OPEL VIVARO B 2018 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 31 of 141

Inleiding31Let op
Mits aanwezig, zit mogelijk de stem‐
herkenningsknop 5 op het stuurwiel
of bij de knoppen op de stuurkolom.
Antidiefstalfunctie
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem is een elektronisch beveiligings‐ systeem inbegrepen om diefstal te
ontmoedigen. Het infotainmentsys‐
teem werkt alleen in uw auto en is
daarom voor een dief waardeloos.
De beveiligingscode (apart geleverd)
moet worden ingevoerd bij het eerste
gebruik van het systeem en na lange
onderbrekingen van de voeding.
Let op
De beveiligingscode is niet vereist
voor R16 BT USB, CD18 BT USB.
Beveiligingscode invoeren
Wanneer het Infotainmentsysteem
voor heet eerst wordt ingeschakeld,
verschijnt een bericht op het display‐
scherm om een beveiligingscode in te
voeren, bijv. Radiocode, gevolgd
door 0000. Afhankelijk van het Info‐tainmentsysteem is het mogelijk dat
het bericht alleen na een korte vertra‐ ging verschijnt.
Om het eerste cijfer van de beveili‐
gingscode in te voeren, drukt u
herhaalde malen op de cijfertoets 1
op de eenheid totdat het gewenste
nummer wordt weergegeven. Voer op
dezelfde manier het tweede, derde en
vierde cijfer in met de toetsen 2, 3 en
4 .
Wanneer de volledige code wordt
weergegeven, houdt u de toets 6
ingedrukt tot er een akoestisch
signaal klinkt. Het systeem is ontgren‐
deld wanneer de correcte code is
ingevoerd.
NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink : Voer de beveili‐
gingscode in met behulp van de
genummerde toetsen 0 tot 9 op het
aanraakscherm. Het systeem is
ontgrendeld wanneer de correcte
code is ingevoerd.
Verkeerde code ingevoerd
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem wordt, nadat de beveiligings‐
code verkeerd is ingevoerd, eenbericht voor verkeerde code, bijv.
Codefout , gevolgd door een aftel‐
waarde, bijv. Wacht 100 , weergege‐
ven.
Wacht totdat het aftellen is afgelopen en voer dan de juiste code in. Elke
keer dat de code verkeerd wordt inge‐
voerd, kan de afteltijd worden verdub‐ beld, afhankelijk van het Infotain‐
mentsysteem.
Geografisch gebied veranderen Wanneer de beveiligingscode is inge‐
voerd, kunt u, afhankelijk van het Info‐
tainmentsysteem, gevraagd worden
een geografisch gebied te kiezen,
bijvoorbeeld:
● Europa
● Azië
● Arabië
● Amerika
Schakel het Infotainmentsysteem uit en druk tegelijk op de toets 1 en 5 en
m . Druk vervolgens op _ of 6 totdat
het gewenste gebied op het display‐
scherm wordt gemarkeerd en stel het in met toets 6.

Page 32 of 141

32InleidingGebruikBedieningselementen van
infotainment
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met toetsen, draaiknoppen
en/of displaymenu's.
Invoer kan plaatsvinden via: ● de centrale bedieningseenheid in
het instrumentenpaneel 3 7 of
● de bedieningselementen op de stuurkolom 3 7
● het stemherkenningssysteem (indien beschikbaar) 3 114
● het aanraakscherm (NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink) 3 41
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden alleen de meest recht‐
streekse manieren voor de menube‐
diening beschreven. In sommige
gevallen kunnen er andere opties
zijn.Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteem
met X in.
De eerder gebruikte audiobron is
actief.
Druk op X (of houd deze ingedrukt,
afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem) om het Infotainmentsysteem
weer uit te schakelen.
Let op
Wanneer het Infotainmentsysteem
uitgeschakeld is (afhankelijk van de
versie), wordt/-en mogelijk de klok
en/of de buitentemperatuur weerge‐
geven.NAVI 50 IntelliLink:
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch in/uit wanneer het
contact in/uit wordt geschakeld. Of
druk zo nodig op X.NAVI 80 IntelliLink:
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch in wanneer het contact
wordt ingeschakeld (afhankelijk van
de versie). Of druk zo nodig op X.De volgende opties kunnen verschij‐
nen (afhankelijk van versie):
● Instellingen wijzigen (om het
delen van gegevens goed te
keuren of te weigeren)
Let op
Als het delen van gegevens is uitge‐
schakeld, werken bepaalde functies
wellicht niet naar behoren.
● Taal (om de systeemtaal te wijzi‐
gen)
● Gereed (om door te gaan naar de
startpagina)
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch uit wanneer u het
contact uitschakelt en het bestuur‐
dersportier opent. Of druk zo nodig op X .
Automatisch uitschakelen
Bij uitgeschakeld contact wordt het
Infotainmentsysteem automatisch
korte tijd na de invoer van de laatste

