Peugeot 206 CC 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 1 of 129

4 -In een oogopslag
01-03-2005
5
-In een oogopslag
01-03-2005

Page 2 of 129

4 -In een oogopslag
01-03-2005
5
-
In een oogopslag
01-03-2005
1
Airbag bestuurder
Claxon
2 Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers
3 Uitschakeling airbag aan
passagierszijde*
4 Schakelaar stoelverwarming
5 Schakelaar elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP/
ASR)
6 Dimmer dashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-
sproeiers/boordcomputer
8 Stuurkolomschakelaars
autoradio
9 Schakelaar alarmknipperlichten/
schakelaar centrale
vergrendeling
10 Multifunctioneel display
11 Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatierooster
14 Airbag passagierszijde
15 Middelste verstelbare
ventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio RD3
18 Bediening verwarming/ventilatie/
airconditioning
Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
19 Asbak vóór
20 Versnellingshendel
21 Aansteker
22 Schakelaars elektrisch
bedienbare buitenspiegels
23 Schakelaar dakbediening
24 Schakelaars elektrisch
bedienbare ruiten 25
Handrem
26 Hendel motorkapontgrendeling
27 Stuur-/contactslot
28 Zekeringkast
29 Opbergvak
30 Hoogteverstelling stuurwiel
31 Hoogteverstelling koplampen
* Volgens land van bestemming.

Page 3 of 129

6 -In een oogopslag
01-03-2005
7
-
In een oogopslag
01-03-2005
ELEKTRISCH BEDIENBAAR
DAK
Openen van het dak
Zet de auto op een horizontale
ondergrond. •
Controleer of het afdekscherm 1
is uitgetrokken en vastgemaakt
(er mogen geen voorwerpen op
geplaatst zijn; eventuele bagage
in de kofferruimte mag het scherm
niet omhoogdrukken).
• Controleer of er geen voorwerpen
op de hoedenplank geplaatst zijn.
• Controleer of het kofferdeksel goed
dichtzit.
• Zet de auto stil , trek de handrem
aan en zet het contact in de
stand M.
• Ontgrendel de twee haken
2 volledig ; hierbij klinkt een
geluidssignaal.
• Trek aan de knop 3 tot het
geluidssignaal aangeeft dat het
dak volledig is geopend.
• Opmerking: tijdens het bedienen
van het dak worden de ruiten
automatisch geopend. Bedien het dak niet wanneer
een bagagerek op het
kofferdeksel bevestigd en
beladen is.
Let erop dat er zich, tijdens het
openen of sluiten van het dak,
geen personen in de buurt van het
bedieningsmechanisme bevinden;
hiermee wordt risico op letsel
voorkomen.
Zet nooit het contact af tijdens het
openen of sluiten van het dak.
Laat de knop 3 nooit langer dan
5 minuten los als het dak nog
niet geheel geopend of gesloten
is. Laat bij gevaar echter de
bedieningsknop los; het dak
stopt direct met bewegen. U
kunt het openen of sluiten van
het dak hervatten zolang het
geluidssignaal te horen is.
Sluiten van het dak •
Controleer of het afdekscherm 1
is uitgetrokken en vastgemaakt.
• Controleer of het kofferdeksel
goed dichtzit.
• Zet de auto stil , trek de
handrem aan en zet het contact
in de stand M.
• Druk op de knop 3 tot het
geluidssignaal aangeeft dat het
dak volledig is gesloten.
• Vergrendel ten slotte de twee
haken 2.
• Opmerking: na het openen of
sluiten van het dak kunnen de
ruiten weer bediend worden.
: 67:: dit symbool verwijst u naar de bladzijde waar deze functie u itgebreid aan bod komt.

