audio OPEL MOKKA 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 91 of 127

Inleiding91GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een multifunctionele knop en menu's
op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● het bedieningspaneel op het In‐ fotainmentsysteem 3 88
● audioknoppen op het stuurwiel 3 88
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐ teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X VOL om het sys‐
teem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen Draai m VOL . De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐
schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
● het maximale inschakelvolume 3 95
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 95
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid gecompenseerd volume 3 95 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Stiltefunctie
Druk op 7/i (als de telefoonportal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken) om het geluid van audio‐
bronnen te onderdrukken.
Mutefunctie annuleren: draai m VOL
of druk opnieuw op 7 / i (indien te‐
lefoonportaal beschikbaar: enkele se‐ conden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO BAND om het radio‐
hoofdmenu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebe‐
reiken.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.

Page 92 of 127

92InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 97.
Audiospelers
Druk één of meerdere keren op AUX
om naar het hoofdmenu USB, iPod of AUX (indien beschikbaar) te gaan of
om tussen deze menu's te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● CD-spelerfuncties 3 106
● AUX-functies 3 109
● USB-poortfuncties 3 110
● Bluetooth-muziekfuncties 3 113
Telefoon
Druk kort op 7 / i om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 115.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐
teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 92.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Basisbediening Multifunctionele knop De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.Draai aan de multifunctionele knop:
● een menuoptie markeren
● een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ● de gemarkeerde optie selecteren
of inschakelen
● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uit‐ schakelen
Knop P BACK
Druk kortstondig op P BACK om:
● een menu te verlaten
● van een submenu naar het vol‐ gende, hogere menuniveau tegaan
● het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen
Houd P BACK enkele seconden in‐
gedrukt om de hele invoer te wissen.

Page 95 of 127

Inleiding95Wijzig de positie van de cursor in de
al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audioplayerbron afzonder‐
lijk de geluidskarakteristieken instel‐
len.
Druk op TONE om het geluidsinstel‐
lingenmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Fader .
Stel de gewenste waarde in.Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Stel de gewenste waarde in.
Een geluidsstijl selecteren Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer). Het EQ-instellingen -
menu verschijnt.
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeursinstellingen voor
de lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Eén instelling op "0" zetten
Selecteer de gewenste optie en druk
enkele seconden op de multifunctio‐
nele knop.
De waarde wordt teruggezet op "0".
Alle instellingen op "0" of "UIT"
zetten
Druk enkele seconden op TONE.
Alle waarden worden op "0" terugge‐
zet, de EQ-voorkeuzeinstelling wordt
op " UIT" gezet.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Autom. volumeregeling .
De functie Autom. volumeregeling
kan worden gedeactiveerd of de mate
van volumeaanpassing kan worden
geselecteerd in het getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.

Page 96 of 127

96InleidingMaximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Maximaal startvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Volume van verkeersberichten
aanpassen
Het volume van verkeersberichten
kan zodanig vooraf worden ingesteld dat het met het normale audiovolume toe- of afneemt.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen , RDS-
opties en vervolgens TA-volume.
Stel de gewenste waarde in.
Volume van de beltoon
aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Belvolume .Stel de gewenste waarde in.

Page 97 of 127

Radio97RadioGebruik........................................ 97
Zender zoeken ............................. 97
Autostore-lijsten ........................... 98
Favorietenlijst ............................... 98
Frequentiebereikmenu's ..............99
Radio Data System (RDS) .........102
Digital Audio Broadcasting ........104Gebruik
Radio activeren
Druk op RADIO BAND om het radio‐
hoofdmenu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecterenDruk één of meerdere malen op
RADIO BAND om het gewenste fre‐
quentiebereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van dat frequentiebereik wordt
weergegeven.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op s of u om de vorige
of volgende zender in het zenderge‐
heugen weer te geven.
Handmatig zender zoeken
Houd s of u ingedrukt. Laat de
betreffende toets los zodra de gewen‐ ste frequentie op de getoonde fre‐
quentieweergave bijna is bereikt.
De volgende ontvangbare zender
wordt opgezocht en automatisch af‐
gespeeld.
Let op
Handmatig zender zoeken: Als de
radio geen station vindt, schakelt hij
automatisch naar een gevoeliger
zoekniveau. Als er dan nog geen
station wordt gevonden, zal de laatst
actieve frequentie weer worden ge‐
kozen.
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er al‐
leen naar RDS-zenders 3 102 ge‐
zocht en als verkeersinformatie TP

Page 104 of 127

104RadioVerkeersberichten blokkeren
Een verkeersbericht blokkeren, bijv.
tijdens het afspelen van cd/mp3:
Druk op TP of de multifunctionele
knop om het annuleringsbericht op
het display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt geannu‐
leerd, maar de verkeersinformatie
blijft ingeschakeld.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.Algemene aanwijzingen
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en ver‐
keersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐
der op kan vangen (ook al is het signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager ge‐
zet om onaangename geluiden te
vermijden.
● Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden ge‐
interpreteerd, wordt de weergave geheel onderbroken. Dit pro‐
bleem kan worden vermeden
door in het menu DAB-instellin‐gen Automatische groeplinks en/
of Automatische links DAB-FM te
activeren.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-
en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
zwakt.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders. Als TP 3 102 geac‐
tiveerd is, worden er verkeersbe‐
richten van de momenteel best ontvangbare FM-zender doorge‐
geven. Deactiveer TP, als DAB-
ontvangst niet door FM-verkeers‐ berichten moet worden onder‐
broken.