Page 33 of 141

Inleiding33gebruiker uitgeschakeld, als het Info‐
tainmentsysteem met X ingescha‐
keld wordt. Afhankelijk van het Info‐ tainmentsysteem wordt het na 5 tot
20 minuten automatisch uitgescha‐
keld.
Als u X opnieuw indrukt, blijft het Info‐
tainmentsysteem nog eens 5 tot
20 minuten actief, afhankelijk van het
Infotainmentsysteem.
Volume instellen Draai aan de volumedraaiknop X of
druk op < of ].
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.NAVI 50 IntelliLink:
Afhankelijk van de versie is het moge‐ lijk om verschillende volumeniveaus
apart in te stellen (inclusief audiospe‐ lers, verkeersberichten, navigatie-
instructies, telefoongesprekken en
beltoon).
Raak op de startpagina
ÿ Instelling(en) daarna Audio aan,
gevolgd door Geluid.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
&#34;Volume-instellingen&#34; 3 43.NAVI 80 IntelliLink:
Om vanuit de startpagina de verschil‐ lende volumeniveaus (zoals voor
navigatieaanwijzingen, verkeersbe‐
richten en telefoongesprekken)
afzonderlijk in te stellen, raakt u
MENU aan, gevolgd door Systeem en
Geluid .
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
&#34;Systeeminstellingen&#34; 3 44.
Opgeslagen volume
Wanneer het infotainmentsysteem
wordt uigeschakeld, wordt het huidige volume opgeslagen.
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer snelheidsafhankelijk
volume ( 3 44) wordt geactiveerd,
wordt het volume automatisch aange‐ past om weg- en windlawaai te
compenseren.
Mute
Om het geluid van de huidige bron
(afhankelijk van het Infotainmentsys‐ teem) te onderdrukken drukt u kort op
X of draait u de knop helemaal
linksom.Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op @ of 8 of druk tege‐
lijkertijd op ! en #.
Geluidsonderdrukking uitschakelen Om de geluidsonderdrukking op te
heffen (afhankelijk van het Infotain‐
mentsysteem) drukt u weer kort op
X of draait u de knop rechtsom.
Eventueel (met de knoppen op de
stuurkolom): druk weer op de toets
@ of druk weer tegelijkertijd op ! en
# .
Let op
Wanneer verkeersinformatie wordt
uitgezonden, wordt de geluidson‐ derdrukking van het systeem auto‐
matisch uitgeschakeld.
Raadpleeg voor meer informatie
&#34;Radio Data System&#34; 3 55.

