 s
Radio: achteruit zoeken ........25
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ...............33
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ...............374Zendertoetsen 1...6
Lang indrukken: zender
opslaan ................................. 27
Kort indrukken: zender
selecteren ............................. 27
5 m
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 14
Draaien: volume
aanpassen ............................ 14
6 u
Radio: vooruit zoeken ...........25
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 33
Externe apparaten: track
vooruit overslaan ................... 37
7 AS 1/2
Kort indrukken: autostore-
lijst openen ............................ 27
Lang indrukken:
autostore-zenders
automatisch opslaan .............278 FAV 1/2/3
Favorietenlijst openen ...........27
9 TP
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen .......................... 28
10 d
Cd uitwerpen ......................... 33
11 CONFIG
Instellingenmenu openen ......22
12 INFO
Radio: informatie over
huidige zender
Cd/mp3/wma, externe
apparaten: informatie over
huidige track

Page 13 of 145

Inleiding13
13Multifunctionele knop
Draaien: menuopties
markeren of
alfanumerieke waarden
instellen ................................ 17
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; functie in-/
uitschakelen, audiomenu
openen .................................. 17
14 Cd-sleuf ................................. 33
15 BACK
Menu: een niveau terug ........17
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 17
16 Tone
Geluidsinstellingen openen ...20
17 PHONE
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 7318r
Cd/mp3/wma: start/pauze
weergave .............................. 33
Externe apparaten: start/
pauze weergave ...................37Audioknoppen op stuurwiel
1
qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..73
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................... 73
of actieve
spraakherkenning .................60

Page 14 of 145

14Inleiding
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ................73
of spraakdoorschakeling
activeren (indien
ondersteund door de
telefoon) ................................ 60
2 SRC (bron)
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 25
Bij actieve radio: hoger/
lager zetten om volgende/
vorige voorkeurszender te
selecteren ............................. 25
Bij actieve cd-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-track te selecteren ........33
Bij actief extern apparaat:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige track te
selecteren ............................. 37Bij actieve telefoon: hoger/
lager zetten om volgende/
vorige vermelding in
oproepenlijst te selecteren ....73
Bij actieve telefoon actief
en gesprekken in de
wacht: hoger/lager zetten
om tussen gesprekken te
schakelen .............................. 73
3 w
Volume verhogen ..................14
4 ─
Volume verlagen ...................14
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren .............73
of gesprekslijst sluiten ...........73
of mute in-/uitschakelen ........14
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 60Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen, een multifunctionele knop en menu's
op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenbord 3 8
■ bedieningsknoppen op het stuur 3 8
■ het spraakherkenningssysteem 3 60
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den alleen de meest rechtstreekse
manieren voor de menubediening
beschreven. In sommige gevallen
kunnen er andere opties zijn.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.

Page 15 of 145

Inleiding15
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt in‐ geschakeld door op X te drukken ter‐
wijl het contact is uitgeschakeld,
schakelt het na 10 minuten automa‐ tisch weer uit.
Volume instellen Draai aan X. De huidige instelling
verschijnt in een pop-up onderaan het
scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐
steld:
■ het maximale inschakelvolume 3 21
■ het volume voor verkeersberichten 3 21
■ het volume van de navigatieberich‐
ten 3 41Automatisch volume
Na inschakeling van het automati‐
sche volume 3 21 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u geen geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Mute
Druk op PHONE (wanneer de tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐
conden indrukken) om het geluid van
audiobronnen te onderdrukken.
Om de onderdrukking van het geluid
weer te annuleren: draai aan X of
druk opnieuw op PHONE (indien te‐
lefoonportaal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.Bedieningsstanden
Audiospelers
Druk steeds op SRCE om tussen de
hoofdmenu's AM, FM, CD, USB,
AUX, Bluetooth of DAB te wisselen.
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van:
■ Cd/mp3-speler 3 32
■ USB-poort 3 35
■ AUX-ingang 3 35
■ Audio via Bluetooth 3 35
■ AM-radio 3 25
■ FM-radio 3 25
■ DAB-radio 3 30
Navigatie
Druk op NAVI om de kaart van de na‐
vigatieapplicatie weer te geven.
Druk op de multifunctionele knop om
naar een submenu met opties voor
het invoeren van bestemmingen en
het structureren van een route te
gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 40.

Page 16 of 145

16Inleiding
Telefoon
Druk op PHONE om het telefoon‐
hoofdmenu met opties voor het invoe‐ ren of selecteren van nummers weer
te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de mobiele tele‐
foon 3 70.
Let op
Via de applicatie Snelle info wordt er
wellicht korte informatie over de au‐
diobronnen en de huidige navigatie‐ sessie weergegeven.

