PEUGEOT 206 2006.5 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 182

23Controle tijdens het rijden-
Display stand selectiehendel automatische transmissieVerklikkerlampjes automatische transmissie
Park (Parkeerstand)
Reverse (Achteruit)
Neutral (Neutraalstand)
Drive (Rijstand)
Handbediening:
1e versnelling ingeschakeld
2e versnelling ingeschakeld
3e versnelling ingeschakeld
4e versnelling ingeschakeld
Verklikkerlampje "SPORT"
Dit lampje gaat branden als het schakelpro-gramma "SPORT"Dit lampje gaat branden als het schakelpro-Dit lampje gaat branden als het schakelpro- wordt ingeschakeld.
Verklikkerlampje "SNEEUW"
Dit lampje gaat branden als het schakelprogramma "SNEEUW" Dit lampje gaat branden als het Dit lampje gaat branden als het
wordt ingeschakeld.
Storing
Een storing wordt aangegeven door het knipperen van de verklikkerlamp-jes Sport en Sneeuw in combinatie met een geluidssignaal en een mel-ding op het multifunctionele display. Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.

Page 22 of 182

Controle tijdens het rijden24 -
Onderhoudsindicator
Deze geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de eerstvol-gende onderhoudscontrole volgens het onderhoudsschema.
฀5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de nor-male kilometerstand ฀o฀f de stand van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole is minder dan 1.000 km.
Voorbeeld: Er is nog 900 km af te leggen tot de eerstvolgende onderhoudscontrole.Bij het aanzetten van het contact en ge-durende 5 seconden daarna geeft de Bij het aanzetten van het contact en ge-Bij het aanzetten van het contact en ge-
teller aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de normale kilometerstand aan, maar het lampje blijft branden.kilometerstand aan, maar het lampje kilometerstand aan, maar het lampje
Dit om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgvoerd moeten worden. De kilometertotaal-stand ฀o฀f de stand van de dagteller word฀o฀f฀o฀f฀taangegeven.
De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole is overschreden.
Elke keer als het contact wordt aangezet, gaat het lampje gedurende 5 seconden ฀k฀n฀i฀p฀p฀e฀r฀e฀n en geeft de teller het aantal gaat het lampje gedurende 5 seconden gaat het lampje gedurende 5 seconden
kilometers aan dat er te veel gereden is.Voorbeeld: Er had 300 km eerder een onderhoudscontrole uitgevoerd moeten worden. Bij het aanzetten van het contact en ge-durende 5 seconden daarna geeft de Bij het aanzetten van het contact en ge-Bij het aanzetten van het contact en ge-
teller aan:
DISPLAY OP HET
INSTRUMENTENPANEEL
Dit heeft na het aanzetten van het contact 3 verschillende functies:
- onderhoudsindicator,- motorolieniveaumeter,- kilometerteller, deze wordt na het uitzetten van het contact geduren-de 30 seconden weergegeven.Het display geeft tevens informatie met betrekking tot de snelheidsre-gelaar of -begrenzer indien één van beide is ingeschakeld (zie het desbe-treffende hoofdstuk).
5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de nor-male kilometerstand aan, maar het lampje blijft branden. De kilometerto-taalstand ฀o฀f de stand van de dagtel-ler word฀t aangegeven.
Opmerking: De sleutel gaat ook branden als het onderhoudsinterval van 2 jaar is overschreden*.
* Volgens land van bestemming.
Werking
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje (een sleutel die onder-houdswerkzaamheden symboliseert) gedurende ฀5 seconden branden. De teller geeft ฀(฀a฀f฀g฀e฀r฀o฀n฀d฀)฀฀het resterende aantal kilometers tot de eerstvolgen-de onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: Er is nog 4.800 km af te leggen tot de eerstvolgende onder-houdscontrole. Bij het aanzetten van het contact en gedurende ฀5 seconden daarna geeft de teller aan:

Page 23 of 182

25Controle tijdens het rijden-
Op 0 zetten van de onderhoudsindicator
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsindicator na elke onder-houdscontrole weer op 0.
De onderhoudsindicator kan op de volgende wijze op 0 worden gezet:
- zet het contact af,- druk op de knop 1 en houd deze ingedrukt,- zet het contact aan.De kilometerteller begint 10 secon-den terug te tellen,
- houd de knop 1 gedurende 10 se-conden ingedrukt.De teller geeft [= 0] aan en het lamp-je gaat uit.
Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact wordt de onderhoudsindicator en-kele seconden weergegeven en ver-volgens gedurende 10 seconden het motorolieniveau.Storing motorolieniveaumeter
Het knipperen van de zes segmen-ten duidt op een storing in de motor-olieniveaumeter.
Er bestaat kans op ernstige motor-schade.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.Te veel olie
Als de zes segmenten knipperen en "max" wordt weergegeven, is het motorolieniveau te hoog, waardoor ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-stok. Als blijkt dat het olieniveau te hoog is, raadpleeg dan zo snel mo-gelijk een PEUGEOT-servicepunt.
Te weinig olie
Als de zes segmenten knipperen en "min" wordt weergegeven, is het mo-torolieniveau te laag, waardoor ern-stige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-stok. Als blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie worden bijgevuld.
Controle van het olieniveau met de peilstok is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, hori-zontale ondergrond staat en de motor minstens 15 minuten niet heeft gedraaid.

Page 24 of 182

Controle tijdens het rijden26 -
KILOMETERTELLER
Druk op de knop 1 om te schakelen tussen:
- de kilometerteller,- de dagteller,- de weergave van de snelheidsre-gelaar of -begrenzer indien één van beide is ingeschakeld.Druk, als de dagteller is ingescha-keld, op de knop 1 tot de nullen ver-schijnen om de dagteller op nul te zetten.
DIMMER
DASHBOARDVERLICHTING
Druk, tijdens het branden van de ver-lichting, op de knop om de sterkte van de dashboardverlichting te verande-ren. Als de verlichting de zwakste (of felste) stand heeft bereikt, laat dan de knop los en druk deze vervolgens op-nieuw in om de verlichting weer feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
ALARM-
KNIPPERLICHTEN
Druk de knop in, de richtingaanwij-zers knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
Automatische ontsteking van de alarmknipperlichten*
Bij een noodstop schakelen de alarmknipperlichten, afhankelijk van de remvertraging die optreedt, auto-matisch in. De alarmknipperlichten blijven knipperen totdat er opnieuw gas wordt gegeven.
U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door de knop in te drukken.
* Volgens land van bestemming.

Page 25 of 182

27Multifunctionele displays-
KLOKJEInstellen van de parameters
Houd de knop 1 gedurende twee se-conden ingedrukt om de gegevens in te stellen. Zodra een gegeven knip-pert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indruk-ken van de knop 1 in onderstaande volgorde de verschillende gegevens geselecteerd worden:
- taal,- uren (12 of 24 uur),- minuten,- jaar,- maand,- dag,- temperatuureenheden (graden Celcius of Fahrenheit).
Door de knop 2 in te drukken kan het geselecteerde gegeven gewijzigd worden. Houd de knop ingedrukt om de instelling in een hoger tempo te wijzigen (terug naar het begin na de laatste waarde).
Als de knop gedurende 7 seconden niet wordt ingedrukt, geeft het dis-play het basisscherm weer en zijn de gewijzigde gegevens opgeslagen.
Opmerking: Druk kort op de knop 2om gedurende enkele seconden de buitentemperatuur weer te geven.
Knop 1: instellen van de uren.
Knop 2: instellen van de minuten.
Houd de knop ingedrukt om de tijd in een hoger tempo in te stellen.
DISPLAY A
Dit display kan de volgende informa-tie weergeven:
- de tijd,- de datum,- de buitentemperatuur* (knippert bij kans op gladheid),- de informatie van de radio,- de controle op geopende portie-ren (bijv.: "portier links voor ge-opend", ...),- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbediening leeg") en de status van de functies van de auto (bijv.: "spaarstand actief"), kort weergegeven.
* Volgens uitvoering.

