PEUGEOT 2008 2013 Instructieboekje (in Dutch)

Page 41 of 324

1
39
Controle tijdens het rijden

Tr aject resetten
)Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar langer dan twee seconden in.
De trajecten "1"
en "2"
zijn onafhankelijk enhebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1"kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2"voor een maandelijks verbruik.

Page 42 of 324

40
Controle tijdens het rijden
De boordcomputer geeft tijdens het rijden
verschillende informatie (actieradius,
brandstofverbruik ...).








Boordcomputer met touchscreen


Weergave van de informatie


- Actuele informatie:



actieradius,


huidig brandstofverbruik,


de teller van het
Stop & Start-systeem.




-
Traject "1":



afgelegde afstand,


gemiddeld brandstofverbruik,


gemiddelde snelheid,
voor het eerste tra
ject.





- Tr a
ject "2":



afgelegde afstand,


gemiddeld brandstofverbruik,


gemiddelde snelheid,
voor het tweede traject.



)Druk op MODEop het
touchscreen om de verschillende
functies weer te geven. )Selecteer de gewenste functie met uw vinger.

Page 43 of 324

1
41
Controle tijdens het rijden

Tr aject resetten
)
Druk op het gedeelte voor het
resetten, rechtsonder op het
touchscreen, zodra het
gewenste
traject wordt weergegeven.
De tra
jecten "1"
en "2"
zijn onafhankelijk enhebben dezelfde eigenschappen.
Tr aject "1"kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2"voor een maandelijks verbruik.

Page 44 of 324

42
Controle tijdens het rijden






Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/minuten)


Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als tijdens het rijden de streepjes continu worden weergegeven.
Deze functie wordt alleen weergegevenbij snelheden vanaf 30 km/h.

Deze waarde kan variëren door eengewijzigde rijstijl of het rijden op eenhelling, waardoor het momentelebrandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Boordcomputer, enkele definities

Actieradius
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog
met de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden, berekend op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste
afgelegde kilometers.

Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal
5 liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegeven als deze meer dan 100 km bedraagt.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend over de laatste verstrekenseconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de tra
jectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.

Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.

Als uw auto is uitgerust met Stop & Star t,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd. De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul gezet.

Page 45 of 324

1
43
Controle tijdens het rijden







Instrumentenpaneel met LCD-display
)
Druk deze toets in om achtereenvolgens de
volgende parameters weer te geven:


- uren,

- minuten,

- tijdsaanduiding in 12 of 24 uur.















Datum en tijd instellen

Druk op MENU
om het " HOOFDMENU
"
weer te geven en selecteer " Instellingen".Selecteer " Datum Tijd
".

Selecteer de datum of ti
jd die wordtweergegeven, gebruik het toetsenbord om de instellingen te wijzigen en selecteer "Bevestigen".
Touchscreen
Selecteer " Systeemconfiguratie".

Page 46 of 324

44
Toegang tot de auto
U kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het por tierslot of met de afstandsbediening. Desleutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisatie en het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.















Sleutel met afstandsbediening
Uitklappen van de sleutel


Openen van de auto

Volledig ontgrendelen

Met de sleutel
)
Draai de sleutel in de richting van de
voorzijde van de auto om de auto te ontgrendelen.



Met de afstandsbediening
)Druk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen.



Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
Tegelijker tijd worden, afhankelijkvan de uitvoering van de auto, debuitenspiegels uitgeklapt.
Het inbraakalarm wordt nietuitgeschakeld als de auto met desleutel wordt ontgrendeld.
)Druk op deze knop om de sleutel uit te klappen.

Page 47 of 324

45
2
Toegang tot de auto
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden
branden van de richtingaanwijzers. Tegelijker tijd worden, afhankelijk van de uitvoering van de auto, de buitenspiegels ingeklapt.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een korte tijd, zonder desleutel mee te nemen.
Sluiten van de auto
Normale ver
grendeling


Met de afstandsbediening
)Druk op het gesloten hangslot
om de auto volledig te
ver
grendelen.


Met de sleutel
)Draai de sleutel in de richting van deachterzijde van de auto om de auto volledig
te ver
grendelen.


Wanneer u de sleutel in de vergrendelstand gedraaid houdt of de knop van de
afstandsbediening ingedrukt houdt, worden ook
de ruiten gesloten.

Als één van de portieren of deachterklep geopend is, werkt de centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder datbinnen ongeveer 30 seconden een vande por tieren wordt geopend, wordt deauto automatisch weer vergrendeld.

Als de sleutel zich in het contactslotbevindt, zijn de functies vergrendelen/ontgrendelen uitgeschakeld.
Het in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 48 of 324

46
Toegang tot de auto
Inklappen van de sleutel
)Druk op deze knop om de sleutel in teklappen.
)Druk op het symbooltje van hetgesloten hangslot om de eerder
vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats.
Lokaliseren van de auto
De plafonniers gaan branden en de richtingaanwijzers knipperen gedurende enkeleseconden.

Wanneer u deze knop niet indrukt bij het inklappen van de sleutel, kan hetmechanisme beschadigd raken.

Page 49 of 324

47
2
Toegang tot de auto
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering. Deze elektronische star tblokkering blokkeert het motormanagementsysteem zodra hetcontact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Follow me home-verlichting

Met de afstandsbediening
Houd deze toets ingedrukt om
de follow me home-verlichting te
activeren (inschakelen van hetparkeerlicht, het dimlicht en dekentekenplaatverlichting).
D
oor de toets een tweede keer in te drukken
terwijl de verlichting nog brandt, wordt de followme home-verlichting weer uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging

Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en een meldingop het display.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleegzo snel mogelijk het PEUGEOT- net wer k .
Bewaar zorgvuldig de sticker die u bij de aflevering van uw auto samen met
de sleutels is overhandigd.

Page 50 of 324

48
Toegang tot de auto
Vergrendelen / ontgrendelen van binnenuit
Druk op de knop.De por tieren en de bagageruimte worden
ver- of ontgrendeld.

Het rijden met vergrendelde portieren kan bij een noodgeval de toegang tot de auto voor de hulpdiensten belemmeren.


Als één van de portieren is geopend of niet goed is gesloten, werkt de centralevergrendeling niet.
Bij vergrendeling / supervergrendeling van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeldof als de supervergrendeling vanbuitenaf is ingeschakeld, is de knopbuiten werking.)Trek de por tierhandgreep aan debinnenzijde naar u toe om de auto te ontgrendelen. )Als de super vergrendelingis ingeschakeld moet de afstandsbediening of de sleutel worden gebruikt om de auto teontgrendelen.


Automatische centrale vergrendeling van de portieren

De por tieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij eensnelheid hoger dan 10 km/h).
Om deze functie in of uit te schakelen (standaard is deze ingeschakeld):
)druk op de knop tot een geluidssignaal
klinkt en/of een melding op het displaywordt weergegeven.


-
draaiende motor:
dit
verklikkerlampje gaat enkele
seconden branden in combinatiemet een waarschuwingsmelding,
Als een van de portieren niet goed is gesloten:
-
rijdende auto
(snelheid hoger dan
10 km/h): dit verklikkerlampje gaatenkele seconden branden in combinatiemet een geluidssignaal en een
waarschuwin
gsmelding.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 330 next >