PEUGEOT 2008 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 221 of 260
219
PEUGEOT Connect Nav
11Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het laatst
verbinding is gemaakt, terugkomt in uw auto wordt
deze automatisch herkend en wordt er binnen
ongeveer 30 seconden na het inschakelen van het
contact automatisch verbinding gemaakt met de
telefoon (indien Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten of
ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te
geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling ongedaan te
maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de
geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een
pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets telefoon op het stuur om het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
telefoon op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren.
Of
Selecteer “Gesprek beëindigen" op het touchscreen.
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Of, houd
de telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer "Contact".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
Selecteer "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te
geven.
Of
Houd
de telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer "Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
Page 222 of 260
220
PEUGEOT Connect Nav
Selecteer vervolgens "Equalizer", "Verdeling",
"Geluid", "Spraak" of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te slaan.
De balans/verdeling (of spatialisatie met het
Arkamys©-systeem) verwerkt audio zodanig
dat de geluidskwaliteit wordt afgestemd op het
aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling voor Equalizer (keus uit 6 sferen) en ook voor Bass, Medium en Treble zijn
verschillend en apart in te stellen voor elke
geluidsbron.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen "Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.
Schakel "Geluiden touchscreen",
" Snelheidsafhankelijke volumeregeling", en
" Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging©
optimaliseert de verdeling van geluid in het
passagiersgedeelte.
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "Contact".
Selecteer "Aanmaken"om een nieuw contact toe te voegen.
Druk op het tabblad "Telefoon" om het telefoonnummer (de telefoonnummers) van het
contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Adres" om het adres (de adressen) van het contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Email" om het e-mailadres (de e-mailadressen) van het
contact in te voeren.
Druk op "OK" om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten op
achternaam + voornaam, of voornaam +
achternaam te sorteren.
Met de functie "Email" kunt u e-mailadressen van uw contacten invoeren, maar u kunt met
het systeem geen e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Berichten" om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Alle", "Ontvangen", of " Verzonden".
Selecteer de details van het bericht dat u in een
van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beantwoorden" om een in het systeem opgeslagen snelbericht te versturen.
Druk op "Bellen" om het nummer te bellen.
Druk op "Beluisteren" om het bericht te beluisteren.
De toegang tot "Berichten" is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met het
systeem in de auto.
Sommige smartphones halen berichten of
e-mailberichten langzamer op dan andere.
Snelberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "SMS-berichten" om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Te laat", " Aangekomen", "Niet beschikbaar", of
" Overig"om nieuwe berichten aan te maken.
Druk op "Aanmaken" om een nieuw bericht te
schrijven.
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Overbrengen" om een of meerdere ontvangers te selecteren.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af te spelen.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Email" om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Ontvangen", " Verzonden", of "Ongelezen".
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt
geselecteerd.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af te spelen.
De toegang tot e-mailberichten is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met
het systeem in de auto.
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "Audio-instellingen".
Page 223 of 260
221
PEUGEOT Connect Nav
11Selecteer vervolgens "Equalizer", "Verdeling",
"Geluid", "Spraak" of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te slaan.
De balans/verdeling (of spatialisatie met het
Arkamys©-systeem) verwerkt audio zodanig
dat de geluidskwaliteit wordt afgestemd op het
aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling voor Equalizer (keus uit 6 sferen) en ook voor Bass, Medium en Treble zijn
verschillend en apart in te stellen voor elke
geluidsbron.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen "Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.
Schakel "Geluiden touchscreen",
" Snelheidsafhankelijke volumeregeling", en
" Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging©
optimaliseert de verdeling van geluid in het
passagiersgedeelte.
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Configuratie van de profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
" Gemeenschappelijk profiel".
Druk op deze toets om een profielnaam in te
voeren via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe te
voegen.
Steek een USB-geheugenstick met daarop de foto in de USB-poort.
Selecteer de foto.
Druk op "OK" om toestemming te geven voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op "OK" om de instellingen op te slaan.
Het kader voor de foto heeft een vierkante vorm, het systeem past de oorspronkelijke
vorm van de foto aan dit vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een "Profiel" (1, 2 of 3) om "Audio-
instellingen" hieraan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen".
