ESP PEUGEOT 108 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 5 of 269
.
108_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Lichtschakelaar 98
Automatische verlichting
1
01
Richtingaanwijzers
1
03
Koplamphoogte verstellen
1
03
Ruitenwisserschakelaar
104
Verlichting en zicht
Claxon 10 6
Alarmknipperlichten
106
ESP-systeem
107
Active City Brake
1
10
Veiligheidsgordels
115
Airbags
118
Kinderzitjes
123
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
126
ISOFIX-kinderzitjes
132
Kinderslot
137
VeiligheidStoringen verhelpen
Brandstoftank 138
Sneeuwkettingen
140
E c o - m o d e
1
41
Accessoires
142
Ruitenwisserblad vervangen
1
44
Allesdragers monteren
1
44
M otor kap
146
Benzinemotoren
147
Niveaus controleren
1
48
Controles
151
Praktische informatie Technische gegevens
7 inch touchscreen 1 85
Radio
2
35
Audio en telematica
Index
Bandenreparatieset 153
Reservewiel
158
Een lamp vervangen
1
63
Zekeringen vervangen
1
68
12 V- a c c u
17 7
Slepen van uw auto
1
80Motoren
181
Gewichten
18
2
Afmetingen
183
Identificatie 184
Inhoud
Page 19 of 269
17
108_nl_Chap01_instrument-de-bord_ed01-2016
Laag
brandstofniveaupermanent, in
combinatie met een
geluidssignaal. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5
liter brandstof in
de tank. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 35
liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Laadstroom
accu permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Emissieregeling
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Motorstoring permanent. Er is een ernstige storing
gesignaleerd waar geen specifiek
waarschuwingslampje voor is. Raadpleeg in dat geval altijd het PEUGEOT of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
en antispinregeling
(
ESP / TRC)knippert. De systemen ESP/ TRC zijn actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit.
permanent. Storing in de systemen ESP/ TRC. Laat het systeem controleren bij het PEUGEOT-
netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 269
18
Veiligheidsgordels
vóórknippert in
combinatie met een
geluidssignaal.De bestuurder heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
weer losgemaakt.
De voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Elektrische
stuurbekrachtigingknippert of blijft
branden, in combinatie
met een geluidssignaal.Er is een storing met betrekking tot
de elektrische stuurbekrachtiging.
Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Airbags
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
ETG-
versnellingsbak permanent.
De ETG-versnellingsbak is defect. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Koppeling knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal. De temperatuur van de koppeling is
te hoog.
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, zet
de selectiehendel van de ETG-versnellingsbak in
de stand N en wacht ongeveer 15 minuten om de
temperatuur van de koppeling te laten zakken.
Instrumentenpaneel
Page 26 of 269
24
Airbag vóór aan
passagierszijdepermanent, op het
pictogrammendisplay
van de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde.De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF". De airbag vóór aan passagierszijde is uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel plaatsen, behalve in het geval van
een storing in het airbagsysteem (aangegeven door het
branden van het waarschuwingslampje Airbags).
Antispinregeling
(TRC) permanent.
Er is kort op de toets gedrukt.
De antispinregeling (TRC) is
uitgeschakeld. Druk op de toets om het systeem in te schakelen. Het
verklikkerlampje dooft.
De functie TRC wordt automatisch ingeschakeld als
de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50
km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie.
Dynamische
stabiliteitscontrole
( ESP )permanent. Er is bij stilstaande auto langer dan
3 seconden op de toets gedrukt.
De antispinregeling (TRC) en
dynamische stabiliteitscontrole (ESP)
zijn uitgeschakeld. Druk op de toets om deze systemen in te schakelen.
Het ESP-systeem wordt automatisch ingeschakeld als
de motor wordt gestart.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Controlelampjes uitgeschakelde functies
De volgende lampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal.
Instrumentenpaneel
Page 50 of 269
48
108_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Uw auto is uitgerust met een achterbank met een eendelige vaste zitting, en afhankelijk van de uitvoering:
- e en in delen (50/50) neerklapbare rugleuning,
-
e
en eendelige neerklapbare rugleuning.
Berg de gespen van de veiligheidsgordels
achter op in de houders op de middenstijl als ze
niet worden gebruikt of voordat de rugleuning
van de achterbank (geheel of gedeeltelijk)
wordt neergeklapt. Het neerklappen geschiedt vanaf de
achterzijde van de auto met geopende
achterklep.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand.
