ESP OPEL ZAFIRA C 2017.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 9 of 121

Inleiding91m VOL
Indrukken: Infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 11
Draaien: volume
aanpassen ............................ 11
2 MENU SELECT
Draaien: menuopties
markeren of
alfanumerieke waarden
instellen ................................ 13
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; functie in-/
uitschakelen, audio- of
navigatiemenu openen .........13
3 BACK
Menu: een niveau terug ........13
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........13
4 HOME
Ga naar startpagina ..............135H
Radio: vooruit zoeken ...........21
Externe apparaten: track
vooruit overslaan ................... 28
6 I
Radio: achteruit zoeken ........21
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ...............28
7 SRC (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
USB ....................................... 27
Bluetooth ............................... 27
AM ......................................... 21
FM ......................................... 21
DAB ....................................... 21
8 q
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 629 DEST
Navigatiebestemmin‐
genmenu openen ..................37
10 NAV
Kaart weergeven ..................34

Page 10 of 121

10InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort drukken:
telefoongesprek aannemen ..62
of nummer bellen in
oproeplijst .............................. 62
of actieve
spraakherkenning .................50
Lang drukken: oproeplijst
tonen ..................................... 62
of spraakdoorschakeling
activeren (indien
ondersteund door de
telefoon) ................................ 50
2 SRC (bron)
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 21
Bij actieve radio: hoger/
lager zetten om volgende/
vorige voorkeurszender te
selecteren ............................. 21
Bij actief extern apparaat:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige track te
selecteren ............................. 28
Bij actieve telefoon: hoger/ lager zetten om volgende/
vorige vermelding in
oproepenlijst te selecteren ....62
Bij actieve telefoon actief
en gesprekken in de
wacht: hoger/lager zetten
om tussen gesprekken te
schakelen .............................. 623w
Volume verhogen ..................11
4 ─
Volume verlagen ...................11
5 xn
Kort drukken: gesprek
beëindigen/weigeren .............62
of oproeplijst sluiten ..............13
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............11
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 50

Page 18 of 121

18BasisbedieningSelecteer Voertuig instellingen ,
Comfortinstellingen en vervolgens
Volume geluidssignaal .
Selecteer Laag of Hoog .
Navigatievolume aanpassen
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens Instellingen om het instellingen‐
menu weer te geven.
Selecteer Navigatie-instellingen ,
Gesproken instructie en vervolgens
Navigatievolume .
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de berichten
Bekendmaking en pas de instelling
naar wens aan.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de mogelijke audio‐
bron op de achtergrond Achtergr. en
pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Volumetest voor een audi‐
ovoorbeeld van de instellingen.
Let op
Bij het uitzenden van een melding
kunt u het volume aanpassen door
aan m VOL te draaien.Systeeminstellingen
Diverse instellingen van het Infotain‐
mentsysteem kunnen via de applica‐
tie Instellingen worden aangepast.
Taalinstellingen
Druk op HOME, selecteer
Instellingen en vervolgens Talen
(Languages) .
Er verschijnt een lijst met alle
beschikbare talen.
De gewenste taal selecteren.
Tijd- en datuminstellingen
Druk op HOME, selecteer
Instellingen en vervolgens Tijd en
datum .
Tijd automatisch aanpassen
Het systeem ontvangt voortdurend
informatie over de actuele tijd en datum.
Activeer Kloksynchr. RDS-signaal om
de tijds- en datuminstellingen auto‐
matisch aan te passen.
Deactiveer Kloksynchr. RDS-signaal
om de tijd en datum handmatig aan te passen.
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om de tijdsin‐
stellingen aan te passen.

Page 22 of 121

22Radio
Selecteer de gewenste zender.Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door i.
Categorielijst Talloze zenders zenden een PTY-
code uit die het uitgezonden
programmatype aangeeft (bijv.
nieuws). Sommige zenders wijzigen
afhankelijk van de inhoud die op dat
moment wordt uitgezonden ook de
PTY-code.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders in de betreffende categorie‐
lijst gesorteerd op programmatype
op.
Let op
De submenuoptie categorielijst is
alleen beschikbaar voor de frequen‐
tiebereiken FM en DAB.
Zoeken op een programmatype dat
door de zenders wordt opgegeven:
selecteer de categorielijstoptie van
het specifieke frequentiebereik.
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmatypen.
Selecteer het gewenste programma‐
type. Er verschijnt een lijst met
zenders die een programma van het
geselecteerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Zenderlijsten bijwerken Als de zenders in de golfbereik-speci‐
fieke zenderlijst niet meer kunnen
worden ontvangen, moeten de AM-
en DAB-zenderlijst worden bijge‐
werkt.
Let op
De lijst met FM-zenders wordt auto‐
matisch bijgewerkt.Selecteer de bijbehorende lijstver‐
melding in het golfbereik-specifieke
menu om een zenderlijst bij te
werken.
Het zoeken naar zenders wordt
gestart. Zodra het zenderzoeken
klaar is, wordt de eerder ingestelde
zender afgespeeld.
Druk op MENU SELECT om het
zoeken naar een zender te annule‐
ren.
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen.