Selecteer vervolgens "Equalizer", "Verdeling";
" Geluid", "Spraak", of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen van het
geselecteerde profiel op te slaan.
Systeeminstellingen wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
Selecteer "Animatie".
Schakel Automatische tekstweergave in of
uit.
Selecteer "Lichtsterkte".
Verplaats de schuifbalk om de helderheid van het scherm en/of het instrumentenpaneel in te
stellen.
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Systeemparameters".
Selecteer "Eenheden" om de eenheden voor afstand,
brandstofverbruik en temperatuur te wijzigen.
Selecteer "Fabrieksparameters" om de
begininstellingen te herstellen.
Page 224 of 260
222
PEUGEOT Connect Nav
Wanneer de "Fabrieksparameters" van het systeem worden hersteld, worden Engels en
graden Fahrenheit ingesteld en wordt zomertijd
uitgeschakeld.
Selecteer "Systeeminfo" om de versie van de in het
systeem geïnstalleerde modules te bekijken.
De taal selecteren
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Talen" om de taal te wijzigen.
De datum instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm weer
te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum".
Selecteer "Datum".
Druk op deze toets om de datum in te stellen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Selecteer hoe de datum wordt weergegeven.
U kunt alleen de tijd en de datum instellen
wanneer "GPS-synchronisatie" is
uitgeschakeld.
De tijd instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum".
Selecteer "Tijd".
Druk op deze toets om de tijd in te stellen via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om de tijdzone in te stellen.
Selecteer hoe de tijd (12h/24h) moet worden
weergegeven.
Schakel de zomertijd in of uit (+1 uur).
Schakel GPS-synchronisatie (UTC) in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het kan zijn dat het systeem niet automatisch
overschakelt naar zomertijd/wintertijd
(afhankelijk van het land van verkoop).
Thema's
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering.
Om veiligheidsredenen kan de procedure voor het wijzigen van het grafische thema
uitsluitend worden uitgevoerd wanneer de auto
stilstaat.
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "Thema's".
Selecteer het thema in de lijst en druk
vervolgens op "OK" om te bevestigen.
Bij elke wijziging van het thema wordt het systeem opnieuw opgestart waarbij het
scherm tijdelijk zwart wordt.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest gestelde
vragen over het systeem.
Navigatie
Ik kan het bestemmingsadres niet opgeven.
Het adres wordt niet herkend.
►
Gebruik de "intuïtieve methode" door op de
toets "Zoeken..." op de onderzijde van het scherm
"Navigatie" te drukken.
De route wordt niet berekend.
Page 225 of 260
223
PEUGEOT Connect Nav
11Het kan zijn dat de route-instellingen niet
overeenkomen met de huidige locatie (bijvoorbeeld,
wanneer geen rekening wordt gehouden met tolwegen
terwijl de auto op een tolweg rijdt).
►
Controleer de route-instellingen in het menu
"Navigatie".
Ik krijg geen waarschuwingen voor "Gevarenzone".
U heeft geen abonnement op deze online dienst.
►
W
anneer u wel op deze dienst bent geabonneerd:
- kan het zijn dat na het afsluiten van het abonnement
deze dienst pas een paar dagen later wordt
geactiveerd,
- kan het zijn dat de diensten niet in het systeemmenu
zijn geselecteerd,
- kan het zijn dat de online diensten niet actief
zijn ("TOMTOM TRAFFIC" wordt niet op de kaart
weergegeven).
De POI's worden niet aangegeven.
De POI's zijn niet geselecteerd.
►
Stel het zoomniveau in op 200 meter of selecteer
POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal "Gevarenzone" werkt niet.
Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het volume is
te laag.
►
Activeer het geluidssignaal in het menu
"Navigatie", en controleer het spraakvolume in de
audio-instellingen.
Het systeem stelt bij belemmeringen geen
alternatieve routes voor.
De route-instellingen houden geen rekening met de
actuele verkeersinformatie. ►
Configureer de functie "V erkeersinformatie" in
de lijst met route-instellingen (geen, handmatig of
automatisch).
