PEUGEOT 206 2005.5 Instructieboekje (in Dutch)

Page 171 of 191

Praktische informatie152 -
01-10-2005
153Praktische informatie-
01-10-2005
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich
onder het dashboard en onder de
motorkap.GoedDefect
Klem A
Zekeringkast dashboard
Draai de schroef een kwart
omwenteling met een muntstuk los
en verwijder de afdekplaat om bij de
zekeringen te komen.
De reservezekeringen en de tang A
zijn aangebracht aan de binnenkant
van het deksel van de zekeringkast
onder het dashboard. Vervangen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de
storing
opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn
aangegeven op de zekeringkast.
Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zeke ring) altijd
door een zekering met dezelfde stroomsterkte.

Page 172 of 191

Praktische informatie
154 -
01-10-2005
155
Praktische informatie
-
01-10-2005
of Bij het ontwerp van
het elektrische circuit
van uw auto is reeds
rekening gehouden met
de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele
opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-ser-
vicepunt voordat u andere elek-
trische voorzieningen of acces-
soires in de auto monteert of laat
monteren.
Sommige elektrische accessoires
zelf, of de wijze waarop die zijn
gemonteerd, kunnen de werking
van de elektrische systemen van
de auto (de elektronische bedie-
ningssystemen, het audiosysteem
en het laadcircuit) nadelig beïn-
vloeden.
PEUGEOT is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien
uit het verhelpen van storingen
veroorzaakt door het monteren
van extra accessoires die niet
door PEUGEOT aanbevolen
en geleverd worden. Dit geldt
ook voor voorzieningen die niet
volgens de voorschriften van
PEUGEOT zijn gemonteerd en
met name voor apparatuur met
een stroomverbruik van meer dan
10 mA.
Zekering Ampère Functies
1* 20 A Motorventilateur
2* 60 A ABS/ESP
3* 30 A ABS/ESP
4* 70 A Voeding intelligente servicecentrale
5* 70 A Voeding intelligente servicecentrale
6* - Vrij
7* 30 A Voeding stuur-/contactslot
8* 20 A Versterker autoradio
Zekeringkast motorruimte
Maak het deksel los om de zekeringkast (naast de accu) in de motorruimt
e te
openen.
Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig.
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de e lektrische
installatie. Laat werkzaamheden aan hoofdzekeringen alleen door uw
PEUGEOT-servicepunt uitvoeren.

Page 173 of 191

Praktische informatie154 -
01-10-2005
155Praktische informatie-
01-10-2005
Zekering AmpèreFuncties
1 10 A Elektronische eenheid voorgloeien (diesel) - sensor water in brandst
of -
schakelaar achteruitrijlicht - snelheidssensor - luchthoeveelheidsmete r (diesel)
2 15 A Elektroklep absorptievat - brandstofpomp
3 10 A Elektronische eenheid motor ABS/ESP - remlichtschakelaar ESP
4 10 A Elektronische eenheid automatische transmissie - elektronische e enheid motor
5 - Vrij
6 15 A Mistlampen vóór
7 20 A Koplampsproeierpomp
8 20 A Relais motorventilateur - elektronische eenheid motor - inspuitpo
mp diesel -
brandstofdrukregelaar diesel - elektroklep motormanagement
9 15 A Dimlicht links
10 15 A Dimlicht rechts 11 10 A Grootlicht links
12 15 A Grootlicht rechts
13 15 A Claxon
14 10 A Ruitensproeierpomp voor en achter
15 30 A Voorverwarming smoorklephuis - inspuitpomp diesel -
lambdasonde -
elektronische eenheid motor - luchthoeveelheidsmete r - bobine -
elektroklep motormanagement - voorverwarming brands tof (diesel) - verstuivers -
elektroklep nokkenasverstelling (206 RC) - elektrok lep variabele luchttoevoer motor (206 RC)
16 30 A Relais luchtpomp
17 30 A Hoge en lage snelheid ruitenwissers
18 40 A Aanjager

Page 174 of 191

Praktische informatie152 -
01-10-2005
153Praktische informatie-
01-10-2005
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich
onder het dashboard en onder de
motorkap.GoedDefect
Klem A
Zekeringkast dashboard
Draai de schroef een kwart
omwenteling met een muntstuk los
en verwijder de afdekplaat om bij de
zekeringen te komen.
De reservezekeringen en de tang A
zijn aangebracht aan de binnenkant
van het deksel van de zekeringkast
onder het dashboard. Vervangen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de
storing
opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn
aangegeven op de zekeringkast.
Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zeke ring) altijd
door een zekering met dezelfde stroomsterkte.

