display OPEL MOKKA 2014 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 101 of 239

Radio101
Om de informatie te tonen of te ver‐
bergen:
Zet Radiotekst op Aan of Uit.TA-volume
Het volume van verkeersberichten
(TA) kan vooraf worden ingesteld
3 93.
Verkeersinformatie
(TP = Traffic Programme)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS-
zenders die verkeersinformatie uit‐ zenden.
Verkeersinformatie in- of uitschake‐
len
Om de stand-by verkeersberichten‐
functie van het Infotainmentsysteem
in- en uit te schakelen:
Druk op de TP-toets.
■ Is de radioverkeerinformatieservice
ingeschakeld, wordt in het zwart [ ]
weergegeven op het display (grijs
als de radioverkeerinformatieser‐
vice is uitgeschakeld).
■ Er worden alleen verkeersinforma‐ tiezenders weergegeven.■ Als de actuele zender geen ver‐ keersinformatiezender is, wordt er
automatisch naar de volgende ver‐
keersinformatiezender gezocht.
■ Wanneer een verkeersinformatie‐ zender is gevonden, wordt [TP] op
het display in zwart weergegeven.
Wordt er geen verkeersinformatie‐
zender gevonden, dan wordt TP in
grijs weergegeven.
■ Verkeersberichten worden op het van tevoren ingestelde TA-volume3 93 weergegeven.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt de cd-/mp3-weergave
voor de duur van het verkeersbe‐
richt onderbroken.Alleen naar verkeersberichten luiste‐
ren
Schakel verkeersinformatie in en
draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag.Verkeersberichten blokkeren
Om verkeersberichten te blokkeren,
bijv. tijdens afspelen van CD/MP3:Druk op de knop TP of de multifunc‐
tionele knop om het annuleringsbe‐
richt op de display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt onderbro‐
ken, maar verkeersinformatie blijft in‐ geschakeld.
EON (Enhanced Other Networks) Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender waar‐
naar u luistert zelf geen verkeersin‐
formatie uitzendt. Als een dergelijke
zender is ingeschakeld, wordt net als
bij verkeersinformatiezenders TP op
het display in zwart weergegeven.
Digital Audio Broadcasting Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.

Page 105 of 239

Cd-speler105
■ De volgende beperkingen zijn vantoepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus.
Maximaal aantal mp3/wma-
bestanden dat kan worden opge‐
slagen: 1000.
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 8, zijn aangemaakt.
Toepasbare afspeellijst-
extensies: .m3u, .pls.
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐
deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is.
Wanneer een cd met wma-bestan‐den wordt geplaatst, worden mp3-
gerelateerde menu's weergege‐
ven.
Gebruik
Afspelen van een cd starten
Duw de CD met de beschreven kant
naar boven zo ver in de CD-sleuf dat
deze naar binnen wordt getrokken.
Het afspelen van de CD start auto‐
matisch en het Audio-cd of Audio-
MP3 -menu wordt weergegeven.
Zit er al een CD in het apparaat, maar
is het Audio-cd of Audio-MP3 -menu
niet actief:
Druk op de CD/AUX-toets.
Het Audio-cd of Audio-MP3 -menu
wordt geopend en de CD-speler
wordt gestart.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐ komstig informatie over de cd en de
actuele track.
Een nummer selecteren Draai de multifunctionele knop om
een lijst met alle tracks op de cd weer te geven. Het nummer dat op dat mo‐
ment wordt afgespeeld, staat gese‐
lecteerd.
Selecteer de gewenste titel.
Naar de volgende of vorige track
gaan Druk de s - of u-toets een - of
meermaals kort in.

Page 112 of 239

112Digitale fotolijstDigitale fotolijstAlgemene informatie..................112
Gebruik ...................................... 112Algemene informatie
Met de functie Digitale fotolijst kunt u
uw favoriete foto's één voor één be‐
kijken op het display van het Infotain‐ mentsysteem.
U kunt uw favoriete foto's downloa‐ den van een USB-station dat met de
USB-poort 3 109 van het Infotain‐
mentsysteem is verbonden.
Er kunnen maximaal 10 foto's in het
geheugen van het Infotainmentsys‐
teem worden opgeslagen.
De foto's worden in de oorspronke‐
lijke verhouding (randen, indien no‐
dig, zijn zwart) en oriëntatie op het
display getoond.
Opmerkingen ■ De foto's die u wilt downloaden, moeten in de hoofddirectory (bijv.
"F:\") van het USB-station worden
opgeslagen.
■ Alleen de eerste 100 foto's (op volg‐
orde gesorteerd zoals opgeslagen
in de hoofddirectory van het USB-
station) worden aangeboden voor
downloaden.■ Alleen foto's in het standaard JPEG-formaat (bestandsexten‐
sies, bijv. .jpg of .jpeg) worden on‐
dersteund.
Voorbeeld: F:\myPicture.jpg, waar‐
bij F:\ de hoofddirectory is van het
USB-station.
■ De maximale ondersteunde resolu‐
tie van een foto is 12 megapixel.
De resolutie van foto's met hogere
resolutie wordt tijdens het downloa‐ den verlaagd.
De resolutie van foto's met lagere
resolutie wordt tijdens het downloa‐
den niet verhoogd en deze foto's
worden in het midden van het dis‐
play gecentreerd.
Gebruik
Foto's downloaden en/of
verwijderen
Verbind een USB-station waarop uw
favoriete foto's zijn opgeslagen, met
op de USB-poort 3 109 van het Info‐
tainmentsysteem.

