PEUGEOT 206 2004 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 184

22
14-06-2004
23
14-06-2004
Verklikkerlampje
elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR)
Dit lampje blijft elke keer dat het
contact wordt aangezet enkele se-
conden branden.
Tijdens het rijden gaat dit lampje
branden als het systeem in werking
treedt.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
blijft het lampje branden in combina-
tie met een melding op het multifunc-
tionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-ser-
vicepunt als het verklikkerlampje bij
draaiende motor en tijdens het rijden
blijft branden.
Verklikkerlampje laden
van de accu
Wijst op:
- een storing in het laadcircuit.
- loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
- een gebroken of te slappe dynamo- riem.
- een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje
zelfdiagnose motor
(volgens uitvoering)

Gaat bij het aanzetten van het con-
tact enkele seconden branden.
Als het lampje bij draaiende motor
gaat branden, wijst dit op een storing
in het injectie-/ontstekingssysteem of
in de emissieregeling.
Als het verklikkerlampje knippert,
kan bij een benzinemotor de kataly-
sator beschadigd raken.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Voorgloeien (diesel)
Wacht met het starten van
de motor tot dit lampje uit is.
Als de temperatuur al hoog genoeg
is gaat het lampje gedurende minder
dan 1 seconde branden en kunt u de
motor direct starten.
Waarschuwing vervuild
roetilter (dieselmotor)
Een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display dui-
den erop dat het roetilter vervuild
is en dreigt te verstoppen, bijv. als
overwegend stadsritten worden
gemaakt: lage snelheden, veel ver-
keersopstoppingen, ...
Ga om het roetilter te regenereren,
als de omstandigheden het toelaten,
minstens 5 minuten lang met een
snelheid van meer dan 60 km/h rijden,
tot de melding verdwijnt. Raadpleeg
zo snel mogelijk een PEUGEOT-ser-
vicepunt als de melding nog steeds
wordt weergegeven.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Verklikkerlampje
brandstofreserve
Op het moment dat dit
lampje gaat branden be-
draagt de actieradius nog minimaal
50 km (tankinhoud: ca. 50 liter).
Verklikkerlampje water
in brandstofilter
(diesel)*
Als dit lampje gaat branden in combi-
natie met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele dis-
play, wijst dit erop dat er kans bestaat
op schade aan het inspuitsysteem.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Waarschuwing niveau
brandstofadditief
(dieselmotor)
Een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display duiden
erop dat het niveau van het brand-
stofadditief te laag is. Raadpleeg zo
snel mogelijk een
PEUGEOT-service-
punt om brandstofadditief te laten
bijvullen.

Page 22 of 184

22
14-06-2004
23
14-06-2004
Verklikkerlampje
veiligheidsgordels*
Dit lampje gaat branden als, bij
ingeschakeld contact, de bestuur-
der zijn veiligheidsgordel niet heeft vastge-
maakt.
Bij een snelheid hoger dan 20 km/h knippert
het lampje gedurende ongeveer 2 minuten
in combinatie met een steeds luider wordend
geluidssignaal en een melding op het multi-
functionele display. Het verklikkerlampje blijft
branden zolang de bestuurder zijn veilig-
heidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampje
uitschakeling airbag
passagier*
Als dit lampje gaat branden in combina-
tie met een melding op het multifunctio-
nele display, wijst dit erop dat de airbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Zolang de airbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld, blijft het verklikkerlampje
branden.
Raadpleeg in alle gevallen dat het lampje
knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje
airbags
Het lampje gaat bij het aanzet-
ten van het contact branden en
gaat na enkele seconden uit.
Als het lampje bij draaiende motor gaat
branden in combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het multifunc-
tionele display, wijst dit op een storing in
het airbagsysteem.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
- Wijzer in zone (A): temperatuur is
in orde.
- Wijzer in zone (B): temperatuur
is te hoog. Het verklikkerlampje
STOP knippert.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Temperatuurmeter motorolie
Bij draaiende motor geeft de meter
de temperatuur van de motorolie
aan:
- Wijzer in zone (C): olietemperatuur
is in orde.
- Wijzer in zone (D): olietemperatuur is
te hoog. Verminder uw snelheid om
de olietemperatuur te laten dalen.
* Volgens land van bestemming.

