PEUGEOT 206 2004 Instructieboekje (in Dutch)

Page 1 of 184

2
14-06-2004
3
14-06-2004
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG

Page 2 of 184

2
14-06-2004
3
14-06-2004
1 Stuurwiel met airbag en
claxon
2 Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers
3 Uitschakelen airbag aan
passagierszijde*
4 Blokkeerschakelaar
elektrisch bediende ruiten
achter
5 Schakelaar elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR)
6 Dimmer
dashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-
sproeiers/boordcomputer
8 Stuurkolomschakelaar
autoradio
9 Schakelaar
alarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar
zijventilatierooster
14 Airbag aan passagierszijde
15 Middelste verstelbare
ventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio
18 Schakelaars en
bedieningsorganen
verwarming, ventilatie,
airconditioning,
achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels
19 Asbak vóór
20 Versnellingshendel
21 Aansteker 22
Schakelaar elektrisch
bedienbare spiegels
23 Schakelaar elektrisch
bedienbare ruiten achter
24 Bediening stoelverwarming
25 Schakelaars elektrisch
bedienbare ruiten vóór
26 Handrem
27 Motorkapontgrendeling
28 Stuur-/contactslot
29 Zekeringenkast
30 Opbergvak
31 Stuurwielverstelling
32 Hoogteverstelling koplampen
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
* Volgens land van bestemming.

Page 3 of 184

96
4
14-06-2004
5
14-06-2004
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
SLEUTELS
Met behulp van de sleutels kun-
nen de voorportieren, de achter-
klep (3-/5-deurs) en de tankdop
onafhankelijk van elkaar ver-
grendeld of ontgrendeld worden,
kan de airbag aan passagierszijde
worden uitgeschakeld en wordt
het contact-/stuurslot bediend.
Centrale vergrendeling en
ontgrendeling
Met behulp van de sleutel in het
slot van het bestuurdersportier
kunnen de portieren en de ach-
terklep gelijktijdig vergrendeld of
ontgrendeld worden. Als een van
de portieren, de achterklep of de
achterruit (206 SW) is geopend,
werkt de centrale vergrendeling
niet.
STARTEN
De vier standen van de sleutel
in het contact-/stuurslot zijn:
1 - STOP: Het contact is afgezet.
2 - 1
e stand, accessoires:
Het contact is afgezet, maar
de accessoires kunnen wel
functioneren.
3 - 2
e stand, contact aan:
Het contact staat aan.
4 - Starten: De startmotor wordt in
werking gezet.
Stuurslot
Ontgrendel indien nodig het
stuurslot alvorens te starten door
het stuur tegelijkertijd met de
sleutel enigszins te verdraaien.
Trap bij het starten het koppe-
lingspedaal in om het aanslaan te
vergemakkelijken.
Afstandsbediening
Druk op de knop
A om de auto op
afstand te vergrendelen.
Dit wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee se-
conden branden van de richting-
aanwijzers.
Druk op de knop B om de auto op
afstand te ontgrendelen.
Dit wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee se-
conden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
206 SW: Druk lang op de knop B
om de auto te ontgrendelen en de
achterruit te openen.
Waarschuwingssignaal sleutel
in contact
Als het contact is afgezet klinkt
er een geluidssignaal als het be-
stuurdersportier wordt geopend
terwijl de sleutel nog in het con-
tact steekt.
Lokaliseren van de auto
Als de auto is vergrendeld kan de
auto op een parkeerplaats wor-
den gelokaliseerd:
F Druk op de knop A, de plafon-
niers en de richtingaanwijzers
gaan gedurende enkele se-
conden branden.

