PEUGEOT 206 2005.5 Instructieboekje (in Dutch)

Page 161 of 191

Praktische informatie144 -
01-10-2005
145Praktische informatie-
01-10-2005
Wiel monteren
- Breng het wiel aan en draai de wielbouten met de sleutel enigs-
zins vast.
- Laat de krik zakken en verwijder deze dan.
- Draai de wielbouten met de sleutel vast.
- Plaats de wieldop (behalve bij een noodreservewiel), begin bij de ope-
ning voor het ventiel en druk de
wieldop rondom met de hand vast.
Opmerking : Als de auto is uitgerust
met een wielslot, bestaat de sierkap
van de anti-diefstalbout uit twee
delen.
Reservewiel in
reservewielhouder plaatsen
- Plaats de doos met de krik weer in het reservewiel.
- Klem het vulstuk 3 alleen op een
noodreservewiel.
- Plaats het wiel in de reservewiel- houder en richt het vulstuk 3 in
de lengterichting van de auto, met
de opening naar voren zoals in de
bovenstaande afbeelding is aange-
geven (uitsluitend bij een noodre-
servewiel).
- Til het wiel met de houder omhoog en plaats de haak.
- Vergeet niet de bout van de re- servewielhouder geheel aan te
draaien.
- Berg de wielsleutel op. Verwissel een wiel uit
veiligheidsoverwegingen
alleen:
- op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
- met aangetrokken handrem.
- de 1
e versnelling of de achteruit
is ingeschakeld.
- blokkeer de auto met de doos van de krik.
- ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt (ge-
bruik bokken).
Na het verwisselen van het wiel
- Laat zo snel mogelijk het aan- haalmoment van de wielbouten
en de bandenspanning van het
reservewiel door een PEUGE-
OT-servicepunt controleren.
- Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en verwissel
hem met het reservewiel.
- Het noodreservewiel met een 115/70 R 15-band mag slechts
tijdelijk worden gebruikt:
- Bandenspanning: 4,2 bar.
- Maximumsnelheid: 80 km/h.

Page 162 of 191

Praktische informatie146 -
01-10-2005
147Praktische informatie-
01-10-2005
BIJZONDERHEDEN
LICHTMETALEN VELGEN
Sierdoppen
De bouten van de lichtmetalen vel-
gen zijn afgedekt met verchroomde
doppen.
Verwijder deze met de gele sleutel 4
alvorens de bouten los te draaien.
De sleutel 4 bevindt zich:
- bij de 3-/5-deurs in het rechter zijpaneel van de bagageruimte,
- bij de 206 SW in de doos van de krik,
- bij de 206 RC in de doos links in de bagageruimte.
Plaatsen van het reservewiel
Indien uw auto is voorzien van een
reservewiel met stalen velg is het
normaal dat bij het monteren de
ringen van de bouten de velg niet
raken. Als de bouten volledig zijn
aangedraaid zorgt het conische
draagvlak van de bouten voor de
bevestiging van het reservewiel.
Antidiefstalbouten
Als de velgen zijn voorzien van
antidiefstalbouten (één per wiel),
dient u eerst met behulp van het
gele gereedschap (in de doos aan
de linkerzijde van de bagageruimte)
de chromen dop en vervolgens
de plastic huls te verwijderen
alvorens de bout los te draaien met
behulp van de dopsleutel (in het
dashboardkastje) en de wielsleutel,
die zich in het rechter zijpaneel van
de bagageruimte bevindt.
Opmerking: noteer de op de dop-
sleutel gegraveerde code nauw-
keurig. Met deze code kunt u bij uw
PEUGEOT-servicepunt een nieuwe
dopsleutel verkrijgen.
Montage van winterbanden
Indien u uw auto voorziet van
winterbanden met stalen velgen, is
het noodzakelijk speciale bouten te
gebruiken die verkrijgbaar zijn bij uw
PEUGEOT-servicepunt.

