PEUGEOT 206 2006.5 Instructieboekje (in Dutch)

Page 151 of 182

Praktische informatie144 -
Toegang tot het reservewielen de krik
Het reservewiel bevindt zich in een metalen houder onder de bagageruimte.
- Neem de wielsleutel 1 uit het rech-ter zijpaneel van de bagageruimte.- Draai de bout van de reservewiel-houder aan de binnenzijde onder de vloerbedekking met de wielsleu-tel 1 los.- Til de reservewielhouder iets op, duw de haak naar achteren en laat de reservewielhouder zakken.- Neem de doos met de krik 2 uit het reservewiel.
WIEL VERWISSELEN
(206 SW)
Parkeren van de auto
- Zet de auto, voor zover mogelijk, op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond. - Trek de handrem aan, schakel de eerste versnelling of de achteruit in (stand P bij een automatische transmissie).
Wiel demonteren
- Blokkeer het wiel aan de achterzij-de kruislings tegenover het te ver-wisselen wiel met het opvouwbare wielblok dat zich in de doos van de krik bevindt.- Verwijder de wieldop door de wiel-sleutel in de opening voor het ven-tiel te steken en de wieldop los te trekken.- Draai de wielbouten iets los.- Plaats de krik in één van de 4 daar-voor bestemde kriksteunen E bij het te verwisselen wiel onder de auto. Controleer of het uiteinde van de krik over het gehele oppervlak steunt op de grond.- Krik de auto op, draai de wielbouten geheel los en verwijder het wiel.

Page 152 of 182

145Praktische informatie -
- Breng het wiel aan en draai de wielbouten met de sleutel enigs-zins vast.- Laat de krik zakken en verwijder deze dan.- Draai de wielbouten met de sleutel vast.- Plaats de wieldop (behalve bij een noodreservewiel), begin bij de ope-ning voor het ventiel en druk de wieldop rondom met de hand vast.Opmerking: Als de auto is uitgerust met een wielslot, bestaat de sierkap van de anti-diefstalbout uit twee delen.
Reservewiel inreservewielhouder plaatsen
- Plaats de doos met de krik weer in het reservewiel.- Klem het vulstuk 3 alleen op een noodreservewiel.- Plaats het wiel in de reservewielhou-der en richt het vulstuk 3 in de lengte-richting van de auto, met de opening naar voren zoals in de bovenstaande afbeelding is aangegeven (uitslui-tend bij een noodreservewiel).- Til het wiel met de houder omhoog en plaats de haak.- Vergeet niet de bout van de reserve-wielhouder geheel aan te draaien.- Berg de wielsleutel op.
Verwissel een wiel uit veiligheidsoverwegingen alleen:
- op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.- met aangetrokken handrem.- de 1e versnelling of de achteruit is ingeschakeld.- blokkeer de auto met de doos van de krik.- ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt (ge-bruik bokken).
Na het verwisselen van het wiel
- Laat zo snel mogelijk het aanhaal-moment van de wielbouten en de bandenspanning van het reserve-wiel door een PEUGEOT-service-punt controleren.- Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en verwissel hem met het reservewiel.- Het noodreservewiel met een 115/70 R 15-band mag slechts tijdelijk worden gebruikt: - Bandenspanning: 4,2 bar.- Maximumsnelheid: 80 km/h.

Page 153 of 182

147Praktische informatie -
LICHTMETALEN VELGEN
Sierdoppen
De bouten van de lichtmetalen vel-gen zijn afgedekt met verchroomde doppen.
Verwijder deze met de gele sleutel 4alvorens de bouten los te draaien.
De sleutel 4 bevindt zich:
- bij de 3-/5-deurs in het rechter zij-paneel van de bagageruimte,- bij de 206 SW in de doos van de krik,- bij de 206 RC in de doos links in de bagageruimte.
Plaatsen van het reservewiel
Indien uw auto is voorzien van een re-servewiel met stalen velg is het nor-maal dat bij het monteren de ringen van de bouten de velg niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid zorgt het conische draagvlak van de bouten voor de bevestiging van het reservewiel.
Antidiefstalbouten
Als de velgen zijn voorzien van anti-diefstalbouten (één per wiel), dient u eerst met behulp van het gele gereed-schap (in de doos aan de linkerzijde van de bagageruimte) de chromen dop en vervolgens de plastic huls te verwij-deren alvorens de bout los te draaien met behulp van de dopsleutel (in het dashboardkastje) en de wielsleutel, die zich in het rechter zijpaneel van de bagageruimte bevindt.
Opmerking: noteer de op de dop-sleutel gegraveerde code nauw-keurig. Met deze code kunt u bij uw PEUGEOT-servicepunt een nieuwe dopsleutel verkrijgen.
Montage van winterbanden
Indien u uw auto voorziet van win-terbanden met stalen velgen, is het noodzakelijk speciale bouten te ge-bruiken die verkrijgbaar zijn bij uw PEUGEOT-servicepunt.