Page 105 of 127

Radio105DAB configureren
Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
In het configuratiemenu zijn de vol‐
gende opties beschikbaar:
Automatisch ensemble koppelen
Wanneer deze functie geactiveerd is, schakelt het systeem over op de‐
zelfde service van een ander DAB- ensemble als het DAB-signaal te
zwak is om door de radio te worden
opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Automatisch koppelen DAB-FM
Als deze functie ingeschakeld is, schakelt het systeem over naar een
overeenkomstige FM-zender van de
actieve DAB-service als het DAB-sig‐ naal te zwak is om door de radio te
worden opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Dynamisch audioaanpassing
Als deze functie geactiveerd is, wordt
het dynamische bereik van het DAB-
signaal gereduceerd. Dat houdt in dathet volume van hard geluid wordt ge‐
reduceerd en dat van zacht geluid
wordt verhoogd. Daardoor kan het
volume van het Infotainmentsysteem
zo worden afgesteld dat zacht geluid
goed hoorbaar is zonder dat hard ge‐ luid te hard klinkt.
Zet de functie op Aan of Uit.
Bereik selecteren
Selecteer Bandkeuze om het betref‐
fende menu weer te geven.
Om te definiëren welke DAB-golfbe‐
reiken door het Infotainmentsysteem
moeten worden ontvangen, activeert
u één van de opties:
L-band : 1452 - 1492 MHz, grond- en
satellietradio
Band III : 174 - 240 MHz, grondradio
Beide

Page 106 of 127

106Cd-spelerCd-spelerAlgemene aanwijzingen.............106
Gebruik ...................................... 107Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
OpmerkingenVoorzichtig
Plaats in geen geval single-cd's
met een diameter van 8 cm of spe‐ ciaal vormgegeven cd's in de au‐
diospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kun‐ nen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en
Form 2
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO 9660 Level 1, Level 2 (Ro‐
meo, Joliet)
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een an‐
der formaat zijn geschreven dan
hierboven vermeld niet correct
worden afgespeeld en dat hun
bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's (zie hieronder).
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's worden mogelijk niet correct ofzelfs helemaal niet afgespeeld. In
dergelijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.

Page 107 of 127

Cd-speler107● Bij Mixed-Mode-CD’s (waaropaudiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3 zijn opge‐
slagen) kunnen audiotrackge‐
deelte en de gecomprimeerde
bestanden separaat worden
afgespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de cd-speler bin‐nen in het apparaat vies maken
en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen gelden
voor mp3/wma-cd's:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2)
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die
op een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:
Aantal nummers: max. 999 Aantal tracks per mapniveau:
max. 512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Let op
Dit hoofdstuk beschrijft alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden, aange‐
zien het werken met mp3- en wma- bestanden hetzelfde is. Bij het laden van een cd met wma-bestanden ver‐ schijnen er mp3-gerelateerde me‐
nu's.
Gebruik
Cd afspelen starten
Druk één of meerdere keren op CD
om naar het hoofdmenu Cd of Mp3 te
gaan.
Als er zich een cd in de cd-speler be‐ vindt, wordt deze automatisch afge‐
speeld.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen ver‐
schijnt er op het display verschillende informatie over de cd en de huidige
muziektrack.
Cd plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het plaatsen van een cd ver‐ schijnt 0 op het display.

Page 108 of 127

108Cd-spelerNaar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op s of u .
Snel vooruit of achteruit Druk op s of u en houd deze in‐
gedrukt om de huidige track snel
vooruit of snel achteruit te spoelen.
Tracks selecteren met behulp van het audio-cd-menu
Druk op de multifunctionele knop om
de Cd-menu te openen.Tracks shuffelen
Alle tracks in willekeurige volgorde af‐ spelen: stel deze functie in op Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 2 in het betreffende
hoofdmenu.
Herhalen
Een track steeds opnieuw beluiste‐
ren: stel deze functie in op Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 1 in het betreffende
hoofdmenu.
Tracklijst
Een nummer op een cd selecteren:
selecteer Tracklijst en selecteer ver‐
volgens de gewenste track.
Mappen
Een track uit een map selecteren: se‐
lecteer Mappen . Er verschijnt een lijst
met alle opgeslagen mappen op de
cd.
Selecteer één van de mappen en se‐ lecteer vervolgens de gewenste
track.Let op
Deze menuoptie is alleen beschik‐
baar als er een mp3 cd wordt ge‐
plaatst.
Zoeken…
Voor het openen van een menu voor
het zoeken en selecteren van tracks:
selecteer Zoeken….
Selecteer één van de categorieën en selecteer vervolgens de gewenste
track.
Let op
Deze menuoptie is alleen beschik‐
baar als er een mp3 cd wordt ge‐
plaatst.
Een cd verwijderen
Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐
den automatisch weer naar binnen
getrokken.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 next >