Page 163 of 191

Praktische informatie146 -
01-10-2005
147Praktische informatie-
01-10-2005
LEKKE BAND (206 RC)
Deze uitvoering heeft geen
reservewiel, in plaats daarvan is in
het geïsoleerde opbergvak 1, dat
met een riem aan de linkerzijde
van de bagageruimte is bevestigd,
een reparatieset (2 spuitbussen)
aangebracht voor het tijdelijk
repareren van de band. F
Draai het wiel tot het ventiel
evenwijdig met de grond staat.
F Schud de spuitbus goed voor
gebruik. Verwarm de spuitbus
enkele minuten met uw handen
als het erg koud is.
F Bevestig de aansluiting van de
spuitbus recht op het ventiel.
F Trek het ventiel tegen de rand van
het ventielgat, houd gelijktijdig de
spuitbus verticaal en spuit hem
leeg.
F Houd de spuitbus 1 minuut stevig
op het ventiel gedrukt.
F Maak de aansluiting los en maak
onmiddellijk een rit van ten minste
5 km.
F Controleer daarna indien mogelijk
de bandenspanning.
F Rijd dan direct rustig naar de
dichtstbijzijnde garage. De spuitbussen dienen
slechts voor tijdelijke re-
paratie (maximum snel-
heid 80 km/h).
Na gebruik van de spuitbussen
moet de band worden vervangen.
De spuitbussen staan onder druk,
stel ze daarom niet bloot aan
temperaturen hoger dan 50°C.
Bewaar de spuitbussen in het ge-
isoleerde opbergvak.
WIEL VERWISSELEN
Gereedschap
- De krik, het wielblok en het gereedschap om sierdoppen te
verwijderen bevinden zich in de
doos 1 die met een riem aan de
linkerzijde van de bagageruimte is
bevestigd.
- De wielsleutel isop het rechter zijpaneel van de bagageruimte
bevestigd.
Gebruik van spuitbus
bandenreparatie
(Lees ook de instructies op de
spuitbussen).
F Verwijder de oorzaak van de lekke
band voor zover mogelijk en laat
de band eventueel leeglopen. Procedure wiel verwisselen
De wielen van uw 206 RC zijn
voorzien van slotbouten.
Het verwisselen van een wiel gaat
volgens dezelfde procedure als bij
de 3-/5-deurs.
Zie de desbetreffende hoofdstukken.

Page 164 of 191

Praktische informatie146 -
01-10-2005
147Praktische informatie-
01-10-2005
BIJZONDERHEDEN
LICHTMETALEN VELGEN
Sierdoppen
De bouten van de lichtmetalen vel-
gen zijn afgedekt met verchroomde
doppen.
Verwijder deze met de gele sleutel 4
alvorens de bouten los te draaien.
De sleutel 4 bevindt zich:
- bij de 3-/5-deurs in het rechter zijpaneel van de bagageruimte,
- bij de 206 SW in de doos van de krik,
- bij de 206 RC in de doos links in de bagageruimte.
Plaatsen van het reservewiel
Indien uw auto is voorzien van een
reservewiel met stalen velg is het
normaal dat bij het monteren de
ringen van de bouten de velg niet
raken. Als de bouten volledig zijn
aangedraaid zorgt het conische
draagvlak van de bouten voor de
bevestiging van het reservewiel.
Antidiefstalbouten
Als de velgen zijn voorzien van
antidiefstalbouten (één per wiel),
dient u eerst met behulp van het
gele gereedschap (in de doos aan
de linkerzijde van de bagageruimte)
de chromen dop en vervolgens
de plastic huls te verwijderen
alvorens de bout los te draaien met
behulp van de dopsleutel (in het
dashboardkastje) en de wielsleutel,
die zich in het rechter zijpaneel van
de bagageruimte bevindt.
Opmerking: noteer de op de dop-
sleutel gegraveerde code nauw-
keurig. Met deze code kunt u bij uw
PEUGEOT-servicepunt een nieuwe
dopsleutel verkrijgen.
Montage van winterbanden
Indien u uw auto voorziet van
winterbanden met stalen velgen, is
het noodzakelijk speciale bouten te
gebruiken die verkrijgbaar zijn bij uw
PEUGEOT-servicepunt.

