infotainment OPEL MOKKA 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 29 of 127

Radio29Volume voor verkeersberichten
Selecteer Verkeersvolume om het vo‐
lume van de verkeersberichten bij te
stellen. Het betreffende submenu ver‐ schijnt. Pas de instelling naar wens
aan.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel verkeersinformatie in en
draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag.
Verkeersberichten blokkeren
Een verkeersbericht blokkeren, bijv.
tijdens het afspelen van cd/mp3:
Druk op TP of selecteer Annuleren in
het TP-bericht.
Het verkeersbericht wordt geannu‐
leerd, maar de verkeersinformatie
blijft ingeschakeld.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.Algemene aanwijzingen
● DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v.
met de zendfrequentie.
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐
zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en ver‐
keersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐
der op kan vangen (ook al is het
signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager ge‐
zet om onaangename geluiden te
vermijden.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
Als het DAB-signaal te zwak voor
de ontvanger is, schakelt het sys‐
teem over op hetzelfde pro‐
gramma op een andere DAB- of
FM-zender.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
zwakt.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders. Als TP 3 27 geacti‐
veerd is, worden er verkeersbe‐ richten van de momenteel best
ontvangen FM-zender doorgege‐ ven. Deactiveer TP, als DAB-ont‐
vangst niet door FM-verkeersbe‐
richten moet worden onderbro‐
ken.

Page 31 of 127

Cd-speler31Cd-spelerAlgemene aanwijzingen...............31
Gebruik ........................................ 32Algemene aanwijzingen
Belangrijke informatie over audio- cd's en mp3/wma-cd's
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
Bestandsindelingen
Audio-cd's
De volgende CD-indelingen kunnen
worden gebruikt: CD-ROM Mode 1 en Mode 2; CD-ROM XA Mode 2,
Form 1 en Form 2.
Mp3-cd's
De volgende bestandsindelingen
kunnen worden gebruikt: ISO9660
Level 1, Level 2, (Romeo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA-be‐
standen die in een ander formaat zijn
geschreven dan hierboven vermeld
niet correct worden afgespeeld en dat hun bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
De volgende beperkingen zijn van
toepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Aantal tracks: max. 999
Aantal mappen: max. 255
Diepte mapstructuur:
max. 64 niveaus (aanbevolen:
max. 8 niveaus)
Aantal afspeellijsten: max. 15 Aantal songs per afspeellijst:
max. 255
Geschikte afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl

Page 34 of 127

34Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................34
Audio afspelen ............................. 36
Afbeeldingen weergeven .............37
Apps gebruiken ............................ 38Algemene informatie
Aansluitingen voor externe apparaten bevinden zich verborgen achter een
afdekking in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon en droog.
AUX-ingang
U kunt bijv. een iPod, smartphone of
een ander randapparaat met een
stekker van 3,5 mm op de AUX-in‐
gang aansluiten. Het Infotainment‐
systeem kan muziekbestanden op
randapparatuur weergeven.
Na het aansluiten op de AUX-ingang
wordt het audiosignaal van het rand‐
apparaat via de luidsprekers van het
Infotainmentsysteem verzonden.
Het volume kan via het Infotainment‐
systeem worden aangepast. Alle an‐
dere bedieningsfuncties werken via
het randapparaat zelf.Een apparaat aansluiten
Gebruik de volgende kabel om het
randapparaat op de AUX-ingang van
het Infotainmentsysteem aan te slui‐
ten:
3-polig voor audiobron.
Ontkoppel het AUX-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het AUX-apparaat te verwijderen.
USB-poort Een mp3-speler, USB-apparaat, iPodof smartphone kan worden aangeslo‐
ten op de USB-poort. Het Infotain‐
mentsysteem kan muziekbestanden
of afbeeldingen op randapparatuur
weergeven.
Na het aansluiten op de USB-poort werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het In‐
fotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers,
USB-drives, iPods of smartphones
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.

