Peugeot 206 CC 2004 Handleiding (in Dutch)

Page 71 of 125

70
21-06-2004
71
21-06-2004
UW 206 CC IN DETAIL
RichtingaanwijzersAUTOMATISCH
INSCHAKELEN VAN DE
VERLICHTING
Het parkeerlicht en het dimlicht
worden automatisch ingeschakeld
als de lichtsterkte van de omgeving
onvoldoende is of als de ruitenwissers
onafgebroken wissen en worden
uitgeschakeld als de lichtsterkte van
de omgeving weer voldoende is of de
ruitenwissers worden uitgeschakeld.
Bij mist of sneeuw kan de
lichtsensor voldoende licht
waarnemen en zullen de lichten
niet automatisch worden
ingeschakeld.
Bij de alevering van de auto is deze
functie ingeschakeld.
In- of uitschakelen van de functie:
- zet het contact in de stand accessoires (1
e stand van de
sleutel).
- zet de lichtschakelaar in de stand AUTO/0 .
- houd het uiteinde van de lichtschakelaar meer dan 4
seconden ingedrukt. Controle van werking
Inschakelen
Bij het inschakelen van de functie
is een geluidssignaal te horen
en verschijnt een melding op het
multifunctionele display.
Uitschakelen
Bij het uitschakelen van de functie
klinkt een geluidssignaal.
Als de bestuurder de verlichting
handmatig bedient, wordt de functie
tijdelijk uitgeschakeld.
Bij een storing in de lichtsensor

wordt de verlichting ingeschakeld,
klinkt een geluidssignaal en verschijnt
een melding op het multifunctionele
display.
Raadpleeg een PEUGEOT-
servicepunt.
Links:
Omlaag.
Rechts: Omhoog.
Dek de lichtsensor, die aan de
regensensor is gekoppeld en zich
in het midden van de voorruit,
achter de binnenspiegel bevindt,
niet af. Deze sensor regelt de
automatische verlichting.

Page 72 of 125

70
21-06-2004
71
21-06-2004
UW 206 CC IN DETAIL
RichtingaanwijzersAUTOMATISCH
INSCHAKELEN VAN DE
VERLICHTING
Het parkeerlicht en het dimlicht
worden automatisch ingeschakeld
als de lichtsterkte van de omgeving
onvoldoende is of als de ruitenwissers
onafgebroken wissen en worden
uitgeschakeld als de lichtsterkte van
de omgeving weer voldoende is of de
ruitenwissers worden uitgeschakeld.
Bij mist of sneeuw kan de
lichtsensor voldoende licht
waarnemen en zullen de lichten
niet automatisch worden
ingeschakeld.
Bij de alevering van de auto is deze
functie ingeschakeld.
In- of uitschakelen van de functie:
- zet het contact in de stand accessoires (1
e stand van de
sleutel).
- zet de lichtschakelaar in de stand AUTO/0 .
- houd het uiteinde van de lichtschakelaar meer dan 4
seconden ingedrukt. Controle van werking
Inschakelen
Bij het inschakelen van de functie
is een geluidssignaal te horen
en verschijnt een melding op het
multifunctionele display.
Uitschakelen
Bij het uitschakelen van de functie
klinkt een geluidssignaal.
Als de bestuurder de verlichting
handmatig bedient, wordt de functie
tijdelijk uitgeschakeld.
Bij een storing in de lichtsensor

wordt de verlichting ingeschakeld,
klinkt een geluidssignaal en verschijnt
een melding op het multifunctionele
display.
Raadpleeg een PEUGEOT-
servicepunt.
Links:
Omlaag.
Rechts: Omhoog.
Dek de lichtsensor, die aan de
regensensor is gekoppeld en zich
in het midden van de voorruit,
achter de binnenspiegel bevindt,
niet af. Deze sensor regelt de
automatische verlichting.

Page 73 of 125

72
21-06-2004
73
21-06-2004
Ruitenwissers vóór met
intervalstand
2 Hoge snelheid (hevige
neerslag).
1 Normale snelheid (matige
regenval).
I Interval.
0 Uit.
â Eén keer wissen (omlaag
duwen).
In de Intervalstand wordt de snelheid
van de wissers aangepast aan de
rijsnelheid. Nadat het contact is afgezet dient
de schakelaar weer geactiveerd te
worden:
- zet de schakelaar in een
willekeurige stand.
- zet de schakelaar vervolgens in de gewenste stand.
UW 206 CC IN DETAIL
RUITENWISSERSCHAKELAAR
Ruitenwissers vóór met
automatische stand
2 Hoge snelheid (hevige
neerslag).
1 Normale snelheid (matige
regenval).
AUTO Automatisch wissen.
0 Uit.
â Eén keer wissen (omlaag
duwen).
In de stand AUTO wordt de snelheid
van de wissers aangepast aan de
hoeveelheid neerslag.