Ik word gewaarschuwd voor een "Gevarenzone" die
niet op mijn route ligt.
Het systeem biedt geleide navigatie, maar kondigt
ook alle "Gevarenzones" aan. Deze worden met een
driehoek vóór het pictogram van de auto weergegeven.
Het kan zijn dat het systeem waarschuwt voor
"Gevarenzones" op dichtstbijzijnde of parallelwegen.
►
Zoom in op de kaart om de precies locatie van
de "Gevarenzone" te bekijken. U kunt "Op de route"
selecteren zodat u geen waarschuwingen meer
ontvangt. Ook kunt u de duur van de waarschuwing
beperken.
Sommige files op de route worden niet direct
gemeld.
Na het opstarten kan het een paar minuten duren
voordat het systeem verkeersinformatie ontvangt.
►
W
acht totdat de verkeersinformatie goed is
ontvangen (op de kaart worden pictogrammen met
verkeersinformatie weergegeven).
In bepaalde landen is verkeersinformatie alleen voor de
hoofdwegen (autosnelwegen, enz.) beschikbaar.
Dit is volkomen normaal. Het systeem is afhankelijk van
de beschikbare verkeersinformatie.
De hoogteligging wordt niet weergegeven.
Na het opstarten kan de initialisatie van het GPS tot 3
minuten duren voordat er meer dan 4 satellieten correct
worden ontvangen.
►
W
acht tot het systeem volledig is opgestart
zodat het signaal van ten minste 4 satellieten wordt
ontvangen. De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden
beïnvloed door de omgeving (tunnel, enz.) en het weer.
Dit is een normaal verschijnsel. De werking van het
systeem is afhankelijk van de ontvangst van het
GPS-signaal.
De verbinding van de online navigatie is verbroken.
Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden kan het
zijn dat er geen verbinding beschikbaar is.
►
Controleer of de online diensten zijn geactiveerd
(instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen
(bijvoorbeeld geen geluid of 87,5 Mhz wordt
weergegeven).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation, of er is
geen zendstation aanwezig in het geografische gebied.
►
Activeer de functie "RDS" via het snelmenu om het
systeem te laten zoeken naar een sterkere zender in
het geografisch gebied.
De antenne is niet aanwezig of is beschadigd
(bijvoorbeeld in een wasstraat of parkeergarage).
►
Laat de antenne controleren door een dealer
.
Het omliggende gebied (bijvoorbeeld heuvels, tunnel of
ondergrondse parkeergarage) blokkeert de ontvangst,
waaronder de RDS-volgmodus.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen defect van
het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de lijst niet
ontvangen.
De naam van de zender verandert.
Page 226 of 260
224
PEUGEOT Connect Nav
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge en lage tonen
wijzig, wordt geluidssfeer uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd, worden
de instellingen voor hoge en lage tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en lage
tonen.
► Wijzig de instelling van de hoge en de lage tonen of
wijzig de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit
te verkrijgen.
Wanneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de geluidsverdeling
wijzigt, worden de instellingen voor de balans
gedeselecteerd.
De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
► Stel de balans in of kies een geluidsverdeling naar
eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare verschillen
kunnen genereren bij het veranderen van de bron.
► Controleer of de geluidsinstellingen overeenkomen
met de bronnen waarnaar wordt geluisterd. Het is
raadzaam om de geluidsinstellingen (Bass, Treble,
Balans) in de middelste stand te zetten, om de
geluidssfeer op "Geen" te zetten en om de correctie
van het volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de naam van
de zender in de lijst is veranderd.
Sommige zenders sturen in plaats van een naam
andere informatie mee (bijv. titel van het afgespeelde
nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de naam
van de zender.
►
Druk op "Lijst bijwerken" in het secundaire menu
"Zenderlijst".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard op een USB-
geheugenstick staan, kan het erg lang duren tot de
muziek op de USB-geheugenstick wordt afgespeeld
(tot 10 keer de fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal submappen
in de mappenstructuur van de USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick kan
het even duren voordat deze wordt afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel, artiest,
enz.). Dit kan een paar seconden duren, maar ook een
paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens niet
verwerken. ►
Gebruik standaard karakters voor de benaming van
nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden niet op
het scherm voor audiostreaming weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid niet.