Page 35 of 127

Externe apparaten35Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het apparaat aan op de USB-
poort. Gebruik voor de iPod de juiste
aansluitkabel.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat of een iPod ver‐
schijnt er een bijbehorende foutmel‐ ding en schakelt het Infotainment‐systeem automatisch terug naar de
vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat of de
IPod door een andere functie te se‐
lecteren en daarna het USB-opslag‐
medium te verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af‐
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek, mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DP
en AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het Infotainmentsys‐
teem.
Het Infotainmentsysteem kan mu‐
ziekbestanden op Bluetooth-appara‐
ten, bijv. iPod of smartphone, weer‐
geven.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 68.
Bestandsindelingen Audiobestanden
Alleen apparaten die zijn geformat‐ teerd in de bestandssystemen
FAT32, NTFS en HFS+ worden on‐
dersteund.
Let op
Sommige bestanden worden wel‐
licht niet goed afgespeeld. Dit kan
worden veroorzaakt door een ander
opnameformaat of de staat van het
bestand.
Bestanden van online-winkels met digitaal rechtenbeheer (DRM) kun‐nen niet worden afgespeeld.De afspeelbare audiobestandsinde‐lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .m4a.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Afbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen
zijn .jpg, .jpeg, .bmp, .png en .gif.
De grootte van de bestanden mag
maximaal 2048 pixels in de breedte
en 2048 pixels in de hoogte zijn
(4MP).
Gracenote
De Gracenote database bevat infor‐
matie over momenteel verkrijgbare
mediadata.
Bij het aansluiten van externe appa‐
raten worden de tracks of bestanden
herkend door de Gracenote functie.
Als de normalisatiefunctie van Grace‐ note geactiveerd is, worden spelfou‐
ten in MP3 tag-data automatisch ge‐
corrigeerd. Hierdoor kunnen media‐
zoekresultaten beter worden.

Page 38 of 127

38Externe apparatenMenu AfbeeldingenSelecteer Menu onder aan het
scherm voor weergeven van het af‐
beeldingenmenu.
Hoofdmenu afbeeldingenviewer
Selecteer Hoofdmenu foto-viewer om
een lijst met alle afbeeldingenmap‐ pen weer te geven, zie bovenstaand.
Timer diavoorstelling
Selecteer Timer Diashow voor het
aanpassen van de tijd gedurende
welke een afbeelding in een diavoor‐
stelling verschijnt. Het betreffende
submenu verschijnt. Selecteer de ge‐ wenste optie.
Afbeeldingen in willekeurige volgorde Activeer Shuffle foto's voor het weer‐
geven van de afbeeldingen van een
diavoorstelling in willekeurige volg‐
orde.Apps gebruiken
De smartphone verbindenVerbind de smartphone als deze niet
met het Infotainmentsysteem verbon‐
den is:
● iPod/iPhone: verbind het appa‐
raat met de USB-poort 3 34.
● Android phone: breng een Blue‐
tooth-verbinding tot stand
3 68.
De app downloaden Let op
Voordat een goedgekeurde applica‐ tie kan worden bediend met de be‐
dieningselementen en de menu's
van het Infotainmentsysteem, moet
de betreffende app op de smart‐
phone geïnstalleerd zijn.
Download de gewenste app op uw smartphone vanuit de betreffende
app store.
De app starten
Druk op ; en selecteer de betref‐
fende smartphone app op het start‐
scherm.Er komt een verbinding met de appli‐
catie op de smartphone tot stand.
Het hoofdmenu van de app verschijnt
op het display van het Infotainment‐
systeem.

Page 39 of 127

Navigatie39NavigatieAlgemene aanwijzingen...............39
Gebruik ........................................ 40
Invoer van de bestemming ..........44
Begeleiding .................................. 53Algemene aanwijzingen
De navigatieapplicatie zal u op be‐
trouwbare wijze naar uw bestemming
begeleiden zonder dat u kaarten
hoeft te lezen.
Bij het berekenen van de route houdt het systeem rekening met de huidige
verkeerssituatie. Daarom ontvangt
het Infotainmentsysteem via RDS-
TMC de verkeersberichten in het des‐ betreffende ontvangstgebied.
De navigatieapplicatie kan echter
geen rekening houden met de actuele verkeerssituatie, recentelijk veran‐
derde verkeersregels en plotseling
optredende gevaren of knelpunten
(bijv. wegwerkzaamheden).Voorzichtig
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid cor‐
rect en oplettend aan het verkeer
deel te nemen. De relevante ver‐
keersregels moeten zonder uit‐
zondering in acht worden geno‐
men. Wanneer de routebegelei‐
ding tegen de verkeersregels in‐
gaat, moet u altijd de verkeersre‐
gels volgen.
Werking van de
navigatieapplicatie
De positie en beweging van de auto
worden door de navigatieapplicatie
met behulp van sensoren gedetec‐
teerd. De afgelegde afstand wordt be‐ paald door het signaal van de snel‐
heidsmeter van de auto en richting‐
veranderingen bij bochten door een
gyrosensor. De positie wordt bepaald
door de gps-satellieten (Global Posi‐ tioning System).
Door vergelijking van de sensorsig‐
nalen met de digitale kaarten is het mogelijk om de positie met een nauw‐
keurigheid van ongeveer 10 meter te bepalen.
Het systeem werkt ook bij slechte
GPS-ontvangst, maar de nauwkeu‐
righeid van de bepaling zal verminde‐
ren.
Na de invoer van het bestemmings‐
adres of een nuttige plaats (dichtstbij‐ zijnde tankstation, hotel, enz.) wordt

