PEUGEOT 2008 2013 Instructieboekje (in Dutch)

Page 11 of 324

.
9
In één oogopslag

Page 12 of 324

10
In één oogopslag
Juiste zitpositie
Voorstoelen
57
Handmatig verstellen
1.
Hoogteverstelling van de hoofdsteun. 2.
Rugleuningverstelling. 3.Hoogteverstelling van de zitting.4.
Verstelling in lengterichting.

Page 13 of 324

.
11
In één oogopslag
Juiste zitpositie

Verstellen van de hoofdsteun
58
1.Ontgrendelen van het stuur wiel met de
hendel.
2. Ver stellen in hoogte en diepte.3.
Vergrendelen van het stuur wiel met de hendel.
Stuurwiel verstellen
60
Deze handelingen moeten uit veiligheidsoverwegingen uitsluitendworden uitgevoerd als de auto stilstaat.


Bediening stoelverwarming
0
: uit. 1
: laag. 2: gemiddeld. 3: hoog. Trek de hoofdsteun omhoo
g om deze hoger te
zetten.
Druk tegelijker tijd op de knop A
en op dehoofdsteun om de hoofdsteun lager te zetten.
5
8

Page 14 of 324

12
In één oogopslag
Comfort
Buitenspiegels
Verstellen
A.
Selecteren van de buitenspiegel.B.Verstellen van de buitenspiegel.C.In de neutraalstand zetten van deselectieschakelaar van de buitenspiegel.

6
1
Overige beschikbare functies... Inklappen/uitklappen.


Binnenspiegel


Uitvoering met handbediende
dag-/nachtstandinstelling
1.Selecteren van de dagstand van de spiegel.
2. Verstellen van de binnenspiegel.



Uitvoering met automatische
dag-/nachtstandinstelling
62
1.Automatisch instellen van de dag- of
nachtstand. 2. Verstellen van de binnenspiegel. A
.Vastmaken.
B.Hoogteverstelling.

Veiligheidsgordels vóór
129

Page 15 of 324

.
13
In één oogopslag

Zicht


Verlichting

Ring A

Ring B
Ruitenwissers
109
Schakelaar A: ruitenwissers vóór
2
. Hoge snelheid.1.Normale snelheid.
Int.Interval.0.Uit. AUTO .Automatische ruitenwissers.
116

Inschakelen van de stand "AUTO"
)
Beweeg de hendel één keer omlaag.


Uitschakelen van de stand "AUTO"
)
Beweeg de hendel nogmaals één keer
omlaag of zet de hendel in een anderestand: Int, 1of 2
.

Ring B: ruitenwisser achter
118
117
Uit.
Automatische verlichtin
g.
P
arkeerlicht.
Dimlicht/
grootlicht.
Mistachterlicht.
Uit.
Interval.
Ruitensproeier.
of
Mistlam
pen vóór en mistachterlicht. E
en keer wissen: trek de hendel één keer naar u toe.
Ruitensproeiers: trek de hendel naar
u toe en houd de hendel enige tijd in
deze stand.

Page 16 of 324

14
In één oogopslag
Gewenste werking
Verwarming of handbediende airconditioning
LuchtverdelingLuchtopbrengstLuchtrecirculatie/ Toevoer van buitenluchtTemperatuurHandbediendeairconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMENONTDOOIEN











Vent ilat ie
Tips voor instellingen in het interieur
Automatische airconditioning:gebruik bij voorkeur de volledig automatische stand door op de toets "AUTO"
te drukken.

Page 17 of 324

.
15
In één oogopslag
Controle tijdens het rijden

Wanneer u het contact aanzet, slaan allemeters uit en keren ver volgens terug naar de
"0"-stand. A.Als het contact wordt aangezet, moet de meter het resterende brandstofniveau
weergeven.B.Bij draaiende motor moet het
verklikkerlampje laag brandstofniveau
uitgaan.