Page 23 of 184

22
14-06-2004
23
14-06-2004
Verklikkerlampje
veiligheidsgordels*
Dit lampje gaat branden als, bij
ingeschakeld contact, de bestuur-
der zijn veiligheidsgordel niet heeft vastge-
maakt.
Bij een snelheid hoger dan 20 km/h knippert
het lampje gedurende ongeveer 2 minuten
in combinatie met een steeds luider wordend
geluidssignaal en een melding op het multi-
functionele display. Het verklikkerlampje blijft
branden zolang de bestuurder zijn veilig-
heidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampje
uitschakeling airbag
passagier*
Als dit lampje gaat branden in combina-
tie met een melding op het multifunctio-
nele display, wijst dit erop dat de airbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Zolang de airbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld, blijft het verklikkerlampje
branden.
Raadpleeg in alle gevallen dat het lampje
knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje
airbags
Het lampje gaat bij het aanzet-
ten van het contact branden en
gaat na enkele seconden uit.
Als het lampje bij draaiende motor gaat
branden in combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het multifunc-
tionele display, wijst dit op een storing in
het airbagsysteem.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
- Wijzer in zone (A): temperatuur is
in orde.
- Wijzer in zone (B): temperatuur
is te hoog. Het verklikkerlampje
STOP knippert.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Temperatuurmeter motorolie
Bij draaiende motor geeft de meter
de temperatuur van de motorolie
aan:
- Wijzer in zone (C): olietemperatuur
is in orde.
- Wijzer in zone (D): olietemperatuur is
te hoog. Verminder uw snelheid om
de olietemperatuur te laten dalen.
* Volgens land van bestemming.

Page 24 of 184

24
14-06-2004
25
14-06-2004
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Display stand selectiehendel
automatische transmissieVerklikkerlampjes
automatische transmissie
Park
(Parkeerstand)
Reverse (Achteruit)
Neutral (Neutraalstand)
Drive (Rijstand)
Handbediening: 1
e฀versnelling ingeschakeld
2
e versnelling ingeschakeld
3
e versnelling ingeschakeld
4
e versnelling ingeschakeld Verklikkerlampje "SPORT"
Dit lampje gaat branden als het
schakelprogramma
"SPORT"
wordt ingeschakeld.
Verklikkerlampje
"SNEEUW"
Dit lampje gaat branden als het
schakelprogramma "SNEEUW"
wordt ingeschakeld.
Storing
Een storing wordt aangegeven door
het knipperen van de verklikker-
lampjes Sport en Sneeuw in com-
binatie met een geluidssignaal en
een melding op het multifunctionele
display. Raadpleeg een PEUGEOT-
servicepunt.

Page 25 of 184

24
14-06-2004
25
14-06-2004
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Onderhoudsintervalindicator
Deze geeft aan hoeveel kilometer u
nog verwijderd bent van de eerstvol-
gende onderhoudscontrole volgens
het onderhoudsschema.
Werking
Zodra het contact wordt aangezet,
gaat het lampje (een sleutel die
onderhoudswerkzaamheden sym-
boliseert) gedurende ฀5 seconden
branden. De teller geeft ฀(฀a฀f฀g฀e฀r฀o฀n฀d฀)฀฀
het resterende aantal kilometers tot
de eerstvolgende onderhoudscon-
trole aan.
Voorbeeld: Er is nog 4.800 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole. Bij
het aanzetten van het contact en gedurende ฀5 seconden daarna geeft de teller aan:
฀5 seconden na het aanzetten van het
contact geeft de teller weer de nor-
male kilometerstand ฀o฀f de stand van
de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is minder
dan 1.000 km.
Voorbeeld: Er is nog 900 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole.
Bij het aanzetten van het contact en geduren-
de 5 seconden daarna geeft de teller aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact geeft de teller weer de normale
kilometerstand aan, maar het lampje blijft
branden.
Dit om aan te geven dat er binnenkort on-
derhoudswerkzaamheden uitgevoerd moe-
ten worden. De kilometertotaalstand ฀o฀f de
stand van de dagteller word ฀t aangegeven.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is
overschreden.
Elke keer als het contact wordt aangezet,
gaat het lampje gedurende 5 seconden ฀k฀n฀i฀p฀-
฀p฀e฀r฀e฀n en geeft de teller het aantal kilometers
aan dat er te veel gereden is.
Voorbeeld: Er had 300 km eerder een onder-
houdscontrole uitgevoerd moeten worden.
Bij het aanzetten van het contact en geduren-
de 5 seconden daarna geeft de teller aan:
DISPLAY OP HET
INSTRUMENTENPANEEL
Dit heeft na het aanzetten van het
contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator,
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller, deze wordt na het uitzetten van het contact, bij het
openen van het bestuurdersportier
en bij het vergrendelen en ont-
grendelen van de auto gedurende
30 seconden weergegeven.
5 seconden na het aanzetten van
het contact geeft de teller weer de
normale kilometerstand aan, maar
het lampje blijft branden. De kilo-
metertotaalstand ฀o฀f de stand van de
dagteller word ฀t aangegeven.
Opmerking: De onderhoudssleutel
gaat ook branden als het onder-
houdsinterval van 2 jaar is over-
schreden*.
* Volgens land van bestemming.