Z
ie de rubriek "Hoofdsteunen achter".
F
T
rek aan de riem(en) A aan de achterzijde
van de rugleuning en klap de rugleuning
(geheel of gedeeltelijk) neer op de zitting.
Achterbank
Opbergen van de
veiligheidsgordels Neerklappen van de
achterbankleuning
F Klap de rugleuning omhoog en vergrendel
deze in de verankering B .
F
C
ontroleer of de achterbankleuning goed
vergrendeld is.
Terugplaatsen van de
achterbankleuning
3-deurs 5-deurs
Ergonomie en comfort
Page 109 of 269
107
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP:
Electronic Stability Control) dat de volgende
systemen omvat:
-
h
et antiblokkeersysteem (ABS) en de
elektronische remdrukregelaar,
-
d
e noodremassistentie,
-
d
e antispinregeling (TRC),
-
de
dynamische stabiliteitscontrole.
Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en voor een betere controle in
bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen
in het geval van een noodstop.
De elektronische remdrukregelaar verdeelt de
remdruk over de wielen.
Noodremassistentie
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor
dat de benodigde bedieningskracht wordt
verminderd en de effectiviteit van het remmen
wordt vergroot.
Antispinregeling (TRC)
Dit systeem verbetert de tractie door het
doorspinnen van de wielen te beperken met
behulp van de remmen van de aangedreven
wielen en de motor. Het zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
Dit systeem houdt de vier wielen in de gaten
en grijpt, als de koers van de auto afwijkt van
de door de bestuurder gewenste richting,
automatisch in via de remmen van een of
meerdere wielen en het motorkoppel om de
auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers
te brengen.
6
Veiligheid
Page 110 of 269
108
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Als dit lampje gaat branden in
combinatie met een geluidssignaal,
duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar
waardoor u tijdens het remmen de
controle over uw auto zou kunnen
verliezen.
Werking
Als dit lampje gaat branden in
combinatie met een geluidssignaal,
duidt dit op een storing in het ABS-
systeem, waardoor u tijdens het
remmen de controle over uw auto
zou kunnen verliezen.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaarZorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat wielen
worden gemonteerd die voor uw auto
zijn gehomologeerd.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn
door het trillen van het rempedaal.
Trap het rempedaal bij een noodstop
krachtig en volledig in en laat het
niet los.
Stop onmiddellijk op een veilige plaats.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische stabiliteitscontrole
(ESP) en antispinregeling (TRC)
Inschakelen
Deze systemen worden automatisch
ingeschakeld zodra de motor wordt gestart.
Zodra deze systemen signaleren dat de wielen
te weinig grip hebben of de koers van de auto
afwijkt van de door de bestuurder gewenste
richting, grijpen ze in op de werking van de
motor en het remsysteem. Als het ESP-systeem ingrijpt,
gaat dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel knipperen in
combinatie met een geluidssignaal.
Als het TRC-systeem ingrijpt,
gaat dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel knipperen.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Veiligheid
Page 111 of 269
109
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Het TRC- en het ESP-systeem zorgen
voor meer veiligheid tijdens het rijden.
De bestuurder mag zich echter nooit
laten verleiden tot het nemen van meer
risico's of te hard rijden.
De goede werking van de systemen
wordt verzekerd door de naleving
van de voorschriften van de fabrikant
met betrekking tot de wielen (banden
en velgen), onderdelen van het
remsysteem en elektronische
onderdelen, en de naleving van
de werkplaatsprocedures van het
PEUGEOT-netwerk.
Laat de systemen na een aanrijding
controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, mul zand,...) kan
het nuttig zijn het ESP- en het TRC-systeem uit
te schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen
en weer grip kunnen krijgen.
Storing
Het is echter aanbevolen het systeem zo snel
mogelijk weer in te schakelen.F
D
ruk kort op deze knop.
Dit verklikkerlampje gaat branden:
het TRC-systeem grijpt niet meer in
op de werking van de motor.
Opnieuw inschakelen
Het TRC- en het ESP-systeem worden
automatisch weer ingeschakeld als de motor
wordt gestart. F
D
ruk nogmaals op de knop om
de systemen handmatig weer in
te schakelen. Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal, duidt dit op een
storing in het systeem.
