OPEL MERIVA 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 111 of 185

Radio111CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens RDS-opties.
TA-volume
Het volume van verkeersberichten
(TA) kan vooraf worden ingesteld
3 103.
RDS in-/uitschakelen
Zet optie RDS op Aan of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐ schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Verkeersmelding (TA)
Om de TA-functie permanent in of uit
te schakelen:
Zet optie Verkeersmelding (TA) op
Aan of Uit.
Regionalisatie in- en uitschakelen
(RDS moet voor regionalisatie zijn in‐ geschakeld)
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.
Zet optie Regionaal (REG) op Aan of
Uit .
Als regionalisatie is ingeschakeld,
worden er uitsluitend alternatieve fre‐
quenties (AF) met dezelfde regionale
programma's geselecteerd.
Als regionalisatie is uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties van
de desbetreffende zenders geselec‐
teerd onafhankelijk van regionale pro‐ gramma's.RDS-scrolltekst
Sommige RDS-zenders verbergen
de naam van het actuele programma
om aanvullende informatie te kunnen
tonen.
Voorkomen dat aanvullende informa‐ tie wordt weergegeven:
Geen rollende displaytekst op Aan
zetten.
Radio-tekst:
Als RDS is ingeschakeld en er een
RDS-zender wordt weergegeven,
verschijnt er onder de programma‐
naam informatie over het actuele pro‐ gramma en over de actuele muziek‐
track.
Om de informatie te tonen of te ver‐
bergen:
Zet optie Radio-tekst: op Aan of Uit.
Verkeersinformatie
(TP = Traffic Programme)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS- zenders die verkeersinformatie uit‐
zenden.

Page 112 of 185

112RadioVerkeersinformatie in- of
uitschakelen
Om de stand-by verkeersberichten‐
functie van het Infotainmentsysteem in- en uit te schakelen:
Druk op TP.
● Als verkeersinformatie is inge‐ schakeld, verschijnt [ ] in het ra‐
diohoofdmenu.
● Er worden alleen verkeersinfor‐ matiezenders weergegeven.
● Als de actuele zender geen ver‐ keersinformatiezender is, wordt
er automatisch naar de volgende verkeersinformatiezender ge‐
zocht.
● Wanneer een verkeersinforma‐ tiezender is gevonden, wordt
[TP] in het hoofdmenu van de ra‐
dio weergegeven.
● Verkeersberichten worden op het
van tevoren ingestelde TA-vo‐
lume 3 103 weergegeven.
● Als verkeersinformatie is inge‐ schakeld, wordt de cd-/mp3-
weergave voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel verkeersinformatie in en
draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag.
Verkeersberichten blokkeren
Om verkeersberichten te blokkeren,
bijv. tijdens afspelen van CD/MP3:
Druk op TP of de multifunctionele
knop om het annuleringsbericht op
het display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt onderbro‐
ken, maar verkeersinformatie blijft in‐
geschakeld.
EON (Enhanced Other Networks)
Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender waar‐
naar u luistert zelf geen verkeersin‐
formatie uitzendt. Als een dergelijke
zender is ingeschakeld, wordt net als
bij verkeersinformatiezenders TP op
het display in zwart weergegeven.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene aanwijzingen
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en ver‐
keersinformatie.

Page 113 of 185

Radio113● Zolang een bepaalde DAB-ont‐vanger een signaal van een zen‐
der op kan vangen (ook al is het
signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Er is fading (zwakker worden van
het geluid) dat typerend is voor
AM - of FM-ontvangst. Het DAB-
signaal wordt op een constant
volume weergegeven.
● Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden ge‐
interpreteerd, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit pro‐
bleem kan worden vermeden
door in het menu DAB-instellin‐
gen Automatische groeplinks en/
of Automatische links DAB-FM te
activeren.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-
en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
zwakt.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders. Als TP 3 110 geac‐
tiveerd is, worden er verkeersbe‐ richten van de momenteel best
ontvangbare FM-zender doorge‐
geven. Deactiveer TP als u niet
wilt dat de DAB-ontvangst door
FM-verkeersmeldingen wordt
onderbroken.DAB configureren
Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
In het configuratiemenu zijn de vol‐
gende opties beschikbaar:
● Automatische groeplinks : als
deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over op de‐
zelfde service van een ander
DAB-ensemble (frequentie in‐
dien beschikbaar) als het DAB-
signaal te zwak is om door de ra‐ dio te worden opgevangen.

Page 114 of 185

114Radio●Automatische links DAB-FM : als
deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over naar
een overeenkomstige FM-zen‐ der van de actieve DAB-service
(indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door
de radio te worden opgevangen.
● Dynamische geluidsaanpas. : als
deze functie geactiveerd is, wordt
het dynamische bereik van het
DAB-signaal gereduceerd. Dat houdt in dat het volume van hard geluid wel, maar dat van zacht
geluid niet wordt gereduceerd.
Daardoor kan het volume van het
Infotainment zo worden afgesteld dat zacht geluid goed hoorbaar is
zonder dat hard geluid te hard
klinkt.
● Frequentieband : na het selecte‐
ren van deze optie kan worden bepaald welke DAB-frequentie‐
bereiken door het Infotainment‐
systeem dienen te worden ont‐
vangen.