Page 4 of 129

6 -In een oogopslag
01-03-2005
7
-In een oogopslag
01-03-2005
ELEKTRISCH VERSTELBARE
BUITENSPIEGELS
Draai de knop 3 naar links of rechts
om de desbetreffende spiegel te
selecteren.
Duw de knop 3 in de 4 richtingen om
de spiegel af te stellen.
ELEKTRISCH BEDIENBARE
RUITEN
1 - Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
2 - Schakelaar ruitbediening passagierszijde
Beide schakelaars bedienen aan
de desbetreffende zijde zowel de
portierruit als de achterzijruit.
Automatische bediening
Druk kort op de schakelaar om de ruit
volledig te openen of te sluiten. Druk
nogmaals kort op de schakelaar om
de beweging van de ruit te stoppen.
Druk lang op de schakelaar en laat
de schakelaar weer los om de ruit
gedeeltelijk te openen. Houd de
schakelaar ingedrukt of druk de
schakelaar nogmaals in om ook de
achterzijruit te openen of te sluiten.
Opmerkingen: alleen de ruit aan
bestuurderszijde kan automatisch
worden geopend (bij draaiende
motor), indien de achterzijruit is
gesloten.
De schakelaars van de ruitbediening
werken niet als het dak wordt
bediend.
: 75: 76
Handbediening
Duw (openen) of trek (sluiten) de
schakelaar tot het zware punt.
De ruit stopt zodra de toets wordt
losgelaten.
Eén seconde nadat de portierruit
volledig is geopend begint de zijruit
te openen.
Elektrisch inklapbare spiegels
Draai, als het contact aan is, de knop
3 in de stand A.

Page 5 of 129

8 -In een oogopslag
01-03-2005
9
-In een oogopslag
01-03-2005
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze blokkeert het motormanage-
mentsysteem enkele ogenblikken
nadat het contact is afgezet en voor-
komt zo dat de auto wordt gestolen. Codekaart
Op deze kaart staat de identiicatie-
code die uw PEUGEOT-servicepunt
nodig heeft bij werkzaamheden aan
de elektronische startblokkering. De
code is afgedekt, verwijder de ilm al-
leen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een
veilige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer
u een verre reis maakt en bewaar
de kaart bij uw persoonlijke
documenten.
Extra sleutel
Er kunnen maximaal 5 sleutelcodes in
het geheugen worden opgeslagen.
Wend u met de codekaart en alle
in uw bezit zijnde sleutels tot een
PEUGEOT-servicepunt voor het
verkrijgen van een extra sleutel of
het vervangen van een sleutel.
Bij aanschaf van een gebruikte auto:
- controleer of de codekaart aanwezig is;
- laat de sleutels opnieuw in het geheugen opslaan door uw
PEUGEOT-servicepunt om er zeker van te kunnen zijn dat alleen u
beschikt over een set passende sleutels.
Breng geen wijzigingen aan de elektronische startblokkering aan .
: 63Werking
Elke sleutel heeft een chip met een
eigen code.
Bij het aanzetten van het contact
wordt de code van de sleutel
herkend, waarna de motor gestart
kan worden.
Als de code ontbreekt of als er
een sleutel met andere code wordt
gebruikt, dan is starten niet mogelijk.
Waarschuwingssignaal sleutel
in contact
Als het contact wordt afgezet,
klinkt er een geluidssignaal als het
bestuurdersportier wordt geopend
terwijl de sleutel nog in het contact
steekt.

Page 6 of 129

8 -In een oogopslag
01-03-2005
9
-In een oogopslag
01-03-2005
STARTEN
De vier standen van de sleutel in
het contact-/stuurslot zijn:
1 - STOP :
contact afgezet.
2 - 1
e stand, Accessoires :
contact afgezet, maar accessoires kunnen wel
functioneren.
3 - 2
e stand, Contact aan :
het contact is aangezet.
4 - Starten :
de startmotor wordt in werking gezet. Starten van de motor
Trap het gaspedaal niet in.
Stel de startmotor in werking en
laat de sleutel los zodra de motor
aanslaat.
SLEUTELS
Met behulp van de sleutels kunnen
de sloten van de portieren, het
kofferdeksel (openen), het slot van de
tankdop, het stuurslot en het slot van
het dashboardkastje
onafhankelijk
van elkaar worden bediend, kan de
airbag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld en kan het contactslot
worden bediend. Belast nooit een motor die
koud is.
Laat de motor nooit in een
afgesloten ruimte draaien.
Breng nooit wijzigingen aan het
stuurslot aan. Vergrendeling en ontgrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier:
- kunnen de portieren en het
kofferdeksel gelijktijdig vergrendeld
worden,
- kunnen alleen de portieren gelijktij- dig ontgrendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen met
de sleutel in het slot van het
kofferdeksel ontgrendeld worden.
Afstandsbediening
Druk op de knop
A om de portie-
ren en de achter-
klep te vergren-
delen.
Dit wordt be-
vestigd door
het gedurende
ongeveer twee
seconden bran-
den van de rich-
tingaanwijzers.
Druk op de knop B om de portieren
op afstand te ontgrendelen.
Dit wordt bevestigd door het gedu-
rende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
: 62
Stuurslot
Ontgrendel, indien nodig, het stuur-
slot alvorens te starten. Verdraai het
stuurwiel enigszins terwijl tegelijker-
tijd de sleutel wordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppelings-
pedaal in om het aanslaan te verge-
makkelijken.

