OPEL ZAFIRA C 2017.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Page 11 of 121
Inleiding11GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem kan op
verschillende manieren werken.
Invoer kan plaatsvinden via: ● De centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel  3 8
● Het aanraakscherm  3 13
● Bedieningsknoppen op het stuur 3 8
● Het spraakherkenningssysteem 3 50
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden alleen de meest recht‐
streekse manieren voor de menube‐
diening beschreven. In sommige
gevallen kunnen er andere opties
zijn.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op  X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐ teerde Infotainmentbron actief.Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met  X VOL  terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai  X VOL . De huidige instelling
verschijnt in een pop-up onderaan het scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐ steld:
● Het maximale inschakelvolume 3 17
● Het volume voor verkeersberich‐ ten  3 17
● Het volume van de navigatiebe‐ richten  3 34Automatisch volume
Na inschakeling van het automati‐
sche volume  3 17 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u
geen geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Geluidsonderdrukking
Druk op  q voor het dempen van de
audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren:
draai  X VOL  aan of druk weer op  q.
Bedieningsstanden Audiospelers
Druk steeds op  SRC om tussen de
hoofdmenu's AM, FM, USB,
Bluetooth of DAB te wisselen.
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van:
● USB-poort  3 27
● Audio via Bluetooth  3 27
● AM-radio  3 21
● FM-radio  3 21
● DAB-radio  3 25 
Page 12 of 121
12InleidingNavigatie
Druk op  NAV om de kaart van de
navigatieapplicatie weer te geven.
Druk op  MENU SELECT  om naar een
submenu met opties voor het invoe‐
ren van bestemmingen en het struc‐
tureren van een route te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties  3 31.
Telefoon
Druk op  q om het telefoonhoofd‐
menu met opties voor het invoeren of
selecteren van nummers weer te
geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de mobiele tele‐ foon  3 59. 
Page 13 of 121
Basisbediening13BasisbedieningBasisbediening............................ 13
Geluidsinstellingen ......................16
Volume-instellingen .....................17
Systeeminstellingen .....................18Basisbediening
MENU SELECT-knop
Draai aan de  MENU SELECT -knop:
● Om een menuoptie te markeren.
● Om een alfanumerieke waarde in
te stellen.
Druk de toets  MENU SELECT  in:
● Om de gemarkeerde optie te selecteren of in te schakelen.
● Om een ingestelde waarde te bevestigen.
● Om een app of submenu te openen.
Aanraakscherm
Raak een schermtoets aan: ● Om de betreffende optie of func‐ tie te activeren.
● Om een app of submenu te openen.
Raak het scherm aan en verplaats uw
vinger:
● Om door een lijst te bladeren.● Om door de kaart te bladeren.HOME-toets
Druk op  HOME om Homepage  te
openen.
Selecteer voor weergeven van de
volgende startpagina  Meer onderaan
het scherm. 
Page 14 of 121
14Basisbediening
U hebt dan toegang tot de verschil‐
lende apps.
Toets BACK of schermtoets
Terug
Druk op  BACK of raak  Terug op het
scherm aan:
● Om een menu of scherm af te sluiten.
● Om vanuit een submenu naar het
naasthogere menuniveau te
gaan.
● Om het laatste teken van een tekenreeks te wissen.
Houd  BACK  enkele seconden inge‐
drukt of raak  Terug aan en houd dit
vast om de gehele invoer te wissen.
Voorbeelden van de
menubediening
Een schermelement selecteren
Om een schermtoets of menuoptie te selecteren, kunt u naar keuze:
● De betreffende schermtoets of menuoptie aanraken.
● Aan  MENU SELECT  draaien om
de cursor naar de gewenste optie te verplaatsen en dan op
MENU SELECT  drukken om de
gemarkeerde optie te selecteren.
De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een bericht
of een submenu met verdere opties.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het selec‐
teren en activeren van een scherm‐
toets of een menuoptie beschreven
als "...selecteer <naam van toets>/
<naam van optie>".Door lijsten scrollen
Als er meer menuopties in een lijst
beschikbaar zijn dan het scherm kan
bevatten, verschijnt er een schuifbalk.
Om door een lijst met menuopties te
bladeren, kunt u naar keuze:
● Het scherm op een willekeurige plek aanraken en dit naar boven
en onder slepen.
● I of H  aan de boven- en
onderzijde van de schuifbalk op
het scherm aanraken.
● MENU SELECT  rechtsom
draaien om omlaag te scrollen en linksom draaien om omhoog te
scrollen. 
Page 15 of 121
Basisbediening15Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het schui‐
ven naar een lijst beschreven als
"...schuif naar <naam van optie>".