Page 34 of 141

34InleidingBediening van displayscherm
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bediening van displayscherm
● In het display omhoog/omlaag bewegen: Draai OK.
● Handelingen bevestigen: Druk op OK .
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu): Druk op /.
NAVI 50 IntelliLink - Bediening van
displayscherm
Gebruik het aanraakscherm voor de
volgende menu&#39;s die in de afzonder‐ lijke hoofdstukken worden beschre‐ven:
● è/ñ RADIO
Raadpleeg het hoofdstuk &#34;Radio&#34;
3 50.
● t/ü MEDIA
Raadpleeg het hoofdstuk &#34;USB-
poort&#34; 3 67.
● yTELEFOON
Raadpleeg het hoofdstuk &#34;Tele‐
foon&#34; 3 118.● sKAART / yKaart
Raadpleeg het hoofdstuk &#34;Navi‐
gatie&#34; 3 81.
● yNAVI / ýNav
Raadpleeg het hoofdstuk &#34;Navi‐
gatie&#34; 3 81.
● ÿINSTELLING(EN)
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
&#34;Geluidsinstellingen&#34; 3 41,
&#34;Volume-instellingen&#34; 3 43 en
&#34;Systeeminstellingen&#34; 3 44.
Let op
Afhankelijk van de versie van de
software kunnen de beschikbare
menu&#39;s op het display afwijken van
de hierboven getoonde.
Wanneer de startpagina 7 wordt
weergegeven, kunt u deze menu&#39;s op
het display verbergen door æ aan te
raken (alleen de klok en informatie
over het audiosysteem worden dan
wellicht getoond). Raak een willekeu‐ rige plaats op het scherm aan om
deze menu&#39;s opnieuw te tonen.NAVI 80 IntelliLink - Bediening van
displayscherm
Gebruik het aanraakscherm voor de
volgende menu&#39;s die in de afzonder‐ lijke hoofdstukken worden beschre‐ven.
Raak op de startpagina MENU aan
om naar het hoofdmenu te gaan. De volgende menu&#39;s en bedieningsfunc‐
ties verschijnen:
● ⇑ Navigatie
Raadpleeg &#34;Navigatie&#34; 3 81.
● ª Multimedia :
● Radio : Raadpleeg &#34;Radio&#34;
3 50.

Page 35 of 141

Inleiding35●Media :
CD (alleen beschikbaar bij
type B en C): raadpleeg &#34;CD-
speler&#34; 3 61.
USB : Raadpleeg &#34;USB-
poort&#34; 3 67.
SD : Bediening is identiek aan
die van de cd-speler 3 61.
AUX : Raadpleeg &#34;AUX-
ingang&#34; 3 65.
Bluetooth : Raadpleeg
&#34;Streaming audio via Blue‐
tooth&#34; 3 71.
● Afbeeldingen : Raadpleeg
&#34;Afbeeldingen weergeven&#34; in het hoofdstuk &#34;Externe appa‐
raten&#34; 3 78.
● Video : Raadpleeg &#34;Films
afspelen&#34; in het hoofdstuk &#34;Externe apparaten&#34; 3 78.
● Instellingen : Raadpleeg
&#34;Multimedia-instellingen&#34; in het hoofdstuk
(NAVI 80 IntelliLink)
&#34;Systeeminstellingen&#34;
3 44● g Telefoon
Raadpleeg &#34;Telefoon&#34; 3 118.
● J Auto
Raak deze optie aan om naar de menu&#39;s Eco rijden, Boordcompu‐
ter en Instellingen te gaan.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
&#34;Bedieningsstanden&#34; hieronder.
● ¯ Services
Raak hier aan om de menu&#39;s
Navigatieservices en Instellingen
te openen.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
&#34;Bedieningsstanden&#34; hieronder.
● ±Systeem
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
&#34;Systeeminstellingen&#34; 3 44.
Let op
Afhankelijk van de versie van de
software kunnen de menu&#39;s op het
display afwijken van die op de
getoonde afbeeldingen.
● I/←: Naar vorige pagina
● j/→: Naar volgende pagina
● ↑: Lijsten weergeven; kaart omhoog● ↓: Lijsten weergeven; kaartomlaag
● <: Pop-upmenu openen
● r: Terug naar vorige menu
U kunt het displayscherm ook bedie‐
nen met de knoppen op het paneel
van het Infotainmentsysteem.
Let op
Afhankelijk van de versie werken
sommige knoppen op het paneel
van het Infotainmentsysteem niet
voor de functies op het display‐
scherm.
Let op
Afhankelijk van het voertuigmodel wordt de bediening van het aanraak‐ scherm mogelijk beperkt tijdens het
rijden.
Bedieningsstanden
Radio
Audiobron in radio veranderen: Druk, afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem, op RADIO, RADIO/CD of
AUDIO/SOURCE .

