infotainment OPEL VIVARO B 2017.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 47 of 143

Inleiding47●Klok/eenheden
U kunt de volgende instellingen
wijzigen:
● Tijdweergave (12 uur/24 uur)
● Eenheden/nav.eenheden
(km/mls)
● Tijdinstelling
Druk op l om het submenu
Tijdinstelling te openen. Dit
submenu bevat de volgende opties:
Auto /Handmatig
Als automatische tijdinstel‐
ling wordt geselecteerd, wordt de tijd automatisch
door GPS ingesteld.
Als voor een handmatige
tijdinstelling is gekozen, dient
u deze aan te passen.
Let op
Navigatiekaarten voor het huidige
land moeten op het systeem geïn‐
stalleerd zijn om er zeker van te zijn
dat de lokale tijd correct is.● Fabrieksinstellingen
U kunt de onderstaande instellin‐ gen terugzetten naar de stan‐
daard fabrieksinstellingen:
● Alle
● Telefoon
● Navigatie
● Audio-Media-Radio-
Systeem
● Navigatie (Aan/Uit)
● Systeemversie (het softwarever‐
sienummer van het Infotainment‐
systeem verschijnt)
Wanneer u systeeminstellingen hebt
gewijzigd, raak dan 7 aan (en selec‐
teer een ander menu op het display)
om het instellingenmenu te verlaten
en de wijzigingen op te slaan. Na een vertraging slaat het systeem ook
automatisch op en sluit af.
NAVI 80 IntelliLink -
Systeeminstellingen
Om vanuit de startpagina naar het
systeeminstellingenmenu te gaan,
raakt u MENU aan, gevolgd door
Systeem .De volgende submenu's voor de
instellingen verschijnen:
● Taal
● Beeldscherm
● Geluid
● Klok
● Veiligheidsaanwijzingen
● Startscherm
● Toetsenborden
● Eenheden instellen
● Status en informatie
● SD-kaart verwijderen
● Fabrieksinstellingen terugzetten
Raak Gereed aan om te bevestigen
dat de systeeminstellingen zijn gewij‐
zigd.Taal
Wijzigen van de taal en het type stem
van het Infotainmentsysteem (afhan‐ kelijk van de versie).Beeldscherm
De volgende instellingen verschijnen:
● Helderheid overdag : Helderheid
van het scherm aanpassen aan
het lichtniveau buiten (daglicht).

Page 48 of 143

48InleidingAls er weinig licht is, is het
displayscherm eenvoudiger af te
lezen als het display niet te
helder is.
● Helderheid bij nacht /
nachthelderheid : Helderheid van
het scherm aanpassen aan het
lichtniveau buiten (lichtniveau 's
avonds en 's nachts).
Als er weinig licht is, is het
displayscherm eenvoudiger af te
lezen als het display niet te
helder is.
● Automatische dag-/
nachtmodus /'s nachts
overschakelen op nachtmodus :
Automatische omschakeling
tussen helderheid bij daglicht/in
het donker activeren.
De nachtmodus wordt geacti‐
veerd als het buiten donker is of
als de koplampen worden inge‐
schakeld.
● Nachtmodus forceren /
nachtmodus gebruiken : Nacht‐
modus activeren.Geluid
De volgende submenu's voor de
instellingen verschijnen:
● Geluidsniveaus : Volume en
geluiden voor het hoofdvolume,
handsfree telefoonsysteem,
beltoon van telefoon, navigatie-
instructies, systeem-/computer‐
stem, verkeersberichten en
parkeerhulp (afhankelijk van
versie) wijzigen.
● Waarschuwingen : Waarschu‐
wingsvolume instellen en waar‐ schuwingen in- en uitschakelen
wanneer het displayscherm is
uitgeschakeld.
● Voor snelheid gevoelig volume :
Snelheidsafhankelijke volume‐
aanpassing instellen.
● Instellingen gesproken
instructies : Soorten informatie
door de stem van het Infotain‐
mentsysteem aanpassen (bijv.
"Instructies voor rijstrook op snel‐ weg oplezen").
● Stem : Wijzig de stem die door het
Infotainmentsysteem (indien
beschikbaar) wordt gebruikt.Klok
Systeemklok en notatie van de tijd‐
weergave instellen.
Aanbevolen wordt om de automati‐ sche tijdaanpassingsinstelling inge‐schakeld te houden.Veiligheidsaanwijzingen
Diverse waarschuwingen door het
Infotainmentsysteem in-/uitschake‐
len (bijv. "Waarschuwen bij over‐ schrijden maximumsnelheid"). Selec‐
teer de desbetreffende vakjes om ze
in te schakelen.Startscherm
Configuratie van de startpagina wijzi‐ gen.
Maak een selectie uit de lijst met opties om een voorbeeld met de lay-
out van de afzonderlijke startpagina's
te bekijken.Toetsenborden
Wijzig eerst het alfabettype (bijv.
Latijn, Grieks) en vervolgens het
toetsenbordtype (bijv. Qwerty,
ABCD).