Page 165 of 191

Praktische informatie
148 -
01-10-2005
149
Praktische informatie
-
01-10-2005
1a. Dimlicht H7 55W /
grootlicht H7 55W
F Trek de lip A omhoog en vervol-
gens naar achteren en verwijder
de beschermkap.
F Neem de stekker(s) B los.
F Druk op het uiteinde van de
borglip C om deze los te maken.
Vervang de defecte lamp.
F Let bij het monteren op de goede
stand van de nokjes en controleer
of de borglip stevig vastzit.
F Sluit de stekker weer aan.
F Plaats de beschermkap en de
vulpijp van het ruitensproeierre-
servoir (rechts).
LAMPEN VERVANGEN
Verwijder aan de rechterzijde eerst
de vulpijp van het ruitensproeier-
reservoir om het vervangen van de
lampen te vergemakkelijken:
F draai de nok en de inkeping in
lijn,
F trek de vulpijp omhoog.
Raadpleeg de procedure voor de
groot-/dimlichtcombinatie die betrek-
king heeft op de uitvoering van uw
auto.
1b. Dimlicht H7 55W / grootlicht H1 55W
F Verwijder de beschermkap D om
de lamp H7 55W te vervangen
of E om de lamp H1 55W te
vervangen.
F Neem de stekker(s) F los.
F Druk op het uiteinde van de
borglip(pen) G om deze los te
maken. Vervang de defecte lamp.
F Let bij het monteren op de goede
stand van de nokjes en contro-
leer of de borglip(pen) stevig
vastzit(ten).
F Sluit de stekker(s) weer aan.
F Plaats de beschermkap(pen) en
de vulpijp van het ruitensproeier-
reservoir (rechts).

Page 166 of 191

Praktische informatie
148 -
01-10-2005
149
Praktische informatie
-
01-10-2005
3. Richtingaanwijzers PY21W
amberkleurig
F Draai de stekker met de lamphou-
der 3 een kwart omwenteling (in
de richting van de voorzijde van
de auto) en trek deze los.
F Vervang de lamp. 3-/5-deurs
Zijknipperlichten WY5W
amberkleurig F
Druk het zijknipperlicht naar voren
en trek het los.
F Verwijder en vervang het zijknip-
perlicht.
De zijknipperlichten zijn verkrijgbaar
bij een PEUGEOT-servicepunt. 206 SW
1. Richtingaanwijzer P 21 W.
2. Achteruitrijlicht P 21 W.
3. Rem-/achterlicht P 21/5 W.
2. Parkeerlicht W5W F
Draai de stekker met de lamphou-
der 2 een kwart omwenteling en
trek deze los.
F Vervang de lamp.
Raak de lampen uitslui-
tend met een droge doek
aan.
De koplampunits zijn voor-
zien van een glas van polycarbo-
naat met een speciale vernislaag.
Reinig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen.
Gebruik een spons en zeepwater.

Page 167 of 191

Praktische informatie150 -
01-10-2005
151Praktische informatie-
01-10-2005
Mistlampen voor H1 55 W
Druk aan de onderzijde van het luik
om het los te maken.
Open het luik.
Draai het afdekplaatje om het te
verwijderen.
Neem de stekker van de lamp los.
Druk op de uiteinden van de beide
borglippen om de lamp los te maken.
Mistachterlicht P 21 W
Neem het mistachterlicht uit de
klemmen en trek deze los.
Draai de stekker met de lamphouder
een kwart omwenteling en trek deze
los.
Vervang de lamp.
Kentekenplaatverlichting
W 5 W
Steek een kleine schroevendraaier in
een van de buitenste gaten van het
lampglas.
Duw de schroevendraaier naar buiten
om het lampglas los te maken.
Verwijder het lampglas.
Vervang de defecte lamp(en).