Page 36 of 141

36InleidingNAVI 50 IntelliLink:
Om te allen tijde naar het radiomenu
te gaan, raakt u 7 aan, gevolgd door
è /ñ Radio .NAVI 80 IntelliLink:
Om vanuit de startpagina naar het
radiomenu te gaan, raakt u MENU
aan, gevolgd door Multimedia en
Radio .
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 50.
Audiospelers
Om de audiobron over te schakelen
naar CD, USB , AUX , Bluetooth of
iPod (indien van toepassing): Raak,
afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem, MEDIA , RADIO/CD of
AUDIO/SOURCE aan.
NAVI 50 IntelliLink : U kunt op ieder
gewenst moment naar het menu voor aangesloten randapparatuur gaan( USB , iPod , BT (Bluetooth) of AUX)
door op 7 aan te raken, gevolgd door
t /ü Media . Raak in de linkerboven‐
hoek S aan en selecteer de externe
bron.
NAVI 80 IntelliLink : Om vanuit de
startpagina naar het menu voor rand‐ apparatuur te gaan (bijv. Audio-CD,USB, SD-kaart, AUX-ingang, Blue‐
tooth), raakt u MENU aan, gevolgd
door Multimedia en Media . Selecteer
de externe bron in de getoonde lijst.R15 BT USB, R16 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 65
● USB-poortfuncties 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71CD16 BT USB, CD18 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● CD-spelerfuncties 3 61
● AUX-ingangsfuncties 3 65
● USB-poortfuncties 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71NAVI 50 IntelliLink
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 65
● USB-poort (inclusief iPod-func‐ ties) 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71NAVI 80 IntelliLink
Gedetailleerde beschrijving van:
● CD-functies (alleen type B en C) 3 61
● AUX-ingangsfuncties 3 65
● USB-poortfuncties 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71
Navigatie, Kaart (NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink)
Gedetailleerde beschrijving van het
navigatiesysteem 3 81, Bekijk kaart
3 104.

Page 37 of 141

Inleiding37Telefoon
Gebruik de displayopties in de onder‐
staande menu&#39;s om mobiele tele‐
foons te verbinden, telefoongesprek‐
ken te voeren, contactlijsten aan te
maken en diverse instellingen te wijzi‐ gen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het handsfree-telefoon‐
systeemfuncties 3 118.R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Tele‐
foon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
6 of TEL .
Telefooninstellingenmenu openen:
Druk op TEL en selecteer Telefoon‐
instellingen .NAVI 50 IntelliLink - Telefoon
Telefoonmenu op ieder gewenst
moment openen: Raak 7 aan,
gevolgd door yTelefoon .NAVI 80 IntelliLink - Telefoon
Om vanuit de startpagina naar het
menu Telefoon te gaan, raakt u
MENU aan, gevolgd door Telefoon.Boordinformatie (NAVI 80 IntelliLink)
Om vanuit de startpagina naar het
menu Auto te gaan, raakt u MENU
aan, gevolgd door Auto.
Afhankelijk van het specifieke voer‐ tuigmodel verschijnen de volgende
menu&#39;s:
● Eco rijden
● Boordcomputer
● InstellingenEco rijden
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Ritgegevens
Dit overzicht bevat de volgende
gegevens van de laatste rit:
Gemiddeld brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, totaal
brandstofverbruik, totale afstand.
Binnen de ritgegevens levert
Eco-score voor zuinig rijden een
algehele score van 100 op. Hogere getallen geven zuiniger
rijden aan. Er worden ook scores
gegeven voor gemiddelde
milieu-/rijprestaties (accelere‐
ren), schakelefficiëntie (versnel‐lingsbak) en remregeling (antici‐
perend).
Ritgegevens opslaan: Raak
&#39;Opslaan&#39; aan en selecteer
vervolgens het soort rit uit de
onderstaande lijst:
Woon-werk, vrijdag/vakantie,
weekend, rit/tour, persoonlijk.
Ritgegevens resetten: Raak
&#39;Reset&#39; aan. Bevestig of annuleer
met &#39;Ja&#39; of &#39;Nee&#39;.
Raak < aan voor het openen van
een pop-upmenu voor het verge‐ lijken van ritgegevens of weerge‐ven/verbergen van gegevens na
een rit.
● Mijn favoriete ritten
Hier worden wijzigingen in uw
rijstijl weergegeven (wanneer de
ritgegevens zijn opgeslagen).
Op het tabblad &#39;Overzicht&#39; voor
elk type rit (bijv. Woon-werk)
verschijnt het volgende: Totale
ritafstand, afgelegde afstand,
datum van informatie-update en
gemiddelde score voor zuinig
rijden (max. 100).