Page 4 of 184

96
4
14-06-2004
5
14-06-2004
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
SLEUTELS
Met behulp van de sleutels kun-
nen de voorportieren, de achter-
klep (3-/5-deurs) en de tankdop
onafhankelijk van elkaar ver-
grendeld of ontgrendeld worden,
kan de airbag aan passagierszijde
worden uitgeschakeld en wordt
het contact-/stuurslot bediend.
Centrale vergrendeling en
ontgrendeling
Met behulp van de sleutel in het
slot van het bestuurdersportier
kunnen de portieren en de ach-
terklep gelijktijdig vergrendeld of
ontgrendeld worden. Als een van
de portieren, de achterklep of de
achterruit (206 SW) is geopend,
werkt de centrale vergrendeling
niet.
STARTEN
De vier standen van de sleutel
in het contact-/stuurslot zijn:
1 - STOP: Het contact is afgezet.
2 - 1
e stand, accessoires:
Het contact is afgezet, maar
de accessoires kunnen wel
functioneren.
3 - 2
e stand, contact aan:
Het contact staat aan.
4 - Starten: De startmotor wordt in
werking gezet.
Stuurslot
Ontgrendel indien nodig het
stuurslot alvorens te starten door
het stuur tegelijkertijd met de
sleutel enigszins te verdraaien.
Trap bij het starten het koppe-
lingspedaal in om het aanslaan te
vergemakkelijken.
Afstandsbediening
Druk op de knop
A om de auto op
afstand te vergrendelen.
Dit wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee se-
conden branden van de richting-
aanwijzers.
Druk op de knop B om de auto op
afstand te ontgrendelen.
Dit wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee se-
conden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
206 SW: Druk lang op de knop B
om de auto te ontgrendelen en de
achterruit te openen.
Waarschuwingssignaal sleutel
in contact
Als het contact is afgezet klinkt
er een geluidssignaal als het be-
stuurdersportier wordt geopend
terwijl de sleutel nog in het con-
tact steekt.
Lokaliseren van de auto
Als de auto is vergrendeld kan de
auto op een parkeerplaats wor-
den gelokaliseerd:
F Druk op de knop A, de plafon-
niers en de richtingaanwijzers
gaan gedurende enkele se-
conden branden.

Page 5 of 184

124
4
14-06-2004
5
14-06-2004
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot een airbag aan
passagierszijde
Auto's met een airbagschakelaar:
Starten van een benzinemotor
Trap het gaspedaal niet in.
Stel de startmotor in werking en
laat de sleutel los zodra de motor
aanslaat.
Starten van een
dieselmotor
Trap het gaspedaal niet in.
Draai de sleutel in de
stand "Contact aan" .
Als de temperatuur al hoog ge-
noeg is, gaat het lampje niet
branden en kunt u de motor direct
starten.
Als het lampje brandt, wacht dan
met het starten van de motor tot
het lampje uitgaat.
Als de motor is afgeslagen, moet
de sleutel eerst weer in stand
"STOP" gezet worden, voordat
opnieuw gestart kan worden.
Belast nooit een motor
die koud is.
Laat de motor nooit in een
afgesloten ruimte draaien.
Breng nooit wijzigingen aan het
stuurslot aan. Controle werking
Als bij aangezet contact
(2
e stand) dit verklik-
kerlampje op het instru-
mentenpaneel gaat branden in
combinatie met een melding op
het multifunctionele display, bete-
kent dit dat de airbag aan passa-
gierszijde is uitgeschakeld (stand
"OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, blijft het verklik-
kerlampje branden.
AIRBAGS VÓÓR
Uitschakelen airbag aan
passagierszijde*
Steek de contactsleutel in de
schakelaar 1 en draai deze:
- op "ON": airbag aan passa-
gierszijde geactiveerd.
- op "OFF" : airbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld. -
Schakel de airbag
aan passagierszijde
uit als u een kinder-
zitje met de rug in
de rijrichting op de
voorstoel plaatst.
- Schakel de airbag in
als er een passagier
op de voorstoel zit.
Auto's zonder een airbagscha-
kelaar:
- Plaats geen kinderzitje met
de rug in de
rijrichting op de
voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,
noch enig voorwerp op het dash-
board.
* Volgens land van bestemming.

Page 6 of 184

102104
8
14-06-2004
9
14-06-2004
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
SCHAKELAARS OP
STUURKOLOM
Verlichting
Verlichting voor en achter
(ring A) Mistachterlicht
(ring B)
Ruitenwissers
Voor
2 Hoge snelheid
1 Normale snelheid
I Interval
of
AUTO Automatisch wissen
0 Uit
ê Eén keer wissen
Ruitensproeier: trek de hendel
naar u toe.
Achter
Lichten uit
Parkeerlichten aan
Dim-/grootlicht aan
Automatisch
inschakelen van de
verlichting
Automatisch inschakelen van
de verlichting
Zet om deze functie in of uit te
schakelen het contact in de stand
accessoires, de lichtschakelaar
in de stand AUTO/0 en druk mini-
maal 4 seconden op het uiteinde
van de lichtschakelaar. Mistlampen en mistachterlicht
(ring C)
Mistachterlicht (ring naar
voren draaien)
Mistlampen vóór (ring 1
stand naar voren draaien)
Mistlampen en mistach-
terlicht (ring 2 standen
naar voren draaien)
Uit
Interval Ruiten-
sproeier
Automatische ruitenwissers
In de stand AUTO werken de rui-
tenwissers automatisch en
wordt de snelheid van de
wissers aan de hoeveel-
heid neerslag aangepast .