Page 49 of 143

Inleiding49Eenheden instellen
Wijzigen van maateenheden, voor
bijv. afstand (km/miles), coördinaten
(graden, minuten, seconden), tempe‐
ratuur (℃, ℉) en barometrische
eenheden (indien beschikbaar).Status en informatie
Weergave van systeeminformatie,
zoals versie, gps-status, netwerksta‐
tus, licenties en copyright-informatie.SD-kaart verwijderen
SD-kaart veilig verwijderen.Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle informatie van het Infotainment‐ systeem verwijderen. Volg de aanwij‐ zingen op het display.
Let op
Het infotainmentsysteem zal daarna
standaard in Engels opstarten.
Selecteer zo nodig Taal in het menu
Systeem om de taal te wijzigen.
Multimedia-instellingen
Om vanuit de startpagina naar het
multimedia-instellingenmenu te
gaan, raakt u MENU aan, gevolgd
door Multimedia en Instellingen .
De volgende submenu's voor de
instellingen verschijnen:
● Geluid
● Radio
● Media
● Afbeeldingen
● Video
Raak Gereed aan om te bevestigen
dat de instellingen zijn gewijzigd.Geluid
U kunt de volgende geluidsinstellin‐
gen aanpassen:
● 'Balance': Stel de geluidsverdeling in de
auto in.
● 'Bass Treble': Stel de geluidsoptie in, bijv. 'Neu‐traal' of 'Pop-rock', 'Klassiek',
'Jazz' (indien beschikbaar).
Selecteer 'Handmatig' om het
niveau voor treble en bass hand‐
matig in te stellen.
Druk op Bevestigen om de wijzi‐
gingen op te slaan.
● 'Demo arkamys' (indien beschik‐ baar):Selecteer deze optie om de Arka‐
mys-modus te proberen.
● 'Bass Boost Arkamys': Schakel de bass-versterkingaan/uit.Radio
U kunt de volgende radio-instellingen
aanpassen:
● schakel het zoeken naar alterna‐
tieve frequenties (AF) in/uit
● schakel i-traffic (verkeersinfor‐ matieprogramma) in/uit
● schakel programmatype (PtY) in/
uit
● schakel Simulcast in/uit
● geef informatie i-announcement weer (bijv. lokale weersinforma‐
tie, informatie over events)
● werk lijst met opgeslagen radio‐ zenders bij
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Radio" 3 51.

Page 56 of 143

56RadioLet op
Vanwege de signaalsterkte worden
er wellicht minder dan zes zenders opgeslagen.
Zender oproepen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Zender oproepen
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en druk dan even op de
toets 1...6 om een opgeslagen zender op te roepen.
Roep een zender op de Autostore-lijst
(AST) op door tijdens het beluisteren
van de radio via kort indrukken van
SETUP de modus AST te activeren.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen. Druk kort op
zendertoets 1...6 op een andere
opgeslagen zender op de Autostore-
lijst op te roepen.
Handmatig zenderlijst bijwerken
Zenders kunnen ook handmatig in de
Autostore-lijsten worden opgeslagen.Let op
Alleen beschikbaar bij
NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink.
Om de lijst met zenders bij te werken
en de meest recente te verkrijgen,
activeert u het bijwerken van het
systeem handmatig. Afhankelijk van
het Infotainmentsysteem wordt het
geluid wellicht onderdrukt tijdens een
handmatige update.
NAVI 50 IntelliLink - Handmatig
zenderlijst bijwerken
Raak Opties aan, blader omlaag naar
Lijst bijwerken en selecteer dan Start;
Bijwerken ... verschijnt op het display
tot de update is voltooid.
Let op
Als DAB beschikbaar is, wordt
aanbevolen om de lijst met DAB-
zenders handmatig bij te werken
wanneer het systeem ingeschakeld
is.NAVI 80 IntelliLink - Handmatig
zenderlijst bijwerken
Raak op de startpagina MENU
daarna Multimedia aan, gevolgd door
Instellingen . Selecteer Radio en
blader omlaag naar Zenderlijst
bijwerken .
Selecteer anders (afhankelijk van de
versie) Multimedia gevolgd door
Radio en kies een van de volgende
modi:
● Voorkeur
● Lijst
● Frequentie
Raak daarna < aan om een pop-
upmenu te openen en selecteer
Zenderlijst bijwerken .
Radio Data System (RDS)
RDS is een FM-zender die u de
gewenste zender helpt vinden en
storingsvrije ontvangst ervan verze‐
kert.

