PEUGEOT 107 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 111 of 140


04
109
TELEFONEREN

OPHANGEN

In h
et contextmenu:

-
selecteer "Doorschakelfunctie"aan om het gesprek via de telefoon
voort te zetten.

-
selecteer "Doorschakelfunctie"uit
om het gesprek via de auto voort te
zetten.
In het contextmenu:
-
selecteer "Micro OFF"
om demicrofoon uit te schakelen.
-
selecteer "Micro OFF"
uit om demicrofoon weer in te schakelen.
In sommi
ge gevallen moet u deze doorschakelfunctie via de telefoon kiezen.
Als het contact is a
fgezet, wordt de Bluetooth-verbindingautomatisch weer tot stand gebracht als het contact weer wordt aangezet (afhankelijk van de specificaties van de telefoon).



GESPREKKEN BEHEREN
U kunt ook de toets SRC/TEL
even ingedrukt houden om het gesprek te beëindigen.
Selecteer in het contextmenu "Ophangen"om het gesprek te beëindigen.
PRIVÉGESPREK

(de gesprekspartner kan niet meeluisteren)

DOORSCHAKELFUNCTIE
(om de auto te kunnen verlaten zonder het gesprek te onderbreken)

Page 112 of 140

05
110
Druk op ‘ om het menu met de audio-
instellingen op te vragen.
Druk op
‘ om de volgende instellingop te vragen.

De vol
gende instellingen zijn mogelijk:


- AMBIANCE: BASS
, TREBLE en LOUDNESS.

- BALAN
CE (balans links/rechts).
De audio-instellin
gen AMBIANCE, TREBLE en BASS zijngescheiden instellingen, die u voor elke geluidsbron apart kunt
verrichten.
AUDIO-INSTELLINGEN

Page 113 of 140

06
111
CONFIGURATIE

WEERGAVE en TAAL INSTELLEN

Selecteer "Systeem"
om het systeem te updaten.Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk voor meer
informatie.
Selecteer "Taal"
om de taal te wijzigen.
Druk op MENU
en selecteer "Instelling" .

Selecteer "Weergave"om het scrollen door de tekst
in- of uit te schakelen. Selecteer "Versie"
om informatie over de software op te vragen.

Page 114 of 140

07
11 2
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
1
2
2
2
2
1
2
2
2
1
2
2
2
2
3
3
1
2
2
4
4
4
1
2
3
2
3
3
3
3
3
3
3
2
2
3
3
3
MENU
Radio
TA
RD
S
TXT
Invoer freq.
Media
N
ormaal
Random

Alle random
Telefoon
Bellen
Herhaling
TA
Status telefoon
Directory
Oproep info
Bluetooth
Bl
uetooth beheer
Z
oeken Gemiste oproepen
Gekozen nummers
Ontvangen oproepen
Instelling
Tijd
A
frollende tekst
Taal
D
eutsch
En
glish
Español
Français
It
aliano

Nederlands

Português
Versie
System Portu
guês-Brasil
Р
усский
T
ürkçe
2Weergave

Page 115 of 140

113
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING

Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen (radio, CD...).
Voor een optimaal luister
genot kunt u de audio-instellingen (bassen, hoge
tonen, klankkleur, loudness) voor elke geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere geluidsbron (radio,CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) zijn afgestemd op de verschillende g( gg( g
geluidsbronnen. Het is raadzaam de audio-functies )j g p)j g p
(bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in degg
middelste stand te zetten, de klankkleur te selecteren (g )g)
en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.pgpg
Bij het veranderen van de bassen en hoge
tonen wordt de gekozen
klankkleur uitgeschakeld.
Bi
j het veranderen van de klankkleur worden de
bassen en de hoge tonen
op 0 gezet.
De klankkleur is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen. Het is niet
mogelijk dit afzonderlijk van elkaar in te stellen, behalve als u een eigen klankkleur hebt ingesteld. Stel de bassen en ho
ge tonen of de klankkleur naar eigen wens in.

De ontvangstkwaliteit
van de beluisterderadiozender neemtgeleidelijk af of de
voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation
of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
De om
geving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschi
jnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezi
g of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat
of parkeergarage). Laat de antenne controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Het
geluid van de radio
valt 1 tot 2 seconden
weg. Het RD
S zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar eeneventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich
te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet. In de vol
gende tabellen vindt u een antwoord op veelgestelde vragen.

Page 116 of 140

11 4
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING

De functie TA (verkeersinformatie) is ingeschakeld, maar ik krijg geen
verkeersinformatie te horen.
De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale
netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden. Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt.