Page 43 of 127

Navigatie43Bestemmingsinformatie
Op een reis met viapunten wilt u wel‐
licht de route-informatie voor een via‐ punt in plaats van voor de eindbe‐
stemming weergeven.
Selecteer Routepunt/bestemming
wisselen om de instelling te wijzigen.
Er verschijnt een lijst met alle bestem‐
mingen in de momenteel actieve reis
met viapunten.
Activeer de informatie-instelling die u
wilt weergeven.
Positiegegevens
Huidige positie
Druk op de multifunctionele knop om
Navigatiemenu weer te geven. Selec‐
teer Info huidige positie .
Rechts op het scherm wordt de hui‐
dige positie weergegeven op de
kaart. Links staan de GPS-coördina‐
ten van de huidige positie.
Positie van bestemming
Als routebegeleiding actief is, kunt u informatie over de ingevoerde be‐
stemming weergeven.Druk op de multifunctionele knop om
Navigatiemenu weer te geven. Selec‐
teer Info positie bestemming .
Rechts op het scherm wordt de be‐
stemming weergegeven op de kaart.
Links staan het adres en de GPS-co‐
ordinaten van de huidige positie.
Een positie opslaan
U kunt de huidige positie of de positie
van een bestemming opslaan in het
adressenboek.
Selecteer Opslaan. Vind een gede‐
tailleerde beschrijving bij het opslaan van adressen in het adressenboek
3 44.
Route simuleren
Het Infotainmentsysteem heeft een
routesimulatiemodus voor testdoel‐
einden.
Druk op CONFIG om de simulatiemo‐
dus te starten en selecteer dan
Navigatie-instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Routesimulatie voor het betreffende
submenu.Startpositie
Aangezien de simulatiemodus de hui‐
dige positie van de auto niet ontleent
aan het GPS-signaal, moet er hand‐
matig een startpositie worden inge‐
steld.Laatste bekende positie gebruiken
Selecteer Laatst bekende positie
gebruiken om de laatste via GPS-sig‐
naal doorgegeven positie als start‐
punt te gebruiken.Vorige bestemming gebruiken
Selecteer Vorige bestemming
gebruiken om één van de laatste in‐
gevoerde bestemmingen als start‐
punt te gebruiken. De lijst met vorige bestemmingen verschijnt.
Selecteer het gewenste adres.Specifieke locatie gebruiken
Selecteer Speciale locatie gebruiken
om een specifieke locatie als start‐
punt te gebruiken.
Voer een adres in. Vind een gedetail‐
leerde beschrijving 3 44.
De simulatiemodus wordt gestart.

Page 46 of 127

46NavigatieSelecteer voor het handmatig weer‐
geven van overeenkomende vermel‐
dingen voor de ingevoerde gegevens
de betreffende schermtoets Lijst on‐
deraan het toetsenbord.
Selecteer Laatste 5 onder aan het
toetsenbord om de laatste vijf inge‐
voerde vermeldingen weer te geven.
Selecteer de gewenste vermelding uit
de lijst.
Selecteer zo nodig de bevestigings‐
toets onderaan het toetsenbord.
Speciale bestemmingen
Een markant punt is een specifieke
locatie die van algemeen belang kan
zijn, bijv. een tankstation, parkeer‐ plaats of restaurant.
De gegevens op het Infotainmentsys‐ teem bevatten een groot aantal
vooraf gedefinieerde POI's. Deze
worden aangeduid via bijbehorende
symbolen op de kaart.
U kunt deze POI's als bestemmingen voor de routebegeleiding selecteren.Zoekmenu
U kunt een POI met verschillende
zoeksjablonen selecteren.
Druk op DEST / NAV om het menu
Bestemming invoeren weer te geven
en selecteer dan Points of Interest om
het menu POI-lijst weer te geven.
Selecteer Categorie, Naam of
Telefoonnummer . De betreffende
zoeksjabloon verschijnt.
Vul de invoervelden in de betreffende
zoeksjabloon in.
Sjabloon Categorie zoeken
Selecteer het invoerveld Locatie om
een lijst weer te geven. Selecteer de
gewenste optie.Selecteer het invoerveld Categorie
om een lijst met POI-categorieën
weer te geven. Selecteer de gewen‐
ste categorie en een subcategorie uit de lijst.
Selecteer het invoerveld Sorteerme‐
thode om het betreffende submenu
weer te geven. Selecteer Op afstand
of Op naam .
Selecteer Zoeken onder aan het
scherm. Er verschijnt een lijst met
POI's of POI-categorieën aan de
hand van de ingevoerde criteria. Se‐
lecteer de gewenste menuoptie.Sjabloon Naam zoeken
Selecteer het invoerveld Land om
een lijst met alle beschikbare landen
weer te geven. Selecteer het gewen‐
ste land.
Selecteer het invoerveld voor de
straatnaam of de postcode om de lo‐
catie te specificeren. Er verschijnt
een toetsenbord. Voer de gewenste
naam of het gewenste nummer in.
Selecteer het invoerveld Sorteerme‐
thode om het betreffende submenu
weer te geven. Selecteer Op afstand
of Op naam .