Een instelling aanpassen
Om een instelling aan te passen, kunt u naar keuze:
● De schermtoetsen  w of ‒ aanra‐
ken.
● Aan  MENU SELECT  draaien om
de waarde van de instelling te wijzigen en op  MENU SELECT
drukken om de ingestelde
waarde te bevestigen.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het instel‐
len beschreven als "...zet <naam
instelling> op...".
Een menuoptie activeren
Om een menuopties te activeren,
kunt u naar keuze:
● De betreffende optie uit de lijst aanpassen.
● Aan  MENU SELECT  draaien om
de cursor naar de gewenste optie
te verplaatsen en dan op
MENU SELECT  drukken om de
menuoptie te activeren.
Er verschijnt een vinkje of een puntje
in het vakje of het rondje naast de
betreffende menuoptie.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het active‐
ren van een menuoptie beschreven
als "...activeer <naam van optie>".
Een tekenreeks invoeren
Om een tekenreeks in te voeren, kunt u naar keuze:
● De schermtoets van het betref‐ fende teken aanraken.
● Aan  MENU SELECT  draaien om
de cursor naar het gewenste
teken te verplaatsen en dan op
MENU SELECT  drukken om het
teken in te voeren. 
Page 16 of 121
16BasisbedieningHet laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist met de optie  Del
of  Verw.  op het scherm.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het invoe‐
ren van tekens beschreven als
"...voer de gewenste tekens in...".
Geluidsinstellingen Druk op  HOME en selecteer dan
Meer  onder aan het scherm. Selec‐
teer  Toon  op de tweede  Homepage.
Nu verschijnt het menu Geluidsinstel‐
lingen.
Bass
Met deze instelling kunt u de lage
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Pas de instelling naar wens aan.
Mid
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Pas de instelling naar wens aan.
Treble
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Pas de instelling naar wens aan.
EQ-modus
(EQ: equalizer)
Gebruik deze instelling voor een opti‐
maal geluid voor een specifieke
muziekstijl bijv.  Rock of Klassiek .
Selecteer  EQ. Er verschijnt een
submenu met vooraf gedefinieerde
geluidsstijlen.
Selecteer de gewenste klankstijl.
Als een van de vooraf gedefinieerde
geluidsstijlen wordt geselecteerd,
worden  Bas, Midrange  en Hoge
tonen  vooraf door het systeem
aangepast.
Als u een van de bovenstaande
instellingen handmatig aanpast,
wordt  EQ op  Handb.  ingesteld. 
Page 17 of 121
Basisbediening17Fade en Balance
Wanneer  Fader of Balans  wordt
geselecteerd, verschijnt er een
afbeelding rechts op het scherm.
Selecteer  Fader voor het aanpassen
van de volumeverdeling tussen de
luidsprekers voor en achter in de
auto. Pas de instelling naar wens aan.
Selecteer  Balans voor het aanpassen
van de volumeverdeling tussen de
luidsprekers links en rechts in de
auto. Pas de instelling naar wens aan.
Volume-instellingen
Automatisch volume aanpassen
Druk op  HOME en selecteer vervol‐
gens  Instellingen  om het instellingen‐
menu weer te geven.
Selecteer  Radio-instellingen  en
vervolgens  Automatische
volumeregeling .
Zet voor het bijstellen van de volume‐ aanpassing  Automatische
volumeregeling  op Uit, Laag ,
Middelhoog  of Hoog .
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Volume bij opstarten aanpassen Druk op  HOME en selecteer vervol‐
gens  Instellingen  om het instellingen‐
menu weer te geven.
Selecteer  Radio-instellingen  en
vervolgens  Startvolume .
Pas de instelling naar wens aan.Volume van verkeersberichten
aanpassen
Het volume van verkeersberichten
kan onafhankelijk van het "normale"
volumeniveau vooraf worden inge‐
steld.
Druk op  HOME en selecteer vervol‐
gens  Instellingen  om het instellingen‐
menu weer te geven.
Selecteer  Radio-instellingen , RDS-
opties  en vervolgens
Verkeersvolume .
Pas de instelling naar wens aan.
Let op
Bij het uitzenden van een melding
kunt u het volume aanpassen door aan  m VOL  te draaien.
Volume van geluidssignaal
aanpassen
Bij de bedieningsorganen in de auto
worden uw handelingen bevestigd
door pieptonen. U kunt het volume
van de pieptonen aanpassen.
Druk op  HOME en selecteer vervol‐
gens  Instellingen  om het instellingen‐
menu weer te geven. 
Page 18 of 121
18BasisbedieningSelecteer Voertuig instellingen ,
Comfortinstellingen  en vervolgens
Volume geluidssignaal .
Selecteer  Laag of Hoog .