Page 26 of 184

26
14-06-2004
27
14-06-2004
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Op 0 zetten van de onderhoudsint
ervalindicator
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de
onderhoudsintervalindicator na elke
onderhoudscontrole weer op 0.
De onderhoudsintervalindicator kan
op de volgende wijze op 0 worden
gezet:
- zet het contact af,
- druk op de knop 1 en houd deze
ingedrukt,
- zet het contact aan.
De kilometerteller begint 10 secon-
den terug te tellen,
- houd de knop 1 gedurende 10 se-
conden ingedrukt.
De teller geeft [= 0] aan en het lamp-
je gaat uit.Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact
wordt de onderhoudsintervalindica-
tor enkele seconden weergegeven
en vervolgens gedurende 10 secon-
den het motorolieniveau. Storing motorolieniveaumeter
Het knipperen van de zes segmen-
ten duidt op een storing in de motor-
olieniveaumeter.
Er bestaat kans op ernstige motor-
schade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Te veel olie
Als de zes segmenten knipperen en
"max" wordt weergegeven, is het mo-
torolieniveau te hoog, waardoor ern-
stige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te
hoog is, raadpleeg dan zo snel moge-
lijk een PEUGEOT-servicepunt.
Te weinig olie
Als de zes segmenten knipperen en
"min" wordt weergegeven, is het mo-
torolieniveau te laag, waardoor ern-
stige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te
laag is, moet olie worden bijgevuld. Controle van het olieniveau met
de peilstok is alleen betrouw-
baar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en
de motor minstens 10 minuten
niet heeft gedraaid.

Page 27 of 184

26
14-06-2004
27
14-06-2004
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Kilometerteller
Druk op de knop 1 om over te scha-
kelen van kilometerteller naar dagtel-
ler en terug.
Druk, als de dagteller is ingescha-
keld, op de knop 1 tot de nullen
verschijnen om de dagteller op nul
te zetten.
DIMMER
DASHBOARDVERLICHTING
Druk, tijdens het branden van
de verlichting, op de knop om de
sterkte van de dashboardverlichting
te veranderen. Als de verlichting de
zwakste (of felste) stand heeft be-
reikt, laat dan de knop los en druk
deze vervolgens opnieuw in om de
verlichting weer feller (of zwakker)
te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
ALARMKNIPPERLICHTEN
Druk de knop in, de rich-
tingaanwijzers knipperen
tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook
als het contact is afgezet.
Automatische ontsteking van
de alarmknipperlichten*
Bij een noodstop schakelen de
alarmknipperlichten, afhankelijk van
de remvertraging die optreedt, au-
tomatisch in. De alarmknipperlichten
blijven knipperen totdat er opnieuw
gas wordt gegeven.
U kunt de alarmknipperlichten echter
ook uitschakelen door de knop in te
drukken.
* Volgens land van bestemming.

Page 28 of 184

28
14-06-2004
29
14-06-2004
UW 206 IN DETAIL
KLOKJE
Instellen van de parameters
Houd de knop 1 gedurende twee se-
conden ingedrukt om de gegevens in
te stellen. Zodra een gegeven knip-
pert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indruk-
ken van de knop 1 in onderstaande
volgorde de verschillende gegevens
geselecteerd worden:
- taal,
- uren (12 of 24 uur),
- minuten,
- jaar,
- maand,
- dag,
-
temperatuureenheden (graden Celcius
of Fahrenheit).
Door de knop 2 in te drukken kan het
geselecteerde gegeven gewijzigd
worden. Houd de knop ingedrukt om
de instelling in een hoger tempo te
wijzigen (terug naar het begin na de
laatste waarde).
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het dis-
play het basisscherm weer en zijn de
gewijzigde gegevens opgeslagen.
Opmerking: Druk kort op de knop 2
om gedurende enkele seconden de
buitentemperatuur weer te geven.
Knop
1: instellen van de uren.
Knop 2: instellen van de minuten.
Houd de knop ingedrukt om de tijd in
een hoger tempo in te stellen.
DISPLAY A
Dit display kan de volgende informa-
tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur* (knippert bij kans op gladheid),
- de informatie van de radio,
- de controle op geopende portieren (bijv.: "portier links voor geopend", ...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbediening
leeg") en de status van de functies
van de auto (bijv.: "spaarstand
actief"), kort weergegeven.
* Volgens uitvoering.