Page 26 of 182

Multifunctionele displays28 -
Instellen van de gegevens
Druk knop 1 in en houd deze gedurende 2 seconden ingedrukt. Het eerste gegeven knippert en kan worden veranderd.
Hierna kunnen door het indrukken van knop 1 achereenvolgens de ver-schillende gegevens geselecteerd worden:
- de taal,- de snelheidseenheden (km of mijl),- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),- de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),- de uren,- de minuten,- het jaar,- de maand,- de dag.
Door het indrukken van knop 2 kan het geselecteerde gegeven worden gewijzigd. Houd de knop ingedrukt om de gegevens in een hoger tempo in te stellen.
Als de knop gedurende 7 seconden niet wordt ingedrukt, geeft het display het oorspronkelijke scherm weer en zijn de wijzigingen opgeslagen.
MONOCHROOM DISPLAY B
Dit kan de volgende informatie weer-geven:
- de tijd,- de datum,- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),- informatie van de autoradio,- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan of een portier geopend is,- waarschuwingen (bijv.: "storing laden accu") of berichten (bijv.: "brandstofniveau laag") die tijdelijk worden weergegeven, kunnen wor-den gewist door op knop 1 of 2 te drukken,- de boordcomputer.

Page 27 of 182

29Multifunctionele displays-
MONOCHROOM DISPLAY CT
Menu configuratie
Dit menu biedt toegang tot de vol-gende parameters:
- "Instellen lichtsterkte": instellen van de lichtsterkte van het display.- "Geluid": instellen van de spraak-synthese (voor de parameter vrou-welijke/mannelijke stem: plaats de configuratie-CD-Rom); gesproken opdrachten aan/uit.- "Internationale parameters": instel-len datum en tijd (weergave in 12 of 24 uur, instellen minuten via GPS); instellen van eenheden (l/100 - °C of mpg - °F).- "Keuze van de taal": keuze van de taal van de weergave en de gespro-ken informatie en commando’s (Ne-derlands, Duits, Engels, Spaans, Frans, Italiaans, Portugees: plaats de configuratie-CD-Rom).
Algemeen menu
Druk op de toets "MENU" van de au-toradio/telefoon RT3 om het algeme-ne menu weer te geven, van waaruit de volgende functies kunnen worden geselecteerd:
- navigatie/verkeersinformatie (zie hoofdstuk "Navigatiesysteem"),- audiofuncties (zie hoofdstuk "Auto-radio/telefoon RT3"),- de boordcomputer (zie desbetref-fende hoofdstuk), - de index (zie hoofdstuk "Auto-radio/-telefoon RT3"),- telefoon en telematicadiensten (zie hoofdstuk "Autoradio/-telefoon RT3"),- configuratie.
Dit systeem wordt bediend met behulp van het toetsenbord van de auto-radio/telefoon GPS RT3.
Het kan de volgende informatie weer-geven:
- de tijd,- de datum,- de buitentemperatuur (bij kans op gladheid verschijnt een waarschu-wingsmelding),- weergave van de radiofunctie (radio, CD, ...),- de telefoonfuncties (telefoon, dien-sten, ...),- controle op geopende portieren, motorkap, enz.,- waarschuwingen (bijv.: "Brandstof-niveau laag") of meldingen met be-trekking tot de functies van de auto (bijv.: "Airbag passagier uitgescha-keld") die tijdelijk worden weerge-geven,- de boordcomputer (zie desbetref-fende hoofdstuk),- het navigatiesysteem (zie desbe-treffende hoofdstuk).
Opmerking: om gebruik te kunnen maken van alle functies van het sys-teem, heeft u de beschikking over twee CD-Roms: de CD-Rom "Confi-guratie" met de software en de ver-schillende talen voor de weergave en de gesproken berichten en de CD-Rom "Navigatie" met alle carto-grafische gegevens van het naviga-tiesysteem.

