PEUGEOT 2008 2013 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 324

69
3
Comfort

7. R egeling luchtopbrengst
)
Druk op deze toets"gevulde ventilator"
om de luchtopbrengst te verhogen.
)
Druk op deze toets"lege ventilator"om de
luchtopbrengst te verlagen.

8. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
)
Druk op de toets "legeventilator"tot het symbool vande ventilator is verdwenen en"---" wordt weergegeven.

Uitschakelen van het systeem
)Druk deze toets in om de lucht inhet interieur te laten recirculeren.Het lampje van de toets gaat
branden en het symbool vande luchtrecirculatie wordt
weergegeven. Deze stand dient om de toevoer van buitenlucht
bij stank en stofoverlast af te sluiten. De luchtrecirculatie wordt automatisch ingeschakeldals de ruitensproeiers worden geactiveerd.

Ver mijd het te lang rijden met eenuitgeschakeld systeem om te voorkomen dat de ruiten beslaan of de luchtkwaliteitvermindert. Als u op de toets "gevulde ventilator"drukt, wordt het systeem weer ingeschakeld waarbij de instellingen vanvóór de uitschakeling worden toegepast. Het s
ymbool van de luchtopbrengst (ventilator)wordt op het display weergegeven en wordt
afhankelijk van de ingestelde waarde geleidelijk
voller. Hi
erdoor worden alle functies van de
airconditioning uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer geregeld. Door de rijwind blijft er nog wel een
kleine luchtstroom gehandhaafd.) Druk zodra de omstandigheden het
toelaten de toets nogmaals in om de
toevoer van buitenlucht weer te activeren en het beslaan van de ruiten te voorkomen. Het lampje van de toets gaat uit.

)
Druk deze toets herhaaldelijk in om deluchtstroom te verdelennaar:


6. Regeling luchtverdeling



- de voorruit, de zijruiten en de beenruimte,

- de voorruit en zijruiten (ontwasemen of
ontdooien),

- de middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters,

- de middelste ventilatieroosters, de
zi
jventilatieroosters en de beenruimte,

- de beenruimte.


Gebruik de luchtrecirculatie alleenals dit echt nodig is (kans op beslaanvan de ruiten en vermindering van de luchtkwaliteit).

Page 72 of 324

70
Comfort
) Schakel, zodra de omstandigheden het toelaten, de achterruit- en buitenspiegelver warming uit,omdat een geringer stroomverbruik leidt tot een verlaging van het brandstofverbruik.


Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten







Achterruitverwarming
De achterruitverwarming kan worden
ingeschakeld met de toets op hetbedieningspaneel van de airconditioning.

Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
Met handbediende
airconditioning

Aan
De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij draaiende motor.)Druk op deze toets om de achterruit en de buitenspiegels (afhankelijk van
de uitvoering) te ontwasemen. Hetcontrolelampje van de toets gaat branden.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt dat zolang de voorruitontwaseming in werking is, deSTOP-functie niet beschikbaar is.

UIT
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen. ) U kunt de achterruitverwarming ook eerder
uitschakelen door nogmaals op de toets tedrukken. Het controlelampje van de toets gaat uit.
Met automatische airconditioning
met gescheiden regeling
Automatisch programma "Zicht")Zet de knoppen van de luchttemperatuur
en de luchtverdeling in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven stand. )Schakel de airconditioning in door de toets
"A/C"
in te drukken; het controlelampje in
de toets gaat branden.
) Selecteer dit programma om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
Het systeem werkt volledig automatisch en regelt de luchttemperatuur, de
aanjagersnelheid, de luchttoevoer en stelt deluchtverdeling zodanig in dat de voorruit en dezijruiten zo snel mogelijk schoon worden. ) Druk nogmaals op de toets "Zicht"
of op"AUTO"
om deze functie uit te schakelen;
het lampje in de toets gaat uit en dat van de
t
oets "AUTO"
gaat branden.
Het systeem keer t terug naar dezelfde
instellingen als die van vóór het uitschakelen.

Page 73 of 324

71
3
Comfort














Indeling van het
interieur
1.Dashboardkastje met verlichting (zie de volgende bladzijde voor meer
informatie)2.Open opbergvak (volgens uitvoering)3.12V-aansluiting(120 W)
Houd u aan dit vermogen om te voorkomen
dat uw accessoires beschadigd raken. 4.USB-/Jack-aansluiting (zie de volgende bladzijden voor meer
informatie)5.Open opbergvakken
6.Bekerhouder7.Afsluitbaar opbergvak8.Portiervakken

Page 74 of 324

72
Comfort





12V- aansluit ing

)
Til, wanneer u een accessoire van
12 V (maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het deksel op en sluit een
geschikte adapter aan.












Dashboardkastje
met verlichting
In het dashboardkastje kunnen een flesmineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.In het deksel zijn voorgevormde vakkenaangebracht voor o.a. een bril.)Trek de handgreep omhoog om hetdashboardkastje te openen. De verlichting treedt in werking zodra het
dashboardkastje wordt geopend (volgens
uitvoering).De schakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde Abevindt zich inhet dashboardkastje.
Als uw auto is voorzien van airconditioning, bevat het dashboardkastje een
ventilatieopening Bdie dezelfde gekoelde luchtaanvoert als de uitstroomopeningen in het interieur.