Page 154 of 182

Praktische informatie146 -
LEKKE BAND (206 RC)
servewiel, in plaats daarvan is in het geïsoleerde opbergvak 1, dat met een riem aan de linkerzijde van de bagageruimte is bevestigd, een reparatieset (2 spuitbussen) aange-bracht voor het tijdelijk repareren van de band.
 Draai het wiel tot het ventiel even-wijdig met de grond staat.
 Schud de spuitbus goed voor gebruik. Verwarm de spuitbus enkele minuten met uw handen als het erg koud is.
 Bevestig de aansluiting van de spuitbus recht op het ventiel.
 Trek het ventiel tegen de rand van het ventielgat, houd gelijktijdig de spuitbus verticaal en spuit hem leeg.
 Houd de spuitbus 1 minuut stevig op het ventiel gedrukt.
 Maak de aansluiting los en maak onmiddellijk een rit van ten minste 5 km.
 Controleer daarna indien mogelijk de bandenspanning.
 Rijd dan direct rustig naar de dichtstbijzijnde garage.
De spuitbussen dienen slechts voor tijdelijke re-paratie (maximum snel-heid 80 km/h).
Na gebruik van de spuitbussen moet de band worden vervangen. De spuitbussen staan onder druk, stel ze daarom niet bloot aan tem-peraturen hoger dan 50 °C.
Bewaar de spuitbussen in het geïsoleerde opbergvak.
WIEL VERWISSELEN
Gereedschap
- De krik, het wielblok en het gereed-schap om sierdoppen te verwijderen bevinden zich in de doos 1 die met een riem aan de linkerzijde van de bagageruimte is bevestigd.- De wielsleutel isop het rechter zijpaneel van de bagageruimte bevestigd.
Gebruik van spuitbus bandenreparatie
(Lees ook de instructies op de spuitbussen).
 Verwijder de oorzaak van de lekke band voor zover mogelijk en laat de band eventueel leeglopen.
Procedure wiel verwisselen
De wielen van uw 206 RC zijn voor-zien van slotbouten.
Het verwisselen van een wiel gaat volgens dezelfde procedure als bij de 3-/5-deurs.
Zie de desbetreffende hoofdstukken.

Page 155 of 182

147Praktische informatie -
LICHTMETALEN VELGEN
Sierdoppen
De bouten van de lichtmetalen vel-gen zijn afgedekt met verchroomde doppen.
Verwijder deze met de gele sleutel 4alvorens de bouten los te draaien.
De sleutel 4 bevindt zich:
- bij de 3-/5-deurs in het rechter zij-paneel van de bagageruimte,- bij de 206 SW in de doos van de krik,- bij de 206 RC in de doos links in de bagageruimte.
Plaatsen van het reservewiel
Indien uw auto is voorzien van een re-servewiel met stalen velg is het nor-maal dat bij het monteren de ringen van de bouten de velg niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid zorgt het conische draagvlak van de bouten voor de bevestiging van het reservewiel.
Antidiefstalbouten
Als de velgen zijn voorzien van anti-diefstalbouten (één per wiel), dient u eerst met behulp van het gele gereed-schap (in de doos aan de linkerzijde van de bagageruimte) de chromen dop en vervolgens de plastic huls te verwij-deren alvorens de bout los te draaien met behulp van de dopsleutel (in het dashboardkastje) en de wielsleutel, die zich in het rechter zijpaneel van de bagageruimte bevindt.
Opmerking: noteer de op de dop-sleutel gegraveerde code nauw-keurig. Met deze code kunt u bij uw PEUGEOT-servicepunt een nieuwe dopsleutel verkrijgen.
Montage van winterbanden
Indien u uw auto voorziet van win-terbanden met stalen velgen, is het noodzakelijk speciale bouten te ge-bruiken die verkrijgbaar zijn bij uw PEUGEOT-servicepunt.

Page 156 of 182

Praktische informatie148 -
H1 55 W
 Verwijder de beschermkap A om de lamp H7 55 W te vervangen of B om de lamp H1 55 W te vervangen.
 Neem de stekker(s) C los.
 Druk op het uiteinde van de borglip(pen) D om deze los te ma-ken. Vervang de defecte lamp.
LAMPEN VERVANGEN
Verwijder aan de rechterzijde eerst de vulpijp van het ruitensproeier-reservoir om het vervangen van de lampen te vergemakkelijken:
 draai de nok en de inkeping in lijn,
 trek de vulpijp omhoog.
1. Dimlicht/grootlicht
2. Parkeerlichten
3. Richtingaanwijzers
 Let bij het monteren op de goede stand van de nokjes en controleer of de borglip(pen) ste-vig vastzit(ten).
 Sluit de stekker(s) weer aan.
 Plaats de beschermkap(pen) en de vulpijp van het ruitensproeier-reservoir (rechts).