Telefoon
Het lukt niet om mijn Bluetooth-telefoon te
koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de telefoon
is uitgeschakeld of dat uw toestel niet zichtbaar is voor
het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de telefoon is
ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon of
deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
►
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon uit en
weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem..
►
U kunt de compatibiliteit van uw telefoon controleren
op de website van het merk (services).
Android Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay worden niet ingeschakeld
wanneer de USB-kabels van slechte kwaliteit zijn.
►
Gebruik originele USB-kabels om de compatibiliteit
te waarborgen.
Android Auto en/of CarPlay werken niet. Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.
►
Controleer de lijst met ondersteunde landen via
deze websites: Google Android Auto of Apple.
Het volume van de via Bluetooth verbonden
telefoon is te laag.
Het volume is afhankelijk van het systeem en van de
telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem, indien
nodig, tot maximaal en verhoog het volume van de
telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit van een
telefoongesprek.
►
Beperk geluid uit de omgeving (sluit bijvoorbeeld
ramen, zet de ventilatie lager of ga langzamer rijden).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel voor.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de simkaart
synchroniseren, de contacten op de telefoon
synchroniseren, of beide. Wanneer u beide
synchronisaties selecteert, kan het zijn dat sommige
contacten dubbel voorkomen.
►
Selecteer "Contacten van simkaart weergeven" of
"Contacten van telefoon weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een
bepaalde volgorde worden overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave van
contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen sms-tekstberichten.
In de modus Bluetooth kunnen er geen sms-
tekstberichten naar het systeem worden gestuurd.
Page 227 of 260
225
PEUGEOT Connect Nav
11Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge en lage tonen
wijzig, wordt geluidssfeer uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd, worden
de instellingen voor hoge en lage tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en lage
tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage tonen of
wijzig de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit
te verkrijgen.
Wanneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de geluidsverdeling
wijzigt, worden de instellingen voor de balans
gedeselecteerd.
De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
►
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling naar
eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare verschillen
kunnen genereren bij het veranderen van de bron.
►
Controleer of de geluidsinstellingen overeenkomen
met de bronnen waarnaar wordt geluisterd. Het is
raadzaam om de geluidsinstellingen (Bass, Treble,
Balans) in de middelste stand te zetten, om de
geluidssfeer op "Geen" te zetten en om de correctie
van het volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten. ►
Pas, in alle gevallen, nadat u de geluidsinstellingen
heeft ingesteld, het geluidsvolume op het draagbare
apparaat eerst aan (op hoog zetten). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor, wordt het systeem na
enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem nog
werken zolang de laadtoestand van de accu dat
toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het systeem
na een bepaalde tijd automatisch over op de eco-
modus om de accu niet te ontladen.
►
Start de auto om de laadstroom van de accu te
verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen.
U kunt de tijd en de datum alleen instellen wanneer
satellietsynchronisatie is uitgeschakeld.
►
Menu Instellingen
/ Opties/ Datum en tijd instellen.
Selecteer het tabblad "Tijd" en schakel "gps-
synchronisatie" (UTC) uit.
Page 228 of 260
226
Event Data Recorders (EDR)
Event Data Recorders (EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden in uw auto
gemonteerd. Regeleenheden verwerken gegeven die,
bijvoorbeeld, afkomstig zijn van autosensoren of die de
regeleenheden zelf aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist voor een veilige
werking van uw auto, andere bieden ondersteuning
tijdens het rijden (bestuurdersondersteuningssystemen)
of verzorgen comfort- of infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie over
gegevensverwerking in de auto. U vindt extra informatie
over welke specifieke gegevens worden geüpload,
opgeslagen en doorgegeven aan derden en voor
welke doeleinden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld aan de verwijzingen
voor de desbetreffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershandleiding of in de
algemene verkoopvoorwaarden. U kunt deze ook
online inzien.