Page 29 of 184

28
14-06-2004
29
14-06-2004
UW 206 IN DETAIL
Instellen van de gegevens
Druk knop 1 in en houd deze ge-
durende 2 seconden ingedrukt. Het
eerste gegeven knippert en kan wor-
den veranderd.
Hierna kunnen door het indrukken
van knop 1 achereenvolgens de ver-
schillende gegevens geselecteerd
worden:
- de taal,
- de snelheidseenheden (km of mijl),
- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),
- de uren,
- de minuten,
- het jaar,
- de maand,
- de dag.
Door het indrukken van knop 2 kan
het geselecteerde gegeven worden
gewijzigd. Houd de knop ingedrukt
om de gegevens in een hoger tempo
in te stellen.
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het dis-
play het basisscherm weer en zijn de
wijzigingen opgeslagen. DISPLAY B
Dit kan de volgende informatie weer-
geven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan
of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: "storing la- den accu") of berichten (bijv.: "brand-
stofniveau laag") die tijdelijk worden
weergegeven, kunnen worden ge-
wist door op knop 1 of 2 te drukken,
- de boordcomputer.

Page 30 of 184

30
14-06-2004
31
14-06-2004
UW 206 IN DETAIL
MONOCHROOM DISPLAY CT
Dit systeem wordt bediend met
behulp van het toetsenbord van de
autoradio/telefoon GPS RT3 .
Het kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (bij kans op gladheid verschijnt een waarschu-
wingsmelding),
- weergave van de radiofunctie (ra- dio, CD, ...),
- de telefoonfuncties (telefoon, dien- sten, ...),
- controle op geopende portieren, motorkap, enz.,
- waarschuwingen (bijv.: "Brandstof- niveau laag") of meldingen met
betrekking tot de functies van de
auto (bijv.: "Airbag passagier uit-
geschakeld") die tijdelijk worden
weergegeven,
- de boordcomputer (zie desbetref- fende hoofdstuk),
- het navigatiesysteem (zie desbe- treffende hoofdstuk). Menu coniguratie
Dit menu biedt toegang tot de vol-
gende parameters:
- "Instellen lichtsterkte": instellen van
de lichtsterkte van het display.
- "Geluid": instellen van de spraaksyn- these (voor de parameter vrouwelijke/
mannelijke stem: plaats de conigura-
tie-CD-Rom); gesproken opdrachten
aan/uit.
- "Internationale parameters": instel- len datum en tijd (weergave in 12 of
24 uur, instellen minuten via GPS);
instellen van eenheden (l/100 - °C
of mpg - °F).
- "Keuze van de taal": keuze van de taal van de weergave en de gespro-
ken informatie (Nederlands, Duits,
Engels, Spaans, Frans, Italiaans,
Portugees: plaats de coniguratie-
CD-Rom).
Algemeen menu
Druk op de toets
"MENU" van de
autoradio/telefoon RT3 om het al-
gemene menu weer te geven, van
waaruit de volgende functies kunnen
worden geselecteerd:
- navigatie (zie hoofdstuk "Navigatie- systeem"),
- audiofuncties (zie hoofdstuk "Autoradio/telefoon RT3"),
- de boordcomputer (zie desbetref- fende hoofdstuk),
- de index (zie hoofdstuk "Autoradio/ -telefoon RT3"),
- de telefoonfunctie (zie hoofdstuk "Autoradio/-telefoon RT3"),
- coniguratie.
Opmerking: Om gebruik te kunnen
maken van alle functies van het sy-
steem, heeft u de beschikking over
twee CD-Roms: de CD-Rom "Conigu-
ratie" met de software en de verschil-
lende talen voor de weergave en de
gesproken berichten en de CD-Rom
"Navigatie" met alle cartograische ge-
gevens van het navigatiesysteem.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 190 next >