Page 168 of 191

Praktische informatie
148 -
01-10-2005
149
Praktische informatie
-
01-10-2005
3. Richtingaanwijzers PY21W
amberkleurig
F Draai de stekker met de lamphou-
der 3 een kwart omwenteling (in
de richting van de voorzijde van
de auto) en trek deze los.
F Vervang de lamp. 3-/5-deurs
Zijknipperlichten WY5W
amberkleurig F
Druk het zijknipperlicht naar voren
en trek het los.
F Verwijder en vervang het zijknip-
perlicht.
De zijknipperlichten zijn verkrijgbaar
bij een PEUGEOT-servicepunt. 206 SW
1. Richtingaanwijzer P 21 W.
2. Achteruitrijlicht P 21 W.
3. Rem-/achterlicht P 21/5 W.
2. Parkeerlicht W5W F
Draai de stekker met de lamphou-
der 2 een kwart omwenteling en
trek deze los.
F Vervang de lamp.
Raak de lampen uitslui-
tend met een droge doek
aan.
De koplampunits zijn voor-
zien van een glas van polycarbo-
naat met een speciale vernislaag.
Reinig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen.
Gebruik een spons en zeepwater.

Page 169 of 191

Praktische informatie150 -
01-10-2005
151Praktische informatie-
01-10-2005
Achterlichten (206 SW)
Maak de bovenste bekleding van de
bagageruimte los met een muntstuk.
Draai de twee vleugelmoeren los, dit
kan eventueel met de wielsleutel.
Verwijder de lichtunit.
Neem de stekker los. Duw de
lippen 1 naar buiten en verwijder de
lamphouder 2.
Vervang de defecte lamp.
Bevestig de bekleding van de
bagageruimte door deze aan de
onderzijde aan te brengen en aan de
bovenzijde vast te klikken.
Achterlichten (3-/5-deurs)
Maak de zijbekleding in de bagage-
ruimte los.
Maak de schuimrubber afdekking
los en steek uw hand achter de
afdekking om bij de vleugelmoer te
komen.
Verwijder de vleugelmoer.
Verwijder de lichtunit.
Druk op de nok A en neem de
stekker los.
Verwijder de isolatie.
Duw de borglippen B naar buiten en
verwijder de lamphouder.
Vervang de defecte lamp(en).
Controleer na het vervangen of de
lamphouder, de achterlichtunit en de
schuimrubber afdekking weer goed
op hun plaats zitten.
3e remlicht 5 lampen W 5 W
(3-/5-deurs)
Draai de 2 moeren A met behulp van
een 10 mm sleutel los.
Verwijder de lichtunit.
Druk de 2 borglippen B in om de
lamphouder los te nemen.
Vervang de defecte lamp(en).
3e remlicht (206 SW)
Het 3e remlicht van de 206 SW is
voorzien van lichtdiodes (LED's).
Raadpleeg in het geval van een
storing een PEUGEOT-servicepunt.

Page 170 of 191

Praktische informatie150 -
01-10-2005
151Praktische informatie-
01-10-2005
Mistlampen voor H1 55 W
Druk aan de onderzijde van het luik
om het los te maken.
Open het luik.
Draai het afdekplaatje om het te
verwijderen.
Neem de stekker van de lamp los.
Druk op de uiteinden van de beide
borglippen om de lamp los te maken.
Mistachterlicht P 21 W
Neem het mistachterlicht uit de
klemmen en trek deze los.
Draai de stekker met de lamphouder
een kwart omwenteling en trek deze
los.
Vervang de lamp.
Kentekenplaatverlichting
W 5 W
Steek een kleine schroevendraaier in
een van de buitenste gaten van het
lampglas.
Duw de schroevendraaier naar buiten
om het lampglas los te maken.
Verwijder het lampglas.
Vervang de defecte lamp(en).

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 200 next >