Bedieningsgegevens in de auto
Regeleenheden verwerken gegevens voor bediening
van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten, bijvoorbeeld:
–
statusinformatie over de auto (bijv
.snelheid,
vertraging, dwarsversnelling, onderling verwisselen van
wielen, schermpje "veiligheidsgordels omgedaan")
–
omgevingsomstandigheden (bijv
. temperatuur,
regensensor, afstandssensor)
In de regel zijn dergelijke gegevens van voorbijgaande
aard en worden ze niet langer dan een bedrijfscyclus
opgeslagen en alleen aan boord van de auto zelf verwerkt. Vaak maken regeleenheden gebruik van
gegevensopslag (zo ook de autosleutel). Dit om
tijdelijke of permanente opslag mogelijk te maken
met betrekking tot de autoconditie, de belasting van
componenten, de onderhoudsvereisten en technische
gebeurtenissen en storingen.
Afhankelijk van de technische uitrustingsniveaus
worden de volgende gegevens opgeslagen:
–
bedieningsstatus van systeemcomponenten (bijv
.
vloeistofpeil, bandenspanning, accustatus)
–
storingen en gebreken in belangrijke
systeemcomponenten (bijv. verlichting, remmen)
–
systeemreacties in bepaalde rijsituaties (bijv
.
triggering van een airbag, activering van de
stabiliteitsregelingen)
–
informatie over gebeurtenissen die tot schade aan de
auto hebben geleid
–
bij elektrische voertuigen het oplaadniveau in de
hoogspanningsaccu, geschatte actieradius
In speciale gevallen (bijv. als de auto een storing heeft
gedetecteerd), moeten mogelijk gegevens worden
opgeslagen die anders vluchtig van aard zijn.
Wanneer u gebruikmaakt van diensten (bijv.
reparatie, onderhoud), zijn de bedieningsgegevens
samen met het chassisnummer uit te lezen en
waar nodig te gebruiken. Personeel werkzaam
binnen het servicenetwerk (bijv. garages,
fabrikanten) of derden (bijv. pechhulpverleners)
kunnen de gegevens uitlezen aan de auto.
Hetzelfde geldt voor garantiewerkzaamheden en
kwaliteitsborgingsmaatregelen.
Gegevens worden doorgaans uitgelezen in de auto
via de OBD-aansluiting (On-Board Diagnostics) zoals wettelijk voorgeschreven. De uitgelezen
bedieningsgegevens documenteren de technische
conditie van de auto of afzonderlijke componenten
en helpen om storingen op te sporen, te voldoen aan
garantievoorwaarden en de kwaliteit te verhogen. Deze
gegevens, in het bijzonder informatie over de belasting
van componenten, technische gebeurtenissen,
bedieningsfouten en andere storingen, worden
samen met het chassisnummer doorgegeven aan
de fabrikant, als dat nodig mocht zijn. De fabrikant is
tevens onderworpen aan productaansprakelijkheid. De
fabrikant gebruikt mogelijk ook bedieningsgegevens
van auto's nodig voor terugroepacties. Deze gegevens
kunnen ook worden gebruikt ter controle van
garantieclaims van klanten.
Storingscodegeheugens in de auto kunnen worden
gereset door een servicebedrijf in het kader van
onderhoud of reparatie of op uw verzoek.
Comfort- en
infotainmentfuncties
Comfortinstellingen en persoonlijke instellingen kunnen
worden opgeslagen in de auto en te allen tijde worden
gewijzigd of gereset.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau,
zijn dergelijke gegevens:
–
instellingen voor de positie van stoelen en stuurwiel
–
instelling van het chassis en de airconditioning
–
persoonlijke instellingen zoals die voor de
interieurverlichting
Page 229 of 260
227
Event Data Recorders (EDR)
12U kunt uw eigen gegevens invoeren in de
infotainmentfuncties van uw auto bij het gebruik van
bepaalde functies.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau,
zijn dergelijke gegevens:
–
multimediagegevens zoals weer te geven tracks,
video's of foto's in een geïntegreerd multimediasysteem
–
adresboekgegevens voor gebruik in combinatie
met een handsfree-systeem of een geïntegreerd
navigatiesysteem
–
ingevoerde bestemmingen
–
gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en infotainmentfuncties
worden mogelijk lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de
auto (bijv. een smartphone, USB-stick of mp3speler).