Page 38 of 141

38InleidingHet tabblad &#39;Detailgege‐
vens&#39;/&#39;Details&#39; toont de geregi‐
streerde ritgegevens.
● Eco-coaching
Hier worden adviezen voor
brandstofbesparing weergege‐
ven.
Blader door de pagina&#39;s en raak
vertrouwd met de adviezen.Boordcomputer
Hier worden de volgende gegevens sinds de vorige reset getoond:
● startdatum van de berekening● totale afstand
● gemiddelde snelheid
● gemiddeld brandstofverbruik
● totaal brandstofverbruik
Raak Reset aan en bevestig vervol‐
gens met Ja om de gegevens van de
boordcomputer en tripcomputer van
het instrumentenpaneel te resetten.
Ga voor meer informatie naar &#34;Trip‐
computer&#34; in de gebruikershandlei‐
ding.Instellingen
U kunt de volgende instellingen wijzi‐
gen:
● Parkeerhulp
● Raak, afhankelijk van het voertuigmodel, Parkeerhulp
voor of Parkeerhulp achter
aan om de functie in of uit te schakelen (het vakje is wel of niet geselecteerd). Raak
Gereed /Bevestigen aan om
de wijzigingen op te slaan.
● Volume :
Raak < of ] naast de volu‐
mebalk aan om het volume van het ultrasone parkeer‐
hulpsysteem aan te passen.
Ga voor meer informatie naar
&#34;Parkeerhulp&#34; in de gebrui‐ kershandleiding.
● Instellingen
achteruitrijcamera (afhanke‐
lijk van versie beschikbaar):
Selecteer deze functie om de
achteruitkijkcamera in of uit
te schakelen, aanwijzingen te wijzigen (statisch/dyna‐
misch) en beeldinstellingenaan te passen (zoals helder‐
heid, verzadiging en
contrast).
Raak Gereed aan om de
wijzigingen op te slaan. Ga voor meer informatie naar
&#34;Achteruitkijkcamera&#34; in de
gebruikershandleiding.
● < (pop-upmenu):
Raak < in het menu
Parkeerhulp of de submenu&#39;s
aan, gevolgd door
Standaardwaarden
herstellen om de standaard‐
fabrieksinstellingen van alle
of de huidige parkeerhulp‐ functies terug te zetten.
● Beeldinstellingen (afhankelijk
van versie beschikbaar)
Aanpassen van bijv. helderheid, verzadiging en contrast.
● De volgende opties kunnen eveneens worden aangepast
(afhankelijk van het voertuigmo‐
del):