Page 113 of 239

Digitale fotolijst113
Druk op de CONFIG-toets, selecteer
Displayinstellingen en vervolgens
Fotolijst . Het onderstaande menu
wordt weergegeven.
Selecteer Foto's toevoegen /
verwijderen om het onderstaande
menu te openen.
Het menu toont een lijst met de be‐
standsnamen van alle foto's (zie bo‐
venstaande beperkingen bij "Belang‐
rijke informatie") die in de hoofddirec‐
tory van het verbonden USB-station
zijn opgeslagen.
Als foto's reeds in het geheugen van
het Infotainmentsysteem zijn opge‐
slagen, worden de "oude" foto's eerst op het menu vermeld en aangegeven
met MEM ; zie onderstaande afbeel‐
ding.
Als u "oude" foto's wilt verwijderen, moet u de selectie ervan ongedaan
maken voordat u nieuwe foto's down‐ loadt.Selecteer max. 10 foto's die u wilt
downloaden naar (toevoegen aan)
het geheugen van het Infotainment‐
systeem of in dat geheugen opgesla‐ gen wilt laten.
Selecteer Bevestigen om het down‐
loaden en/of verwijderen te starten.
Er verschijnt een bericht dat laat zien hoeveel foto's zullen worden gedown‐
load en/of verwijderd.
Selecteer Doorgaan als u het down‐
loaden en/of verwijderen wilt starten.

Page 114 of 239

114Digitale fotolijst
Foto's weergevenFoto's die in het geheugen van het In‐
fotainmentsysteem zijn opgeslagen,
kunnen één voor één op het display
worden getoond.
Druk op de CONFIG-toets, selecteer
Displayinstellingen , Fotolijst en ver‐
volgens Fotokeuze . Het onder‐
staande menu wordt weergegeven.
Selecteer de foto die u op het display wilt weergeven.
Druk een aantal keren op de INFO-
toets totdat de momenteel geselec‐
teerde foto op het display wordt ge‐
toond.
Om een standaard Infotainmentsys‐
teem-menu nogmaals weer te geven
drukt u een toets op het Infotainment‐
systeem.
Zo lang een foto geselecteerd blijft in het Fotokeuze -menu, kan deze op elk
gewenst moment worden weergege‐
ven met behulp van de INFO-toets.

Page 117 of 239

Navigatie117
De kaart van de huidige locatie ver‐
schijnt op het display, zie "Informatie op het display" onderstaand.
Routebegeleidingsinstructies
Naast de visuele instructies op het
display (zie "Informatie op het dis‐
play" hieronder), krijgt u routebege‐
leidingsinstructies te horen, mits rou‐
tebegeleiding actief is.
Voor het vooraf instellen van het vo‐
lume van routebegeleidingsinstruc‐
ties, zie "Instellen van het navigatie‐
systeem" hieronder.
Om het volume van routebegelei‐
dingsinstructies aan te passen terwijl
u ze hoort, draait u aan de X VOL -
knop.
Voor het herhalen van de laatste rou‐ tebegeleidingsinstructie, drukt u op
de RPT / NAV -knop.Informatie op het display
Routebegeleiding niet actief
Als routebegeleiding niet actief is,
verschijnt de volgende informatie:
■ In de bovenste regel: tijd, straat‐ naam van huidige positie, buiten‐
temperatuur.
■ Adres en geografische coördinaten
van de huidige positie.
■ Kaartdisplay van het gebied rond de huidige positie.
■ Op de kaart: huidige positie gemar‐
keerd door een rode driehoek.
Een kompassymbool dat het noor‐
den aanduidt.
Als op de huidige positie geen
GPS-signaal beschikbaar is, wordt
een "GPS"-symbool met een kruis
erdoor weergegeven onder het
kompassymbool.
De actueel geselecteerde kaart‐
schaal (veranderen van de schaal:
draai de multifunctionele knop).
Let op
Voor de volledige kaartweergave op
NAV drukken.
Routebegeleiding actief
Als routebegeleiding actief is, wordt
de volgende informatie weergegeven (afhankelijk van de huidige Navigatie-
opties -instellingen, zie hoofdstuk
"Begeleiding" 3 141):