Instrumentenpanelen
1.
Als het contact wordt aangezet, gaan de
oranje en rode waarschuwingslampjes branden.2.Bij draaiende motor moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er
lampjes blijven branden.
Verklikkerlampjes
23, 28
C.
Als het contact wordt aangezet, wordt op
het display van het instrumentenpaneel het
motorolieniveau weergegeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie bij.
21

Page 18 of 324

16
In één oogopslag
Controle tijdens het rijden
Het branden van een verklikkerlampje geeft u informatieover de status van de desbetreffende functie. A.
Uitschakeling van de parkeerhulp voor en achter. of
Inschakeling van het Park Assist-systeem.
Rij drukschakelaars
102, 104
1.Open het dashboardkastje.
2. Steek de sleutel in de schakelaar. 3.
Selecteer de stand:"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier op de voorstoel zit of een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting is bevestigd, "OFF"(uitschakelen) wanneer een kinderzitje
met de rug in de rijrichting is bevestigd. 4.Ver wijder de sleutel zonder de stand vande schakelaar te veranderen.

Airbag voorpassagier
133
126
B.Uitschakeling van het CDS-/ASR-systeem.
93
C.
Uitschakeling van het Stop & Start-systeem.
52
D. Uitschakeling van de interieurbeveiliging.
144
E.
Inschakeling van de elektrische kinderbeveiliging.

Veiligheid voor alle inzittenden
A.Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/
losgemaakte veiligheidsgordels vóór.
B.Verklikkerlampje storing van één van deairbags.
Veiligheidsgordels vóór en
airbag vóór aan passagierszijde
27
C.Verklikkerlampje uitschakeling airbag vóór aan passagierszijde.
32

Page 19 of 324

.
17
In één oogopslag
Onder het rijden


Stop & Start-systeem


Overgang naar de STOP-standvan de motor
92Het verklikkerlamp
je "ECO"op hetinstrumentenpaneel gaat branden en
de motor komt in de stand-bystand:
Overgang naar de START-stand van de motor

Uit-
/inschakelen

U kunt deze functie op elk willekeurig moment uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"in te drukken; het verklikkerlampje in de schakelaar gaat branden.
93
93
Het systeem wordt automatischopnieuw ingeschakeld zodra u het contact weer aanzet.
Zet tijdens het tanken en als uhandelingen onder de motorkap wiltuitvoeren, altijd het contact af en neem de sleutel uit het contactslot. Het verklikkerlamp
je "ECO"
gaat uiten de motor wordt gestart:
-bij auto's met een handgeschakeldeversnellingsbak, als u hetkoppelingspedaal intrapt,-bij auto's met een 2Tronic versnellingsbak
:

als de selectiehendel in de stand A
of Mstaat, als u het rempedaal loslaat,

of als u de selectiehendel in de stand A
of Mzet als deze in de stand Nstaat en het rempedaal niet ingetrapt is,

of als u de achteruitversnelling inschakelt.
-bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak , bij een snelheid lager
dan 20 km/h, als u de versnellingshendel in de neutraalstand zet en het
koppelingspedaal loslaat,

-
bij auto's met een 2Tronic
versnellingsbak , bij een snelheid lager
dan 8 km/h, als u het rempedaal intrapt of als u de selectiehendel in de stand N
zet.
Onder bepaalde omstandigheden wordt deSTART-stand automatisch geactiveerd; het
verklikkerlampje "ECO"knippert enkele
seconden en gaat dan uit.
Onder bepaalde omstandigheden is deSTOP-stand niet beschikbaar; het
verklikkerlampje "ECO"
knippert enkele seconden en gaat dan uit.

Page 20 of 324

18
In één oogopslag
Onder het rijden
1.
Selecteren van de snelheidsbegrenzer. 2.
Ver lagen van de ingestelde snelheid. 3.
Ver hogen van de ingestelde snelheid.4.
Inschakelen/uitschakelen van de
snelheidsbegrenzer.
Snelheidsbegrenzer "LIMIT"
96
1.Selecteren van de snelheidsregelaar.
2. Ver lagen van de ingestelde snelheid.3.
Ver hogen van de ingestelde snelheid. 4.Uitschakelen/inschakelen van de snelheidsregeling.


Snelheidsregelaar "CRUISE"
98
Als de snelheidsregelaar of -begrenzer isingeschakeld, verschijnen de instellingen van het systeem op het instrumentenpaneel.

Weergave op het instrumentenpaneel
Snelheidsregelaar
Snelheidsbegrenzer
Het instellen van de snelheid is alleen mogelijk bij draaiende motor.
Het instellen van een snelheid en het activeren
van de snelheidsregelaar is alleen mogelijk bij
een wagensnelheid hoger dan 40 km/h, vanaf de 4eversnelling bij een handgeschakelde
versnellingsbak (2e bij een 2Tr o n i c
versnellingsbak of een automatische transmissie).

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 330 next >