Peugeot 206 CC 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 31 of 129

32 -Audio en telematica
01-03-2005
33
-Audio en telematica
01-03-2005
Automatisch opslaan van FM-
zenders (autostore)
Houd de toets O meer
dan twee seconden
ingedrukt.
De autoradio
slaat automatisch de 6 best te
ontvangen FM-zenders op. Deze
zenders worden op de Fmast-band
opgeslagen.
Als er minder dan zes zenders
worden gevonden, blijven de
resterende geheugens ongewijzigd.RDS
Gebruik van RDS-functie (Radio
Data Systeem) op FM
De RDS -functie biedt de mogelijk-
heid om naar een zender te luisteren,
ongeacht de verschillende frequen-
ties die voor deze zender gebruikt
worden in de diverse regio's. Verkeersinformatie
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van
de zender aangegeven. Als de RDS-
functie is ingeschakeld, zoekt de
radio steeds de sterkste zender die
hetzelfde programma uitzendt. Druk op de toets
"TA"
om deze functie in of
uit te schakelen.
Op het display verschijnt:
- "TA" als deze functie is ingescha-
keld,
- "(TA)" als deze functie wel inge-
schakeld, maar niet beschikbaar
is.
Als deze functie is ingeschakeld,
wordt de geluidsbron die op dat
moment te horen is (radio, CD of CD-
wisselaar) onderbroken om voorrang
te verlenen aan de ontvangen
verkeersinformatie.
Druk op de toets "TA" om de
verkeersinformatie te onderbreken;
de functie is dan uitgeschakeld.
Druk kort op de toets
"RDS"
om de functie
in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele
display verschijnt:
- "RDS" als deze functie is
ingeschakeld,
- "(RDS)" als deze functie wel inge-
schakeld, maar niet beschikbaar is.
Oproepen van opgeslagen
zenders
Telkens als een van de toetsen
"1"
t/m "6" wordt ingedrukt,
wordt de desbetreffende zender
weergegeven.
Opmerking: Het volume van de
verkeersinformatie is onafhan-
kelijk van het normale volume
van de radio. U kunt dit instellen
met de volumeknop. De instelling
wordt opgeslagen en gebruikt bij
volgende berichten.

Page 32 of 129

32 -Audio en telematica
01-03-2005
33
-Audio en telematica
01-03-2005
Regionale functie (REG)
Sommige gekoppelde zenders
zenden op bepaalde tijdstippen op
dezelfde frequentie verschillende,
regionale programma's uit. Met deze
functie kan een regionaal programma
worden beluisterd.
Houd hiervoor de toets
"RDS" langer
dan twee seconden ingedrukt om
deze functie in of uit te schakelen.
PTY-functie
Met behulp van deze functie
kunnen zenders met een speciieke
programmering (info, cultuur, sport,
pop...) beluisterd worden.
Houd, als FM is ge-
selecteerd, de toets
"TA" langer dan twee
seconden ingedrukt
om deze functie in of uit te schake-
len. Zoeken van een
PTY-programme-
ring:
- schakel de PTY-functie in,
- druk kort op één van de toetsen J
of L om een overzicht met de ver-
schillende programmatypes weer
te geven.
- als er een programma naar wens wordt weergegeven, houd dan
één van de toetsen J of L langer
dan twee seconden ingedrukt om
automatisch af te stemmen (na het
afstemmen wordt de PTY-functie
weer uitgeschakeld).
In de stand PTY kunnen de ver-
schillende programmatypes worden
opgeslagen. Houd daarvoor de
voorkeuzetoetsen " 1" t/m " 6" langer
dan twee seconden ingedrukt. Een
bepaalde programmering kan nu
worden opgeroepen door de desbe-
treffende toets kort in te drukken. EON
Dit systeem maakt koppelingen
tussen zenders in hetzelfde gebied.
Bij dit systeem is het mogelijk om
automatisch naar andere zenders
binnen het gebied over te schakelen
die verkeersinformatie of een
PTY-
programmering uitzenden.
De EON-functie werkt alleen als de
functie TA of PTY is ingeschakeld.

Page 33 of 129

34 -Audio en telematica
01-03-2005
35
-Audio en telematica
01-03-2005
Random-functie (RDM)
Houd, op het moment dat de CD-
speler als geluidsbron is gekozen,
de toets
N 2 seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden
nu in een willekeurige volgorde
afgespeeld. Druk de toets N opnieuw
langer dan 2 seconden in om weer op
normaal spelen over te schakelen.
De random-functie wordt uitgescha-
keld als de radio wordt uitgezet.
Het gebruik van gekraste
CD's kan storingen
veroorzaken.
Gebruik alleen CD's met
een ronde vorm.
Denk eraan bij het verlaten van
de auto met het dak in de stand
cabriolet de CD uit de speler te
halen (kans op diefstal).CD-SPELER
Selecteren van CD-speler
Zodra een CD in
de CD-speler wordt
gestoken met het
etiket naar boven
gericht, zal de CD-speler de CD
automatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit,
druk dan op de toets N.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets D
om de CD uit de CD-
speler te werpen. Druk op de toets
J om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets L om terug te gaan
naar het begin van het afgespeelde
nummer of het vorige nummer.
Selecteren van een nummer van
de CD
Versneld afspelen
Houd één van de toetsen
J of L
ingedrukt om de CD versneld vooruit
of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.