Page 28 of 182

Audio en telematica30 -
DE AUTORADIO RD3
HendelFunctie
1 - Indrukken (achterzijde) Volume verhogen
2 - Indrukken (achterzijde) Volume verlagen
1+2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van
een willekeurige toets
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio) -
Volgende nummer selecteren (CD)
4 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in aflopende frequentie (radio) -
Vorige nummer selecteren (CD)
5 - Op het uiteinde drukken Wijzigen van de geluidsbron (radio/CD/CD-wisselaar)
6 - Draaien (rechtsom) Selecteren van volgende opgeslagen zender (radio) -
Selecteren van volgende CD
7 - Draaien (linksom) Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio) -
Selecteren van vorige CD

Page 29 of 182

31Audio en telematica-
ToetsFunctie
AAAN/UIT-schakelaar radio.
B-Verlagen van volume.
C+Verhogen van volume.
DRDSRDS-functie AAN/UIT.Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de regionale functie.
ETAVoorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT. Langer dan 2 seconden indrukken: PTY-functie AAN/UIT.
HInstelling van bassen, hoge tonen, loudness, balans en automatische volumeregeling.
IHoger instellen van de aan de toets H gekoppelde functies.
JLager instellen van de aan de toets H gekoppelde functies.
LHandmatig en automatisch zoeken van zenders in oplopende frequ entie.Volgende nummer (CD) of PTY (radio) selecteren.
MMANHandmatige/automatische functie van de toetsen L en N.
N Handmatig en automatisch zoeken van zenders in aflopende frequen tie.Vorige nummer (CD) of PTY (radio) selecteren.
PCH.CDSelecteren van de CD-wisselaar. Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afspelen.
QCDSelecteren van de CD-speler. Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afspelen.
RRadioSelecteren van de radiofunctie. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMAST, AM.Langer dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuze zenders (autostore).
S Uitwerpen van de CD.
1 t/m 6 1 2 3 4 5 6Selectie van een opgeslagen zender. Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van een zender.
1 t/m 51 2 3 4 5Selecteren van CD’s in de CD-wisselaar.

Page 30 of 182

Audio en telematica32 -
ALGEMENE FUNCTIESAUDIO-INSTELLINGEN
Loudness-functie
Met deze functie kunnen de bassen en hoge tonen bij een gering volume versterkt worden. Druk op de toetsen I of J om de functie in of uit te scha-kelen.
Aan/uit
Druk, als het contact AAN is of in de stand A C C E S S O I R E S staat, op de knop Aom de radio aan of uit te zetten.
De radio kan gedurende 30 minuten werken zonder dat het contact aanstaat.
Diefstalbeveiliging
De radio is zodanig gecodeerd dat deze alleen in uw auto functioneert. Het heeft geen enkele zin de radio in een andere auto te monteren.
De diefstalbeveiliging is volledig automatisch en behoeft daarom niet te worden ingeschakeld of ingesteld.
REGELING VAN HET VOLUME
Druk herhaaldelijk op de toets C om het volume te verhogen en op de toets B om het te verlagen.
Door langer op de toetsen C en Bte drukken wordt het volume sneller geregeld.
Bassen
Toonregeling
Druk, als er "TREB" op het display wordt weergegeven, op de toets I ofJ om de hoge tonen in te stellen.
- "TREB-9" minimum instelling hoge tonen.- "TREB 0" normale stand.- "TREB +9" maximum instelling hoge tonen.
Druk herhaaldelijk op de toets H om achter-eenvolgens de bassen (BASS), de hoge to-nen (TREB), de loud-ness-functie (LOUD), de fader (FAD), de balans (BAL) en de automatische aanpassing van het volume te kiezen.
Deze functie wordt na enkele secon-den automatisch weer uitgeschakeld als er geen instellingen gewijzigd worden of door de toets H na het be-reiken van de functie voor de auto-matische aanpassing van het volume nogmaals in te drukken.
Opmerking: De instellingen voor de bassen, de hoge tonen en de loud-ness zijn gekoppeld aan de op dat moment ingeschakelde geluidsbron. Zo kan de toonhoogte voor de ra-dio, CD of CD-wisselaar verschillend worden ingesteld.
Druk, als er "BASS" op het display wordt weergegeven, op de toets I of J om de bas-sen in te stellen.
- "BASS -9" mini-mum instelling bas-sen.- "BASS 0" normale stand.- "BASS +9" maximum instelling bassen.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 190 next >