Page 57 of 143

Radio57Voordelen van RDS● De programmanaam van de gekozen zender verschijnt op hetdisplayscherm in plaats van de
frequentie ervan.
● Tijdens het automatisch zoeken naar een zender stemt het info‐
tainmentsysteem uitsluitend af
op RDS-zenders.
● Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative
Frequency) altijd automatisch af
op de zendfrequentie met de beste ontvangst van de gekozen
zender.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
RDS-functies
RDS configureren
Druk op SETUP en draai aan OK om
het menu RDS te openen. Druk op de
knop om te selecteren.
Draai aan de draaiknop om RDS
SETUP te selecteren.RDS in-/uitschakelen
Druk op Opties op het displayscherm.
U kunt de volgende instellingen wijzi‐
gen:
Schakel RDS-AF in/uit door op OK te
drukken. AF verschijnt op het display‐
scherm wanneer RDS actief is.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Druk op SETUP en draai aan OK om
het menu Radiotekst te openen.
Draai aan de draaiknop om Radio te
selecteren en druk op de knop om
deze informatie te bekijken.NAVI 50 IntelliLink - RDS-functies
RDS configureren
Selecteer Opties. U kunt de volgende
instellingen wijzigen:
● RDS (Aan/Uit)
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
● TA (Aan/Uit)
Zie hieronder.
● Regio /AF (Aan/Uit)
Zie hieronder.
● Nieuws (Aan/Uit)
Zie hieronder.
● AM (Aan/Uit)
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
● Lijst bijwerken (start)
Zie (NAVI 50 IntelliLink) &#34;Auto‐
store-lijsten&#34; 3 55.

Page 60 of 143

60Radio●Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verslechtert.
● Na het inschakelen van DAB- ontvangst blijft de FM-tuner van
het Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt
voortdurend naar de best
ontvangbare FM-zenders.

Page 61 of 143

CD-speler61CD-spelerAlgemene informatie....................61
Gebruik ........................................ 62Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd&#39;s, mp3-cd&#39;s en ook wma-cd&#39;s (afhankelijk van de
versie) afspelen.
CD16 BT, CD18 BT: De indelingen
aac en wav kunnen ook worden afge‐
speeld.
Belangrijke informatie over audio- en mp3/wma-cd&#39;sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd&#39;s, single-cd&#39;s met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd&#39;s in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd&#39;s. De
cd&#39;s kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw
toestel is dan noodzakelijk.
● Audio-cd&#39;s met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden mogelijk niet correct of zelfs hele‐
maal niet afgespeeld.
● Zelf-opgenomen cd-r&#39;s en cd- rw&#39;s en wma-bestanden met Digi‐tal Rights Management (DRM)
van online muziekwinkels spelen
wellicht niet goed of helemaal
niet.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audi‐
otracks herkend en afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r&#39;s en cd-rw&#39;s zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd&#39;s. Ga op een correcte manier met de cd&#39;s om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r&#39;s
en cd-rw&#39;s; zie hieronder.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd&#39;s geen vingerafdrukken op de
cd&#39;s komen.
● Berg cd&#39;s onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen vuil en beschadiging
te beschermen.