Page 157 of 182

149Praktische informatie -
Richtingaanwijzers PY 21 W
amberkleurig
Draai de stekker met de lamphouder 3 Draai de stekker met de lamphouderDraai de stekker met de lamphoudereen kwart omwenteling (in de richting van de voorzijde van de auto) en trek deze los.
 Vervang de lamp.
3-/5-deurs
Zijknipperlichten WY 5 W
amberkleurig
Druk het zijknipperlicht naar voren en trek het los.
 Verwijder en vervang het zijknip-perlicht.
De zijknipperlichten zijn verkrijgbaar bij een PEUGEOT-servicepunt.
206 SW
1. Richtingaanwijzer P 21 W.
2. Achteruitrijlicht P 21 W.
3. Rem-/achterlicht P 21/5 W.
Parkeerlicht W 5 W
Draai de stekker met de lamphouder 2 een kwart omwenteling en trek deze los.
 Vervang de lamp.
Raak de lampen uitsluitend met een droge doek aan.
De koplampunits zijn voorzien van een glas van polycarbonaat met een speciale vernislaag. Reinig de koplampen nooit met een droge of schuren-de doek en gebruik geen oplos-middelen.
Gebruik een spons en zeepwater.

Page 158 of 182

151Praktische informatie -
H1 55 W
Druk aan de onderzijde van het luik om het los te maken.
Open het luik.
Draai het afdekplaatje om het te verwijderen.
Neem de stekker van de lamp los.
Druk op de uiteinden van de beide borglippen om de lamp los te maken.
MistachterlichtP 21 W
Neem het mistachterlicht uit de klemmen en trek deze los.
Draai de stekker met de lamphouder een kwart omwenteling en trek deze los.
Vervang de lamp.
KentekenplaatverlichtingW 5 W
Steek een kleine schroevendraaier in een van de buitenste gaten van het lampglas.
Duw de schroevendraaier naar bui-ten om het lampglas los te maken.
Verwijder het lampglas.
Vervang de defecte lamp(en).

Page 159 of 182

149Praktische informatie -
Richtingaanwijzers PY 21 W
amberkleurig
Draai de stekker met de lamphouder 3 Draai de stekker met de lamphouderDraai de stekker met de lamphoudereen kwart omwenteling (in de richting van de voorzijde van de auto) en trek deze los.
 Vervang de lamp.
3-/5-deurs
Zijknipperlichten WY 5 W
amberkleurig
Druk het zijknipperlicht naar voren en trek het los.
 Verwijder en vervang het zijknip-perlicht.
De zijknipperlichten zijn verkrijgbaar bij een PEUGEOT-servicepunt.
206 SW
1. Richtingaanwijzer P 21 W.
2. Achteruitrijlicht P 21 W.
3. Rem-/achterlicht P 21/5 W.
Parkeerlicht W 5 W
Draai de stekker met de lamphouder 2 een kwart omwenteling en trek deze los.
 Vervang de lamp.
Raak de lampen uitsluitend met een droge doek aan.
De koplampunits zijn voorzien van een glas van polycarbonaat met een speciale vernislaag. Reinig de koplampen nooit met een droge of schuren-de doek en gebruik geen oplos-middelen.
Gebruik een spons en zeepwater.

Page 160 of 182

Praktische informatie150 -
Maak de bovenste bekleding van de bagageruimte los met een muntstuk.
Draai de twee vleugelmoeren los, dit kan eventueel met de wielsleutel.
Verwijder de lichtunit.
Neem de stekker los. Duw de lippen 1 naar buiten en verwijder de lamp-houder 2.
Vervang de defecte lamp.
Bevestig de bekleding van de baga-geruimte door deze aan de onderzijde aan te brengen en aan de bovenzijde vast te klikken.
Achterlichten (3-/5-deurs)
Maak de zijbekleding in de bagage-ruimte los.
Maak de schuimrubber afdekking los en steek uw hand achter de afdekking om bij de vleugelmoer te komen.
Verwijder de vleugelmoer.
Verwijder de lichtunit.
Druk op de nok A en neem de stekker los.
Verwijder de isolatie.
Duw de borglippen B naar buiten en verwijder de lamphouder.
Vervang de defecte lamp(en).
Controleer na het vervangen of de lamphouder, de achterlichtunit en de schuimrubber afdekking weer goed op hun plaats zitten.
3eremlicht 5 lampen W 5 W(3-/5-deurs)
Draai de 2 moeren A met behulp van een 10 mm sleutel los.
Verwijder de lichtunit.
Druk de 2 borglippen B in om de lamphouder los te nemen.
Vervang de defecte lamp(en).
3e remlicht (206 SW)
Het 3e remlicht van de 206 SW is voorzien van lichtdiodes (LED’s).
Raadpleeg in het geval van een storing een PEUGEOT-servicepunt.

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 190 next >