OPEL MOKKA X 2018 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 71 of 261

Opbergen693. Beide fietswielen met de span‐banden aan de wielhouders vast‐maken.
4. Controleer of de fiets goed vast staat.Voorzichtig
Zorg dat de ruimte tussen de fiets
en de auto minstens 5 cm is.
Stuurstang zo nodig losdraaien en opzij zwenken.
Adapter bevestigen
Breng voor het vervoeren van meer dan één fiets de adapter aan.
1. Plaats de adapter, zoals in illu‐ stratie, op het draagsysteem
achterzijde.
2. Draai de hendel ( 1) naar voren en
houd deze vast. Haal vervolgens
de adapter ( 2) aan de achterzijde
omlaag.
3. Hendel losmaken en controleren of de adapter goed vastzit.
4. Haal de band aan de adapter bij het terugklappen van het draag‐
systeem achterzijde onder de
hendel door. Spanband vastzet‐
ten.
Meer fietsen bevestigen
Het bevestigen van de resterende
fietsen verloopt op dezelfde manier
als dat van de eerste fiets. Houd
echter rekening met de volgende
aanvullende stappen:
1. Alvorens de fiets te plaatsen altijd
eventuele de wielhouders voor de volgende fiets uitklappen.

Page 72 of 261

70Opbergen2. Pedalen altijd in de juiste standdraaien alvorens de fiets te plaat‐
sen.
3. Fietsen om en om op het draag‐ systeem achterzijde plaatsen.
4. Fietsen uitlijnen ten opzichte van de eerder geplaatste fiets. De
wielnaven van de fietsen mogen
elkaar niet raken.
5. Fietsen plaatsen met bevestigin‐ gen en spanbanden zoals
beschreven voor de eerste fiets.
Bevestigingen evenwijdig aan
elkaar bevestigen.
Lange bevestigingsbeugel gebruiken om de tweede fiets aan
de houder te bevestigen.
Korte, extra bevestigingsbeugel
gebruiken om de derde fiets te
bevestigen. De beugel dient te
worden aangebracht tussen de
frames van de tweede en de
derde fiets.
6. Maak ook beide fietswielen van de derde fiets met de spanbanden
aan de wielhouders vast.
Het wordt geadviseerd een waar‐
schuwingsteken op de achterste fiets
aan te brengen om de zichtbaarheid
te verhogen.
Draagsysteem achterzijde naar
achteren klappen
Het draagsysteem achterzijde kan
naar achteren worden geklapt om
toegang te krijgen tot de bagage‐
ruimte.

Page 73 of 261

Opbergen71● Zonder bevestigde adapter:
Duw de hendel (1) in voor
ontgrendeling en houd deze vast.
Trek de houder ( 2) naar achteren
om het draagsysteem achterzijde
om te klappen.
● Met bevestigde adapter:
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het ontgren‐
delen van het draagsysteem
achterzijde, omdat het achterover‐
kantelt. Kans op letsel.
Pak het frame ( 1) van achterste
fiets met één hand vast en trek
voor ontgrendeling aan de lus ( 2 ).
Achterste fiets met beide handen vastpakken en het draagsysteem
achterzijde naar achteren klap‐
pen.
Ter verbetering van de zichtbaarheid
worden de achterlichten van de auto
geactiveerd, wanneer het draagsys‐
teem achterzijde naar achteren
geklapt is.
9 Waarschuwing
Let er bij het naar voren klappen
van het draagsysteem achterzijde
op dat het systeem goed vergren‐
delt.
Fietsen verwijderen
Maak de spanbandhouders van beide fietsbanden los.
Knop linksom draaien en de bevesti‐
gingen verwijderen.
Adapter losmaken
Adapter losmaken alvorens de fiets
van het draagsysteem achterzijde te
halen.
1. Wielhouders inklappen.

Page 74 of 261

72Opbergen
2. Druksluiting spanband losmaken.
3.Draai de hendel ( 1) naar voren en
houd deze vast.
4. Til de adapter ( 2) aan de achter‐
zijde op en verwijder deze.
Fietsendrager uiteennemen
Druk knop ( 1) in en neem het boven‐
gedeelte van de drager ( 2) eraf.
Druk knop ( 1) in en monteer de drager
( 2 ) weer.
Bevestigingen plaatsen zoals afge‐
beeld.
Hendel ( 1) opzij draaien om de
houder ( 2) te ontgrendelen en te
heffen.

Page 75 of 261

Opbergen73
Klap de houder naar achteren en duw
hem vervolgens tot aan de aanslag
naar voren ( 1).
Duw de houder aan de achterzijde omlaag ( 2).
Wielhouder inklappen Wielhouder inklappen. Spanband
vastzetten.Spanbanden op de juiste manier
opbergen.
Draagsysteem achterzijde
ontgrendelen
Beide spanhendels zover mogelijk
naar binnen draaien. Spanband vast‐ zetten.
Achterlichten inklappen
Verwijder beide pennen. Trek de
achterlichten uit de houder en plaats
ze in de opslagpositie.
Duw de achterlichten in de houder
(1). Plaats pennen in de beoogde
gaten in de houder en de achterlich‐
ten (2).
Let op
Controleer of de achterlichten van
de auto goed werken.