Rijd voorzichtig en rustig en neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het systeem te
laten controleren.
Uitschakelen van alleen het TRC-systeem
Uitschakelen van het TRC- en het ESP-
systeem F
Druk, ter wijl de auto stilstaat ,
langer dan 3
seconden op deze
knop.
Deze verklikkerlampjes
gaan branden: het TRC- en
het ESP-systeem grijpen
niet meer in op de werking
van de motor. Als alleen het TRC-systeem is uitgeschakeld,
wordt dit weer ingeschakeld als de
wagensnelheid toeneemt.
Als het TRC- en het ESP-systeem beide zijn
uitgeschakeld, worden ze niet automatisch
weer ingeschakeld als de wagensnelheid
toeneemt.
6
Veiligheid
Page 112 of 269
110
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Active City Brake
Active City Brake is een rijhulpfunctie die
beoogt een frontale aanrijding te voorkomen
of de snelheid van een frontale aanrijding
te verminderen wanneer de bestuurder niet
of te laat ingrijpt (te laat intrappen van het
rempedaal).Dit systeem is ontwikkeld om de
veiligheid te verbeteren.
De bestuurder moet zelf altijd het
verkeer in de gaten blijven houden en de
afstand tot en de snelheid van andere
weggebruikers blijven inschatten.
Active City Brake is slechts een
hulpsysteem; de bestuurder moet altijd
attent blijven.
Bekijk de lasersensor nooit met een
optisch instrument (vergrootglas,
microscoop enz.) op een afstand van
minder dan 10
cm: kans op oogletsel. Dit automatische noodremsysteem
remt later af dan de bestuurder normaal
gesproken zou doen. Het systeem
grijpt dus alleen in als de kans op een
aanrijding groot is.Werkingsprincipe
Dit systeem detecteert met een lasersensor en
een camera boven aan de voorruit voertuigen
die in dezelfde richting rijden of die vóór de
auto stilstaan.
Indien noodzakelijk remt de auto automatisch af
om de snelheid van de aanrijding te beperken
of om te helpen de aanrijding met de voorligger
te voorkomen.
Voorwaarden voor activering
Active City Brake werkt als aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
● de motor draait,
● de
auto rijdt vooruit,
● voor
het geven van waarschuwingen bij
een dreigende aanrijding :
-
d
e wagensnelheid ligt tussen 15 en
140
km/h,
-
h
et snelheidsverschil tussen uw auto
en de voorligger is groter dan ongeveer
15
km/h,
● voor
de hulp bij het remmen :
-
d
e wagensnelheid ligt tussen ongeveer
30
en 80 km/h,
-
h
et snelheidsverschil tussen uw auto
en de voorligger is groter dan ongeveer
30
km/h,
● voor
het automatisch remmen bij een
dreigende aanrijding :
-
d
e wagensnelheid ligt tussen ongeveer
10
en 80 km/h,
-
h
et snelheidsverschil tussen uw auto
en de voorligger is groter dan ongeveer
10
km/h,
● de
remhulpsystemen (ABS, EBD, BAS) zijn
n
iet defect,
● de
stabiliteitscontrolesystemen (TRC, ESP)
z
ijn niet uitgeschakeld of defect,
● de
auto maakt geen scherpe bocht,
● het
systeem is de laatste 10 seconden niet
i
n werking getreden.
Veiligheid
Page 117 of 269
115
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels vóór
Vast maken
F Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting.
F
C
ontroleer of de gordel goed is
vastgemaakt door even aan de riem te
trekken.
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van
een pyrotechnische gordelspanner en een
spankrachtbegrenzer.
Deze systemen zorgen voor extra
bescherming van de bestuurder en passagier
bij frontale en zijdelingse aanrijdingen.
Bij een krachtige aanrijding zorgen de
pyrotechnische gordelspanners ervoor dat de
veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen
van de inzittenden worden getrokken.
De pyrotechnische gordelspanners zijn actief
zodra het contact wordt aangezet.
De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van
de inzittenden getrokken wordt en bevordert
daarmee de veiligheid.
Veiligheidsgordels achter
De zitplaatsen achter zijn voorzien van een
driepuntsveiligheidsgordel.
Losmaken
F Druk op de rode knop van de
gordelsluiting.
F
H
oud de gordel vast ter wijl deze zich
oprolt.
6
Veiligheid