OPEL VIVARO B 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 181 of 241

Verzorging van de auto1799Gevaar
Voor voldoende ventilatie zorgen
bij het opladen van de accu. Er bestaat gevaar voor ontploffing als gassen die tijdens het opladen
worden gevormd kunnen blijven hangen!
Starthulp gebruiken 3 206.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen: ● Geen vonken of open vlammen en niet roken.
● Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat aanleiding kan geven tot blind‐
heid of ernstige brandwonden.
● Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
● Explosief gas kan in de buurt van
de accu aanwezig zijn.Extra accu
Afhankelijk van de accessoires die op
de auto zitten, zijn bepaalde modellen voorzien van een extra accu gemon‐
teerd onder de passagiersbank voor.
Let op
De extra accu wordt alleen automa‐
tisch aan de hoofdaccu gekoppeld
wanneer de motor loopt. De extra

Page 182 of 241

180Verzorging van de autoaccu hoeft niet te worden ontkop‐
peld voordat u de hoofdaccu ontkop‐ pelt of voordat u starthulpkabelsgebruikt.
De polen zijn geschikt voor extra
elektrische verbruikers tot maximaal 50 A.
Starthulp gebruiken 3 206.
Dieselbrandstoffilter Het dieselbrandstoffilter is toeganke‐
lijk vanaf de onderkant van de auto.
Bij elke olieverversingsbeurt water‐
resten uit het filter aftappen.
Opvangbak onder het filterhuis plaat‐
sen. Kartelboutje aan de onderkant
van het filter ongeveer één slag
losdraaien om het water af te tappen.
Het filter is afgetapt zodra er diesel‐
brandstof zonder water verschijnt.
Schroef weer aanhalen.
Dieselbrandstoffilter met kortere
intervallen controleren als de auto dienstdoet in buitengewone omstan‐
digheden.
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Als de tank is leeggereden moet het
dieselbrandstofsysteem worden
geventileerd of ontlucht.
Bijtanken en als volgt te werk gaan:Met de contactsleutel
● Het contact gedurende 5 seconden per keer inschakelen
(sleutel in stand 2).
● Contact gedurende 3 seconden uitschakelen (sleutel in stand 1).
● Dit meerdere malen herhalen.
● Motor starten (sleutel in stand 3)
en weer uitschakelen (sleutel in
stand 0).
Contactslotstanden 3 136.

Page 183 of 241

Verzorging van de auto181Met aan/uit-knop
● Steek de elektronische sleutel inde kaartlezer.
● Druk op START/STOP maar trap
geen enkel pedaal in.
● Wacht enkele minuten alvorens de motor te starten.
Aan/Uit-knop 3 136.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.
Motor starten 3 138.
Wisserblad vervangen
Wisserbladen voorruit
Zet vóór het vervangen van de
wisserbladen de wisserhendel in de
onderhoudsstand (mits aanwezig).
Voorruitenwissers en -sproeiers
3 88.
Til de ruitenwisser op, druk op de
knop om het wisserblad los te maken en verwijder dit.
Maak een nieuw wisserblad in een
lichte hoek vast aan de wisserarm en
druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig naar omlaag.
Wisserblad achterruit
Til de ruitenwisser op, druk de borg‐
nokken bij elkaar om het wisserblad
los te maken en neem het omhoog
weg.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Bij het aanbrengen van een nieuw
wisserblad ervoor zorgen dat het
goed vastzit.

Page 184 of 241

182Verzorging van de autoGloeilamp vervangenOntsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Lampcontrole
Schakel het contact na het vervangen van een lamp in en bedien en contro‐
leer de lichten.
Koplampen
Grootlicht en dimlicht Vervang de gloeilampen van de
koplampen vanuit de motorruimte.
1. Beschermkap verwijderen door deze linksom te draaien.
2. Ontkoppel de kabelboomstekker.
3. Borgclip (zie afbeelding) losma‐ ken en lamp verwijderen.
4. Lamp vervangen en borgclip aanbrengen en erop letten dat de
lamp in de juiste stand worden
aangebracht.
5. Sluit de kabelboomstekker weer aan en breng de beschermkap
aan.
Zijmarkeringslichten / dagrijlicht
1. Beschermkap verwijderen door deze linksom te draaien.
2. Maak de borgclips los en haal de lamphouder uit het reflectorhuis.
3. Lamp vervangen.
4. Breng de lamphouder aan in het reflectorhuis en klik de borgclips
vast.
5. Koplampafdekking aanbrengen.

Page 185 of 241

Verzorging van de auto183Dagrijlicht met LED'sDe dagrijlichten bestaan uit LED's die
niet kunnen worden vervangen.
Neem bij een defecte LED contact op met een werkplaats.
Mistlampen voor
Lamp van mistlampen voor van onder
de auto benaderen.
1. Borgclip links op de auto losma‐ ken en afdekkap openen.
Verwijder rechts op de auto de
twee schroeven en de borgclips
om de afdekkap te verwijderen.
2. Ontkoppel de kabelboomstekker.
3. Draai de lamphouder linksom eruit en verwijder de lamp.
4. Vervang de lamp en breng de lamphouder aan.
5. Kabelboomstekker weer aanslui‐ ten.
6. Sluit links op de auto de afdekkap.
Breng rechts op de auto de afdek‐ kap aan en draai de
twee schroeven weer erin.
Richtingaanwijzers vooraan1. Lamphouder uit reflectorhuis verwijderen door linksom te
draaien.
2. Lamp vervangen.
3. Lamphouder in reflectorhuis monteren.
Achterlichten
Rem achter, richtingaanwijzer en
achterlichten
Open de achterdeuren / achterklep
om bij de achterlichten te komen.