Page 7 of 184

84
8
14-06-2004
9
14-06-2004
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
Ga nooit rijden als
de hoofdsteunen
zijn verwijderd.
4 -
Hoogteverstelling.
5 - Verstelling van de hoek van
de rugleuning.
6 - Schakelaar stoelverwarming.
VOORSTOELEN
(3-/5-deurs en 206 SW)
1 - Verstelling in lengterichting.
2 -
Hoogteverstelling en verstelling
van de hoek van de hoofdsteun.
3 - Toegang tot de achterbank
(3-deurs).

Page 8 of 184

117
87
10
14-06-2004
11
14-06-2004
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
In delen neerklapbare
achterbank
Neerklappen van de achterbank:
- Til de zitting 1 aan de voorzijde op.
- Klap de zitting 1 tegen de rugleuning
van de voorstoelen.
- Plaats de veiligheidsgordel onder de geleider 2.
- Trek aan de knop 3 om de rugleuning
4 los te maken.
- Verwijder de hoofdsteun of duw deze omlaag.
- Klap de rugleuning 4 neer.
Als de bank weer in de nor-
male stand wordt geklapt,
let dan op dat de gordels
niet worden vastgeklemd.
Bagageafdekking
Plaatsen:
- Plaats (1) één uiteinde van het oprolmechanisme van de bagage-
afdekking in een van de twee steunen.
- Plaats (2) het uiteinde aan de andere zijde door dit in te drukken.
- Laat het los (3) om het te bevestigen.
- Rol (4) de bagageafdekking uit tot aan de achterklepsponning.
- Steek de geleiders (5) van de bagageafdekking in de rails op de
zijpanelen.
Verwijderen:
- Verwijder de geleiders van de bagageafdekking uit de rails op de
zijpanelen.
- Rol de bagageafdekking op, druk het uiteinde in en verwijder het uit de steun.

Page 9 of 184

117
10
14-06-2004
11
14-06-2004
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
INDELING VAN DE
BAGAGERUIMTE (206 SW)
1 - Handgrepen en kledinghaak
2 - Kledinghaken
3 - Bevestigingspunten
bagagenet voor hoge
belading
4 - Haken
5 - 12 V-aansluiting
6 - Opbergnetten
7 - Riemen
8 - Bagage-afdekking
9 - Sjorogen

Page 10 of 184

124
4
14-06-2004
5
14-06-2004
UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot een airbag aan
passagierszijde
Auto's met een airbagschakelaar:
Starten van een benzinemotor
Trap het gaspedaal niet in.
Stel de startmotor in werking en
laat de sleutel los zodra de motor
aanslaat.
Starten van een
dieselmotor
Trap het gaspedaal niet in.
Draai de sleutel in de
stand "Contact aan" .
Als de temperatuur al hoog ge-
noeg is, gaat het lampje niet
branden en kunt u de motor direct
starten.
Als het lampje brandt, wacht dan
met het starten van de motor tot
het lampje uitgaat.
Als de motor is afgeslagen, moet
de sleutel eerst weer in stand
"STOP" gezet worden, voordat
opnieuw gestart kan worden.
Belast nooit een motor
die koud is.
Laat de motor nooit in een
afgesloten ruimte draaien.
Breng nooit wijzigingen aan het
stuurslot aan. Controle werking
Als bij aangezet contact
(2
e stand) dit verklik-
kerlampje op het instru-
mentenpaneel gaat branden in
combinatie met een melding op
het multifunctionele display, bete-
kent dit dat de airbag aan passa-
gierszijde is uitgeschakeld (stand
"OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, blijft het verklik-
kerlampje branden.
AIRBAGS VÓÓR
Uitschakelen airbag aan
passagierszijde*
Steek de contactsleutel in de
schakelaar 1 en draai deze:
- op "ON": airbag aan passa-
gierszijde geactiveerd.
- op "OFF" : airbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld. -
Schakel de airbag
aan passagierszijde
uit als u een kinder-
zitje met de rug in
de rijrichting op de
voorstoel plaatst.
- Schakel de airbag in
als er een passagier
op de voorstoel zit.
Auto's zonder een airbagscha-
kelaar:
- Plaats geen kinderzitje met
de rug in de
rijrichting op de
voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,
noch enig voorwerp op het dash-
board.
* Volgens land van bestemming.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 190 next >