Page 17 of 145

Basisbediening17BasisbedieningBasisbediening............................ 17
Geluidsinstellingen ......................20
Volume-instellingen .....................21
Systeeminstellingen .....................22Basisbediening
Multifunctionele knop
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Draai aan de multifunctionele knop: ■ om een menuoptie te markeren
■ om een alfanumerieke waarde in te
stellen
Druk op de multifunctionele knop
(Navi 950 / Navi 650: druk op de bui‐
tenste ring):
■ de gemarkeerde optie te selecteren
of in te schakelen
■ om een ingestelde waarde te be‐ vestigen
■ om een systeemfunctie in of uit te schakelen
■ om het audio- of navigatiemenu met de betreffende applicatie te
openen
; -toets
Druk op ; om Homepage te openen.
Daarna kunt u met de multifunctio‐
nele knop naar de verschillende ap‐
plicaties gaan.
Draai aan de multifunctionele knop
om Meer onder aan het scherm te se‐
lecteren.

Page 18 of 145

18Basisbediening
Druk op de multifunctionele knop
(Navi 950 / Navi 650: druk op de bui‐
tenste ring) om de tweede
Homepage met andere applicaties
weer te geven.
Daarna kunt u met de multifunctio‐
nele knop naar de verschillende ap‐
plicaties gaan.
Let op
De meeste applicaties of applicatie‐
menu's zijn ook direct toegankelijk
met de toetsen op het instrumenten‐
bord.
BACK-toets
Druk op BACK om:
■ een menu of scherm af te sluiten ■ van een submenu naar het vol‐ gende, hogere menuniveau te gaan
■ het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen
Houd BACK enkele seconden inge‐
drukt om de hele invoer te wissen.
Voorbeelden van de
menubediening
Een schermelement selecteren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te ver‐ plaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
het/de gemarkeerde pictogram,
scherm of menuoptie te selecteren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op hetscherm of een menuoptie beschre‐
ven als &#34;...selecteer <naam van
knop>/<naam van item>&#34;.
Door lijsten scrollen
Als er meer menuopties in een lijst
beschikbaar zijn dan het scherm kan
bevatten, verschijnt er een schuifbalk.
Draai de multifunctionele knop
rechtsom om omlaag te scrollen en
linksom om omhoog te scrollen.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het schuiven
naar een lijst beschreven als
&#34;...schuif naar <naam van optie>&#34;.

Page 19 of 145

Basisbediening19
Een instelling aanpassen
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐
ling te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om de ingestelde waarde te bevestigen.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de stappen voor het instellen
beschreven als &#34;...zet <naam instel‐
ling> op...&#34;.
Een menuoptie activeren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te ver‐ plaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de menuoptie te activeren. Er ver‐
schijnt een vinkje of een puntje in het vakje of het rondje naast de betref‐
fende menuoptie.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het activeren
van een menuoptie beschreven als
&#34;...activeer <naam van optie>&#34;.
Een tekenreeks invoeren
Draai aan de multifunctionele knop
om het gewenste teken te selecteren.
Druk op de multifunctionele knop om
het betreffende teken in het invoer‐
veld bovenaan het scherm in te voe‐
ren.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist door op Del op het
scherm of BACK op het instrumen‐
tenpaneel te drukken. Door BACK in‐
gedrukt te houden wordt de complete invoer verwijderd.
Druk op de multifunctionele knop om
het geselecteerde teken te bevesti‐
gen.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de stappen voor het invoeren
van tekens beschreven &#34;...voer de
gewenste tekens in...&#34;.
Meldingen
Vóór het uitvoeren van een systeem‐
functie wordt u soms met een bericht
hierom gevraagd. Selecteer desge‐
vraagd één van de opties.

Page 20 of 145

20Basisbediening
Het selecteren en activeren van een
schermtoets in een berichtenfunctie werkt precies zoals beschreven voor
het selecteren van een optie in een
menu.
Geluidsinstellingen Druk op ; en selecteer dan Meer on‐
der aan het scherm. Selecteer Toon
op de tweede Homepage. Nu ver‐
schijnt het menu Geluidsinstellingen.Bass
Met deze instelling kunt u de lage fre‐quenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Pas de instelling naar wens aan.
Mid Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Pas de instelling naar wens aan.
Treble
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen ver‐ sterken of dempen.
Pas de instelling naar wens aan.
EQ-modus (EQ: equalizer)
Gebruik deze instelling voor een op‐ timaal geluid voor een specifieke mu‐
ziekstijl bijv. Rock of Klassiek .
Selecteer EQ. Er verschijnt een sub‐
menu met vooraf gedefinieerde ge‐
luidsstijlen.
Selecteer de gewenste klankstijl.
Als een van de vooraf gedefinieerde
geluidsstijlen wordt geselecteerd,
worden Bas, Midrange en Hoge
tonen vooraf door het systeem aan‐
gepast.
Als u een van de bovenstaande in‐
stellingen handmatig aanpast, wordt
EQ op Handb. ingesteld.
Fade en Balance
Wanneer Fader of Balans wordt ge‐
selecteerd, verschijnt er een afbeel‐
ding rechts op het scherm.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 150 next >