Page 7 of 129

10 -In een oogopslag
01-03-2005
11
-In een oogopslag
01-03-2005
SCHAKELAARS OP
STUURKOLOM
Verlichting
Verlichting voor en achter (ring A) Mistlampen vóór / mistachterlicht
(ring B)
Ruitenwissers
2
Hoge snelheid
1 Normale snelheid
I Interval
of
AUTO Automatisch wissen
0 Uit
â Eén keer wissen
Lichten uit
Parkeerlichten aan
Dim-/grootlicht aan Automatisch inscha-
kelen van de verlich-
ting
Automatisch inschakelen van de
verlichting
Zet om deze functie in of uit te
schakelen het contact in de stand
accessoires en de lichtschakelaar in
de stand AUTO/0. Houd vervolgens
het uiteinde van de lichtschakelaar
langer dan 4 seconden ingedrukt.
Mistlampen vóór (ring 1
stand naar voren draaien)Mistlampen vóór en
mistachterlicht (ring
2 standen naar voren
draaien)
: 69: 71
Automatische ruitenwissers
In de stand AUTO werken de
ruitenwissers automatisch en wordt
de snelheid van de wissers aan de
hoeveelheid neerslag aangepast.
Ruiten- en koplampsproeiers
Trek de hendel van de ruitenwisser-
bediening naar u toe.
De koplampsproeiers werken wan-
neer het dim-/grootlicht is ingescha-
keld.

Page 8 of 129

10 -In een oogopslag
01-03-2005
11
-In een oogopslag
01-03-2005
BAGAGENET
Bevestig het bagagenet met de
4 sjorogen op de vloer van de
bagageruimte.
FLESSENHOUDER
Trek aan de bovenzijde van het
deksel om het te openen.
DASHBOARDKASTJE
1 - Vak voor boorddocumentatie.
2 - Bekerhouder.
3 - Pennenhouder.
4 - Brillenvak.
5 - Kaartenvak.
6 - Muntenvak.
: 79

Page 9 of 129

16 -In een oogopslag
01-03-2005
AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE "TIPTRONIC-
SYSTEM PORSCHE"
Bij de automatische transmissie
met vier versnellingen kunt u kiezen
uit volautomatische bediening ,
aangevuld met de programma's
sport en sneeuw , of handmatig
schakelen .
Schakelpatroon
STUURWIEL IN HOOGTE
VERSTELLEN
Druk bij stilstaande auto de
hendel omlaag om het stuurwiel te
ontgrendelen.
Zet het stuurwiel in de gewenste
stand en trek aan de hendel om het
stuurwiel te vergrendelen.
MOTORKAP OPENEN
Binnenzijde : trek aan de hand-
greep.
Buitenzijde : druk de veiligheidshaak
omhoog en til de motorkap op.
Plaats de stang in de houder om de
motorkap te ondersteunen.
: 80: 66
F Kies de gewenste stand
door de selectiehendel in het
schakelpatroon te verplaatsen.
De gekozen stand wordt met een pictogram in het instrumentenpa-
neel aangegeven.

Page 10 of 129

12 -In een oogopslag
01-03-2005
13
-
In een oogopslag
01-03-2005
VOORSTOELEN
1 -
Verstelling in lengterichting.
2 - Hoogteverstelling en verstelling
van de hoek van de hoofdsteun.
3 - Toegang tot de
achterzitplaatsen.
4 - Hoogteverstelling van de
bestuurdersstoel. 5 -
Verstelling van de hoek van de
rugleuning.
6 - Schakelaar stoelverwarming. Ga nooit rijden als de hoofd-
steunen zijn verwijderd.
:
54

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 130 next >