Ruitensproeiers en
koplampsproeiers
Trek de ruitenwisserschakelaar naar
u toe. De ruitensproeiers treden
in werking, waarna enige tijd de
ruitenwissers worden ingeschakeld
om de ruit schoon te wissen.
De koplampsproeiers treden gelijk,
gedurende twee seconden, met de
ruitensproeiers in werking
indien de
dim-/grootlichten branden.

Page 74 of 125

72
21-06-2004
73
21-06-2004
Automatische ruitenwissers
In de stand AUTO werkt de
ruitenwisser automatisch en wordt
de snelheid van de wissers aan de
hoeveelheid neerslag aangepast.
Controle van werking
Inschakelen
Bij het inschakelen van de
automatische ruitenwissers
verschijnt de melding "Automatisch
wissen aan" op het multifunctionele
display.
In het geval van een storing
wordt de bestuurder gewaarschuwd
met een geluidssignaal en de
melding "Storing automatische
ruitenwissers" op het
multifunctionele display.
In het geval van een storing
werken de ruitenwissers als de
schakelaar in de stand AUTO staat
in de intervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-
servicepunt.
UW 206 CC IN DETAIL
Dek de regensensor,
op de voorruit achter de
binnenspiegel, niet af.
Zet het contact uit als
de auto gewassen wordt in een
wasstraat of controleer of de
schakelaar niet in de stand voor
automatisch wissen staat.
Wacht 's winters met het
inschakelen van het automatisch
wissen tot de voorruit ontdooid is.

Page 75 of 125

74
21-06-2004
75
21-06-2004
UW 206 CC IN DETAIL
BOORDCOMPUTER
Als de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar meermaals
wordt ingedrukt, worden achtereen-
volgens aangegeven: Display B
- de actieradius,
- de afgelegde afstand,
- het gemiddelde verbruik,
- het momentele verbruik,
- de gemiddelde snelheid.
Op 0 zetten
Druk meer dan 2 seconden op de
knop. Display C
- het momentele verbruik en de
actieradius:
- het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en de
gemiddelde snelheid berekend
over een periode "1";
- het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en de
gemiddelde snelheid berekend
over een periode "2".
De periodes "1" en "2" worden
bepaald door de frequentie waarmee
de teller op nul gezet wordt. Zo kan
de periode "1" gelden voor een
dagelijks verbruik en de periode "2"
voor een gemiddeld verbruik over
een maand.
Op 0 zetten
Druk de knop meer dan 2 seconden
in zodra de gewenste periode wordt
aangegeven.

Page 76 of 125

74
21-06-2004
75
21-06-2004
Actieradius
In deze stand geeft de computer
het aantal kilometers dat met de
resterende hoeveelheid brandstof
gereden kan worden.
Opmerking: dit getal kan verhoogd
worden door een verandering in de
rijstijl of van het landschap, met als
gevolg een aanzienlijke verlaging
van het momenteel verbruik.
Als de resterende hoeveelheid
brandstof in de tank minder is dan 3
liter, branden er slechts 3 streepjes
op de display.
UW 206 CC IN DETAIL
Momenteel verbruik
Dit is het verbruik dat geregistreerd is
tijdens de laatste 2 seconden. Deze
informatie verschijnt alleen als er
met een snelheid hoger dan 20 km/h
wordt gereden. Gemiddeld verbruik
Het gemiddelde verbruik is de
verhouding tussen de verbruikte
brandstof en het aantal afgelegde
kilometers sinds de laatste nulstelling
van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
De gemiddelde snelheid wordt
verkregen door de sinds de laatste
nulstelling afgelegde afstand te delen
door de tijd dat de auto in gebruik is
(contact aan).Afgelegde afstand
In deze stand geeft de boordcomputer
de afgelegde afstand sinds de laatste
nulstelling aan.
Na het op nul stellen van de
boordcomputer is de weergegeven
actieradius pas na enige tijd
betrouwbaar.
Raadpleeg een PEUGEOT-
servicepunt wanneer er tijdens het
rijden horizontale streepjes op de
display verschijnen, in plaats van
cijfers.