Page 34 of 129

34 -Audio en telematica
01-03-2005
35
-Audio en telematica
01-03-2005
Selecteren van een CD Versneld afspelen
Houd één van de toetsen
J of L
ingedrukt om de CD versneld vooruit
of achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.
Druk op de toets M.
CD-WISSELAAR
Selecteren van CD-wisselaar
Selecteren van een nummer van
een CD
Druk op de toets J om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets L om terug te gaan
naar het begin van het afgebeelde
nummer of het vorige nummer.
Druk op een van de toetsen
"1"
t/m "5" van de autoradio om de
desbetreffende CD te selecteren.
Het afspelen van gekraste
CD’s kan storingen
veroorzaken.
Gebruik uitsluitend CD’s
met een ronde vorm.
CD-WISSELAAR 5 CD’s*
* Volgens land van bestemming.
Deze is in het dashboardkastje
aangebracht en kan maximaal
5
CD’s bevatten.
Steek de CD’s met de bedrukte zijde
naar boven in het magazijn.
Druk lang op één van de toetsen "1"
t/m "5" om de desbetreffende CD uit
te werpen.
Random-functie (RDM)
Houd, op het moment dat de CD-
wisselaar is geselecteerd, de
toets
M twee seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden
nu in een willekeurige volgorde
afgespeeld. Druk de toets opnieuw
in om weer op normaal spelen over
te schakelen.

Page 35 of 129

36 -Audio en telematica
01-03-2005
37
-Audio en telematica
01-03-2005
Presentatie
Uw 206 CC is voorzien van een
audiosysteem van het merk JBL,
afgestemd op het interieur van de
auto.
Een multifunctionele versterker
(1) van 240 Watt (geïntegreerd in
de subwoofer in de bagageruimte)
stuurt 8 topklasse luidsprekers en
de subwoofer afzonderlijk aan. Het systeem zorgt voor een
optimale weergave en verdeling
van het geluid in de auto, ongeacht
of het dak in de stand Coupé of
Cabriolet staat.De luidsprekers bevinden zich:
- in de voorstijlen: twee
Tweeters (2)
voor de weergave van de hoge to-
nen.
- in de voorportieren: twee Woo-
fers (3) voor de weergave van de
bassen (lage tonen).
- in de achterpanelen: twee Twee-
ters (4) , die zijn ingebouwd in twee
Woofers (5) voor een optimaal
evenwicht tussen de verschillende
geluidsfrequenties in het interieur.
- in de bagageruimte: een Subwoo-
fer (6) met twee geïntegreerde
speciale woofers voor de weerga-
ve van de bassen en diepe bassen
voor het gehele interieur.
U zult ongetwijfeld genieten van
de dynamiek en de diepte van de
geluidsweergave van het JBL-
systeem in de auto.
AUDIOSYSTEEM
Instellen in de CD- en
radiofunctie
De basisfuncties zijn gelijk aan die
van de autoradio.
Er zijn geen extra instellingen
nodig. Om echter volledig te kunnen
genieten van het JBL audiosysteem,
wordt geadviseerd om de AUDIO-
instellingen (BASS, TREB, FAD,
BAL) in de stand " 0" (nul) te zetten
en de Loudness (LOUD) in de stand
" ON " voor de CD-functie en in de
stand " OFF" voor de radiofunctie.

Page 36 of 129

36 -Audio en telematica
01-03-2005
37
-Audio en telematica
01-03-2005
Afstandsbediening
Door de afstandsbediening op
het display te richten kunnen de
verschillende functies worden
geselecteerd.NAVIGATIESYSTEEM
Presentatie
Het navigatiesysteem helpt u door
middel van beeld en geluid om
de bestemming van uw keuze te
bereiken.
Het systeem berust op een bestand
met cartograische gegevens en een
GPS-systeem (Global Positioning
System). Dit systeem bepaalt uw
positie met behulp van een aantal
satellieten.
Het navigatiesysteem bestaat uit de
volgende onderdelen:
- de afstandsbediening.
- het display.
- de computer.
- de schakelaar voor het herhalen
van het laatste gesproken bericht.
- de CD-rom.
- de multifunctionele antenne.
Sommige functies of diensten in
deze handleiding kunnen variëren,
afhankelijk van de gebruikte CD-
rom of het land van bestemming.
menu : het indrukken van deze
toets geeft toegang tot het
hoofdmenu. Deze toets kan
op elk gewenst moment
worden ingedrukt.
esc : escape-toets
Kort indrukken: annuleren van de actuele handeling
en terug naar het vorige
scherm.
Langer dan 2 seconden indrukken: terug naar
beginmenu.
Deze toets kan vanuit elk menu worden ingedrukt.
Deze functie werkt niet
tijdens het navigeren.
mod : mode-toets
Kort indrukken: wisselen tussen weergave van
datum, navigeren, radio en
permanente plaatsbepaling.
val : bevestigingstoets
Bevestigen van de geselecteerde functie.
De afstandsbediening kan in een
speciaal daarvoor bestemd vak
in het dashboardkastje worden
opgeborgen.
Type van de 2 batterijen: 1,5 V type
LR03.
Pijltjestoetsen:
Met behulp van de pijltjestoetsen
kan een item op het scherm worden
geselecteerd.
In het beginmenu kan met behulp
van de pijltjestoetsen "omhoog" en
"omlaag" de lichtsterkte van het
scherm worden ingesteld.
Door tijdens het navigeren op de
pijltjestoets "links" of "rechts" te
drukken wordt tijdelijk de volledige
naam van de straat weergegeven als
deze gedeeltelijk buiten het scherm
valt.