Page 186 of 241

184Verzorging van de auto
1. Draai de drie bouten eruit (metbehulp van het meegeleverde
gereedschap).
2. Lamphuis voorzichtig uit borgpen‐
nen aan de buitenzijde trekken en
verwijderen.
3. Kabelboomstekker van lamphuis loskoppelen.4. Draai de lamphouder linksom omdeze van de lamp te scheiden.
5. Lamp vervangen.
6. Duw de lamphouder bij het aanbrengen in de lamp en draai
deze vervolgens rechtsom vast.
7. Sluit de kabelboomstekker weer aan op het lamphuis en controleerof deze goed zit.
8. Plaats het lamphuis in de oorspronkelijke stand terug en
controleer of het goed op de borg‐ pennen vastzit.
9. Draai de drie bouten weer erin.
Zijrichtingaanwijzers
1. Haal de lamp als geheel uit het spatbord door de clips met een
geschikt gereedschap in te druk‐
ken en de lamp uit de opening te
tillen.
2. Lamphouder linksom draaien, uit lamphuis verwijderen en lamp
vervangen.
3. Lamphouder in lamphuis terug‐ plaatsen en lamphuis weer in
opening monteren.

Page 187 of 241

Verzorging van de auto185Derde remlichtAchterdeuren 1. Open de achterdeuren.
2. Verwijder de twee bouten vanaf de binnenkant van de achterdeu‐
ren.
3. Verwijder de lamphouder vanaf de buitenkant van de auto door de
clips met een platte schroeven‐
draaier los te maken.
4. Lamp vervangen.
5. Lamphouder aanbrengen en de twee bouten weer aanbrengen.
Achterklep 1. Open de achterklep.2. Draai de twee bouten uit de achterklep.

Page 188 of 241

186Verzorging van de auto3. Verwijder de lamphouder vanafde buitenkant van de auto door declips met een platte schroeven‐
draaier los te maken.
4. Lamp vervangen.
5. Lamphouder aanbrengen en de twee bouten weer aanbrengen.
Achteruitrijlichten
1. Draai de twee bouten eruit (met het meegeleverde gereedschap)
en verwijder het lamphuis.
2. Kabelboomstekker van lamphuis loskoppelen.
3. Lamphouder linksom draaien omdeze van het lamphuis te schei‐
den.
4. Onderste lamp vervangen.
5. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen, vervol‐
gens rechtsom vastdraaien.
6. Kabelboomstekker weer op lamp‐
huis aansluiten.
7. Monteer het lamphuis met de twee bouten.
Kentekenverlichting H1 hoogte dak1. Lamp eruit wrikken met een platte
schroevendraaier.
2. Ontkoppel de kabelboomstekker.
3. Lens loswrikken om de clips los te
maken.
4. Lamp vervangen.
5. Breng het glas aan en sluit de kabelboomstekker weer aan.
6. Breng de lamp weer in de behui‐ zing aan.

Page 189 of 241

Verzorging van de auto187H2 hoogte dak
1. De twee schroeven verwijderen(met het bijgeleverde gereed‐
schap) om de lens eraf te halen.
2. Lamp vervangen.
3. Lens in behuizing zetten en de twee schroeven weer aanbren‐
gen.
Mistachterlicht
1. Draai de twee bouten eruit (met het meegeleverde gereedschap)
en verwijder het lamphuis.
2. Kabelboomstekker van lamphuis loskoppelen.
3. Lamphouder linksom draaien om deze van het lamphuis te schei‐
den.
4. Bovenste lamp vervangen.
5. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen, vervol‐
gens rechtsom vastdraaien.
6. Kabelboomstekker weer op lamp‐
huis aansluiten.
7. Monteer het lamphuis met de twee bouten.
Binnenverlichting
Interieurverlichting voor en achter
1. Maak het glas met een platte schroevendraaier compleet los
van de clips en de steller.
2. Lamp vervangen.
3. Lens plaatsen.

Page 190 of 241

188Verzorging van de autoVerlichting zitplaatsen achterin
Lampen door een werkplaats laten
vervangen.
Laadruimteverlichting
1. Maak het glas met een platte schroevendraaier compleet los
van de clips.
2. Achterste afdekking op lamphuis verwijderen.
3. Lamp vervangen.
4. Achterste afdekking en lamphuis aanbrengen.
Verlichting handschoenenkastje
1. Lens compleet verwijderen meteen platte schroevendraaier.
2. Lamp vervangen.
3. Lens plaatsen.
Instrumentenverlichting
Lampen door een werkplaats laten
vervangen.

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 250 next >