Page 28 of 121

28Externe apparatenEen apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 60.
Bestandsindelingen
Audiobestanden
Alleen apparaten die zijn geformat‐ teerd in de bestandssystemen
FAT32, NTFS en HFS+ worden
ondersteund.
Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
kan worden veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .m4a.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.Afbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen
zijn .jpg, .jpeg, .bmp, .png en .gif.
De grootte van de bestanden mag
maximaal 2048 pixels in de breedte
en 2048 pixels in de hoogte zijn
(4MP).
Gracenote
De Gracenote database bevat infor‐ matie over momenteel verkrijgbare
mediadata.
Bij het aansluiten van externe appa‐
raten worden de tracks of bestanden
herkend door de Gracenote functie.
Als de normalisatiefunctie van Grace‐ note geactiveerd is, worden spelfou‐
ten in MP3 tag-data automatisch
gecorrigeerd. Hierdoor kunnen
mediazoekresultaten beter worden.
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens Instellingen .
Selecteer Radio-instellingen en
vervolgens Gracenote-opties .
Activeer de normailsatiefunctie van Gracenote.Audio afspelen
Afspelen starten Indien niet aangesloten, sluit het
apparaat aan 3 27.
Druk op HOME en selecteer dan
USB of Bluetooth .
Voorbeeld: hoofdmenu USB
Functietoetsen
De mediabestanden op de USB- en Bluetooth-apparaten kunnen met de
toetsen op het Infotainmentsysteem
worden bediend.

Page 32 of 121

32Navigatiede route berekend vanaf de huidige
locatie tot de geselecteerde bestem‐
ming.
Routebegeleiding gebeurt via
gesproken opdrachten en een rich‐
tingspijl en met behulp van een meer‐
kleurig kaartdisplay.
Informatie op de kaartweergave
Druk voor het weergeven van de
kaart rondom de huidige locatie op
NAV .
Routebegeleiding niet actiefAls routebegeleiding niet actief is,
verschijnt de volgende informatie:
● In de linkerbovenhoek: een kompas dat het noorden
aangeeft.
● Kaartdisplay van het gebied rond
de huidige positie.
● Huidige positie: aangegeven door een rode driehoek in een
grijze cirkel.
● Markante punten (POI), bijv. tankstations, parkeerterreinen of
restaurants: aangegeven met
bijbehorende symbolen (indien geactiveerd).Routebegeleiding actief
Als routebegeleiding actief is,
verschijnt de volgende informatie:
● Op de bovenste regel: informatie
over de momenteel actieve audi‐ obron en de tijd.
● In de linkerbovenhoek: een kompassymbool dat het noorden
aangeeft.
● Kaartdisplay van het gebied rond
de huidige positie.
● Huidige positie: aangegeven door een rode driehoek in een
grijze cirkel.

Page 46 of 121

46Navigatie
Pas de waarden naar wens aan.
Selecteer BACK om naar het
volgende, hogere menuniveau te gaan.
Pas de lengtegraadwaarden zoals
hierboven beschreven aan en selec‐
teer nogmaals BACK om weer naar
het naasthogere menuniveau te
gaan.
Selecteer Zoeken.
Er verschijnt een bevestigingsmenu. Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Begeleiding starten .
Opgeslagen bestemmingen
wissen
Druk voor het verwijderen van in hetsysteem opgeslagen bestemmingen op HOME en op Instellingen . Selec‐
teer Navigatie-instellingen en vervol‐
gens Opgeslagen bestemmingen
verwijderen .
Activeer de menuopties van de
opslaglocatie die u wilt wissen.
Selecteer Verw.. De geselecteerde
opslaglocaties worden gewist.
Begeleiding
Routebegeleiding starten en
annuleren
Routebegeleiding starten
Gewenst adres invoeren of selecte‐ ren.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer Begeleiding starten om
routebegeleiding te starten.
Routebegeleiding annuleren
Druk bij actieve routebegeleiding op
DEST om Routemenu weer te geven.
Selecteer Route annuleren om de
actuele navigatiesessie te annuleren.
Begeleidingsinstructies Routebegeleiding wordt uitgevoerd
met gesproken instructies en visuele instructies op de kaart (indien geacti‐
veerd).
Gesproken instructies
Gesproken navigatie-instructies
geven bij het naderen van een krui‐
sing aan welke richting u moet
volgen.