Page 115 of 185

Cd-speler115Cd-spelerAlgemene aanwijzingen.............115
Gebruik ...................................... 116Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over audio-
en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kun‐ nen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en
Form 2
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐
meo, Joliet)
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een an‐
der formaat zijn geschreven dan
hierboven vermeld niet correct
worden afgespeeld en dat hun
bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
Let op
ISO 13346 wordt niet ondersteund.
Wellicht moet u bij het branden van
een audio-cd als voorbeeld met Win‐
dows 7 handmatig ISO 9660 selec‐
teren.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte
manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's. Zie hieronder.

Page 116 of 185

116Cd-speler● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw'sworden mogelijk niet correct of
zelfs helemaal niet afgespeeld. In
dergelijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop audiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3 zijn opge‐
slagen) kunnen audiotrackge‐ deelte en de gecomprimeerde
bestanden separaat worden af‐
gespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de cd-speler bin‐nen in het apparaat vies maken
en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens dieop een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:
Aantal tracks: max. 999
Aantal mappen: max. 255
Diepte mapstructuur: max.
64 niveaus (aanbevolen: max.
8 niveaus)
Aantal afspeellijsten: max. 15
Aantal songs per afspeellijst:
max. 255
Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl
● In dit hoofdstuk wordt alleen het afspelen van mp3-bestanden be‐handeld, omdat de werking voor
mp3- en wma-bestanden het‐
zelfde is. Wanneer een cd met
wma-bestanden wordt geplaatst,
worden mp3-gerelateerde me‐
nu's weergegeven.Gebruik
Afspelen van een cd starten
Druk op CD om het cd- of mp3-menu
te openen.
Als er zich een cd in de cd-speler be‐
vindt, wordt deze automatisch afge‐
speeld.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐
komstig informatie over de cd en de
actuele track.

Page 117 of 185

Cd-speler117Cd plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het aanbrengen van een cd ver‐
schijnt er een cd-symbool op de bo‐
venste regel van het display.
Standaard paginaoverzicht
wijzigen
(alleen bij CD 300)
Tijdens het afspelen van een audio-
of mp3-cd: druk op de multifunctio‐
nele knop en selecteer Standaard‐
weergave cd-pagina of Standaard‐
weergave pagina mp3 .
Selecteer de gewenste optie.
Mapniveau wijzigen Druk op g of e om naar een hoger
of lager mapniveau te gaan.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op s of u .Snel vooruit of achteruit
Houd s of u ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Nummers selecteren met behulp
van het audio-cd- of mp3-menu
Tijdens het afspelen van een
audio-cd
Druk op de multifunctionele knop om
het audio-cd-gerelateerde menu te
openen.
Alle nummers willekeurig afspelen:
stel Tracks shuffelen in op Aan.
Een nummer op een audio-cd selec‐
teren: selecteer Trackslijst en selec‐
teer vervolgens het gewenste num‐
mer.
Tijdens het afspelen van een mp3-cd
Druk op de multifunctionele knop om
het mp3-gerelateerde menu te ope‐ nen.
Alle nummers willekeurig afspelen:
stel Tracks shuffelen in op Aan.
Een track uit een map of afspeellijst
selecteren: selecteer Playlists/
Mappen .

Page 118 of 185

118Cd-spelerSelecteer een map of afspeellijst en
selecteer vervolgens het gewenste
nummer.
Let op
Als een cd zowel audio- als
mp3-data bevat, kan de audiodata
worden geselecteerd via Playlists/
Mappen .
Voor het openen van een menu met
de extra opties voor het zoeken en
selecteren van tracks: selecteer
Zoeken . Welke opties beschikbaar
zijn, is afhankelijk van de op de MP3- CD opgeslagen gegevens.
Het doorzoeken van de mp3-cd kan
enkele minuten duren. Ondertussen
wordt de laatst ten gehore gebrachte
zender weergegeven.
Een cd verwijderen Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐
den automatisch weer naar binnen
getrokken.

Page 119 of 185

AUX-ingang119AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............119
Gebruik ...................................... 119Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een 3,5mm-
stekker aan te sluiten op de AUX-
ingang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de desbetref‐
fende audiobron worden bediend.

Page 120 of 185

120USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............120
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 120Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die op de USB-poort zijn
aangesloten, worden bediend via de bedieningselementen en menu's van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opmerkingen
De volgende apparaten kunnen op de USB-poort worden aangesloten:
● iPod
● Zune
● PlaysForSure-apparaat (PFD)
● USB-opslagapparaat
Let op
Niet alle modellen iPod, Zune, PFD
of USB-drive worden door het info‐
tainment-systeem ondersteund.Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐
sloten gegevensbronnen is in het al‐
gemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 116.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 190 next >