Page 77 of 125

76
21-06-2004
77
21-06-2004
Automatische bediening
s Openen
De ruiten worden automatisch geheel geopend (met contact
aangezet of draaiende motor).
F Druk op de schakelaar tot
voorbij het zware punt :
- druk de schakelaar kort in
om de portierruit volledig te
openen; druk deze opnieuw
kort in om ook de achterzijruit
volledig te openen.
- druk de schakelaar lang in om eerst de portierruit en
vervolgens de achterzijruit
volledig te openen.
s Sluiten
Alleen de portierruit aan
bestuurderszijde is volledig
automatisch te sluiten (met
draaiende motor) als de achterzijruit
is gesloten.
F Trek kort aan de schakelaar tot
voorbij het zware punt om de
portierruit aan bestuurderszijde
volledig te sluiten.

Opmerking : de schakelaars van de
ruitbediening werken niet als het dak
wordt bediend.
ELEKTRISCH BEDIENDE
PORTIERRUITEN
1 - Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
2 - Schakelaar ruitbediening passagierszijde
Met beide schakelaars worden aan
de desbetreffende zijde de portierruit
en de achterzijruit bediend.
Handbediening
F Duw (openen) of trek (sluiten) de
schakelaar tot het zware punt.
De ruit stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Eén seconde nadat de portierruit volledig is geopend begint de
achterzijruit te openen.
UW 206 CC IN DETAIL
Neem bij het verlaten van
de auto, zelfs voor een
korte periode, altijd de
sleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van
de ruit iets tussen de ruit en de
sponning bekneld raakt, moet de
ruit weer worden geopend. Druk
daarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit
aan passagierszijde bedient, moet
deze ervan verzekerd zijn dat
niets het correcte sluiten van de
ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan
verzekerd zijn dat de passagiers
op de juiste manier gebruik maken
van de elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat ook kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruiten
niet kunnen bezeren.

Page 78 of 125

76
21-06-2004
77
21-06-2004
UW 206 CC IN DETAIL
Binnenspiegel
De binnenspiegel kent 2 standen:
- dagstand (normaal),
- nachtstand (antiverblinding).
De spiegel kan in de dag- en
nachtstand gezet worden met behulp
van het hendeltje aan de onderzijde.ELEKTRISCH VERSTELBARE
BUITENSPIEGELS
Draai knop 1 naar links of rechts
om de desbetreffende spiegel te
selecteren.
Duw knop 1 in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
Elektrisch inklapbare spiegels
Draai, als het contact aan is, knop 1
in stand A. Het glas van de
buitenspiegel aan
bestuurderszijde is
sferisch om de "dode
hoek" op te heffen.
De weergegeven objecten in de
spiegels aan bestuurders- en
passagierszijde lijken verder af
dan ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden
gehouden om de afstand ten
opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.

Page 79 of 125

78
21-06-2004
79
21-06-2004
UW 206 CC IN DETAIL
KOPLAMPEN VERSTELLEN
Afhankelijk van de belading van
de auto wordt aanbevolen de
koplampen te verstellen.
0 - 1 of 2 personen voorin.
- - 3 personen.
1 - 4 personen.
2 - 4 personen + maximaal
toegestane belading.
3 - Bestuurder + maximaal
toegestane belading.
Stand 0: basisinstelling.
STUURWIEL IN HOOGTE
VERSTELLEN
Druk bij stilstaande auto de hendel
naar beneden om het stuurwiel te
ontgrendelen.
Zet het stuurwiel in de gewenste
stand en trek aan de hendel om het
stuurwiel te vergrendelen.
CLAXON
Druk op een van de spaken
of in het midden van het
stuurwiel.

Page 80 of 125

78
21-06-2004
79
21-06-2004
UW 206 CC IN DETAIL
PLAFONNIER AANSTEKER
Druk de aansteker in en wacht
enkele ogenblikken tot de aansteker
uit zichzelf terugspringt.
Hij kan worden gebruikt als het
contact in de stand accessoires (1e
stand van de sleutel) of AAN staat.
In deze stand gaat de
plafonnier ongeveer 30
seconden branden:
- als de auto wordt ontgrendeld,
- als een portier wordt geopend,
- als het contact wordt afgezet.
De plafonnier knippert als tijdens
het rijden een portier niet goed is
gesloten.
Permanent uit.
Brandt constant als de sleutel
in de stand accessoires staat
of als het contact aan is.
ASBAK VÓÓR
Sluit de asbak om deze te
verwijderen.
Trek aan de lip en trek de asbak
omhoog.
ZONNEKLEP
De zonnekleppen zijn voorzien
van make-upspiegels, aan
bestuurderszijde is deze met een
klepje afgedekt.
VENSTERS VOOR TOL-/
PARKEERKAARTEN
De athermische voorruit bevat twee
niet-relecterende gedeelten aan
weerskanten van de binnenspiegel.
Hier kunnen de tol- en/of
parkeerkaarten worden bevestigd.

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 130 next >