Page 175 of 191

Praktische informatie152 -
01-10-2005
153Praktische informatie-
01-10-2005
Zekering AmpèreFuncties
1 15 A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20 A Multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesystee
m -
bagageruimteverlichting - autoradio - stuurkolomschakelaars - trekhaak
5 15 A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10 A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie -
autoradio - stuurwielsensor (ESP)
7 15 A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd a larmsysteem
9 30 A Elektrisch bediende ruiten achter
10 40 A Achterruit- en buitenspiegelverwarming 11 15 A Ruitenwisser achter
12 30 A Elektrisch bediende ruiten vóór - schuif-/kanteldak
14 10 A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars - regensensor
15 15 A
Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - ele ktronische eenheid navigatiesysteem - airconditioni ng - autoradio
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10 A Remlicht rechts
21 15 A Remlicht links - derde remlicht
22 20 APlafonnier vóór en plafonnier achter (206 SW) - kaartleeslampje -
verlichting dashboardkastje - aansteker - 12 V-aansluiting achter (2
06 SW)
S1 Shunt Shunt PARC

Page 176 of 191

Praktische informatie156 -
01-10-2005
157Praktische informatie-
01-10-2005
ACCU
Laden met behulp van een
acculader:
- Maak de accupoolklemmen los.
- Volg de aanwijzingen van de fabri-kant op de acculader.
- Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel.
- Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accuka-
bels los en reinig de polen en de
klemmen. - Wacht na het uitzetten
van het contact 2 minu-
ten alvorens de accu los
te koppelen.
- Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
- Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
- Sluit de ruiten en het dak voor- dat de accupoolklemmen wor-
den losgemaakt.
- Zet, elke keer nadat de accuka- bels weer zijn aangesloten, het
contact AAN en wacht 1 minuut
alvorens de motor te starten, zo-
dat de elektronische systemen
geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg uw PEUGEOT-ser-
vicepunt als er zich na deze
handeling toch nog problemen
voordoen.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is.
ECO-MODE
Nadat de motor is afgezet, wordt als
het contact in de stand accessoires
staat een aantal elektrische voorzie-
ningen (ruitenwissers, ruitbediening,
plafonniers, autoradio, enz.) na een
half uur automatisch uitgeschakeld,
om te voorkomen dat de accu ontla-
den raakt.
Op dat moment verschijnt de
melding "Eco-mode actief" op het
multifunctionele display.
Start de motor en laat deze enkele
seconden draaien om de bovenge-
noemde voorzieningen weer te kun-
nen gebruiken.
De beschikbare tijd bedraagt het
dubbele van de tijd dat de motor
heeft gedraaid. Deze tijd zal echter
altijd tussen de 5 en 30 minuten
bedragen.
Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden.
Starten met een hulpaccu:
- Sluit eerst de rode kabel aan op de
(+) polen van de beide accu's.
- Sluit de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool van de hulpaccu.
- Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op een
zo ver mogelijk van de accu verwij-
derd massapunt van de te starten
auto.
Stel de startmotor in werking en start
de motor.
Wacht tot de motor stationair draait
en neem dan de kabels los.

Page 177 of 191

Praktische informatie156 -
01-10-2005
157Praktische informatie-
01-10-2005
INBOUWEN VAN
LUIDSPREKERS
Er is ruimte voor het inbouwen van:
- luidsprekers met een diameter van 165 mm in de voorportieren,
- luidsprekers met een diameter van 130 mm in de achterportieren,
- tweeters met een diameter van 22,5 mm in de afdekplaten van de
buitenspiegels. Stekkeraansluitingen
A1 : -
A2 : -
A3 : -
A4 : -
A5 : -
A6 : (+) na contact
A7 : (+) constant
A8 : massa
B1 : (+) Luidspreker rechts achter
B2 : (-) Luidspreker rechts achter
B3 : (+) Luidspreker rechts voor en
tweeter
B4 : (-) Luidspreker rechts voor en tweeter
B5 : (+) Luidspreker links voor en tweeter
B6 : (-) Luidspreker links voor en tweeter
B7 : (+) Luidspreker links achter
B8 : (-) Luidspreker links achter
Raadpleeg voordat u een
autoradio of luidsprekers
in uw auto monteert een
PEUGEOT-servicepunt.
AUTORADIO MONTEREN
Uw auto is af fabriek voorzien van:
- dakantenne,
- coaxiale antennekabel,
- basisontstoring,
- bedrading voor luidsprekers vóór,
- bedrading voor luidsprekers achter,
- 2 stekkers (8-polig).