Navigatievolume aanpassen
Druk op  HOME en selecteer vervol‐
gens  Instellingen  om het instellingen‐
menu weer te geven.
Selecteer  Navigatie-instellingen ,
Gesproken instructie  en vervolgens
Navigatievolume .
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de berichten
Bekendmaking  en pas de instelling
naar wens aan.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de mogelijke audio‐
bron op de achtergrond  Achtergr. en
pas de instelling naar wens aan.
Selecteer  Volumetest  voor een audi‐
ovoorbeeld van de instellingen.
Let op
Bij het uitzenden van een melding
kunt u het volume aanpassen door
aan  m VOL  te draaien.Systeeminstellingen
Diverse instellingen van het Infotain‐
mentsysteem kunnen via de applica‐
tie  Instellingen  worden aangepast.
Taalinstellingen
Druk op  HOME, selecteer
Instellingen  en vervolgens  Talen
(Languages) .
Er verschijnt een lijst met alle
beschikbare talen.
De gewenste taal selecteren.
Tijd- en datuminstellingen
Druk op  HOME, selecteer
Instellingen  en vervolgens  Tijd en
datum .
Tijd automatisch aanpassen
Het systeem ontvangt voortdurend
informatie over de actuele tijd en datum.
Activeer  Kloksynchr. RDS-signaal  om
de tijds- en datuminstellingen auto‐
matisch aan te passen.
Deactiveer  Kloksynchr. RDS-signaal
om de tijd en datum handmatig aan te passen.
Tijd instellen
Selecteer  Tijd instellen  om de tijdsin‐
stellingen aan te passen. 
Page 19 of 121
Basisbediening19
Pas de instellingen naar wens aan.
Datum instellen
Selecteer  Datum instellen  om de
datuminstellingen aan te passen. Pas
de instellingen naar wens aan.
Tijdsindeling
Selecteer  Tijdnotatie instellen  om de
gewenste tijdsindeling te kiezen. Er
verschijnt een submenu. Activeer  12
uur  of 24 uur .
Software-informatie Druk op  HOME, selecteer
Instellingen  en vervolgens  Radio-
instellingen .
Blader door de lijst en selecteer  Menu
software versies  voor het betreffende
submenu.
Informatie softwareversie
Selecteer voor het weergeven van
alle geïnstalleerde softwareversies
Softwareversieinformatie .
Standaard zijn alle versies geacti‐
veerd.
Software-update
Neem contact op met uw werkplaats
om uw systeemsoftware te laten
updaten.
Logbestand
Selecteer  Logbestand aanmaken
voor het genereren van een logbe‐
stand van uw huidige softwareversie.
Licentiegegevens
Selecteer  Licentie-informatie  voor
informatie over de fabrikant van het
Infotainmentsysteem.Fabrieksinstellingen
Selecteer voor het terugzetten van alle Infotainmentinstellingen op de
fabriekswaarden  Radio wissen en
resetten .
Display-instellingen
Druk op  HOME, selecteer
Instellingen  en vervolgens  Displayin‐
stellingen .
Startpagina
Selecteer  Menu startpagina  om het
instellingenmenu startpagina weer te geven.
Selecteer  Menu onder aan het
scherm voor toegang tot het menu
vanuit  Homepage .
De  Homepage  kan naar uw eigen
voorkeur worden aangepast.Eigen instellingen
De applicatiepictogrammen op de
eerste pagina kunnen naar wens
worden gekozen.
Selecteer  Startpagina aanpassen  om
een lijst met alle op het systeem geïn‐ stalleerde applicaties weer te geven. 
Page 20 of 121
20BasisbedieningActiveer de menuopties van de appli‐
caties die u op de eerste startpagina
wilt zien.
De andere applicaties verschijnen
dan op de volgende pagina's.Sorteren
Elke startpagina kan maximaal acht
applicatiepictogrammen bevatten.
De posities van de pictogrammen
kunnen naar wens worden gewijzigd.
Selecteer  sorteren om de startpagina
in de bewerkingsmodus weer te
geven.
Raak het pictogram dat u wilt
verplaatsen aan en houd het vast.
Selecteer om de plek van dit picto‐
gram te ruilen met die van een ander
het andere pictogram op de startpa‐
gina.
Selecteer  Klaar om de wijziging te
bevestigen.
De twee pictogrammen zijn onderling van plek verwisseld.Standaardinstellingen startpagina
Zet de  Homepage  terug op de
fabrieksinstellingen door  Stand.wrd.
hoofdstartpagina herst.  te selecteren.Display Uit
Selecteer  Display Uit  om het display
uit te schakelen.
U schakelt het display weer in met
een willekeurige toets op het Infotain‐
mentsysteem (behalve de knop  m
VOL ).