De voorkeuzezenders kunnen
niet worden ontvangen(geen geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets SRC/TEL om hetgolfbereik (FM1 of FM2) te vinden waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De
CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler
geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De
CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.


- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.

- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.

- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD'safspelen.p


- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio te latengggg
afspelen.

De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellin
gen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op de
CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een klankkleurte selecteren.
De Bluetooth-verbindin
gwordt onderbroken.De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.

Op het display wordt
de melding "Storing
USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet herkend" weergegeven.De U
SB-stick wordt niet herkend.
D
e stick is misschien defect. Formateer de stick opnieuw naar FAT 16 o
f FAT 32.

Page 117 of 140

115
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
E
en telefoon wordt
automatisch aangesloten
als een verbinding met een andere telefoon
wordt verbroken. Automatisch verbindin
g maken heeft voorrang op handmatig verbinding
maken. Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
De iPod wordt bi
j het
aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend.De iPod is niet compatibel met de U
SB-aansluiting.
De harde schi
jf of andererandapparatuur wordtbij het aansluiten op de
USB-aansluiting niet herkend.Sommi
ge schijven en randapparatuur hebben meer stroom nodig dan de
voeding die de radio levert. Sluit de randapparatuur op het 230 V- stopcontact, de
12 V-aansluiting of een externe voedingsbron aan.
Let op:controleer of de randapparatuur zelf geen signaal van meer dan 5 V afgeeft (kans op schade).
Ti
jdens streaming audio
wordt het geluid tijdelijkonderbroken.Sommi
ge telefoons geven voorrang aan de handsfree-signaalverbinding. Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Bij het afspelen tijdens "Alles
random" worden sommige
nummers over
geslagen.
De functie "Alles random" kan maximaal 999 nummers lezen.
N
a het afzetten van de motor wordt de radiona enkele minuten
automatisch uitgeschakeld. Als de motor is a
fgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradio is
geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De meldin
g "het
audiosysteem is
oververhit" verschijnt ophet display.
Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt. Schakel het audios
ysteem enkele minuten uit om het systeem te laten afkoelen.

Page 118 of 140

116

AUTORADIO


01 Basisfuncties

Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.



INHOUDSOPGAVE

02 Radio

03 Audio blz.
blz.
blz. 11 7
11 9
124

Page 119 of 140

01
11 7
BASISFUNCTIES


Volumeregeling
Aan / uit
Instellen van de ti
jd:
langer dan 2 seconden
indrukken / To egang tot de
audio-instellingen
Aansluitin
g voor externe, draagbare
apparatuur
(MP3-speler, ...) Instellen van de minuten
/
Audio-instellingen
Selecteren van de radiofunctie: externe
functie of CD-speler en -wisselaar (afhankelijk van de uitrusting)
Instellen van de uren /
Audio-instellingen

Page 120 of 140

01
118
BASISFUNCTIES

Druk, als het contact aan is of in de stand
ACCESSOIRES staat, op deze knop om de radio inof uit te schakelen.

Als de toetsen gedurende enkele seconden niet
worden ingedrukt, wordt de functie automatisch
beëindigd.










ALGEMENE FUNCTIES

Stel de geselecteerde functie in met behulp van deze twee toetsen.
Druk herhaaldeli
jk op deze toets om
achtereenvolgens de bassen (BASS) , de hoge
tonen (TREB) , de geluidsverdeling voor/achter (FA D)
, en de balans links/rechts (BAL)
in te stellen.
Na het afzetten van de motor wordt de autoradio na 30 minuten
automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accuontladen raakt.
AUDIO-INSTELLINGEN AAN / UIT

Druk herhaaldelijk op de bovenzijde van deze
toets om het geluidsvolume te verhogen en op de onderzijde van deze toets om het te verlagen.
VOLUMEREGELING

Het
geluidsvolume en de audio-instellingen van de apparatuur kunnen worden ingesteld met de toetsen van de autoradio.

Druk op de toets AM/FM
om de functie AUX
te onderbreken.
Bi
j het gebruik van een MP3-speler:voor een goed geluidsniveau
is het raadzaam het geluidsvolume van de radio aanzienlijk te
verho
gen (tussen 30 en 60).

Sluit de a
pparatuur aan en druk op deze toets om
de apparatuur te gebruiken.
Het audiosysteem is voorzien van een aansluiting "AUX", waarop draagbare apparatuur (bijv. een MP3-speler) kan worden aangesloten.
AANSLUITING VOOR EXTERNE APPARATUUR

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 next >