Page 37 of 129

38 -Audio en telematica
01-03-2005
39
-Audio en telematica
01-03-2005
De functies van de verschillende
menu's verschijnen aan de onderkant
van het scherm:
1.
Gekozen functie.
2. Functie niet beschikbaar in deze
situatie.
3. Functie beschikbaar.
Opmerking: In de optie "Lijst"
kunnen maximaal 80 adressen
worden opgeslagen.
Computer
Display
Tijdens het navigeren geeft het
scherm verschillende soorten
informatie afhankelijk van de uit te
voeren manoeuvres.
1. Afstand tot de volgende
manoeuvre.
2. Volgende manoeuvre.
3. Volgende afslag.
4. Tijd.
5. Buitentemperatuur.
6. Huidige weg.
7. Afstand tot de eindbestemming.
8. Uit te voeren manoeuvre. Deze bevindt zich in het
dashboardkastje.
1.
Toets voor het uitwerpen van de
CD-rom.
2. CD-romspeler.
3. Controlelampje ON. Dit lampje
geeft aan dat de computer AAN
is.
4. Controlelampje CD. Dit lampje
geeft aan dat er een CD-rom in
de speler steekt.
5. Opbergvak voor de
afstandsbediening.

Page 38 of 129

38 -Audio en telematica
01-03-2005
39
-Audio en telematica
01-03-2005
Als de toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar één keer
wordt ingedrukt, wordt het laatste
gesproken bericht herhaald of
eventueel een nauwkeurigere kaart
weergegeven in combinatie met een
gesproken bericht.
Toets voor het herhalen van het
laatste gesproken bericht
Deze bevat alle cartograische
gegevens.
De CD-rom moet met de bedrukte
zijde naar boven in de speler worden
gestoken.
Gebruik alleen door PEUGEOT
goedgekeurde CD-roms.
CD-rom
Het gebruik van gekraste
CD's kan storingen
veroorzaken. Het navigatiesysteem is actief als
de wereldbol volledig verlicht wordt
weergegeven.

Page 39 of 129

40 -Audio en telematica
01-03-2005
41
-Audio en telematica
01-03-2005
Hoofdmenu
Zet het contact AAN.
Druk op de toets
"Menu" om het
hoofdmenu op te roepen.
Kies met behulp van de pijltjestoetsen
een functie en bevestig uw keuze
(toets "VAL" ). NavigatieNa het selecteren van het menu
"Navigatie/Begeleiding"
verschijnt
een scherm met aanwijzingen voor
het gebruik van het navigatiesysteem.
Houd u aan de gegeven aanwijzingen
en gebruik de afstandsbediening niet
tijdens het rijden.
Druk op de toets "VAL" om naar het
volgende scherm te gaan.Het menu "Navigatie/Begeleiding"
biedt de volgende mogelijkheden:
- invoeren van het adres van een nieuwe bestemming.
- kiezen van een dienst (hotel, restaurant, vliegveld...) in een
plaats.
- kiezen van een adres uit het geheugen.
- toegang tot het menu "Navigatie-
opties" .
- als het navigatiesysteem gebruikt wordt, kunnen de audiofuncties
niet gebruikt worden.

Page 40 of 129

40 -Audio en telematica
01-03-2005
41
-Audio en telematica
01-03-2005
Hoofdmenu
Zet het contact AAN.
Druk op de toets
"Menu" om het
hoofdmenu op te roepen.
Kies met behulp van de pijltjestoetsen
een functie en bevestig uw keuze
(toets "VAL" ). NavigatieNa het selecteren van het menu
"Navigatie/Begeleiding"
verschijnt
een scherm met aanwijzingen voor
het gebruik van het navigatiesysteem.
Houd u aan de gegeven aanwijzingen
en gebruik de afstandsbediening niet
tijdens het rijden.
Druk op de toets "VAL" om naar het
volgende scherm te gaan.Het menu "Navigatie/Begeleiding"
biedt de volgende mogelijkheden:
- invoeren van het adres van een nieuwe bestemming.
- kiezen van een dienst (hotel, restaurant, vliegveld...) in een
plaats.
- kiezen van een adres uit het geheugen.
- toegang tot het menu "Navigatie-
opties" .
- als het navigatiesysteem gebruikt wordt, kunnen de audiofuncties
niet gebruikt worden.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 130 next >