Page 75 of 324

73
3
Comfort








Extra
USB-aansluiting
Afhankelijk van de uitvoering is uw auto
voorzien van een tweede USB-aansluiting opde middenconsole.
Tijdens het gebruik mag de USB- /Jack-
aansluiting niet worden gebruikt voor het
opladen van draagbare apparatuur (kans op
overbelasting).









USB-/Jack-aansluiting

Deze aansluitmodule, die bestaat uit een JACK-aansluiting en een USB-poor t, bevindt
zich op de middenconsole.
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
z
oals een iPod ® of een USB-stick. ®
Dankzij de aansluitmodule kunt u de
audiobestanden op uw draagbare apparatuur
beluisteren via de luidsprekers van uw
audios
ysteem.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedieningspaneel vande autoradio en ze weergeven op het displayvan het instrumentenpaneel.Ti
jdens het gebruik van de USB-poor t kan de draagbare apparatuur automatisch worden
opgeladen.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze uitrusting het hoofdstuk "Audio en telematica".

Page 76 of 324

74
Comfort








Matten De matten zijn uitneembaar en beschermen de vloerbedekking van de auto.
Verwijderen van de mat aan debestuurderszijde: )zet de stoel in de achterste stand,)maak de bevestigingen los, )ver wijder vervolgens de mat.
Verwijderen
Te r ugplaatsen
Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:- gebruik uitsluitend matten die op de bevestigingen van de auto passen;het gebruik van deze bevestigingen is verplicht. - gebruik nooit meer dan één mat per plaats.Bij gebruik van niet door PEUGEOTgoedgekeurde matten kan de bedieningvan de pedalen worden gehinderd en kan
de werking van de snelheidsregelaar/-begrenzer negatief worden beïnvloed.
Terugplaatsen van de mat aan de bestuurderszijde: ) leg de mat goed op zijn plaats, )
druk de bevestigingen vast, )
controleer of de mat goed vastzit.

Page 77 of 324

75
3
Comfort








Voorzieningen bagageruimte
1.Bagageafdekking (zie de volgende bladzijde voor meer
informatie)
2.Verlichting bagageruimte3.Riem4.Sjorogen (volgens uitvoering)5.Opbergnet

Page 78 of 324

76
Comfort
De bagageafdekking bestaat uit twee
opvouwbare delen.
Vouw de afdekking op en plaats hem achter in
de bagageruimte. Toegang tot de bagageruimte vana
f de achterbank: )
til het voorste gedeelte van de
bagageafdekking op met behulp van
handgreep A.

Page 79 of 324

77
3
Comfort










Gevarendriehoek (opbergen)

Trek voordat u uit de auto stapt om de gevarendriehoek uit te vouwen en te plaatsen uw reflecterendeveiligheidsvest aan.

De op
gevouwen gevarendriehoek (of de koker) moet de volgende afmetingen hebben:


- A
: lengte = 438 mm,

- B: hoogte = 56mm, -C: breedte = 38 mm. Raadpleeg voor gebruik van de gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek

Onder de voorstoel of onder de bekleding van de bagageruimte (volgens uitvoering) is plaats voor een opgevouwen gevarendriehoek, al dan niet in een koker.
Plaatsingsafstand (in meter)
Binnenweg
Snelweg
Overdag's Nachts
50 m 80 m15 0 m

Deze waarden zijn gebaseerd opinternationale richtlijnen. Houd u bij het plaatsen van de gevarendriehoek aan de ter plaatse geldende wettelijke voorschrif ten.

De gevarendriehoek is leverbaar als
accessoire, raadpleeg het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats.
) Plaats de gevarendriehoek achter de
auto op de in de onderstaande tabel
aangegeven afstand, afhankelijk van het
wegtype en de hoeveelheid buitenlicht.

Page 80 of 324

78
Rijden






Starten-afzetten van de motor Handgeschakelde versnellingsbak: zet de versnellingshendel in de neutraalstand. 2Tr o n i c v e r s n e l l i ngsbak: zet de selectiehendel in de stand N
. Automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P
of N
.
)Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van de
startblokkering. )Draai de sleutel rechtsom in de stand 3 (Starten).)Laat zodra de motor draait de sleutel los.

Starten van de motor
Zorg dat er geen gewicht (bijvoorbeeldeen zware sleutelhanger...) aan desleutel hangt: dit kan namelijk storingenaan het contactslot veroorzaken.









Sleutel vergeten

Als de sleutel nog in het contactslot zit en in de stand 1 (Stop)staat, wordt bij hetopenen van het bestuurdersportier een waarschuwingsmelding weergegeven incombinatie met een geluidssignaal.
)
Zet de auto stil. )
Draai de sleutel linksom in de stand
1 (Stop).) Ver wijder de sleutel uit het contactslot.


Afzetten van de motor

Draai de sleutel in de stand 1 (Stop)en ver volgens opnieuw in de stand 2 (Contact)om het contact weer aan te zetten.



Neutraalstand

Rijd uit veiligheidsoverwegingen nooit met de versnellingsbak in de neutraalstand.
Bepaalde functies van de auto kunnen dan namelijk zijn uitgeschakeld.

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 330 next >