Page 62 of 143

62CD-speler● Vuil en vloeistof op de cd&#39;skunnen de lens van de audiospe‐
ler binnen in het apparaat vies
maken en storingen veroorza‐
ken.
● Bescherm cd&#39;s tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen gelden
voor mp3/wma-cd&#39;s:
Alleen mp3-bestanden en wma- bestanden kunnen worden gele‐
zen.
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus.
Maximaal aantal mp3- en/of
wma-bestanden dat kan worden opgeslagen: 1000 bestanden.
Toepasbare afspeellijst-exten‐
sies: .m3u, .pls.
De afspeellijstitems moeten als
relatieve paden zijn opgemaakt.
● De bediening van de mp3- en wma-bestanden is identiek.
Wanneer een cd met wma-
bestanden wordt geplaatst,
worden mp3-gerelateerde
menu&#39;s weergegeven.Gebruik
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Gebruik cd-speler
CD afspelen starten
Schakel het Infotainmentsysteem in
(door op m te drukken) en duw de cd
met de bedrukte zijde naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin getrokken
is: het afspelen van de cd start auto‐
matisch.
Als er reeds een cd in de speler is,
drukt u herhaalde malen op MEDIA
totdat de gewenste audiobron gese‐
lecteerd is: het afspelen van de cd
wordt gestart.
Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Album of nummer selecteren
Draai aan BROWSE om een album of
een nummer uit de lijst te selecteren.
Druk op de knop om een keuze te
maken.Naar de volgende of vorige track gaan
Druk 2 of 3 één of meerdere
malen kort in.
Snel vooruit of achteruit
Houd 2 of 3 ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige track.
Herhalen
Houd tijdens het afspelen van de cd de genummerde toets 1 (van de
zendertoetsen 1...6) ingedrukt om de huidige track te herhalen.
RPT verschijnt op het display
wanneer herhalen actief is.
Houd de genummerde toets 1 weer
ingedrukt om te deactiveren.
RPT verdwijnt van het display.
Willekeurig afspelen
Houd tijdens het afspelen van de cd
de genummerde toets 2 (van de
zendertoetsen 1...6) ingedrukt om het
willekeurig afspelen te activeren.
MIX verschijnt op het display
wanneer willekeurig afspelen actief
is.

Page 64 of 143

64CD-speler7.Nieuwe selectie : Een ander
nummer van de aangesloten
audiobron kiezen.
8. r : Terug naar vorige scherm.
CD afspelen starten
Schakel het Infotainmentsysteem in
(door op m te drukken) en duw de cd
met de bedrukte zijde naar boven in
de cd-sleuf totdat deze erin getrokken
is: het afspelen van de cd start auto‐
matisch.
Als er reeds een cd in de speler is,
raakt u S linksboven aan en selec‐
teert u CD of drukt u herhaalde malen
op MEDIA of AUDIO totdat de gewen‐
ste audiobron geselecteerd is: het
afspelen van de cd wordt gestart.
Let op
Afhankelijk van de op de audio- of mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.Album of nummer selecteren
Raak New selection of
Current playlist aan of draai aan de
centrale draaiknop om een album of
track uit de lijst te selecteren.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Raak 2 of 3 één of meerdere
malen kort aan.
Snel vooruit of achteruit
Raak 2 of 3 aan en houd deze
ingedrukt voor snel vooruit of achter‐
uit van de huidige track.
Herhalen
Raak < aan of druk op Options op de
centrale bedieningsmodule om naar
het instellingenmenu te gaan en
selecteer Repeat om te activeren.
Willekeurig afspelen
Raak < aan of druk op Options op de
centrale bedieningsmodule om naar
het instellingenmenu te gaan en
selecteer Shuffle om te activeren.Let op
Bij een cd met mp3/wma-bestanden is de willekeurige afspeelfunctie van
toepassing op het huidige album en
wordt vervolgens toegepast op het
volgende album.
Pauze
Raak even = aan of druk de volume‐
draaiknop, @ of zowel ! als # in om
het afspelen van cd/mp3-cd te onder‐ breken. Opnieuw indrukken om het
afspelen te hervatten.
De pauzefunctie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer het volume
wordt ingesteld, de audiobron wordt
gewijzigd of automatische informatie‐
berichten worden weergegeven.
Extra tekstinformatie (cd-text of
id3-tag) weergeven
Raak < aan en selecteer
Track details om op de cd beschik‐
bare tekstinformatie op te roepen
(bijv. naam van artiest, album of
song).

Page 66 of 143

66AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............66
Gebruik ........................................ 66Algemene aanwijzingen
Afhankelijk van de versie bevindt zich
in het Infotainmentsysteem (of op het instrumentenpaneel) een AUX-
aansluiting waarmee externe audio‐
bronnen kunnen worden aangeslo‐
ten.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-
ingang aan te sluiten met een
3,5 mm stekkeringang.
Gebruik
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen op de audiobron
worden bediend, d.w.z. niet via het
infotainmentsysteem. Selecteer
alleen een nummer rechtstreeks bij
de geluidsbron wanneer de auto stil‐
staat.Voorzichtig
Voordat u een extra apparaat
aansluit of loskoppelt, bijv. een
draagbare cd-speler, schakelt u
de speler en het infotainment-
systeem uit om problemen met de geluidskwaliteit en mogelijke
schade aan de apparatuur te voor‐ komen.
Na aansluiting via de stekkeringangdetecteert het systeem de geluids‐
bron automatisch. Afhankelijk van het
opnamevolume kan er een vertraging zijn voordat u de geluidsbron hoort.
De naam van de artiest of het
nummer wordt niet op het display‐
scherm weergegeven.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 60 next >