Page 178 of 191

Praktische informatie158 -
01-10-2005
159Praktische informatie-
01-10-2005
Sleepoog voor Sleepoog achter (206 SW)
SLEPEN VAN UW AUTO
Getakeld
(slechts 2 wielen op de grond)
Het takelen van de wagen bij de
wielen geniet de voorkeur.Maak nooit gebruik van de
traverse van de radiateur.
Bijzonderheden automatische
transmissie
Bij het slepen van de auto, zonder
takelen, moet aan de volgende
voorwaarden voldaan worden:
- selectiehendel in stand N,
- rijd met een snelheid van maximaal 50 km/h en sleep de auto over een
afstand van maximaal 50 km,
- voeg geen extra vloeistof toe aan de automatische transmissie. Sleepoog achter (3-/5-deurs)
3-/5-deurs
Aan de voor- of achterzijde
Bevestig de sleepstang aan het
sleepoog. 206 SW
Aan de voorzijde:
Bevestig de
sleepstang aan het sleepoog.
Niet getakeld
(vier wielen op de grond)
Gebruik hiervoor altijd een sleep-
stang.
Aan de achterzijde:
- Maak het klepje los met behulp van een muntstuk,
- Draai het sleepoog (in de doos van de krik) vast tot aan de aanslag.

Page 179 of 191

Praktische informatie158 -
01-10-2005
159Praktische informatie-
01-10-2005
TREKKEN VAN EEN
AANHANGER
Gebruik uitsluitend een door
PEUGEOT goedgekeurde trekhaak.
Laat een trekhaak alleen door een
PEUGEOT-servicepunt monteren.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld
voor het vervoer van personen en
bagage, maar is tevens geschikt voor
het trekken van een aanhanger.
Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Door een geringere luchtdichtheid
nemen de prestaties van de motor
af als men op grotere hoogte boven
de zeespiegel komt. Trek boven de
1 000 m 10 % van het maximum
aanhangergewicht af en herhaal dit
voor elke volgende 1 000 m.
Adviezen
Gewichtsverdeling: verdeel het
gewicht in de caravan/aanhanger
gelijkmatig en houd u aan de toege-
stane kogeldruk.
Koeling: het trekken van een aan-
hanger op een helling veroorzaakt
een hogere koelvloeistoftempera-
tuur.
De koelventilator wordt elektrisch
bediend en is niet afhankelijk van het
motortoerental.
Gebruik daarom een zo hoog moge-
lijke versnelling om het toerental te
beperken en pas uw snelheid aan.
Het maximum aanhangergewicht
is afhankelijk van het hellingsper-
centage en de temperatuur van de
buitenlucht. Let in elk geval goed op de
aanwijzing van de koelvloeistoftemp
eratuurmeter.
Als het verklikkerlampje van de koel-
vloeistoftemperatuur gaat branden,
stop dan zo snel mogelijk en zet de
motor af.
Banden:
controleer de bandenspan-
ning van de auto en de aanhanger en
breng deze indien nodig op de juiste
waarde.
Remmen: het trekken van een aan-
hanger vergroot de remweg.
Verlichting: controleer de verlichting
van de aanhanger.
Zijwind: houd er rekening mee dat
de zijwindgevoeligheid van de auto
groter is.

Page 180 of 191

Praktische informatie160 -
01-10-2005
161Praktische informatie-
01-10-2005
Verwijderen van de mat
Als de vloermat aan bestuurderszijde
verwijderd moet worden, schuif dan
de stoel in de achterste stand en
maak de bevestigingen los.
Leg de vloermat weer terug en
plaats de bevestigingen door ze een
kwartslag te draaien.
Controleer of de mat goed is
bevestigd.
Om te voorkomen dat de mat onder
de pedalen schuift:
- maak uitsluitend gebruik van matten die op de reeds in de auto
aanwezige bevestigingen passen.
Het gebruik van deze bevestigingen is verplicht.
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar.
ALLESDRAGERS MONTEREN
(206 SW)
Let, bij het monteren van de dwars-
dragers, op de juiste bevestigings-
plaatsen.
Deze zijn door middel van merktekens
op de dakrailing aangegeven.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
goedgekeurde accessoires en houd
u aan de montagevoorschriften van
de fabrikant. Max. toegestane daklast op im-
periaal, waarbij de laadhoogte
niet meer dan 40 cm mag be-
dragen (m.u.v. ietsen): 75 kg.
Pas, als de laadhoogte meer
dan 40 cm bedraagt, de wagen-
snelheid aan aan de wegom-
standigheden om schade aan
de allesdragers te voorkomen.

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 next >