Page 39 of 141

Inleiding39● Automatisch inklappen vande buitenspiegels naar de
parkeerstand bij vergrende‐
ling van de auto (schakelaar aan/uit).
● Portiervergrendeling onder‐ weg (in-/uitschakelen).
● Achterruitwisser activeren bij selectie van de achteruitver‐snelling (schakelaar aan/uit).
● Dagrijverlichting (schakelaar aan/uit).
● Alleen bestuurdersportier ontgrendelen bij openen vanportier (schakelaar aan/uit).
● Gemakkelijke toegang (schakelaar aan/uit).
● Rijstijlmeter (brandstofver‐ bruikmeter) (in-/uitschake‐
len).
● Eco-score (schakelaar aan/ uit).
● Gegevens na rit weergeven (in-/uitschakelen).
Raak Gereed aan om te bevestigen
dat de instellingen zijn gewijzigd.Services (NAVI 80 IntelliLink)
Om vanuit de startpagina naar het
menu Services te gaan, raakt u
MENU aan, gevolgd door Services.
De volgende menu&#39;s zullen dan
verschijnen:
● Navigatieservices
● InstellingenNavigatieservices
Naast de navigatieservices (zoals verkeersinformatie en flitscamera&#39;s)
kunnen extra functies worden toege‐
voegd als u zich abonneert op LIVE-
services.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
&#34;LIVE-services&#34; in het hoofdstuk
&#34;Navigatie&#34; 3 84.Instellingen
De volgende menu&#39;s zullen dan
verschijnen:
● Applicatiebeheerder
Selecteer deze optie om de Blue‐ tooth-randapparatuur te behe‐
ren.
● Navigatieservices
Selecteer deze optie om naar de
aanvullende navigatiefuncties tegaan, zoals verkeersinformatie,
flitscamera&#39;s, lokale zoekfunctie,
My TomTom LIVE en het weer.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
&#34;LIVE-services&#34; in het hoofdstuk
&#34;Navigatie&#34; 3 84.
Let op
Breng voor het gebruik van LIVE-
services een compatibele SD-kaart
aan.
● Toepassingen updaten
Selecteer deze optie om de
huidige toepassingen te updaten.
● Instellingen voor delen van
gegevens
Selecteer deze optie om het
delen van gegevens in en uit te
schakelen.
Let op
Als het delen van gegevens is uitge‐
schakeld, werken bepaalde functies
wellicht niet naar behoren.

Page 40 of 141

40InleidingFavorieten (NAVI 80 IntelliLink)
Raak op de startpagina f aan om
favorieten van de onderstaande func‐ ties te bekijken, toe te voegen of te
verwijderen:
● ⇑ Navigatie 3 81.
● ª Multimedia - zie &#34;Radio&#34;
3 50.
● g Telefoon 3 118.
● ¯ Services 3 84.Favorieten voor navigatie
Selecteer een vrije plaats op het
display of raak < aan (om een pop-
upmenu te openen) en selecteer
vervolgens Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een opgeslagen bestemming toe te
voegen aan de favorieten.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) &#34;Invoer van de
bestemming&#34; in het hoofdstuk &#34;Navi‐
gatie&#34; 3 98.Favorieten voor multimedia
Selecteer een vrije plaats op het
display of raak < aan (om een pop-
upmenu te openen) en vervolgens
Favoriet toevoegen .Maak een keuze uit de lijst om een
FM-voorkeurszender toe te voegen
aan de favorieten.Favorieten voor telefoon
Selecteer een vrije plaats op het
display of raak < aan (om een pop-
upmenu te openen) en vervolgens
Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
contactpersoon voor de telefoon toe
te voegen aan de favorieten.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) &#34;Contacten&#34; in
het hoofdstuk &#34;Telefoon&#34; 3 127.Favorieten voor services
Selecteer een vrije plaats op het
display of raak < aan (om een pop-
upmenu te openen) en vervolgens
Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
serviceoptie toe te voegen aan de
favorieten.Favorieten verwijderen
Raak < aan en selecteer Alle
favorieten verwijderen of Een favoriet
verwijderen .Selecteer daarna een favoriet uit de
lijst. Er verschijnt een bevestiging.
Raak Verwijderen aan en bevestig de
vraag die verschijnt.
Extra functies (NAVI 50 IntelliLink)
Versiespecifiek zijn er instellingen
voor de achteruitrijcamera beschik‐
baar.Instellingen achteruitrijcamera
Wanneer het beeld van de achteruit‐
rijcamera op het display verschijnt, raakt u ÿInstelling(en) om het instel‐
lingenmenu te openen.
U kunt de volgende instellingen
bijwerken:
● Het beeld van de achteruitrijca‐ mera Uit/In schakelen.
● Kleuren
Raak ]/< aan om het niveau af
te stellen.
● Helderheid
Raak ]/< aan om het niveau af
te stellen.
● Contrast
Raak ]/< aan om het niveau af
te stellen.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 150 next >