Page 49 of 127

Navigatie49Breng uw wijzigingen aan en bevestiguw invoer. De wijzigingen worden inhet adresboek opgeslagen.
Telefoonboek U kunt adressen in het telefoonboek
van de verbonden mobiele telefoon
als bestemmingen selecteren.
Druk op DEST / NAV om het menu
Bestemming invoeren weer te geven
en selecteer dan Telefoonboek. Het
menu Zoeken in telefoonboek wordt
weergegeven.
Selecteer de gewenste eerste letter‐
groep om een voorselectie weer te
geven van de telefoonboekvermel‐
dingen die u wilt zien. Het telefoon‐
boek springt naar de positie van de
geselecteerde lettergroep.
Selecteer de gewenste vermelding in
het telefoonboek om het adres te to‐ nen dat hieronder is opgeslagen. Se‐ lecteer het adres.
Let op
Wanneer het Infotainmentsysteem
geen geldig adres kan vinden, wordt
u soms met een bericht hierom ge‐
vraagd.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer Begeleiding starten om de
routebegeleiding te starten.
Bestemming van kaart selecteren
U kunt bestemmingen (adressen of
POI's) ook via de kaart instellen.
Druk op NAV om de kaart weer te ge‐
ven.
Gebruik de knop met acht richtingen
om de kaart rondom de gewenste be‐ stemming te centreren. Er verschijnt
een rood v op de kaart en het betref‐
fende adres verschijnt op een label.
Druk op de multifunctionele knop om
Start te activeren.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer Begeleiding starten om de
routebegeleiding te starten.

Page 58 of 127

58SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................58
Gebruik ........................................ 59
Overzicht spraakcommando's .....62Algemene informatie
Geïntegreerde spraakherkenning De spraakherkenning van het Info‐
tainmentsysteem stelt u in staat om
diverse functies van het Infotainment‐
systeem met uw stem te besturen. De
spraakbesturing herkent comman‐
do's en cijferreeksen, ongeacht de
desbetreffende spreker. De instruc‐
ties en cijferreeksen kunnen zonder
pauze tussen de afzonderlijke woor‐ den worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐ mando's geeft de spraakherkenningvisuele en/of akoestische feedback
en wordt u gevraagd het gewenste commando te herhalen. Bovendienbevestigt de spraakherkenning be‐
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.
In het alegmeen zijn er verschillende
manieren voor het uitspreken van de commando's voor de taken. Voor de
meeste ervan, behalve het invoeren
van een bestemming en het stem‐
toetsenblok, is een enkel commando
voldoende.Ga als volgt te werk als voor de han‐
deling meer dan één commando no‐
dig is:
Geef in het eerste commando het te
verrichten type handeling aan, bijv.
"Navigatiebestemming invoeren".
Het systeem reageert met vragen die
u door een dialoog voor het invoeren
van de benodigde voeren. Zeg als er
een bestemming voor routebegelei‐
ding nodig is bijvoorbeeld "Navigatie" of "Bestemming invoeren".
Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐ ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
Ondersteunde talen ● Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschik‐
baar voor de spraakherkenning.
● Als de momenteel geselecteerde
displaytaal niet door de spraak‐
herkenning wordt ondersteund, is de spraakherkenning niet be‐
schikbaar.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 60 next >