Page 76 of 261

74OpbergenKentekenplaathouder inklappen
Til de kentekenplaathouder op en
klap deze naar voren toe.
Draagsysteem achterzijde
inschuivenVoorzichtig
Zorg ervoor dat alle inklapbare
onderdelen, zoals de wielhouders
en bevestigingen, goed wegge‐
borgen zijn. Anders raakt het
draagsysteem achterzijde moge‐
lijk beschadigd bij een poging tot
uitschuiven.
Duw de ontgrendelingshendel
omhoog en houd deze vast. Til het systeem iets op en druk het op debumper totdat het vastklikt.
De ontgrendelingshendel moet naar
zijn beginstand terugkeren.9 Waarschuwing
Roep de hulp van een werkplaats
in, als het systeem niet goed kan
worden uitgeschoven.
Bagageruimte
Bagageruimte vergrotenVoorzichtig
Klap eerst de achterbankzitting
neer alvorens de rugleuning van
de achterbank neer te klappen.
Doet u dit niet, dan kan de achter‐ bank beschadigd raken.
1. Duw de hoofdsteunen omlaag door de vergrendeling in te druk‐
ken.
Let op
Om voldoende ruimte te hebben
voor de omgang met de achterbank‐ zitting, schuift u de voorstoel naar
voren en zet u de rugleuning van de
voorstoel rechtop.

Page 77 of 261

Opbergen75
2. Trek aan de lus onder het zitting‐kussen en klap het zittingkussen
neer.
3. Trek aan de ontgrendelingshef‐ boom boven op de achterbankru‐gleuning.
4. Klap de rugleuning naar voren en omlaag.
5.Steek de gordels van de buitenste
zitplaatsen in de gordelgeleiders.
Om de rugleuning terug te zetten in
de oorspronkelijke positie, trekt u de
veiligheidsgordel uit de gordelgelei‐ ders en haalt u de rugleuning
omhoog.
Druk de rugleuning stevig op zijn plaats.9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk
letsel of schade aan de bagage of de auto tot gevolg hebben bij
krachtig remmen of een botsing.
Controleer of de veiligheidsgordels
niet klem raken door de verankering.
De veiligheidsgordel achter in het
midden kan blokkeren wanneer u de
rugleuning omhoog trekt. Als dat
gebeurt, laat de gordelband dan hele‐
maal terugrollen en begin opnieuw.

Page 78 of 261

76OpbergenAls de veiligheidsgordel nog steeds
geblokkeerd is, klap dan het zitting‐
kussen neer en probeer het
nogmaals.
Als u de zitting van de achterbank weer terug wilt plaatsen, zet dan de
achterzijde van de zitting in zijn
oorspronkelijke stand en zorg ervoor
dat de lussen van de veiligheidsgor‐
del niet gedraaid of onder de zitting
geklemd zijn; druk vervolgens de
voorzijde van de zitting stevig naar
beneden totdat deze vergrendelt.Voorzichtig
Zet de veiligheidsgordel en gespen tussen de rugleuning en
één van de kussens bij het terug‐
klappen van de rugleuning van de achterbank. Let erop dat de
gordels en de gespen niet onder
een achterbankkussen klem
komen te zitten.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgor‐
dels niet gedraaid of beklemd
raken in de rugleuning en in hun juiste positie geplaatst zijn.
Bagageruimte-afdekking
Leg niets op de afdekking.
Demonteren Bevestigingsbanden loshaken van
achterklep.
De afdekking achteraan optillen en
naar voren duwen.
Verwijder het deksel.
Vastmaken
Afdekking in de zijgeleiders aanbren‐
gen en omlaagklappen.
Bevestigingsbanden vasthaken aan
achterklep.
Vloerafdekking
bagageruimte
Afdekking laadruimte
Pas de handgreep en til de klep op.

Page 79 of 261

Opbergen77
Hang de klep aan de haak op de
zijwand.
Sjorogen
De sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
Gevarendriehoek
De gevarendriehoek onder de vloe‐
rafdekking in de bagageruimte opber‐ gen. Zet deze met de spanband vast.
Verbanddoos
EHBO-set in het opbergvak op de
linkerzijwand van de bagageruimte
opbergen.

Page 80 of 261

78OpbergenDakdragersysteem
Dakdrager
De dakdrager heeft aan het dak
bevestigde zijrails.
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐
ding van dakschade adviseren wij het voor uw auto goedgekeurde dakdra‐
gersysteem te gebruiken. Contact
opnemen met uw werkplaats voor
meer informatie.
Beladingsinformatie
● Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Controleren of de rugleu‐
ningen naar behoren zijn
vergrendeld. Bij stapelbare voor‐
werpen de zwaarste voorwerpen
onderaan leggen.
● Voorwerpen met spanbanden aan de sjorogen vastzetten 3 77.
● Losse voorwerpen in de laad‐ ruimte vastzetten om glijden
tegen te gaan.
● Bij het vervoeren van voorwer‐ pen in de bagageruimte mogen
de rugleuningen van de achter‐
bank niet schuin naar voren
geklapt zijn.
● Bagage niet boven de rugleunin‐ gen laten uitsteken.
● Leg niets op de bagageruimte- afdekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven
op het instrumentenpaneel niet af.● De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakel‐
hendel en de bewegingsvrijheid van de bestuurder niet belemme‐ ren. Geen losse voorwerpen in
het interieur leggen.
● Niet met een geopende achter‐ klep rijden.9Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd worden en letsel of schade aan delading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 233) en
het EU-leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttige draagver‐
mogen door de gegevens van uw auto in de tabel Gewichten voorin
deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 270 next >