Page 47 of 121

Navigatie47Druk op HOME, selecteer
Instellingen en vervolgens Navigatie-
instellingen .
Selecteer Gesproken instructie om
het betreffende submenu weer te
geven.
Als u wilt dat het systeem de volgende
afslagmanoeuvre hoorbaar aangeeft,
activeer dan Gesproken instructies
navigatiesysteem .
Als u wilt dat verkeerswaarschuwin‐
gen worden voorgelezen, activeer
dan Waarschuwingen verkeersinfor‐
matie .
Selecteer Navigatievolume om het
volume tijdens gesproken instructies
bij te stellen. Het betreffende
submenu verschijnt.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van gesproken instructies Bekendmaking en pas de instelling
naar wens aan.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de mogelijke audio‐
bron op de achtergrond Achtergr. en
pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Volumetest voor een audi‐
ovoorbeeld van de instellingen.Activeer indien gewenst Gesproken
instructies tijdens oproepen
onderdrukken .
Begeleidingswaarschuwingen
Begeleidingswaarschuwingen
melden in een uitvergroting van het
betreffende kaartgedeelte bij het
naderen van een kruising waarop u
moet afslaan te te volgen richting.
Druk op HOME, selecteer
Instellingen en vervolgens Navigatie-
instellingen .
Selecteer Waarschuwingen routebe‐
geleiding om het betreffende
submenu weer te geven.
Als u wilt dat het systeem bij het nade‐
ren van de volgende afslagma‐
noeuvre automatisch de kaart weer‐
geeft, activeer dan Waarschuw.
routebeg. op voorgrond .
Als u wilt dat afslagmanoeuvres in
een uitvergroting worden weergege‐ ven, activeer dan Waarschuw. route‐
begeleiding op kaart .Route terugvinden
Met de broodkruimelsfunctie kunt u
reeds genomen wegen in een route
terugvinden.
Traject
Druk op HOME, selecteer
Instellingen om het instellingenmenu
weer te geven. Selecteer Navigatie-
instellingen en vervolgens Traject‐
markering .
Activeer Opnemen om een terug‐
vindsessie te starten. De genomen
route wordt geregistreerd en als stip‐
pellijn op de kaart weergegeven.

Page 50 of 121

50SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................50
Gebruik ........................................ 51
Overzicht spraakcommando's .....54Algemene informatie
Geïntegreerde spraakherkenning De spraakherkenning van het Info‐
tainmentsysteem stelt u in staat om
diverse functies van het Infotainment‐
systeem met uw stem te besturen. De
spraakbesturing herkent comman‐
do's en cijferreeksen, ongeacht de
desbetreffende spreker. De instruc‐
ties en cijferreeksen kunnen zonder
pauze tussen de afzonderlijke woor‐ den worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste
commando's geeft de spraakherken‐
ning visuele en/of akoestische feed‐
back en wordt u gevraagd het gewen‐ ste commando te herhalen. Boven‐
dien bevestigt de spraakherkenning
belangrijke instructies en stelt zo
nodig een vraag hierover.
In het alegmeen zijn er verschillende
manieren voor het uitspreken van de commando's voor de taken. Voor de
meeste ervan, behalve het invoeren
van een bestemming en het stem‐
toetsenblok, is een enkel commando
voldoende.Ga als volgt te werk als voor de
handeling meer dan één commando
nodig is:
Geef in het eerste commando het te
verrichten type handeling aan, bijv.
"Navigatiebestemming invoeren".
Het systeem reageert met vragen die
u door een dialoog voor het invoeren
van de benodigde voeren. Zeg als er
een bestemming voor routebegelei‐
ding nodig is bijvoorbeeld "Navigatie" of "Bestemming invoeren".
Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐ ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
Ondersteunde talen ● Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem
beschikbaar zijn, zijn ook
beschikbaar voor de spraakher‐ kenning.
● Als de momenteel geselecteerde
displaytaal niet door de spraak‐
herkenning wordt ondersteund,
is de spraakherkenning niet
beschikbaar.

Page 51 of 121

Spraakherkenning51In dat geval moet u een andere
taal selecteren voor het display
als u het Infotainmentsysteem via spraakcommando's wilt bedie‐
nen. Taal van display wijzigen, zie "Taal" in het hoofdstuk
"Systeeminstellingen" 3 18.
Adresinvoer voor bestemmingen in het buitenland
Als u het adres van een bestemming in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van het Infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.
Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van een stad in Frankrijk wilt invoeren,moet u de displaytaal in Frans wijzi‐
gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de
displaytaal naar keuze in Frans of Nederlands wijzigen. Voor het invoe‐
ren van adressen in Zwitserland kunt
u de displaytaal naar keuze in Frans,
Duits of Italiaans wijzigen.Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐
instellingen" 3 18.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐
systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de
bestemming ligt.
Het systeem geeft een voorbeeld van de betreffende invoervolgorde.
Spraakdoorschakel-toepassing Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om na te
gaan of uw smartphone deze functie
ondersteunt.Gebruik
Geïntegreerde spraakherkenning Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op w rechts op het stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem
wordt onderdrukt, w op het display
wordt gemarkeerd en een gesproken
bericht vraagt u om een commando
uit te spreken.
Zodra de spraakherkenning gereed is voor gesproken commando's, klinkt
er een pieptoon.
U kunt nu een spraakcommando geven om een systeemfunctie direct te starten (bijv. een voorkeuzezender
afspelen) of om een dialoogreeks te
starten met een aantal dialoogstap‐
pen (bijv. het invoeren van een
bestemmingsadres); zie "Bediening via spraakcommando's" verderop.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 40 next >