Gegevens die u zelf hebt ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.
Deze gegevens zijn alleen op uw verzoek door te
geven tot buiten het bereik van de auto, in het bijzonder
bij het gebruik van online services afhankelijk van de
door u geselecteerde instellingen. Integratie met smartphones,
bijv. Android Auto of Apple
CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van de genoemde
systemen, kunt uw smartphone of een andere
mobiele telefoon verbinden met de auto waarna u
de smartphone of het apparaat kunt bedienen via
de bedieningselementen in de auto. De beelden en
het geluid van de smartphone zijn in het gegeven
geval weer te geven via het multimediasysteem in
de auto. Er wordt tegelijkertijd specifieke informatie
naar uw smartphone gestuurd. Afhankelijk van
het type integratie, bestaat dergelijke informatie
uit positiegegevens, dag-/nachtmodus en andere
algemene informatie over de auto. Zie voor meer
informatie de bedieningsinstructies van de auto
/ het
Infotainmentsysteem.
De integratie maakt het gebruik van bepaalde
smartphone-apps mogelijk, zoals navigatie of het
spelen van muziek. Er is geen verdere integratie
mogelijk tussen een smartphone en de auto, in het
bijzonder geen actieve toegang tot autogegevens. De
aard van verdere gegevensverwerking hangt af van
de aanbieder van de gebruikte app. Of u instellingen
kunt verrichten, en zo ja, welke, hangt af van de
desbetreffende app en van het besturingssysteem van
uw smartphone.
Online services
Als uw auto een verbinding heeft met een radionetwerk,
kunnen gegevens uitgewisseld worden tussen uw
auto en andere systemen. De verbinding met het radionetwerk wordt mogelijk gemaakt door een zender
in uw auto of door een van uw mobiele telefoons
(bijv. een smartphone). Via deze verbinding met
het radionetwerk zijn online functies te gebruiken.
Dergelijke functies omvatten online services en
applicaties / apps die u zijn geleverd door de fabrikant
of andere aanbieders.
Merkgebonden services
Wat de online services van de fabrikant betreft worden
de relevante functies beschreven door de fabrikant
op een geëigende locatie (bijv. gebruikershandleiding,
internetsite van de fabrikant) en de desbetreffende
informatie met betrekking tot gegevensbescherming
worden verstrekt. Er worden mogelijk persoonlijke
gegevens gebruikt voor het aanbieden van online
services. Uitwisseling van gegevens voor dit doel
vindt plaats via een beveiligde verbinding, bijv.
gebruikmakend van de specifieke IT-systemen van
de fabrikant. Het vergaren, verwerken en gebruiken
van persoonlijke gegevens ter voorbereiding op het
aanbieden van services vindt uitsluitend plaats op basis
van wettelijke toestemming, bijv. in het geval van een
wettelijk voorgeschreven noodoproepsysteem of een
contractuele verplichting of op basis van toestemming.
U kunt de services en functies (waarvoor tot op zekere
hoogte kosten in rekening worden gebracht) en, in
sommige gevallen, de complete autoverbinding met het
radionetwerk activeren of deactiveren. Dit omvat niet
de wettelijk verplichte functies en services zoals een
noodoproepsysteem.
Page 230 of 260
228
Event Data Recorders (EDR)
Services van derde partijen
Indien u gebruikmaakt van online services van
andere aanbieders (derde partijen), zijn deze services
onderworpen aan de voorwaarden met betrekking tot
aansprakelijkheid en gegevensbescherming en gebruik
van de desbetreffende aanbieder. De fabrikant heeft
wat dat betreft veelal geen invloed op de uitgewisselde
gegevens.
Let daarom op de aard van de persoonlijke gegevens,
de reikwijdte ervan en het doel van de verzameling
binnen het kader van de services die de desbetreffende
derde partij verstrekt.