Page 118 of 239

118Navigatie
Informatie in de kopregel
■ Tijd
■ Afstand tot eindbestemming
■ Aankomsttijd of reistijd
■ Buitentemperatuur
Informatie op het pijldisplay ■ Een grote pijl die de te volgen rich‐ ting weergeeft.
■ Een kleine pijl die de eerstvolgende
aanwijzing weergeeft.
■ Afstand tot volgende kruising.
■ Te volgen straten die van de hui‐ dige straat afbuigen.■ Onder het pijlsymbool: de naam van de huidige straat die wordt ge‐
volgd.
■ Boven het pijlsymbool: de naam van de straat die na de volgende
kruising moet worden gevolgd.
■ Tijdens het rijden op een snelweg:
Rijrichting en afstand tot de vol‐
gende afrit die u moet nemen.
Afstanden tot het volgende par‐
keerplaats met voorzieningen, rust‐
plaats, knooppunten en/of afritten langs de snelweg.
■ Bij het naderen van een snelweg‐ knooppunt wordt informatie over
adviesrijstrook weergegeven:
Als de optie Rijstrookassistent is
geactiveerd in het Weergave
routegel. -menu (zie hoofdstuk "Be‐
geleiding" 3 141), wordt het vol‐
gende afbeeldingstype weergege‐
ven:

Page 119 of 239

Navigatie119
Informatie op de kaartweergaveAan de rechterkant van het display
wordt de volgende informatie weer‐
gegeven:
■ Een kompassymbool dat het noor‐ den aanduidt.
■ Als op de huidige positie geen GPS-signaal beschikbaar is (zie
hoofdstuk "Algemene informatie"
3 115), wordt een "GPS"-symbool
met een kruis erdoor weergegeven
onder het kompassymbool.
■ De actueel geselecteerde kaart‐ schaal (veranderen van de schaal:
draai de multifunctionele knop).
Op de kaart wordt de volgende infor‐
matie weergegeven:
■ De route als een blauwe lijn.
■ De huidige positie als een rode driehoek.
■ De eindbestemming als een finis‐ hvlag.
■ Verschillende symbolen (zie hoofd‐
stuk "Symbolenoverzicht" 3 152)
geven de verkeersinformatie weer
en algemene aanwijzingen of spe‐
ciale bestemmingen.Het navigatiesysteem instellen
Druk op de CONFIG-knop en selec‐
teer vervolgens Navigatie-
instellingen om een menu met instel‐
lingen voor navigatie te openen.
Navi-volume
De relatieve volumes van het naviga‐
tiebericht ( Bericht) en de geluidsbron
( Achtergrond ) tijdens een navigatie‐
bericht kunnen vooraf worden inge‐
steld.

Page 144 of 239

144Navigatie
Selecteer Dynamische routegel. voor
het activeren/deactiveren van de rou‐ tebegeleiding.
Als dynamische routebegeleiding is
geactiveerd:
Selecteer Opnieuw berekenen
automatisch als u wilt dat de route au‐
tomatisch opnieuw wordt berekend
wanneer er verkeersproblemen zijn.
Selecteer Opnieuw berekenen met
controle als u wilt dat de route alleen
opnieuw wordt berekend na bevesti‐
ging van het bijbehorende bericht.
Selecteer Instellingen overnemen
voor het activeren van de displayin‐
stellingen en het verlaten van het
menu.
Selecteer één of meerdere van de
volgende opties in het Routecriteria-
menu:
■ Snelwegen mijden
■ Tolwegen mijden
■ Tunnels mijden
■ Veren mijden
■ Wegen met tijdsbeperking
gebruiken
Weergave routegel.
De volgende opties zijn beschikbaar
voor het weergeven van de routebe‐
geleiding:
Met behulp van de Rijstrookassis‐
tent -optie kunt u bepalen welk afbeel‐
dingstype moet worden getoond wan‐
neer u een knooppunt van snelwegen nadert.
Als Rijstrookassistent wordt gedeac‐
tiveerd, wordt het volgende afbeel‐
dingstype getoond:

Page 145 of 239

Navigatie145
Als Rijstrookassistent wordt geacti‐
veerd, wordt het volgende afbeel‐
dingstype getoond:
Met de Pop-ups -optie kunt u selecte‐
ren of de routebegeleidingsinformatie van de navigatie moet worden weer‐
gegeven in popup-vensters bij andere bedieningsmodi ( bijv. radio). De infor‐
matie wordt verborgen na een inge‐
stelde tijd of door het indrukken van
de BACK -knop.
Selecteer Instellingen overnemen
voor het activeren van de displayin‐
stellingen en terugkeer naar het
Navigatie-opties -menu.
Kaartopties
Selecteer Kaartopties en daarna
Kaartoriëntatie voor het weergeven
van het volgende submenu:
Kiezen uit kaartoriëntatie noorden bo‐
ven of in rijrichting bij de kaartweer‐
gave.
Selecteer Kaartopties en daarna
Spec. bestemmingen tonen op kaart voor het openen van een submenu
met verschillende opties voor het al
dan niet weergeven van speciale be‐
stemmingen op de kaart.
Als Bepaald door gebruiker is gese‐
lecteerd, kan het type speciale be‐
stemmingen worden gedefinieerd die
moeten worden weergegeven, bijv.
restaurants, hotels, openbare gele‐
genheden, etc.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 next >